Juridische vaardigheden
WETGEVING
1. Wat is wetgeving?
1.1 Formele rechtsbronnen vs. materiële rechtsbronnen
Formele Rechtsbronnen Materiële Rechtsbronnen
Wetgeving (ruime zin) Medische ontwikkeling
Rechtspraak Economische opvattingen
Rechtsleer Politieke en sociale factoren
Algemene rechtsbeginselen Media
Gewoonten/gebruiken Verslagen van deskundige
Billijkheid Filosofische en historische bronnen
Wetgeving: het geheel van rechtsregels en is de primaire bron van recht.
1.2 Materiële wet vs. formele wet
Materiële wet: elke rechtsregel die algemeen verbindend is (voor alle burgers of voor een categorie
van burgers) en die door een bevoegd overheidsorgaan is uitgevaardigd.
Vb. wegcode: De voorrang van rechts geldt niet in schoolgebouwen.
Formele wet: elke beslissing (akte) gestemd door de wetgevende macht van de federale staat of een
van de deelstaten. De formele wet is dus gemaakt door het parlement of een lid van het parlement.
HET ENE SLUIT HET ANDERE NIET UIT! EEN WET KAN EEN VAN BEIDE ZIJN, BEIDE OF GEEN
VAN BEIDE.
“Is elke materiële wet een formele wet?”
= Nee, zelfs maar een minderheid. De meerderheid van de wetgeving in materiële zin wordt
uitgevaardigd door ministers via KB’s en MB’s.
“Is elke formele wet een materiële wet?”
= Nee, maar wel de meerderheid. De meerderheid van de beslissingen aangenomen door de
wetgevende macht omvat immers algemeen verbindende rechtsregels. Uitzonderingen:
begrotingswetten, wetten tot toekennen van de Belgische nationaliteit,…
Belang van het onderscheid:
- Grondwettelijk Hof: het toetst wetten aan de Grondwet, het gaat dus eigenlijk na of wetten in
overeenstemming zijn met de grondwet. Enkel de formele wetten worden hieraan getoetst,
dus geen MB’s,... ( Art 1 en 26 Bijz. Wet GH)
- Hof van Cassatie: gaat over vonnissen en arresten in laatste aanleg die in overeenstemming
zijn met de wet. Ze toetsen de wettigheid van de vonnissen en arresten af van materiële
wetten. (Art. 608 Ger.W)
,1.3 Rechts van openbare orde (dwingend recht - aanvullend recht)
Openbare Orde (Art. 1.3, vierde lid BW): Is van openbare orde de rechtsregel die de essentiële
belangen van de staat of van de gemeenschap raakt of die in het privaatrecht de juridische
grondslagen bepaalt waarop de maatschappij berust, zoals de economische orde, de morele orde, de
sociale orde of de orde van het leefmilieu.
- je kan er niet van afwijken
Dwingend recht (Art. 1.3, vijfde lid BW): Van dwingend recht de rechtsregel die is vastgesteld ter
bescherming van een partij die door de wet als zwakker wordt gehouden.
- Van deze bepalingen kan je niet afwijken en heeft enkel betrekking tussen de partijen
Aanvullend recht: rechtsregels die van toepassing zijn tenzij partijen onderling iets anders bepaald
hebben. Daar waar partijen iets vergeten zijn, vult de wet dit aan.
- van toepassing voor zover de partijen niets anders hebben bepaald
- als dit wel is, is het een regeling tussen de partijen
1.4 Hiërarchie der normen
Internationale verdragen
Grondwet
Federaal Deelstaat
1. De wet in enge zin - decreet - ordonnantie
2. Koninklijke besluiten - Besluit Gem. Regering
3. Ministerieel besluit - Besluit lid Gem. Regering
Provinciale reglementen
Gemeentelijke reglementen
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
● wetgeving op deelstatelijk niveau staat niet lager dan wetgeving op federaal niveau
● lagere normen moeten overeenstemmen met hogere normen, zo niet kan de rechter in een
concreet geschil buiten toepassing laten of kunnen bepaalde rechtbanken de lagere norm
vernietigen.
2. De juiste wet
Welke wet moet in een bepaald geval worden toegepast?
Drie vragen:
1. Is de wet pertinent?
● Is de wet nuttig bij het oplossen van de casus?
● Lex specialis derogat generali: Bij tegenstrijdigheid primeert de meer specifiek norm
op de meer algemene norm
○ dus eerst kijken of er een meer specifieke wet is, indien er geen is moet je
afdalen naar de meer algemene wet
● altijd kijken of de wet wel van toepassing is en of er geen uitzonderingen of
afwijkingen zijn.
