Algemene psychologie- Hoofdstuk 8
EMOTIES
DE PLAATS VAN EMOTIES IN HET GEDRAG
Affect: de processen die te maken hebben met het spanningsveld tussen de gegeven prikkelsituatie en de
actuele behoeften
EMOTIES, GEVOELENS EN STEMMINGEN
Emoties: de meest krachtige affecten die ook rechtstreekse reacties zijn op relevante gebeurtenissen die
de behoeften van het individu raken
Gevoelens: twee mogelijke betekenissen:
1) Minder intens dan emoties, maar evenzeer reacties op gebeurtenissen
2) De subjectieve beleving van de emoties
Stemmingen: Langduriger, vagere gemoedstoestanden die endogeen (binnen het lichaam) of exogeen
(buiten het lichaam) kunnen ontstaan
BIJLAGE 8.1 STEMMINGSSTOORNISSEN
Depressieve stoornis:
o Neerslachtige stemming, verminderde interesse en levenslust, concentratieverlies,
slaapstoornissen, moeheid, schuldgevoel, minderwaardigheidsgevoelens,
zelfmoordgedachten en/of wensen…
Dysthyme stoornis:
o Ongeveer zelfde symptomen, maar milder
Bipolaire stoornis
o Afwisseling van depressieve met manische episodes (overmoed, prikkelbaarheid,
agressie, zelfoverschatting, …)
o Energieverlies zorgt voor depressie
Seizoensgebonden depressie
o Vooral in de wintermaanden (noordelijk), door ontregeling melatonine
o Wat kan helpen: lichttherapie, op reis gaan in de winter naar een warm land waar het
langer licht is overdag
Endogeen vs. Exogeen
Irreële gedachten
Sociale isolatie
OP HET SNIJPUNT TUSSEN COGNITIE EN MOTIVATIE
Niet kennen!
, Algemene psychologie- Hoofdstuk 8
AUTONOME LICHAAMSVERANDERINGEN BIJ EMOTIES
DE BELANGRIJKSTE LICHAAMSVERANDERINGEN
Autonoom zenuwstelsel
o Inwendige organen
o Doorgaans niet onder controle van het bewustzijn
o Zenuwverbindingen tussen hersenen en organen
o Ook hormoonstelsel
o Sterke invloed van hypothalamus
Versus
Willekeurig zenuwstelsel
o Expressie, lichaamsbewegingen, verbale uitingen…
o Deels onder controle van het bewustzijn
De rol van het autonome zenuwstelsel
Spijsvertering, bloedcirculatie, huidreacties…
Onderscheid tussen
o Sympathisch ZS: reacties die het lichaam alert en
op actie voorbereid maken
Bepaalde processen worden geïntensifieerd
Andere processen worden afgeremd
o Parasympatisch ZS: zorgt voor herstel na de
werking van het sympathisch ZS
Spijsvertering komt weer op gang
Processen van weefselherstel
Recuperatie en aanleggen nieuwe
energiereserves
Het hormoonstelsel
Aangestuurd door hypothalamus en hypofyse
‘endocrien’ stelsel
Geen rechtstreekse en unieke communicatie met het doelorgaan, mar
verspreiding van de stoffen in het hele lichaam (en ook minder snel)
Bijnieren: aanmaak adrenaline en noradrenaline
o Merg: stockage
o Schors: corticoïde, hormonen, o.a. cortisol (= stresshormoon)
EMOTIES
DE PLAATS VAN EMOTIES IN HET GEDRAG
Affect: de processen die te maken hebben met het spanningsveld tussen de gegeven prikkelsituatie en de
actuele behoeften
EMOTIES, GEVOELENS EN STEMMINGEN
Emoties: de meest krachtige affecten die ook rechtstreekse reacties zijn op relevante gebeurtenissen die
de behoeften van het individu raken
Gevoelens: twee mogelijke betekenissen:
1) Minder intens dan emoties, maar evenzeer reacties op gebeurtenissen
2) De subjectieve beleving van de emoties
Stemmingen: Langduriger, vagere gemoedstoestanden die endogeen (binnen het lichaam) of exogeen
(buiten het lichaam) kunnen ontstaan
BIJLAGE 8.1 STEMMINGSSTOORNISSEN
Depressieve stoornis:
o Neerslachtige stemming, verminderde interesse en levenslust, concentratieverlies,
slaapstoornissen, moeheid, schuldgevoel, minderwaardigheidsgevoelens,
zelfmoordgedachten en/of wensen…
Dysthyme stoornis:
o Ongeveer zelfde symptomen, maar milder
Bipolaire stoornis
o Afwisseling van depressieve met manische episodes (overmoed, prikkelbaarheid,
agressie, zelfoverschatting, …)
o Energieverlies zorgt voor depressie
Seizoensgebonden depressie
o Vooral in de wintermaanden (noordelijk), door ontregeling melatonine
o Wat kan helpen: lichttherapie, op reis gaan in de winter naar een warm land waar het
langer licht is overdag
Endogeen vs. Exogeen
Irreële gedachten
Sociale isolatie
OP HET SNIJPUNT TUSSEN COGNITIE EN MOTIVATIE
Niet kennen!
, Algemene psychologie- Hoofdstuk 8
AUTONOME LICHAAMSVERANDERINGEN BIJ EMOTIES
DE BELANGRIJKSTE LICHAAMSVERANDERINGEN
Autonoom zenuwstelsel
o Inwendige organen
o Doorgaans niet onder controle van het bewustzijn
o Zenuwverbindingen tussen hersenen en organen
o Ook hormoonstelsel
o Sterke invloed van hypothalamus
Versus
Willekeurig zenuwstelsel
o Expressie, lichaamsbewegingen, verbale uitingen…
o Deels onder controle van het bewustzijn
De rol van het autonome zenuwstelsel
Spijsvertering, bloedcirculatie, huidreacties…
Onderscheid tussen
o Sympathisch ZS: reacties die het lichaam alert en
op actie voorbereid maken
Bepaalde processen worden geïntensifieerd
Andere processen worden afgeremd
o Parasympatisch ZS: zorgt voor herstel na de
werking van het sympathisch ZS
Spijsvertering komt weer op gang
Processen van weefselherstel
Recuperatie en aanleggen nieuwe
energiereserves
Het hormoonstelsel
Aangestuurd door hypothalamus en hypofyse
‘endocrien’ stelsel
Geen rechtstreekse en unieke communicatie met het doelorgaan, mar
verspreiding van de stoffen in het hele lichaam (en ook minder snel)
Bijnieren: aanmaak adrenaline en noradrenaline
o Merg: stockage
o Schors: corticoïde, hormonen, o.a. cortisol (= stresshormoon)