Samenvatting: De oudere als persoon
Hoofdstuk 1: ouder worden
Ontwikkelen is een levenslang proces
- Ontwikkelingsperspectief
Levenslang
Focus: waarin zijn ouderen sterk, niet op tekorten
De ouders bestaat niet: vele gedaanten: shifting identity
Samenvatting Tedtalk Laura Cartensen
- Langer leven zal levenskwaliteit op alle leeftijden verbeteren
- Meer ouderen, evenwicht veranderd
- Waarom hogere levensverwachting?: Cultuur, technologie en wetenschap,
gedragsveranderingen die gezondheid en welzijn verbeteren
- Verouderen neemt verbeteringen met zich mee: toegenomen kennis, bekwaamheid,
emotionele aspecten verbeteren = ouderen zijn gelukkiger
- Paradox van het ouder worden
- Emotionele veranderingen met het ouder worden: experiment met pieper waarbij ze vragen
over hun emoties moesten beantwoorden = zicht krijgen op dagdagelijkse emoties bij
verschillende leeftijdsgroepen
- Ouderen geheugen en aandacht meer gericht op positieve emoties en gedachten dan
jongere leeftijdsgroepen = dagdagelijks meer plezier, genoegen/tevredenheid
- Hoe kan dit?
Veranderingen fundamenteel gebaseerd op het voor mensen unieke vermogen om tijd te
beheren (levenstijd) = paradox van het ouder worden = inzicht dat we niet eeuwig leven
= perspectief op het leven veranderd positief = tijdhorizon komt dichterbij = veranderen
van onze doelen = prioriteiten worden duidelijker, minder aandacht voor zaken die er niet
toe doen, genieten van het leven, meer waardering en verzoening, meer focus op
emotioneel belangrijke zaken in het leven = leven wordt beter = gelukkiger in het
dagelijks leven
Negatieve invloed? Minder verdragen van onrecht
- Wat gaat er gebeuren met samenlevingen waarin er meer ouderen dan jongeren zijn?
Cultuur zal dit bepalen = investeren in wetenschap en technologie = hiermee oplossingen
zoeken voor zaken waarmee ouderen geconfronteerd worden en meer oog voor sterktes
van ouderen = levenskwaliteit wordt verbeterd op elke leeftijd! = betere samenlevingen
dan we ooit gekend hebben!
1
,Ouderen hebben rechten
- United nations principles for older people
Onafhankelijkheid
Bijvoorbeeld: Mensen zo lang mogelijk thuis laten wonen met aangepaste hulp zoals
personenalarm, verzorging aan huis, hulp bij dagdagelijkse klusjes en huishouden,
maaltijden aan huis, …
Deelname
Bijvoorbeeld: Initiatieven zoals dagopvang, ontmoetingscentra blijven opbouwen in de
buurt, inclusievere activiteiten organiseren over de leeftijdsgrenzen heen, stembussen in
woonzorgcentra organiseren bij verkiezingen, …
Zorg
Bijvoorbeeld: Zorg aan huis sneller opstarten, mantelzorgers beter ondersteunen, niet
alles digitaal maar ook inloopmomenten omtrent zorg, …
Zelfvervulling: zelfontplooiing, zelfontwikkeling; mogelijkheid om jezelf te ontwikkelen
als persoon
Bijvoorbeeld: Zorgen voor een nuttige dagbesteding zoals in club deelnemen aan
activiteit; schaakclub, gepensioneerde die nieuwe hobby uitbouwt
Waardigheid
Bijvoorbeeld: Niet harder praten omdat je ziet dat het een oudere persoon is, rekening
houden met privacy = niet alles delen met kinderen/verzorgers, …
Oud zijn of oud worden?
- DSM-product denken
Product = ziektebeeld = eindterm = dichotomie (ofwel het één ofwel het ander)
ziek/gezond
- ICF-proces denken
ICF = International Classification of Functioning disability and health
Proces = hoe omgaan met gezondheid = continuüm
Voorbeeld:
- Ziekte/aandoening: Spieraandoening
- Functies en anatomische eigenschappen (stoornissen): Vermoeidheid, aanhoudende pijn,
oogklachten
- Activiteiten (beperkingen): Studeert maar moet dit doseren door gezondheid, kan soms niet
aanwezig zijn in les door pijn of vermoeidheid, …
2
, Voorbeeld les: Ging wekelijks naar de markt voor koffie en babbeltje
- Participatie (participatieproblemen): Dagelijks leven doseren waardoor missen van lessen,
sociale activiteiten, …
Voorbeeld les: Kan niet meer naar de markt door mobiliteitsproblemen
- Externe factoren: Goed sociaal netwerk, pijnmedicatie, functioneren in huis mogelijk en
eventueel aanpassen met hulpmiddelen
Voorbeeld les: Functioneren in huis, eventueel mobiliteitsaanpassingen; scootmobiel een
mogelijkheid?
