H1: Hematologische diagnostiek
Hematologie
Kliniek en beeldvorming
- Kliniek
Als een patiënt in het ziekenhuis binnen komt dan zal dit eerst uitgevoerd worden:
Anamnese = bevraging van de patiënt klachten, …
Lichamelijk onderzoek = palperen voelen aan de klieren in de nek, ..
Een dyspneu, tachycardie, disfuncties, botletsels, kliervergrotingen kunnen allemaal
ontstaan door een hematologische afwijking = bloedarmoede
Dyspneu = kortademigheid
Tachycardie = versnelde hartslag
Lymfoom = kwaadaardige lymfocyten in het weefsel
Evaluatie van het perifeer bloedbeeld
- Onderzoeksvragen
Na het onderzoeken van de patiënt gaan we proberen bepaalde onderzoeksvragen te
beantwoorden:
Is er anemie, welk type anemie?
Is er leukopenie, lymfopenie of granulopenie?
Is er trombopenie?
-penie = tekort aan
- Analyseren bloedstaal
Na het opstellen van de onderzoeksvragen zal het bloedstaal geanalyseerd worden:
Aantal rode bloedcellen (RBC), witte bloedcellen (WBC) en bloedplaatjes (Plt)
worden bepaald
Een differentiatie van de WBC wordt uitgevoerd
Meting van hematocriet (Hct), hemoglobine (Hb), Mean cell volume (MCV) en
Mean platelet volume (MPV)
Berekening van Mean cell hemoglobine (MCH) en Mean cell hemoglobine
concentration (MCHC)
Optie meting van reticulocyten = nog niet uitgerijpte RBC
- Hematocriet
Het volume ingenomen door de rode bloedcellen ten opzichte van het totaal volume dat
bloed inneemt
- MCH en MCHC
MCH:
Als dit normaal is dan spreken we over = normocytair
Als dit laag is dan spreken we over = microcytair
Als dit hoog is dan spreken we over = macrocytair
MCHC:
Als dit normaal is dan spreken we over = normochroom
Als dit laag is dan spreken we over = microchroom
Als dit hoog is dan spreken we over = macrochroom
1
, - Formules:
hematocriet
MCV =
aantal rode bloedcellen
hemoglobine
MCH =
aantal rode bloedcellen
hemoglobine
MCHC =
hematocriet
- Bepaling Hb, RBC en Plt
Hemoglobine wordt bepaalde op basis van spectrofotometer bij een bepaalde golflengte
RBC en Plt worden gemeten op basis van de grootte dit gebeurt aan de hand van
weerstand of impedantie
- Verschillende bloedbuizen
EDTA zorgt ervoor dat het bloed niet stolt het vormt complexen met calcium
Citraat kijken naar de stolling (stollingstesten)
- Enkele parameters
RDW = breedte standaarddeviatie van de rode bloedcellen
LCR = large cell ratio grootte van de plaatjes
PTC = hematocriet van de bloedplaatjes
NRBC = nucleated rode bloedcellen rode bloedcellen met een kern
IG = immature granulocyten voorloper van de witte bloedcellen
IRF = immature reticulocyten voorloper van de rode bloedcellen
LFR, MFR, HFR = low fluorescentie, medium fluorescentie en high fluorescentie
reticulocyten
FSS = foward scatter grootte van de bloedcellen (komt overeen met ALL = 0°)
SSS = side scatter kernen, granulatie van de bloedcellen (komt overeen met IAS = 7°)
- Differentiatie van WBC in een scatterplot
Links boven (paars) = monocyt (bevat een vacuole)
Links onder (blauw) = lymfocyt (kleinste en geen granulatie)
Rechts onder (groen) = eosinofiel
Rechts boven (geel) = neutrofiel (bevat 3 segmenten)
basofielen ontbreken op de afbeelding
2
Hematologie
Kliniek en beeldvorming
- Kliniek
Als een patiënt in het ziekenhuis binnen komt dan zal dit eerst uitgevoerd worden:
Anamnese = bevraging van de patiënt klachten, …
Lichamelijk onderzoek = palperen voelen aan de klieren in de nek, ..
Een dyspneu, tachycardie, disfuncties, botletsels, kliervergrotingen kunnen allemaal
ontstaan door een hematologische afwijking = bloedarmoede
Dyspneu = kortademigheid
Tachycardie = versnelde hartslag
Lymfoom = kwaadaardige lymfocyten in het weefsel
Evaluatie van het perifeer bloedbeeld
- Onderzoeksvragen
Na het onderzoeken van de patiënt gaan we proberen bepaalde onderzoeksvragen te
beantwoorden:
Is er anemie, welk type anemie?
Is er leukopenie, lymfopenie of granulopenie?
Is er trombopenie?
-penie = tekort aan
- Analyseren bloedstaal
Na het opstellen van de onderzoeksvragen zal het bloedstaal geanalyseerd worden:
Aantal rode bloedcellen (RBC), witte bloedcellen (WBC) en bloedplaatjes (Plt)
worden bepaald
Een differentiatie van de WBC wordt uitgevoerd
Meting van hematocriet (Hct), hemoglobine (Hb), Mean cell volume (MCV) en
Mean platelet volume (MPV)
Berekening van Mean cell hemoglobine (MCH) en Mean cell hemoglobine
concentration (MCHC)
Optie meting van reticulocyten = nog niet uitgerijpte RBC
- Hematocriet
Het volume ingenomen door de rode bloedcellen ten opzichte van het totaal volume dat
bloed inneemt
- MCH en MCHC
MCH:
Als dit normaal is dan spreken we over = normocytair
Als dit laag is dan spreken we over = microcytair
Als dit hoog is dan spreken we over = macrocytair
MCHC:
Als dit normaal is dan spreken we over = normochroom
Als dit laag is dan spreken we over = microchroom
Als dit hoog is dan spreken we over = macrochroom
1
, - Formules:
hematocriet
MCV =
aantal rode bloedcellen
hemoglobine
MCH =
aantal rode bloedcellen
hemoglobine
MCHC =
hematocriet
- Bepaling Hb, RBC en Plt
Hemoglobine wordt bepaalde op basis van spectrofotometer bij een bepaalde golflengte
RBC en Plt worden gemeten op basis van de grootte dit gebeurt aan de hand van
weerstand of impedantie
- Verschillende bloedbuizen
EDTA zorgt ervoor dat het bloed niet stolt het vormt complexen met calcium
Citraat kijken naar de stolling (stollingstesten)
- Enkele parameters
RDW = breedte standaarddeviatie van de rode bloedcellen
LCR = large cell ratio grootte van de plaatjes
PTC = hematocriet van de bloedplaatjes
NRBC = nucleated rode bloedcellen rode bloedcellen met een kern
IG = immature granulocyten voorloper van de witte bloedcellen
IRF = immature reticulocyten voorloper van de rode bloedcellen
LFR, MFR, HFR = low fluorescentie, medium fluorescentie en high fluorescentie
reticulocyten
FSS = foward scatter grootte van de bloedcellen (komt overeen met ALL = 0°)
SSS = side scatter kernen, granulatie van de bloedcellen (komt overeen met IAS = 7°)
- Differentiatie van WBC in een scatterplot
Links boven (paars) = monocyt (bevat een vacuole)
Links onder (blauw) = lymfocyt (kleinste en geen granulatie)
Rechts onder (groen) = eosinofiel
Rechts boven (geel) = neutrofiel (bevat 3 segmenten)
basofielen ontbreken op de afbeelding
2