SV Logica en Argumentatieleer AJ 2024-25
Sofie Declerck
KUL Campus Brussel
SV Logica en Argumentatieleer
DEEL 1: Logica, redeneren en argumenteren
Hoofdstuk 1: Redeneren en argumenteren met
conditionele uitspraken
- Conditionele AKA voorwaardelijke uitspraken: zeggen iets over
noodzakelijke en voldoende voorwaarden
- We maken een onderscheid tussen
o Natuurlijke taal
Bv als het regent, dan wordt de straat nat
Logica vd zin kan je weergeven met formele representaties
o Formele representatie vd natuurlijke taal
Je maakt een abstractie vd natuurlijke taal
1.1 Redeneren en argumenteren
- Redenering
o = een aaneenschakeling v beweringen waarbij een bewering (de
conclusie) op een of andere manier w afgeleid uit 1 of meerdere
andere beweringen (de premissen)
o Bv Piet moet morgen gaan stemmen. In België geldt er immers een
algemene stemplicht en Piet is een Belg.
o = een monoloog
o 3 types v redeneringen
Deductie
= redenering waarbij de waarde vd premissen de
waarheid vd conclusie impliceert
Inductie
Komt veel voor bij wetenschappen
Je doet enkele waarnemingen en vormt dan een
algemene conclusie
o Bv je ziet een witte zwaan, en nog een witte, en
nog een witte en besluit dat alle zwanen wit zijn
<-> deductie: de waarheid vd premissen garandeert de
waarheid vd conclusie niet, biedt gn zekerheid
Abductie
Het uit de premissen afleiden vd beste verklaring
Bv je vertelt de dokter wat je symptomen zijn, dokter
vertelt je in zijn diagnose wat de beste verklaring is
voor die premissen (symptomen)
≠ 100% betrouwbaar
o Is geldig of ongeldig: = wiskundig te verdedigen
- Argumenteren
o = een dialogische activiteit waarbij de ene partij (proponent AKA
protagonist) een stelling verdedigt tegenover de andere partij
(opponent AKA antagonist)
o Bv politieke debatten op tv, rechtszaken
,SV Logica en Argumentatieleer AJ 2024-25
Sofie Declerck
KUL Campus Brussel
o Bv
A: Piet moet morgen gaan stemmen.
B: Waarom?
A: Omdat Piet een Belg is en in België geld er algemene
stemplicht.
B: Oh, oké nu zie ik het!
o Is deugdelijk of ondeugdelijk: nooit volledig te preciseren omdat het
nt wiskundig te verdedigen is
- Link tussen argumenteren en redeneren: beide partijen kunnen in het
argumenteren gebruik maken v redeneringen
o Een argumentatie die gebaseerd is op een geldige redenering = wss
deugdelijk
o Een argumentatie die gebaseerd is op een ongeldige redenering =
wss ondeugdelijk
1.2 Hoe goed begrijp je conditionele uitspraken?
- Conditionele uitspraken
o = belangrijk in redeneren en argumenteren
o Kom je vaak tegen in wetteksten
o W in de natuurlijke taal uitgedrukt met
Als dan-zin OF alleen als OF impliceert OF volgt uit OF tenzij
drukken hetzelfde logische verband uit
o Lijkt vrij makkelijk maar toch moeilijk voor velen: de Wason
selectietaak
= een psychologisch experiment dat aantoont dat mensen nt
goed kunnen redeneren met conditionele uitspraken
Context: 4 kaarten, met een letter aan de ene zijde en een
getal aan de andere, de letter kan een klinker of een
medeklinker zijn en het getal kan even of oneven zijn
Vraag: Welke kaarten moet je minstens omkeren om te
checken of de volgende conditionele uitspraak klopt: “Als een
kaart op de ene zijde een klinker heeft, dan staat er op de
andere zijde een even getal.”
