Hoorcolleges Reflectie op
gezondheidswetenschappen (geschiedenis)
Deel 1: De Oudheid en Middeleeuwen (Vóór 1500)
1. Vraag: Welke twee tegenstrijdige principes over de oorsprong van ziekten werden
gehanteerd in het Oude Griekenland?
Antwoord: De magisch-religieuze benadering (ziekte als straf van de goden) en de rationeel-
empirische benadering (ziekte als een natuurlijk proces).
2. Vraag: Wie wordt beschouwd als de "Vader van de Geneeskunde" en welk ethisch principe
introduceerde hij?
Antwoord: Hippocrates van Kos. Hij introduceerde de Eed van Hippocrates en het principe
"Primum non nocere" (Allereerst, niet schaden).
3. Vraag: Wat is het centrale concept van de Humorale Pathologie?
Antwoord: Dat gezondheid afhangt van de balans tussen de vier lichaamssappen (humores):
bloed, slijm, gele gal en zwarte gal.
4. Vraag: Welke Romeinse arts was een groot voorstander van medische experimenten en
observatie, en verzamelde veel kennis van de Grieken?
Antwoord: Galenus (of Galen).
5. Vraag: Welke belangrijke rol speelden kloosters in de middeleeuwse gezondheidszorg?
Antwoord: Zij bewaarden klassieke medische kennis door het kopiëren van manuscripten en
verzorgden zieken in kloosterhospitalen.
6. Vraag: Welke grote pandemie teisterde Europa in de 14e eeuw en hoe werd de oorzaak vaak
verklaard?
Antwoord: De Zwarte Dood (pest). De oorzaak werd vaak toegeschreven aan een straf van God,
miasmas (slechte lucht) of Joodse samenzweringen.
7. Vraag: Wat was de primaire taak van een middeleeuwse chirurgijn in vergelijking met een
universitair geschoolde arts?
Antwoord: Chirurgijns waren ambachtslui die praktische handelingen verrichtten zoals
aderlaten en amputaties, terwijl artsen theoretisch geschoold waren en diagnoses stelden.
Deel 2: De Renaissance en Verlichting (1500-1800)
,8. Vraag: Welke Vlaamse anatoom publiceerde "De humani corporis fabrica" (Over de bouw van
het menselijk lichaam) en brak daarmee met de autoriteit van Galenus?
Antwoord: Andreas Vesalius.
9. Vraag: Welke nieuwe filosofische benadering, die de rede en empirie centraal stelde, vormde
de basis voor de wetenschappelijke revolutie in de geneeskunde?
Antwoord: Het Rationalisme en Empirisme.
10. Vraag: Wie ontdekte de bloedsomloop en verwierp daarmee de theorie van Galenus over
het heen en weer stromen van bloed?
Antwoord: William Harvey.
11. Vraag: Noem een belangrijke technologische innovatie uit deze periode die de studie van
het lichaam op micro-niveau mogelijk maakte.
Antwoord: De uitvinding van de microscoop.
12. Vraag: Wat was het "miasma-theorie" en hoe beïnvloedde dit de volksgezondheid?
Antwoord: De theorie dat ziekten werden veroorzaakt door slechte lucht (bijv. van rottend
afval). Het leidde tot meer aandacht voor hygiëne en sanitaire voorzieningen.
13. Vraag: Welke nieuwe instellingen ontstonden er in de 18e eeuw om zieken centraal te
verzorgen, voorloper van het moderne ziekenhuis?
Antwoord: Algemene ziekenhuizen, zoals het "Hôtel-Dieu" in Parijs, maar nu met een meer
seculiere en medische inslag.
14. Vraag: Wie was de arts die met zijn experiment met een vaccin tegen pokken de basis legde
voor immunisatie?
Antwoord: Edward Jenner.
Deel 3: De 19e Eeuw: De Doorbraak van de Moderne Geneeskunde
15. Vraag: Wat is de "cellulaire pathologie" en wie is de grondlegger ervan?
Antwoord: De theorie dat ziekten ontstaan door afwijkingen in lichaamscellen. Grondlegger:
Rudolf Virchow.
16. Vraag: Welke twee belangrijke ontdekkingen deed Louis Pasteur die de medische
wetenschap voor altijd veranderden?
Antwoord: 1) Het principe van vaccinatie (verzwakte kiemen). 2) De kiemtheorie van ziekte, die
de miasmatheorie weerlegde.
17. Vraag: Wie wordt gecrediteerd voor de introductie van antiseptische chirurgie en welk
middel gebruikte hij?
