duidelijke samenvatting over krachtig ouder worden binnen de Ergotherapie

Samenvatting: krachtig ouder worden

Hoofdstuk 1: persoonsgericht ouder worden


1. een persoonsgerichte woonzorgaanpak

Een woonzorgcentrum = plaats dat permanente opvang biedt en verzorging aan 65-plussers die niet
meer thuis kunnen wonen. Naast een permanente verblijfplaats gaat dat van huishoudelijke hulp en
hulp bij dagelijkse taken tot (lichaam)verzorging en verpleging.

 Doel van WZC: de persoon centraal stellen met de nadruk op autonomie, levenskwaliteit en
het behoud van eigen regie, zelfs bij toenemende zorgbehoeften.

 Ergo in WZC: ondersteunen bewoners bij het uitvoeren van betekenisvolle dagelijkse
activiteiten en creëren een omgeving waarin ouderen zo zelfstandig mogelijk kunnen
functioneren. Door woonomgeving af te stemmen op individuele behoeften, voorkeuren,
waarden van elke bewoner en het ondersteunen van zorgteams in het toepassen van
persoonsgerichte werkwijze


1.1 het woonzorgdecreet
Het Woonzorgdecreet moet de regelgeving voor welzijn, wonen en zorg beter op elkaar afstemmen
en zo samenwerkingen vergemakkelijken en aanmoedigen. Het decreet wil een kwaliteitsvol
zorgcontinuüm scheppen, met aandacht voor sociale inclusie.

Het woonzorgdecreet 2019 focust op drie kerndoelen:

 Zorg op maat bieden aan de gebruiker en een kwaliteitsvol zorgcontinuüm creëren, door
zelfzorg, mantelzorg en professionele zorg correct en individueel aangepast in te zetten

 De regelgeving voor zorg, wonen en welzijn actualiseren en beter op elkaar afstemmen, met
als doel de samenwerking tussen thuiszorg, thuiszorg ondersteunende zorg en residentiële
zorg te vergemakkelijken en aan te moedigen

 De kwaliteit van wonen en zorg verhogen door passend in te spelen op de individuele fysieke
en psychische noden van de zorgvrager, met voldoende aandacht voor sociale inclusie en
het welbehagen van de zorgbehoevende.




1

,1.2 aandachtspunten in het realiseren van de persoonsgerichte aanpak
Persoonsgerichte woonzorg (PWZ)= Het richt zich op het begrijpen en respecteren van de unieke
behoeften, voorkeuren en waarden van elke bewoner”

Als we persoonsgerichte zorg aanbieden, ervaart de persoon
- verhoogde levenskwaliteit
- gevoel van eigenwaarde
- effect op welbevinden



Aandachtspunten in het realiseren van de persoonsgerichte aanpak Vereist Volgende methodieken:
 persoonlijke woonzorgplannen
o = individuele woonzorgplannen voor elke bewoner. Deze omvatten de medische
behoeften en persoonlijke voorkeuren
 Familieparticipatie
o = betrekking van de familie bij de zorg van de bewoner, zij hebben waardevolle
inzichten in de persoonlijke geschiedenis en voorkeuren van de bewoner.
 training en opleiding
o =training van medewerkers in persoonsgerichte woonzorg
 aanwerving met focus op persoonsgerichte woonzorg
o = kijk naar wat de omgang met ouderen is en wat hun visie op wonen is, je bent een
onderdeel van wonen met al de bewoners
 Cultuurverandering
o = cultuurveranderingen binnen het WZC waarin persoonsgerichte woonzorg de
norm wordt, elke bewoner is een uniek individu
 multidisciplinair samenwerking
o =samenwerking russen verschillende disciplines die ene holistische benadering
toepassen waarbij alle aspecten van het welzijn van de bewoner overwogen worden
 technologische ondersteuning
o = hulpmiddelen kunnen helpen bij het monitoren van de gezondheid van de
bewoner, bv: elektronische dossier
 levensverhalen en herinneringen
o = verzameling van levensverhalen en herinneringen aan de hand van interviews,
foto’s, etc. De informatie word gedeeld met het team om bewoners beter te
begrijpen
 flexibiliteit en activiteitenprogramma’s
o = Moedig bewoners aan om deel te nemen aan activiteiten. Biedt zowel groep als
individuele activiteiten aan. Pas activiteitenprogramma aan op basis van interesse
en capaciteiten van de bewoners