Antw:
o A moet omgedraaid w
Want het voldoet al aan het feit dat het
een klinker is checken of er idd aan de
andere kant een even getal staat
o 7 moet omgedraaid w
7 kan een tegenvb zijn tegen de
conditionele uitspraak wnnr er op de
andere kant een klinker staat: dan is het
klinker-oneven ipv klinker-even
o D hoeft nt omgedraaid te w
,SV Logica en Argumentatieleer AJ 2024-25
Sofie Declerck
KUL Campus Brussel
Want kan gn tegenvb zijn tegen de
conditionele uitspraak
o 4 hoeft nt omgedraaid te w
Want 4 = een even getal als er aan de
andere kant een medeklinker zou staan is
dit (net als wnnr er aan de andere kant
een klinker zou staan) conform de
conditionele uitspraak omdat die kaarten
met even-medeklinker niet uitsluit
o MAAR stel nu een selectietaak met sociale regels
Maakt het voor velen gemakkelijker om te redeneren dan met
abstracte vben
Context: de 4 kaarten stellen personen in een café voor, op
de ene zijde staat de leeftijd vd persoon, op de andere staat
wat hij/zij momenteel aan het drinken is
Vraag: Welke kaarten moet je minstens omdraaien om te
checken of de volgende conditionele uitspraak klopt: “Als je
alcohol drinkt, moet je ouder zijn dan 18 jaar.”
Antw:
o 23 hoeft nt omgedraaid te w
Want je kan als 23-jarige zowel bier als
cola drinken zonder de regel in de
conditionele uitspraak te breken kan gn
tegenvb bieden
o Bier moet omgedraaid w
Want als je bier drinkt, moet nagegaan w
of je ook ouder bent dan 18: als er jonger
dan 18 op de andere zijde staat, klopt de
conditionele uitspraak nt
o Cola moet nt omgedraaid w
Want als je cola drinkt, mag je zowel ouder
als jonger dan 18 zijn volgens de
conditionele uitspraak kan dus gn
tegenvb bieden
o 16 moet omgedraaid w
Want als je 16 bent, moet nagegaan w of
je bier aan het drinken bent of cola: dat
eerste geval biedt een tegenvb voor de
conditionele uitspraak
o beide selectietaken hebben dezelfde formele structuur maar
verschil:
De eerste gaat over abstracte eigenschappen
De tweede gaat over vertrouwde eigenschappen
=> we zijn beter in redeneren over vertrouwde dingen, maar
toch is het nodig ook te kunnen redeneren met abstracte
eigenschappen (voor bv fiscaal recht) we nemen logica als
houvast om onze redenering te checken
, SV Logica en Argumentatieleer AJ 2024-25
Sofie Declerck
KUL Campus Brussel
1.3 Voldoende en noodzakelijke voorwaarden
1.3.1 Voldoende en noodzakelijke voorwaarden
- Conditionele uitspraken drukken uit dat er een verband is tussen het 1 e en
het 2e deel vd uitspraak: nl het noodzakelijke en het voldoende verband
tussen de delen vd uitspraak
o Bv Als een stad in België ligt, dan ligt ze ook in Europa
In België liggen is een voldoende vwde voor in Europa liggen
In Europa liggen is een noodzakelijke vwde voor in België
liggen
OF NEGATIEF REDENEREN:
o Bv Als een stad nt in Europa ligt, dan ligt ze ook nt in België
Niet in België liggen is een noodzakelijke vwde voor niet in
Europa liggen
Het kan nt dat een stad nt in Europa ligt maar wel in
België
Niet in Europa liggen is een voldoende vwde voor niet in
België liggen
Als je weet dat een stad nt in Europa ligt, heb je
genoeg info om te weten dat die ook nt in België ligt
- We kijken nr logische relaties, nt om de concrete feiten je kan bv
onbestaande woorden gebruiken in je redenering en toch een logisch
verband uitdrukken
o Bv Als iets een primoolfark is, dan is het een rode kubus
P is een voldoende vwde voor Rood
P is een voldoende vwde voor Kubus
K is een noodzakelijke vwde voor P
R is een noodzakelijke vwde voor P
o bewijst dat logica draait om de vorm, nt om de inhoud
1.3.2 Belangrijke terminologie en notatie
- Bv Als Brussel in Congo ligt, dan ligt Hasselt in Roemenië
o Terminologie:
Antecedent: Brussel ligt in Congo (1e deel vd zin, als)
Consequent: Hasselt ligt in Roemenië (2e deel vd zin, dan)
o Notatie
P, q, r, .. = variabelen voor willekeurige proposities
Als p dan q
o P is een voldoende vwde voor q
o Q is een noodzakelijke vwde voor p
A, B, C, .. = concrete uitspraken
hier: Als B, dan H
1.3.3 De begronding v conditionele uitspraken
- Conditionele uitspraken kunnen allerlei gronden hebben op basis waarvan
ze waar zijn:
Sofie Declerck
KUL Campus Brussel
SV Logica en Argumentatieleer
DEEL 1: Logica, redeneren en argumenteren
Hoofdstuk 1: Redeneren en argumenteren met
conditionele uitspraken
- Conditionele AKA voorwaardelijke uitspraken: zeggen iets over
noodzakelijke en voldoende voorwaarden
- We maken een onderscheid tussen
o Natuurlijke taal
Bv als het regent, dan wordt de straat nat
Logica vd zin kan je weergeven met formele representaties
o Formele representatie vd natuurlijke taal
Je maakt een abstractie vd natuurlijke taal
1.1 Redeneren en argumenteren
- Redenering
o = een aaneenschakeling v beweringen waarbij een bewering (de
conclusie) op een of andere manier w afgeleid uit 1 of meerdere
andere beweringen (de premissen)
o Bv Piet moet morgen gaan stemmen. In België geldt er immers een
algemene stemplicht en Piet is een Belg.