- Persoonlijke factoren: Doorzetter, 23 jaar, Belg
Voorbeeld les: Doorzetter, 80 jaar, …
- Gebaad bij het doseren van activiteiten en algemeen dagelijks leven, meer leven naar fysiek
en mentaal kunnen = balans
Voorbeeld les: Heeft een goed sociaal netwerk; kan man of vriendin haar mee naar de markt
kunnen nemen, kan ze zelf naar de markt met scootmobiel, …
Gerontologie, een breed gebied
- Psychologie
- Ontwikkelingspsychologie
- Over de oudere:
Psychogerontologie
Biologische gerontologie
Sociale en culturele gerontologie
Medische gerontologie = pathologie en ziekteverschijnselen = geriatrie
Gerontechnologie
- Groei van informatietechnologie
Gebruiksvriendelijke ontwerpen: bijvoorbeeld personenalarm thuis, alarm in kamer van
WZC
Langer autonoom en vrijheidsbestendigheid
Twee toepassingen
Zorg op afstand
Intramurale ouderenzorg
Wanneer ben je oud?
- Levensfasen zijn categorieën met eigen kenmerken = sociale constructie
- De ouderdom heeft vaak een negatieve connotatie en er is nogal wat negatieve beeldvorming
bij jongeren = oud zijn is relatief
- Wanneer je oud bent, gebaseerd op:
Levensverwachting = arbitrair: Voor mannen 80 jaar en vrouwen 84 jaar
Chronologische leeftijd
Fysiek
Sociale leeftijd: age norms en veranderingen in sociale status
Drempelleeftijd: Burnside
Chronologische leeftijd
- Fysiek = gekoppeld aan activiteiten: bijvoorbeeld rimpels krijgen
- Agerasia = jeugdige verschijning bij een oud persoon, mensen blijven er heel lang jong uitzien
door mogelijkheden die er nu zijn
3
, - Sociale leeftijd of age norms = geschikt gedrag afhankelijk van leeftijd = cultuurgebonden:
bijvoorbeeld Benidorm Bastards stelde gedrag dat niet aangepast was waardoor het grappig
werd
- Burnside = drempelleeftijden
Definities van ouder worden
- Primaire/universele veroudering
Wat is typisch bij ouder worden
Voornamelijk fysiek, genetisch bepaald: Bijvoorbeeld: meer botontkalking bij vrouwen op
leeftijd
- Secundaire/probabilistische (waarschijnlijke) veroudering
Levensstijl heeft hier een belangrijke: hier heb je zelf invloed op
Kans op ziekte neemt toe: bijvoorbeeld prostaatkanker is ouderdomskanker bij mannen
Niet meer mee kunnen met wetenschappelijke en technologische ontwikkeling:
bijvoorbeeld niet met smartphone kunnen werken
- Tertiaire veroudering
Veroudering die kort voor sterven voordoet; sneller achteruitgang voor het sterven
- Distale versus proximale veroudering
Distale: zaken in het verleden die zorgen voor snellere verouderingseffecten:
bijvoorbeeld kinderverlamming, kanker op 30ste met chemotherapie
Proximale: zaken dicht bij die zorgen voor snellere verouderingseffecten: bijvoorbeeld
recente gebroken enkel
De oudere in cultuur en tijd
- Economische hulpbronnen, macht en privileges zijn ongelijk verdeeld tussen mensen in
verschillende levensstadia
In minder geïndustrialiseerde landen hebben ouderen een positiever imago
Diversiteit in ontwikkeling: cultuur bepaalt hoe we ouderen bejegenen
Ouderdom in andere culturen
Westers Niet-westers
Sociaaleconomische heterogeniteit: Grote Sociaaleconomische homogeniteit
variëteit in jobs, industrieel (landbouwcultuur)
Afnemende verantwoordelijkheden: Verplichte Blijvende verantwoordelijkheden
pensionering
Achteruitgang, niet meer mee zijn en daardoor Bezit van hulpbronnen en kennis
niet beschikken over hulpbronnen en kennis
Individualistische samenleving; niet meer met Integratie in familiecultuur
grootouders in huis wonen
Discontinuïteit: mentor voor werknemers, rol Continuïteit in rollen
valt weg al je op pensioen gaat
Ouderdom in de geschiedenis en nu
- Veranderende rollen en veranderende bejegening doorheen de tijd
Oudheid
Grieks-Romeinse cultuur
Middeleeuwen en Renaissance
Confucianisme
4
Hoofdstuk 1: ouder worden
Ontwikkelen is een levenslang proces
- Ontwikkelingsperspectief
Levenslang
Focus: waarin zijn ouderen sterk, niet op tekorten
De ouders bestaat niet: vele gedaanten: shifting identity
Samenvatting Tedtalk Laura Cartensen
- Langer leven zal levenskwaliteit op alle leeftijden verbeteren
- Meer ouderen, evenwicht veranderd
- Waarom hogere levensverwachting?: Cultuur, technologie en wetenschap,
gedragsveranderingen die gezondheid en welzijn verbeteren
- Verouderen neemt verbeteringen met zich mee: toegenomen kennis, bekwaamheid,
emotionele aspecten verbeteren = ouderen zijn gelukkiger
- Paradox van het ouder worden
- Emotionele veranderingen met het ouder worden: experiment met pieper waarbij ze vragen
over hun emoties moesten beantwoorden = zicht krijgen op dagdagelijkse emoties bij
verschillende leeftijdsgroepen
- Ouderen geheugen en aandacht meer gericht op positieve emoties en gedachten dan
jongere leeftijdsgroepen = dagdagelijks meer plezier, genoegen/tevredenheid
- Hoe kan dit?