, Antwoord: Joseph Lister. Hij gebruikte carbolzuur (fenol) om wonden en instrumenten te
ontsmetten.
18. Vraag: Wat was de impact van de uitvinding van de stethoscoop door René Laënnec?
Antwoord: Het stelde artsen in staat om het lichaam beter te onderzoeken (auscultatie) en
verminderde de fysieke afstand en subjectiviteit tussen arts en patiënt.
19. Vraag: Welke Duitse arts ontdekte de bacterie die tuberculose veroorzaakt en formuleerde
daarmee de "postulaten van Koch"?
Antwoord: Robert Koch.
20. Vraag: Wat was de "ziekte der krankzinnigen" en hoe werd deze in de 19e eeuw steeds
meer gemedicaliseerd?
Antwoord: Geestesziekte. Het werd gezien als een behandelbare medische aandoening in
plaats van een moreel falen of bezetenheid, wat leidde tot de opkomst van de psychiatrie en
psychiatrische inrichtingen.
21. Vraag: Welke Nederlandse arts en hoogleraar speelde een cruciale rol in de
professionalisering van de Nederlandse geneeskunde?
Antwoord: Gerrit A. Lindeboom (of een andere 19e-eeuwse figuur zoals Franciscus Cornelis
Donders).
Deel 4: De 20e Eeuw en Beyond
22. Vraag: Wat was de grootste medische doorbraak van de vroege 20e eeuw op het gebied van
infectieziekten?
Antwoord: De ontdekking van penicilline door Alexander Fleming.
23. Vraag: Wat is het "Medisch-Technologisch Complex" en welke kritiek kan hierop worden
geleverd?
Antwoord: De symbiotische relatie tussen medische wetenschap, technologie en de industrie.
Kritiek: het kan leiden tot medicalisering, hoge kosten en de vervreemding van de patiënt.
24. Vraag: Welke ethische code werd opgesteld als reactie op de medische experimenten
tijdens de Tweede Wereldoorlog?
Antwoord: De Code van Neurenberg (1947).
25. Vraag: Wat was de "ziekte van de medische armoede" en welke sociale hervorming in
Nederland loste dit grotendeels op?
Antwoord: Het niet kunnen betalen van medische zorg. De oplossing was de invoering van de
Ziekenfondswet en later het verplichte ziekenfondsstelsel.
gezondheidswetenschappen (geschiedenis)
Deel 1: De Oudheid en Middeleeuwen (Vóór 1500)
1. Vraag: Welke twee tegenstrijdige principes over de oorsprong van ziekten werden
gehanteerd in het Oude Griekenland?
Antwoord: De magisch-religieuze benadering (ziekte als straf van de goden) en de rationeel-
empirische benadering (ziekte als een natuurlijk proces).
2. Vraag: Wie wordt beschouwd als de "Vader van de Geneeskunde" en welk ethisch principe
introduceerde hij?
Antwoord: Hippocrates van Kos. Hij introduceerde de Eed van Hippocrates en het principe
"Primum non nocere" (Allereerst, niet schaden).
3. Vraag: Wat is het centrale concept van de Humorale Pathologie?
Antwoord: Dat gezondheid afhangt van de balans tussen de vier lichaamssappen (humores):
bloed, slijm, gele gal en zwarte gal.
4. Vraag: Welke Romeinse arts was een groot voorstander van medische experimenten en
observatie, en verzamelde veel kennis van de Grieken?
Antwoord: Galenus (of Galen).
5. Vraag: Welke belangrijke rol speelden kloosters in de middeleeuwse gezondheidszorg?
Antwoord: Zij bewaarden klassieke medische kennis door het kopiëren van manuscripten en
verzorgden zieken in kloosterhospitalen.
6. Vraag: Welke grote pandemie teisterde Europa in de 14e eeuw en hoe werd de oorzaak vaak
verklaard?
Antwoord: De Zwarte Dood (pest). De oorzaak werd vaak toegeschreven aan een straf van God,
miasmas (slechte lucht) of Joodse samenzweringen.
7. Vraag: Wat was de primaire taak van een middeleeuwse chirurgijn in vergelijking met een
universitair geschoolde arts?
Antwoord: Chirurgijns waren ambachtslui die praktische handelingen verrichtten zoals
aderlaten en amputaties, terwijl artsen theoretisch geschoold waren en diagnoses stelden.
Deel 2: De Renaissance en Verlichting (1500-1800)
,8. Vraag: Welke Vlaamse anatoom publiceerde "De humani corporis fabrica" (Over de bouw van
het menselijk lichaam) en brak daarmee met de autoriteit van Galenus?