o = een monoloog
o 3 types v redeneringen
Deductie
= redenering waarbij de waarde vd premissen de
waarheid vd conclusie impliceert
Inductie
Komt veel voor bij wetenschappen
Je doet enkele waarnemingen en vormt dan een
algemene conclusie
o Bv je ziet een witte zwaan, en nog een witte, en
nog een witte en besluit dat alle zwanen wit zijn
<-> deductie: de waarheid vd premissen garandeert de
waarheid vd conclusie niet, biedt gn zekerheid
Abductie
Het uit de premissen afleiden vd beste verklaring
Bv je vertelt de dokter wat je symptomen zijn, dokter
vertelt je in zijn diagnose wat de beste verklaring is
voor die premissen (symptomen)
≠ 100% betrouwbaar
o Is geldig of ongeldig: = wiskundig te verdedigen
- Argumenteren
o = een dialogische activiteit waarbij de ene partij (proponent AKA
protagonist) een stelling verdedigt tegenover de andere partij
(opponent AKA antagonist)
o Bv politieke debatten op tv, rechtszaken
,SV Logica en Argumentatieleer AJ 2024-25
Sofie Declerck
KUL Campus Brussel
o Bv
A: Piet moet morgen gaan stemmen.
B: Waarom?
A: Omdat Piet een Belg is en in België geld er algemene
stemplicht.
B: Oh, oké nu zie ik het!
o Is deugdelijk of ondeugdelijk: nooit volledig te preciseren omdat het
nt wiskundig te verdedigen is
- Link tussen argumenteren en redeneren: beide partijen kunnen in het
argumenteren gebruik maken v redeneringen
o Een argumentatie die gebaseerd is op een geldige redenering = wss
deugdelijk
o Een argumentatie die gebaseerd is op een ongeldige redenering =
wss ondeugdelijk
1.2 Hoe goed begrijp je conditionele uitspraken?
- Conditionele uitspraken
o = belangrijk in redeneren en argumenteren
o Kom je vaak tegen in wetteksten
o W in de natuurlijke taal uitgedrukt met
Als dan-zin OF alleen als OF impliceert OF volgt uit OF tenzij
drukken hetzelfde logische verband uit
o Lijkt vrij makkelijk maar toch moeilijk voor velen: de Wason
selectietaak
= een psychologisch experiment dat aantoont dat mensen nt
goed kunnen redeneren met conditionele uitspraken
Context: 4 kaarten, met een letter aan de ene zijde en een
getal aan de andere, de letter kan een klinker of een
medeklinker zijn en het getal kan even of oneven zijn
Vraag: Welke kaarten moet je minstens omkeren om te
checken of de volgende conditionele uitspraak klopt: “Als een
kaart op de ene zijde een klinker heeft, dan staat er op de
andere zijde een even getal.”