Veranderingen fundamenteel gebaseerd op het voor mensen unieke vermogen om tijd te
beheren (levenstijd) = paradox van het ouder worden = inzicht dat we niet eeuwig leven
= perspectief op het leven veranderd positief = tijdhorizon komt dichterbij = veranderen
van onze doelen = prioriteiten worden duidelijker, minder aandacht voor zaken die er niet
toe doen, genieten van het leven, meer waardering en verzoening, meer focus op
emotioneel belangrijke zaken in het leven = leven wordt beter = gelukkiger in het
dagelijks leven
Negatieve invloed? Minder verdragen van onrecht
- Wat gaat er gebeuren met samenlevingen waarin er meer ouderen dan jongeren zijn?
Cultuur zal dit bepalen = investeren in wetenschap en technologie = hiermee oplossingen
zoeken voor zaken waarmee ouderen geconfronteerd worden en meer oog voor sterktes
van ouderen = levenskwaliteit wordt verbeterd op elke leeftijd! = betere samenlevingen
dan we ooit gekend hebben!
1
,Ouderen hebben rechten
- United nations principles for older people
Onafhankelijkheid
Bijvoorbeeld: Mensen zo lang mogelijk thuis laten wonen met aangepaste hulp zoals
personenalarm, verzorging aan huis, hulp bij dagdagelijkse klusjes en huishouden,
maaltijden aan huis, …
Deelname
Bijvoorbeeld: Initiatieven zoals dagopvang, ontmoetingscentra blijven opbouwen in de
buurt, inclusievere activiteiten organiseren over de leeftijdsgrenzen heen, stembussen in
woonzorgcentra organiseren bij verkiezingen, …
Zorg
Bijvoorbeeld: Zorg aan huis sneller opstarten, mantelzorgers beter ondersteunen, niet
alles digitaal maar ook inloopmomenten omtrent zorg, …
Zelfvervulling: zelfontplooiing, zelfontwikkeling; mogelijkheid om jezelf te ontwikkelen
als persoon
Bijvoorbeeld: Zorgen voor een nuttige dagbesteding zoals in club deelnemen aan
activiteit; schaakclub, gepensioneerde die nieuwe hobby uitbouwt
Waardigheid
Bijvoorbeeld: Niet harder praten omdat je ziet dat het een oudere persoon is, rekening
houden met privacy = niet alles delen met kinderen/verzorgers, …
Oud zijn of oud worden?
- DSM-product denken
Product = ziektebeeld = eindterm = dichotomie (ofwel het één ofwel het ander)
ziek/gezond
- ICF-proces denken
ICF = International Classification of Functioning disability and health
Proces = hoe omgaan met gezondheid = continuüm
Voorbeeld:
- Ziekte/aandoening: Spieraandoening
- Functies en anatomische eigenschappen (stoornissen): Vermoeidheid, aanhoudende pijn,
oogklachten
- Activiteiten (beperkingen): Studeert maar moet dit doseren door gezondheid, kan soms niet
aanwezig zijn in les door pijn of vermoeidheid, …
2
, Voorbeeld les: Ging wekelijks naar de markt voor koffie en babbeltje
- Participatie (participatieproblemen): Dagelijks leven doseren waardoor missen van lessen,
sociale activiteiten, …
Voorbeeld les: Kan niet meer naar de markt door mobiliteitsproblemen
- Externe factoren: Goed sociaal netwerk, pijnmedicatie, functioneren in huis mogelijk en
eventueel aanpassen met hulpmiddelen
Voorbeeld les: Functioneren in huis, eventueel mobiliteitsaanpassingen; scootmobiel een
mogelijkheid?