2

,1.3 effect op het welbevinden van de ouderen

 Verhoogde zelfredzaamheid
 Bewoner wordt aangemoedigd om actief deel te nemen wat een gevoel van controle
en eigenwaarden bevorderd
 Mee de regie te bepalen van je woonzorg versterkt positieve eigenwaarden en
vermindert de aangeleerde hulpeloosheid.
 Zorgt ervoor dat de focus word gelegd op de mogelijkheden en kansen die er nog
wel in het leven zijn

 Verbeterde kwaliteit sociale interacties
 Gespreksmomenten benutten om persoonsgerichte woonzorg invulling te geven
door individuele achtergrond, interesse en persoonlijkheden van ouderen te
begrijpen.
 Het vermindert het gevoel van sociaal isolement

 Verhoogd gevoel autonomie
 Ouderen krijgen meer zeggenschap over hun eigen leven. Biedt keuzes en
respecteer voorkeuren van de ouderen om zo de autonomie te versterken
 Niet vanuit gaan dat ook vandaag de dag verloopt als vorige keer: Dagdagelijkse
zaken niet als routine zien, wel als keuzevraag/bevestiging

 Minder gevoel van eenzaamheid
 Door rekening te houden met persoonlijke behoeften. Door activiteiten te bieden
die aansluiten bij de interesse en sociale betrokkenheid stimuleren



 Beter emotioneel welbevinden
 Door empathische benadering dragen wij bij aan een positieve emotionele ervaring
die de mentale welbevinding kan bevorderen en depressieve gevoelens kan helpelen
verminderen

 Positieve impact op gezondheid
 Het welbevinden is nauw verbonden met hun fysieke gezondheid.
 Door zorg op maat te bieden kan de medicatietrouw en algemene
gezondheidsgedrag positief beïnvloed worden




3

, 1.4 het zesdemensionale model van subjectief welbevinden en het normalistiekader

= Het model legt de nadruk op de persoonlijke invullingen van de kwaliteit van leven

Subjectief welbevinden
= de persoonlijke cognitieve en emotionele evaluatie van het eigen leven op basis van Emotionele
reacties op gebeurtenissen & Een persoonlijke inschatting van tevredenheid en voldaanheid
 wat heb IK nodig om mij persoonlijk gelukkig te voelen (moet je weten van elke oudere).
 Gelijke leefsituaties kunnen door meerdere mensen verschillend ervaren worden in relatie
tot welbevinden


De 6 dimensies:

 Het lichamelijk welbevinden = is hoe lichaam ervaren en beoordeeld wordt
o voldoet huidige situatie aan verwachtingen
o positieve stimulans halen uit complimenten
o gevoel goede gezondheid = positief welbevinden
 Vertaalslag naar ouderen:
 Behoefte om nog fysiek actief te zijn
 Bezorgd om hun gezondheid en Uiterlijk bewust

 Het sociaal welbevinden
o Wordt bepaald door het netwerk dat men rondom zich heeft, zowel in de nabije
omgeving als op afstand.
o Gevoel om erbij te horen, deel uit te maken van een groep is een belangrijk gegeven,
iedereen wil erbij horen
o Ouderen moeten steeds nieuwe balans maken bij verlies of in WZC
 Vertaalslag naar ouderen:
 Steeds herschikken na verlies
 Contact met dieren



 Het materieel welbevinden= betreft de fysieke omgeving waar personen in wonen zoals
eigendommen
o is zeer individueel en heeft groot verschil in generaties
o wat nodig aan comfort om gelukkig te zijn, het heeft een emotionele waarde
 Vertaalslag naar ouderen:
 Emotionele waarde aan materialen in de kamer
 Gehechtheid en veiligheid
 Comfort en hulpmiddelen




4