Antwoord: Andreas Vesalius.
9. Vraag: Welke nieuwe filosofische benadering, die de rede en empirie centraal stelde, vormde
de basis voor de wetenschappelijke revolutie in de geneeskunde?
Antwoord: Het Rationalisme en Empirisme.
10. Vraag: Wie ontdekte de bloedsomloop en verwierp daarmee de theorie van Galenus over
het heen en weer stromen van bloed?
Antwoord: William Harvey.
11. Vraag: Noem een belangrijke technologische innovatie uit deze periode die de studie van
het lichaam op micro-niveau mogelijk maakte.
Antwoord: De uitvinding van de microscoop.
12. Vraag: Wat was het "miasma-theorie" en hoe beïnvloedde dit de volksgezondheid?
Antwoord: De theorie dat ziekten werden veroorzaakt door slechte lucht (bijv. van rottend
afval). Het leidde tot meer aandacht voor hygiëne en sanitaire voorzieningen.
13. Vraag: Welke nieuwe instellingen ontstonden er in de 18e eeuw om zieken centraal te
verzorgen, voorloper van het moderne ziekenhuis?
Antwoord: Algemene ziekenhuizen, zoals het "Hôtel-Dieu" in Parijs, maar nu met een meer
seculiere en medische inslag.
14. Vraag: Wie was de arts die met zijn experiment met een vaccin tegen pokken de basis legde
voor immunisatie?
Antwoord: Edward Jenner.
Deel 3: De 19e Eeuw: De Doorbraak van de Moderne Geneeskunde
15. Vraag: Wat is de "cellulaire pathologie" en wie is de grondlegger ervan?
Antwoord: De theorie dat ziekten ontstaan door afwijkingen in lichaamscellen. Grondlegger:
Rudolf Virchow.
16. Vraag: Welke twee belangrijke ontdekkingen deed Louis Pasteur die de medische
wetenschap voor altijd veranderden?
Antwoord: 1) Het principe van vaccinatie (verzwakte kiemen). 2) De kiemtheorie van ziekte, die
de miasmatheorie weerlegde.
17. Vraag: Wie wordt gecrediteerd voor de introductie van antiseptische chirurgie en welk
middel gebruikte hij?
, Antwoord: Joseph Lister. Hij gebruikte carbolzuur (fenol) om wonden en instrumenten te
ontsmetten.
18. Vraag: Wat was de impact van de uitvinding van de stethoscoop door René Laënnec?
Antwoord: Het stelde artsen in staat om het lichaam beter te onderzoeken (auscultatie) en
verminderde de fysieke afstand en subjectiviteit tussen arts en patiënt.
19. Vraag: Welke Duitse arts ontdekte de bacterie die tuberculose veroorzaakt en formuleerde
daarmee de "postulaten van Koch"?
Antwoord: Robert Koch.
20. Vraag: Wat was de "ziekte der krankzinnigen" en hoe werd deze in de 19e eeuw steeds
meer gemedicaliseerd?
Antwoord: Geestesziekte. Het werd gezien als een behandelbare medische aandoening in
plaats van een moreel falen of bezetenheid, wat leidde tot de opkomst van de psychiatrie en
psychiatrische inrichtingen.
21. Vraag: Welke Nederlandse arts en hoogleraar speelde een cruciale rol in de
professionalisering van de Nederlandse geneeskunde?
Antwoord: Gerrit A. Lindeboom (of een andere 19e-eeuwse figuur zoals Franciscus Cornelis
Donders).
Deel 4: De 20e Eeuw en Beyond
22. Vraag: Wat was de grootste medische doorbraak van de vroege 20e eeuw op het gebied van
infectieziekten?
Antwoord: De ontdekking van penicilline door Alexander Fleming.
23. Vraag: Wat is het "Medisch-Technologisch Complex" en welke kritiek kan hierop worden
geleverd?
Antwoord: De symbiotische relatie tussen medische wetenschap, technologie en de industrie.
Kritiek: het kan leiden tot medicalisering, hoge kosten en de vervreemding van de patiënt.
24. Vraag: Welke ethische code werd opgesteld als reactie op de medische experimenten
tijdens de Tweede Wereldoorlog?
Antwoord: De Code van Neurenberg (1947).
25. Vraag: Wat was de "ziekte van de medische armoede" en welke sociale hervorming in
Nederland loste dit grotendeels op?
Antwoord: Het niet kunnen betalen van medische zorg. De oplossing was de invoering van de
Ziekenfondswet en later het verplichte ziekenfondsstelsel.