, 2. Is de wet actueel?: is het nog altijd geldend/ niet opgeheven
● probleem van werking van de wet in de tijd: temporeel
○ onderscheid inwerktreding van wet en cesuur van wet
inwerktreding: het moment waarop de wet verbindend wordt, d.i. het moment vanaf wanneer
de uitvoeringsorganen en de rechters ze moeten toepassen, en de rechtsonderhorigen ze
moeten naleven.
cesuur: het moment waarna de (relevante) feiten zich moeten voordoen om onder het
intertemporele toepassingsgebied van de nieuwe wet te vallen. Het betreft m.a.w. de vraag
wanneer het “tijdgebied” begint en eindigt waarbinnen de feiten die aanleiding geven tot
toepassing van de wet moeten vallen.
● basisprincipes inzake inwerkingtreding van de wet in de tijd
○ de wet treedt in werking tien dagen na de publicatie in het BS, indien de wet
zelf niks anders bepaald.
■ UITZ: De wet bepaalt zelf wanneer hij in werking treedt d.m.v.
inwerkingtredingsbepalingen
■ UTZ: Eerbiedigende werking bij contracten: een overeenkomst
afgesloten onder de oude wet blijft onder de oude wet vallen, tenzij
de nieuwe wet van dwingend recht is.
■ UITZ: Procedurewetten: altijd onmiddellijk van toepassing, ook op
lopende procedures (art. 3 Ger.W.)
■ UITZ: Strafwetten: verbod op retroactiviteit van zwaardere
strafwetten, verplichte retroactiviteit van mildere strafwetten (art. 2
Sw.)
■ UITZ: Interpretatieve wetten hebben altijd terugwerkende kracht
● Kan een wet zelf bepalen of ze een terugwerkende kracht heeft (retroactief)?
○ In principe niet: principe van rechtszekerheid, verankerd in onder meer artikel
1.2 BW, behoudens de uitzonderingen in punten 5 en 6.
3. Is de wet van toepassing binnen de ruimte?
2.1 Parlementaire voorbereiding
NUT: Interpretatie van wetgeving bij onduidelijkheid. Wat heeft de wetgever precies bedoeld? Wat is
de “ratio legis”?
Het kan bestaat uit:
- commissieverslag of verslag van plenaire vergadering
- Schriftelijke of mondelinge vragen en antwoorden
- ingediende wetsontwerpen of wetsvoorstellen
- Memorie van toelichting: belangrijke documenten waarin de wetgever artikel per artikel
toelichtingen geeft; aangeven waarom je een wet wijzigt.
2.2 Adviezen afd. Wetgeving Raad van State
NUT: Munitie tot aanvechten van de wet
Verplicht
- bij wetsvoorstellen hoef je geen advies te vragen aan de raad van state
- bij wetsontwerpen moet je dit wel doen
WETGEVING
1. Wat is wetgeving?
1.1 Formele rechtsbronnen vs. materiële rechtsbronnen
Formele Rechtsbronnen Materiële Rechtsbronnen
Wetgeving (ruime zin) Medische ontwikkeling
Rechtspraak Economische opvattingen
Rechtsleer Politieke en sociale factoren
Algemene rechtsbeginselen Media
Gewoonten/gebruiken Verslagen van deskundige
Billijkheid Filosofische en historische bronnen
Wetgeving: het geheel van rechtsregels en is de primaire bron van recht.
1.2 Materiële wet vs. formele wet
Materiële wet: elke rechtsregel die algemeen verbindend is (voor alle burgers of voor een categorie
van burgers) en die door een bevoegd overheidsorgaan is uitgevaardigd.
Vb. wegcode: De voorrang van rechts geldt niet in schoolgebouwen.
Formele wet: elke beslissing (akte) gestemd door de wetgevende macht van de federale staat of een
van de deelstaten. De formele wet is dus gemaakt door het parlement of een lid van het parlement.
HET ENE SLUIT HET ANDERE NIET UIT! EEN WET KAN EEN VAN BEIDE ZIJN, BEIDE OF GEEN
VAN BEIDE.
“Is elke materiële wet een formele wet?”
= Nee, zelfs maar een minderheid. De meerderheid van de wetgeving in materiële zin wordt
uitgevaardigd door ministers via KB’s en MB’s.
“Is elke formele wet een materiële wet?”
= Nee, maar wel de meerderheid. De meerderheid van de beslissingen aangenomen door de
wetgevende macht omvat immers algemeen verbindende rechtsregels. Uitzonderingen:
begrotingswetten, wetten tot toekennen van de Belgische nationaliteit,…
Belang van het onderscheid:
- Grondwettelijk Hof: het toetst wetten aan de Grondwet, het gaat dus eigenlijk na of wetten in
overeenstemming zijn met de grondwet. Enkel de formele wetten worden hieraan getoetst,
dus geen MB’s,... ( Art 1 en 26 Bijz. Wet GH)
- Hof van Cassatie: gaat over vonnissen en arresten in laatste aanleg die in overeenstemming
zijn met de wet. Ze toetsen de wettigheid van de vonnissen en arresten af van materiële
wetten. (Art. 608 Ger.W)
,1.3 Rechts van openbare orde (dwingend recht - aanvullend recht)
Openbare Orde (Art. 1.3, vierde lid BW): Is van openbare orde de rechtsregel die de essentiële
belangen van de staat of van de gemeenschap raakt of die in het privaatrecht de juridische
grondslagen bepaalt waarop de maatschappij berust, zoals de economische orde, de morele orde, de
sociale orde of de orde van het leefmilieu.
- je kan er niet van afwijken
Dwingend recht (Art. 1.3, vijfde lid BW): Van dwingend recht de rechtsregel die is vastgesteld ter
bescherming van een partij die door de wet als zwakker wordt gehouden.
- Van deze bepalingen kan je niet afwijken en heeft enkel betrekking tussen de partijen
Aanvullend recht: rechtsregels die van toepassing zijn tenzij partijen onderling iets anders bepaald
hebben. Daar waar partijen iets vergeten zijn, vult de wet dit aan.
- van toepassing voor zover de partijen niets anders hebben bepaald
- als dit wel is, is het een regeling tussen de partijen
1.4 Hiërarchie der normen
Internationale verdragen
Grondwet
Federaal Deelstaat
1. De wet in enge zin - decreet - ordonnantie
2. Koninklijke besluiten - Besluit Gem. Regering
3. Ministerieel besluit - Besluit lid Gem. Regering
Provinciale reglementen
Gemeentelijke reglementen
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
● wetgeving op deelstatelijk niveau staat niet lager dan wetgeving op federaal niveau
● lagere normen moeten overeenstemmen met hogere normen, zo niet kan de rechter in een
concreet geschil buiten toepassing laten of kunnen bepaalde rechtbanken de lagere norm
vernietigen.
2. De juiste wet
Welke wet moet in een bepaald geval worden toegepast?
Drie vragen:
1. Is de wet pertinent?
● Is de wet nuttig bij het oplossen van de casus?
● Lex specialis derogat generali: Bij tegenstrijdigheid primeert de meer specifiek norm
op de meer algemene norm
○ dus eerst kijken of er een meer specifieke wet is, indien er geen is moet je
afdalen naar de meer algemene wet
● altijd kijken of de wet wel van toepassing is en of er geen uitzonderingen of
afwijkingen zijn.
, 2. Is de wet actueel?: is het nog altijd geldend/ niet opgeheven
● probleem van werking van de wet in de tijd: temporeel
○ onderscheid inwerktreding van wet en cesuur van wet
inwerktreding: het moment waarop de wet verbindend wordt, d.i. het moment vanaf wanneer
de uitvoeringsorganen en de rechters ze moeten toepassen, en de rechtsonderhorigen ze
moeten naleven.
cesuur: het moment waarna de (relevante) feiten zich moeten voordoen om onder het
intertemporele toepassingsgebied van de nieuwe wet te vallen. Het betreft m.a.w. de vraag
wanneer het “tijdgebied” begint en eindigt waarbinnen de feiten die aanleiding geven tot
toepassing van de wet moeten vallen.
● basisprincipes inzake inwerkingtreding van de wet in de tijd
○ de wet treedt in werking tien dagen na de publicatie in het BS, indien de wet
zelf niks anders bepaald.
■ UITZ: De wet bepaalt zelf wanneer hij in werking treedt d.m.v.
inwerkingtredingsbepalingen
■ UTZ: Eerbiedigende werking bij contracten: een overeenkomst
afgesloten onder de oude wet blijft onder de oude wet vallen, tenzij
de nieuwe wet van dwingend recht is.
■ UITZ: Procedurewetten: altijd onmiddellijk van toepassing, ook op
lopende procedures (art. 3 Ger.W.)
■ UITZ: Strafwetten: verbod op retroactiviteit van zwaardere
strafwetten, verplichte retroactiviteit van mildere strafwetten (art. 2
Sw.)
■ UITZ: Interpretatieve wetten hebben altijd terugwerkende kracht
● Kan een wet zelf bepalen of ze een terugwerkende kracht heeft (retroactief)?
○ In principe niet: principe van rechtszekerheid, verankerd in onder meer artikel
1.2 BW, behoudens de uitzonderingen in punten 5 en 6.
3. Is de wet van toepassing binnen de ruimte?
2.1 Parlementaire voorbereiding
NUT: Interpretatie van wetgeving bij onduidelijkheid. Wat heeft de wetgever precies bedoeld? Wat is
de “ratio legis”?
Het kan bestaat uit:
- commissieverslag of verslag van plenaire vergadering
- Schriftelijke of mondelinge vragen en antwoorden
- ingediende wetsontwerpen of wetsvoorstellen
- Memorie van toelichting: belangrijke documenten waarin de wetgever artikel per artikel
toelichtingen geeft; aangeven waarom je een wet wijzigt.
2.2 Adviezen afd. Wetgeving Raad van State
NUT: Munitie tot aanvechten van de wet
Verplicht
- bij wetsvoorstellen hoef je geen advies te vragen aan de raad van state
- bij wetsontwerpen moet je dit wel doen