- Persoonlijke factoren: Doorzetter, 23 jaar, Belg
Voorbeeld les: Doorzetter, 80 jaar, …
- Gebaad bij het doseren van activiteiten en algemeen dagelijks leven, meer leven naar fysiek
en mentaal kunnen = balans
Voorbeeld les: Heeft een goed sociaal netwerk; kan man of vriendin haar mee naar de markt
kunnen nemen, kan ze zelf naar de markt met scootmobiel, …
Gerontologie, een breed gebied
- Psychologie
- Ontwikkelingspsychologie
- Over de oudere:
Psychogerontologie
Biologische gerontologie
Sociale en culturele gerontologie
Medische gerontologie = pathologie en ziekteverschijnselen = geriatrie
Gerontechnologie
- Groei van informatietechnologie
Gebruiksvriendelijke ontwerpen: bijvoorbeeld personenalarm thuis, alarm in kamer van
WZC
Langer autonoom en vrijheidsbestendigheid
Twee toepassingen
Zorg op afstand
Intramurale ouderenzorg
Wanneer ben je oud?
- Levensfasen zijn categorieën met eigen kenmerken = sociale constructie
- De ouderdom heeft vaak een negatieve connotatie en er is nogal wat negatieve beeldvorming
bij jongeren = oud zijn is relatief
- Wanneer je oud bent, gebaseerd op:
Levensverwachting = arbitrair: Voor mannen 80 jaar en vrouwen 84 jaar
Chronologische leeftijd
Fysiek
Sociale leeftijd: age norms en veranderingen in sociale status
Drempelleeftijd: Burnside
Chronologische leeftijd
- Fysiek = gekoppeld aan activiteiten: bijvoorbeeld rimpels krijgen
- Agerasia = jeugdige verschijning bij een oud persoon, mensen blijven er heel lang jong uitzien
door mogelijkheden die er nu zijn
3
, - Sociale leeftijd of age norms = geschikt gedrag afhankelijk van leeftijd = cultuurgebonden:
bijvoorbeeld Benidorm Bastards stelde gedrag dat niet aangepast was waardoor het grappig
werd
- Burnside = drempelleeftijden
Definities van ouder worden
- Primaire/universele veroudering
Wat is typisch bij ouder worden
Voornamelijk fysiek, genetisch bepaald: Bijvoorbeeld: meer botontkalking bij vrouwen op
leeftijd
- Secundaire/probabilistische (waarschijnlijke) veroudering
Levensstijl heeft hier een belangrijke: hier heb je zelf invloed op
Kans op ziekte neemt toe: bijvoorbeeld prostaatkanker is ouderdomskanker bij mannen
Niet meer mee kunnen met wetenschappelijke en technologische ontwikkeling:
bijvoorbeeld niet met smartphone kunnen werken
- Tertiaire veroudering
Veroudering die kort voor sterven voordoet; sneller achteruitgang voor het sterven
- Distale versus proximale veroudering
Distale: zaken in het verleden die zorgen voor snellere verouderingseffecten:
bijvoorbeeld kinderverlamming, kanker op 30ste met chemotherapie
Proximale: zaken dicht bij die zorgen voor snellere verouderingseffecten: bijvoorbeeld
recente gebroken enkel
De oudere in cultuur en tijd
- Economische hulpbronnen, macht en privileges zijn ongelijk verdeeld tussen mensen in
verschillende levensstadia
In minder geïndustrialiseerde landen hebben ouderen een positiever imago
Diversiteit in ontwikkeling: cultuur bepaalt hoe we ouderen bejegenen
Ouderdom in andere culturen
Westers Niet-westers
Sociaaleconomische heterogeniteit: Grote Sociaaleconomische homogeniteit
variëteit in jobs, industrieel (landbouwcultuur)
Afnemende verantwoordelijkheden: Verplichte Blijvende verantwoordelijkheden
pensionering
Achteruitgang, niet meer mee zijn en daardoor Bezit van hulpbronnen en kennis
niet beschikken over hulpbronnen en kennis
Individualistische samenleving; niet meer met Integratie in familiecultuur
grootouders in huis wonen
Discontinuïteit: mentor voor werknemers, rol Continuïteit in rollen
valt weg al je op pensioen gaat
Ouderdom in de geschiedenis en nu
- Veranderende rollen en veranderende bejegening doorheen de tijd
Oudheid
Grieks-Romeinse cultuur
Middeleeuwen en Renaissance
Confucianisme
4