Antw:
o A moet omgedraaid w
Want het voldoet al aan het feit dat het
een klinker is checken of er idd aan de
andere kant een even getal staat
o 7 moet omgedraaid w
7 kan een tegenvb zijn tegen de
conditionele uitspraak wnnr er op de
andere kant een klinker staat: dan is het
klinker-oneven ipv klinker-even
o D hoeft nt omgedraaid te w
,SV Logica en Argumentatieleer AJ 2024-25
Sofie Declerck
KUL Campus Brussel
Want kan gn tegenvb zijn tegen de
conditionele uitspraak
o 4 hoeft nt omgedraaid te w
Want 4 = een even getal als er aan de
andere kant een medeklinker zou staan is
dit (net als wnnr er aan de andere kant
een klinker zou staan) conform de
conditionele uitspraak omdat die kaarten
met even-medeklinker niet uitsluit
o MAAR stel nu een selectietaak met sociale regels
Maakt het voor velen gemakkelijker om te redeneren dan met
abstracte vben
Context: de 4 kaarten stellen personen in een café voor, op
de ene zijde staat de leeftijd vd persoon, op de andere staat
wat hij/zij momenteel aan het drinken is
Vraag: Welke kaarten moet je minstens omdraaien om te
checken of de volgende conditionele uitspraak klopt: “Als je
alcohol drinkt, moet je ouder zijn dan 18 jaar.”
Antw:
o 23 hoeft nt omgedraaid te w
Want je kan als 23-jarige zowel bier als
cola drinken zonder de regel in de
conditionele uitspraak te breken kan gn
tegenvb bieden
o Bier moet omgedraaid w
Want als je bier drinkt, moet nagegaan w
of je ook ouder bent dan 18: als er jonger
dan 18 op de andere zijde staat, klopt de
conditionele uitspraak nt
o Cola moet nt omgedraaid w
Want als je cola drinkt, mag je zowel ouder
als jonger dan 18 zijn volgens de
conditionele uitspraak kan dus gn
tegenvb bieden
o 16 moet omgedraaid w
Want als je 16 bent, moet nagegaan w of
je bier aan het drinken bent of cola: dat
eerste geval biedt een tegenvb voor de
conditionele uitspraak
o beide selectietaken hebben dezelfde formele structuur maar
verschil:
De eerste gaat over abstracte eigenschappen
De tweede gaat over vertrouwde eigenschappen
=> we zijn beter in redeneren over vertrouwde dingen, maar
toch is het nodig ook te kunnen redeneren met abstracte
eigenschappen (voor bv fiscaal recht) we nemen logica als
houvast om onze redenering te checken
, SV Logica en Argumentatieleer AJ 2024-25
Sofie Declerck
KUL Campus Brussel
1.3 Voldoende en noodzakelijke voorwaarden
1.3.1 Voldoende en noodzakelijke voorwaarden
- Conditionele uitspraken drukken uit dat er een verband is tussen het 1 e en
het 2e deel vd uitspraak: nl het noodzakelijke en het voldoende verband
tussen de delen vd uitspraak
o Bv Als een stad in België ligt, dan ligt ze ook in Europa
In België liggen is een voldoende vwde voor in Europa liggen
In Europa liggen is een noodzakelijke vwde voor in België
liggen
OF NEGATIEF REDENEREN:
o Bv Als een stad nt in Europa ligt, dan ligt ze ook nt in België
Niet in België liggen is een noodzakelijke vwde voor niet in
Europa liggen
Het kan nt dat een stad nt in Europa ligt maar wel in
België
Niet in Europa liggen is een voldoende vwde voor niet in
België liggen
Als je weet dat een stad nt in Europa ligt, heb je
genoeg info om te weten dat die ook nt in België ligt
- We kijken nr logische relaties, nt om de concrete feiten je kan bv
onbestaande woorden gebruiken in je redenering en toch een logisch
verband uitdrukken
o Bv Als iets een primoolfark is, dan is het een rode kubus
P is een voldoende vwde voor Rood
P is een voldoende vwde voor Kubus
K is een noodzakelijke vwde voor P
R is een noodzakelijke vwde voor P
o bewijst dat logica draait om de vorm, nt om de inhoud
1.3.2 Belangrijke terminologie en notatie
- Bv Als Brussel in Congo ligt, dan ligt Hasselt in Roemenië
o Terminologie:
Antecedent: Brussel ligt in Congo (1e deel vd zin, als)
Consequent: Hasselt ligt in Roemenië (2e deel vd zin, dan)
o Notatie
P, q, r, .. = variabelen voor willekeurige proposities
Als p dan q
o P is een voldoende vwde voor q
o Q is een noodzakelijke vwde voor p
A, B, C, .. = concrete uitspraken
hier: Als B, dan H
1.3.3 De begronding v conditionele uitspraken
- Conditionele uitspraken kunnen allerlei gronden hebben op basis waarvan
ze waar zijn: