STAATS- EN ADMINISTRATIEF RECHT
1. Kwalificatie als een “bestuur”
Het bestuursrecht of het administratief recht omvat het geheel van de geschreven en ongeschreven
rechtsregels met betrekking tot de werking van het bestuur.
- Enerzijds: de activiteit of de functie, met name op het besturen
- Anderzijds: het geheel van instellingen die instaan voor het bestuur, met name de
bestuursorganen.
Wat valt er specifiek te begrijpen onder een bestuur?
- Is dit een overheidsinstelling?
- Artikel 14,§1,1° van de RvS-Wetten van 12 januari 1973 verwijzen naar het begrip
“administratieve overheden”.
- Artikel 1 van de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de
bestuurshandelingen verwijst ook naar “administratieve overheden”.
- Artikel 3,1° van het thans opgeheven Vlaamse Decreet van 26 maart 2004 betreffende de
openbaarheid van bestuur verwijst naar de term “administratieve overheid”.
- Artikel 2,1° van het Vlaamse Decreet van 07 mei 2004 houdende wijziging van het decreet
van 7 juli 1998 houdende instelling van de Vlaamse Ombudsdienst, wat betreft de
bescherming van ambtenaren die melding maken van onregelmatigheden, verwijst tevens
ook naar het begrip “administratieve overheid”.
In België kennen we drie staatsmachten
1. rechterlijke macht
2. wetgevende macht
3. uitvoerende macht
Een bestuur lijkt op het eerste gezicht alleen te verwijzen naar de uitvoerende macht.
De verwijzing in de regelgeving naar begrippen zoals onder meer “administratieve overheid”,
“bestuursinstantie” en “Raad van State” lijken allemaal naar de uitvoerende macht te verwijzen, maar
desalniettemin is dit toch ruimer dan dat.
De Raad van State is de waakhond voor de uitvoerende macht
- Objectief contentieux: vernietiging van eenzijdige administratieve rechtshandelingen binnen
de 60 dagen na publicatie in het Belgische Staatsblad (erga omnes).
- Subjectief contentieux: buiten toepassing laten van algemene, provinciale en plaatselijke
besluiten en verordeningen die in strijd zijn met de wet door de gewone rechter op grond van
Art. 159 Gw. (inter partes)
De uitvoerende macht (regering en koning) heeft een belangrijke rol bij het uitvoeren van wetten
(Art.108 Gw. en Art. 20 BWHI)
- Ruim interpreteren: zij mogen uit de wet en uit haar beweegredenen alle gevolgen afleiden
die er op een natuurlijke wijze uit voortvloeien en die ermee in overeenstemming kunnen zijn.
Verplicht om wetten uit te voeren binnen een redelijk termijn
- samenwerking tussen wetgevende en uitvoerende macht
KB en MB moeten in overeenstemming zijn met de wetten (hiërarchie der normen)
1
,De uitvoerende macht mag alles doen zolang ze de wetten niet aanpast, wijzigt, schorst of opheft.
- Bijzondere macht (Art. 105 Gw. en Art. 69 en 78 BWHI):
● Koning kan onder bepaalde voorwaarden regelgevende bevoegdheden krijgen van
het parlement
● vroeger was dit eerder zeldzaam, vandaag meer en meer de norm
● vb. Hervorming NMBS en COVID-19-maatregelen
Vooral van belang bij de bekrachtiging van de bijzondere machtenbesluiten. Dit bepaalt of dat zij
onder toezicht van de Raad van State of het Grondwettelijk Hof vallen.
- Grondwettelijk Hof controleert de wetgevende macht
● Objectief contentieux: vernietiging van wetten, decreten en ordonnanties binnen de 6
maanden na de publicatie in het Belgische Staatsblad (erga omnes)
● Subjectief contentieux: antwoorden op een prejudiciële vraag en desgevallend buiten
toepassing laten van de strijdige wetgevende norm (inter partes)
Residuaire bevoegdheden Voorbehouden bevoegdheden
- Uitzonderlijke omstandigheden - Uitzonderlijke omstandigheden
- Duidelijk en nauwkeurig omschreven - Duidelijk en nauwkeurig omschreven
bevoegdheid bevoegdheid
- Beperkte duurtijd - Beperkte duurtijd
- Bekrachtiging door de wetgever in - Bekrachtigen door de wetgever in
redelijk termijn: optioneel redelijk termijn: verplicht
- Respect hogere rechtsnormen - Respect hogere rechtsnormen
- Verplichte collegialiteit ministerraad - Verplichte collegialiteit ministerraad
Hiërarchie der normen
1. Grondwetsconform internationaal recht met rechtstreekse werking
2. Grondwet.
3. Bijzondere wetten / bijzondere decreten.
4. Wetten = decreten = ordonnanties = internationaal recht zonder rechtstreekse werking.
5. Ordonnanties inzake ruimtelijke ordening, vervoer, infrastructuur en stedenbouw.
6. KB / besluit gemeenschaps- en gewestregering / omzendbrieven.
7. MB / besluit individueel lid gemeenschaps- en gewestregering / omzendbrieven.
8. Reglementen van de Provincieraad.
9. Besluiten van de Bestendige deputatie.
10. Reglementen van de Gemeenteraad.
11. Besluiten van het College van Burgemeester en Schepenen.
2
,DE ADMINISTRATIEVE OVERHEID
Om de kwalificatie van administratieve overheid te verwerven, zijn er enkele negatieve criteria
voorhanden (Art. 14, §1, 2° RvS-wetten)
- Voor wat betreft de wetgevende macht (inclusief de ombudsmannen):
● Neen, uitgezonderd
○ overheidsopdrachten
○ personeelsaangelegenheden
○ de aanwerving, aanwijzing en benoeming in een openbaar ambt
○ tuchtsancties
- Voor wat betreft de rechterlijke macht (inclusief Rekenhof, GwH, RvS, administratieve
rechtscolleges en HRvJ):
● Neen, uitgezonderd
○ overheidsopdrachten
○ personeelsaangelegenheden
○ de aanwerving, aanwijzing en benoeming in een openbaar ambt
○ tuchtsancties
Negatieve criteria worden vaak uitsluitingscriteria genoemd
Het is niet omdat een instelling tot de uitvoerende macht behoort, dat zij automatisch een bestuurlijke
of bestuurlijke overheid is.
Om de kwalificatie van de administratieve overheid te verwerven, zijn er enkele positieve criteria
voorhanden. Deze werden vooropgesteld door de rechtspraak van het Hof van Cassatie:
- organieke criteria
● oprichting of erkenning
● toezicht
- De functionele criteria
● Taken van algemeen belang of openbare diensten
● Functionaliteits-, handelings- of gezagscriterium
A. De organieke criteria
1. De oprichting of erkenning
Het Hof van Cassatie stelt dat een administratieve overheid een instelling is die door de federale
overheid, een overheid van de gewesten of gemeenschappen, provincies en/of gemeenten wordt
opgericht of erkend.
Het is irrelevant of de instelling een privaat- of publiekrechtelijke oorsprong heeft
- Publiekrechtelijke oorsprong: oprichting
- Privaatrechtelijke oorsprong: erkenning
- Wat bij fusie of bij een overname?
De oprichting moet gebeuren bij een wettelijke norm in de formele zin.
Het kan zowel een natuurlijke persoon als een rechtspersoon zijn.
3
, 2. Toezicht
Er zijn twee mogelijke vormen van toezicht:
1. Bij een toezicht sensu lato beheerst de oprichtende of erkende overheid de overgrote werking
van de administratieve overheid. Zo kan het bijvoorbeeld onmogelijk zijn dat deze
laatstgenoemde overheid zichzelf kan ontbinden.
● Bv. Bpost, Proximus, NMBS en Skyes.
2. Bij toezicht Sensu stricto zal de oprichtende of erkende overheid toezicht uitoefenen op de
rechtmatigheid / opportuniteit van eenzijdige derden bindende beslissingen. Voorbeelden
hiervan zijn toezicht door de regeringscommissaris, het opleggen van subsidievoorwaarden
en het voorrecht om de organen van de administratieve overheid zelf (mede) samen te
stellen.
● Bv. AP Hogeschool Antwerpen.
B. De functionele criteria
1. Taken van algemeen belang of openbare diensten
Een organieke openbare dienst: een overheidsdienst die één of meer taken van algemeen belang
verzorgt.
- Vb. Het gemeentehuis, politie, brandweer, Toerisme Vlaanderen
Een functionele openbare dienst: een bepaalde taak van algemeen belang
- Vb. Ophalen van huisafval, justitiële diensten, onderwijs, openbaar vervoer
Openbare orde: de essentiële belangen van de Staat of collectiviteit (publiekrechtelijke visie) of
economische en morele steunpilaren van de samenleving (privaatrechtelijke visie).
Taken van algemeen belang: dit is een verzamelterm
- Een blanco norm
- Evolueert in tijd en ruimte
- Wordt initieel bepaald door het bevoegde wetgevende orgaan
4
1. Kwalificatie als een “bestuur”
Het bestuursrecht of het administratief recht omvat het geheel van de geschreven en ongeschreven
rechtsregels met betrekking tot de werking van het bestuur.
- Enerzijds: de activiteit of de functie, met name op het besturen
- Anderzijds: het geheel van instellingen die instaan voor het bestuur, met name de
bestuursorganen.
Wat valt er specifiek te begrijpen onder een bestuur?
- Is dit een overheidsinstelling?
- Artikel 14,§1,1° van de RvS-Wetten van 12 januari 1973 verwijzen naar het begrip
“administratieve overheden”.
- Artikel 1 van de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de
bestuurshandelingen verwijst ook naar “administratieve overheden”.
- Artikel 3,1° van het thans opgeheven Vlaamse Decreet van 26 maart 2004 betreffende de
openbaarheid van bestuur verwijst naar de term “administratieve overheid”.
- Artikel 2,1° van het Vlaamse Decreet van 07 mei 2004 houdende wijziging van het decreet
van 7 juli 1998 houdende instelling van de Vlaamse Ombudsdienst, wat betreft de
bescherming van ambtenaren die melding maken van onregelmatigheden, verwijst tevens
ook naar het begrip “administratieve overheid”.
In België kennen we drie staatsmachten
1. rechterlijke macht
2. wetgevende macht
3. uitvoerende macht
Een bestuur lijkt op het eerste gezicht alleen te verwijzen naar de uitvoerende macht.
De verwijzing in de regelgeving naar begrippen zoals onder meer “administratieve overheid”,
“bestuursinstantie” en “Raad van State” lijken allemaal naar de uitvoerende macht te verwijzen, maar
desalniettemin is dit toch ruimer dan dat.
De Raad van State is de waakhond voor de uitvoerende macht
- Objectief contentieux: vernietiging van eenzijdige administratieve rechtshandelingen binnen
de 60 dagen na publicatie in het Belgische Staatsblad (erga omnes).
- Subjectief contentieux: buiten toepassing laten van algemene, provinciale en plaatselijke
besluiten en verordeningen die in strijd zijn met de wet door de gewone rechter op grond van
Art. 159 Gw. (inter partes)
De uitvoerende macht (regering en koning) heeft een belangrijke rol bij het uitvoeren van wetten
(Art.108 Gw. en Art. 20 BWHI)
- Ruim interpreteren: zij mogen uit de wet en uit haar beweegredenen alle gevolgen afleiden
die er op een natuurlijke wijze uit voortvloeien en die ermee in overeenstemming kunnen zijn.
Verplicht om wetten uit te voeren binnen een redelijk termijn
- samenwerking tussen wetgevende en uitvoerende macht
KB en MB moeten in overeenstemming zijn met de wetten (hiërarchie der normen)
1
,De uitvoerende macht mag alles doen zolang ze de wetten niet aanpast, wijzigt, schorst of opheft.
- Bijzondere macht (Art. 105 Gw. en Art. 69 en 78 BWHI):
● Koning kan onder bepaalde voorwaarden regelgevende bevoegdheden krijgen van
het parlement
● vroeger was dit eerder zeldzaam, vandaag meer en meer de norm
● vb. Hervorming NMBS en COVID-19-maatregelen
Vooral van belang bij de bekrachtiging van de bijzondere machtenbesluiten. Dit bepaalt of dat zij
onder toezicht van de Raad van State of het Grondwettelijk Hof vallen.
- Grondwettelijk Hof controleert de wetgevende macht
● Objectief contentieux: vernietiging van wetten, decreten en ordonnanties binnen de 6
maanden na de publicatie in het Belgische Staatsblad (erga omnes)
● Subjectief contentieux: antwoorden op een prejudiciële vraag en desgevallend buiten
toepassing laten van de strijdige wetgevende norm (inter partes)
Residuaire bevoegdheden Voorbehouden bevoegdheden
- Uitzonderlijke omstandigheden - Uitzonderlijke omstandigheden
- Duidelijk en nauwkeurig omschreven - Duidelijk en nauwkeurig omschreven
bevoegdheid bevoegdheid
- Beperkte duurtijd - Beperkte duurtijd
- Bekrachtiging door de wetgever in - Bekrachtigen door de wetgever in
redelijk termijn: optioneel redelijk termijn: verplicht
- Respect hogere rechtsnormen - Respect hogere rechtsnormen
- Verplichte collegialiteit ministerraad - Verplichte collegialiteit ministerraad
Hiërarchie der normen
1. Grondwetsconform internationaal recht met rechtstreekse werking
2. Grondwet.
3. Bijzondere wetten / bijzondere decreten.
4. Wetten = decreten = ordonnanties = internationaal recht zonder rechtstreekse werking.
5. Ordonnanties inzake ruimtelijke ordening, vervoer, infrastructuur en stedenbouw.
6. KB / besluit gemeenschaps- en gewestregering / omzendbrieven.
7. MB / besluit individueel lid gemeenschaps- en gewestregering / omzendbrieven.
8. Reglementen van de Provincieraad.
9. Besluiten van de Bestendige deputatie.
10. Reglementen van de Gemeenteraad.
11. Besluiten van het College van Burgemeester en Schepenen.
2
,DE ADMINISTRATIEVE OVERHEID
Om de kwalificatie van administratieve overheid te verwerven, zijn er enkele negatieve criteria
voorhanden (Art. 14, §1, 2° RvS-wetten)
- Voor wat betreft de wetgevende macht (inclusief de ombudsmannen):
● Neen, uitgezonderd
○ overheidsopdrachten
○ personeelsaangelegenheden
○ de aanwerving, aanwijzing en benoeming in een openbaar ambt
○ tuchtsancties
- Voor wat betreft de rechterlijke macht (inclusief Rekenhof, GwH, RvS, administratieve
rechtscolleges en HRvJ):
● Neen, uitgezonderd
○ overheidsopdrachten
○ personeelsaangelegenheden
○ de aanwerving, aanwijzing en benoeming in een openbaar ambt
○ tuchtsancties
Negatieve criteria worden vaak uitsluitingscriteria genoemd
Het is niet omdat een instelling tot de uitvoerende macht behoort, dat zij automatisch een bestuurlijke
of bestuurlijke overheid is.
Om de kwalificatie van de administratieve overheid te verwerven, zijn er enkele positieve criteria
voorhanden. Deze werden vooropgesteld door de rechtspraak van het Hof van Cassatie:
- organieke criteria
● oprichting of erkenning
● toezicht
- De functionele criteria
● Taken van algemeen belang of openbare diensten
● Functionaliteits-, handelings- of gezagscriterium
A. De organieke criteria
1. De oprichting of erkenning
Het Hof van Cassatie stelt dat een administratieve overheid een instelling is die door de federale
overheid, een overheid van de gewesten of gemeenschappen, provincies en/of gemeenten wordt
opgericht of erkend.
Het is irrelevant of de instelling een privaat- of publiekrechtelijke oorsprong heeft
- Publiekrechtelijke oorsprong: oprichting
- Privaatrechtelijke oorsprong: erkenning
- Wat bij fusie of bij een overname?
De oprichting moet gebeuren bij een wettelijke norm in de formele zin.
Het kan zowel een natuurlijke persoon als een rechtspersoon zijn.
3
, 2. Toezicht
Er zijn twee mogelijke vormen van toezicht:
1. Bij een toezicht sensu lato beheerst de oprichtende of erkende overheid de overgrote werking
van de administratieve overheid. Zo kan het bijvoorbeeld onmogelijk zijn dat deze
laatstgenoemde overheid zichzelf kan ontbinden.
● Bv. Bpost, Proximus, NMBS en Skyes.
2. Bij toezicht Sensu stricto zal de oprichtende of erkende overheid toezicht uitoefenen op de
rechtmatigheid / opportuniteit van eenzijdige derden bindende beslissingen. Voorbeelden
hiervan zijn toezicht door de regeringscommissaris, het opleggen van subsidievoorwaarden
en het voorrecht om de organen van de administratieve overheid zelf (mede) samen te
stellen.
● Bv. AP Hogeschool Antwerpen.
B. De functionele criteria
1. Taken van algemeen belang of openbare diensten
Een organieke openbare dienst: een overheidsdienst die één of meer taken van algemeen belang
verzorgt.
- Vb. Het gemeentehuis, politie, brandweer, Toerisme Vlaanderen
Een functionele openbare dienst: een bepaalde taak van algemeen belang
- Vb. Ophalen van huisafval, justitiële diensten, onderwijs, openbaar vervoer
Openbare orde: de essentiële belangen van de Staat of collectiviteit (publiekrechtelijke visie) of
economische en morele steunpilaren van de samenleving (privaatrechtelijke visie).
Taken van algemeen belang: dit is een verzamelterm
- Een blanco norm
- Evolueert in tijd en ruimte
- Wordt initieel bepaald door het bevoegde wetgevende orgaan
4