RECHTSVERGELIJKING DEEL 2 : CHINA
Historisch kader ................................................................................................................................. 2
Confucius : 551-476 V. Chr. ............................................................................................................. 2
Moraliteit als ordeningssysteem ................................................................................................... 2
Li: Confuciaanse code van morele en sociale waarden .................................................................. 3
Chinees isolationisme ..................................................................................................................... 4
19de eeuw en verder ....................................................................................................................... 4
One land, 2 systems ... ................................................................................................................ 4
Conflicten ................................................................................................................................... 5
Republiek China: 1912-1949 ........................................................................................................ 5
Volksrepubliek China: 1949-... ..................................................................................................... 6
Staatsstructuur en rechtsbronnen ....................................................................................................... 6
Verhouding tss rechtsbronnen ............................................................................................................ 8
Algemene benadering: Confuciaanse rechtsvisie ................................................................................. 8
Gerechtelijke organisatie .................................................................................................................... 9
Invloeden ........................................................................................................................................... 9
pg. 1
, HISTORISCH KADER
- Volledig andere rechtsfamilie
- Oudste beschaving ter wereld ?
o Minstens 3500 jaar continue ontwikkeling en ononderbroken geschiedenis
China wortelt rechtstreeks in prehistorie
Chinese keizerrijk
- Qin Shi Huang – 1ste keizer
CONFUCIUS : 551-476 V. CHR.
- Chinees denker & sociaal filosoof
- Tijdgenoot van Plato & Aristoteles (grote Griekse filosofen)
- Leraar, filosoof
o Gesprekken van Confucius (Lunyu)
Optekening van 499 uitspraken die Confucius zou hebben gedaan.
Een van meest invloedrijke werken in de wereldliteratuur.
Maar het is geen godsdienst, maar weel een sociale filosofie
- Confucianisme krijgt omstreeks 200 v.Chr. vaste voet aan grond bij het Chinese keizerlijk hof.
- Confucianisme wordt staatsideologie in het keizerrijk
o Zal dit ook blijven tot het einde van het Chinese keizerrijk
o Mensen worden hierin opgeleid, in de Li
- Enorme invloed op rechtsvorming in China
MORALITEIT ALS ORDENINGSSYSTEEM
- Confucianisme situeert grondslagen van samenleving in de moraliteit
o Essentieel humanistisch (niet op transcendentie gericht)
Morele verantwoordelijkheid van mensen, innerlijke moraliteit
o Mens is intrinsiek goed & opvoeding is cruciaal
- Burger moet zich de Li eigen maken en zal dan goed doen.
o Li = op confucianisme gebaseerde code van morele & sociale waarden
Kan eigenlijk de ethische code genoemd worden dat de mens zich dan eigen
moet maken
Of sociale druk, mensen willen zich conformeren
Maatschappelijk uitgesloten
Fa = het recht, dit is er als de Li faalt
Kan ook dat er een leemte is in de Li, bv.: organisatie van de
administratie
- Mensen conformeren zich niet aan heersende gedragspatronen uit angst voor juridische sancties
maar omwille van hun geweten en aangeleerde moraliteit.
o De drang naar conformisme blijft tot op de dag van vandaag zeer groot
Mensen hebben bijna een schrik om af te wijken van maatschappelijke
patronen
Mensen conformeren zich met heersende gedragspatronen
- Uitspraak: Leid mensen met bevelen, houd ze in het gareel met strafrecht, & zij zullen bestraffing
vermijden, doch zullen geen schaamte voelen. Leid mensen met deugd, houd hen in het gareel
met welvoeglijkheid, en zij zullen zich nt alleen schamen, maar boven alles zichzelf besturen.
o Mensen moreel goed maken, zodat de sociale afkeuring groot wordt
o Op langere termijn is dit dus beter mensen gaan zich zelf gaan sturen
pg. 2
Historisch kader ................................................................................................................................. 2
Confucius : 551-476 V. Chr. ............................................................................................................. 2
Moraliteit als ordeningssysteem ................................................................................................... 2
Li: Confuciaanse code van morele en sociale waarden .................................................................. 3
Chinees isolationisme ..................................................................................................................... 4
19de eeuw en verder ....................................................................................................................... 4
One land, 2 systems ... ................................................................................................................ 4
Conflicten ................................................................................................................................... 5
Republiek China: 1912-1949 ........................................................................................................ 5
Volksrepubliek China: 1949-... ..................................................................................................... 6
Staatsstructuur en rechtsbronnen ....................................................................................................... 6
Verhouding tss rechtsbronnen ............................................................................................................ 8
Algemene benadering: Confuciaanse rechtsvisie ................................................................................. 8
Gerechtelijke organisatie .................................................................................................................... 9
Invloeden ........................................................................................................................................... 9
pg. 1
, HISTORISCH KADER
- Volledig andere rechtsfamilie
- Oudste beschaving ter wereld ?
o Minstens 3500 jaar continue ontwikkeling en ononderbroken geschiedenis
China wortelt rechtstreeks in prehistorie
Chinese keizerrijk
- Qin Shi Huang – 1ste keizer
CONFUCIUS : 551-476 V. CHR.
- Chinees denker & sociaal filosoof
- Tijdgenoot van Plato & Aristoteles (grote Griekse filosofen)
- Leraar, filosoof
o Gesprekken van Confucius (Lunyu)
Optekening van 499 uitspraken die Confucius zou hebben gedaan.
Een van meest invloedrijke werken in de wereldliteratuur.
Maar het is geen godsdienst, maar weel een sociale filosofie
- Confucianisme krijgt omstreeks 200 v.Chr. vaste voet aan grond bij het Chinese keizerlijk hof.
- Confucianisme wordt staatsideologie in het keizerrijk
o Zal dit ook blijven tot het einde van het Chinese keizerrijk
o Mensen worden hierin opgeleid, in de Li
- Enorme invloed op rechtsvorming in China
MORALITEIT ALS ORDENINGSSYSTEEM
- Confucianisme situeert grondslagen van samenleving in de moraliteit
o Essentieel humanistisch (niet op transcendentie gericht)
Morele verantwoordelijkheid van mensen, innerlijke moraliteit
o Mens is intrinsiek goed & opvoeding is cruciaal
- Burger moet zich de Li eigen maken en zal dan goed doen.
o Li = op confucianisme gebaseerde code van morele & sociale waarden
Kan eigenlijk de ethische code genoemd worden dat de mens zich dan eigen
moet maken
Of sociale druk, mensen willen zich conformeren
Maatschappelijk uitgesloten
Fa = het recht, dit is er als de Li faalt
Kan ook dat er een leemte is in de Li, bv.: organisatie van de
administratie
- Mensen conformeren zich niet aan heersende gedragspatronen uit angst voor juridische sancties
maar omwille van hun geweten en aangeleerde moraliteit.
o De drang naar conformisme blijft tot op de dag van vandaag zeer groot
Mensen hebben bijna een schrik om af te wijken van maatschappelijke
patronen
Mensen conformeren zich met heersende gedragspatronen
- Uitspraak: Leid mensen met bevelen, houd ze in het gareel met strafrecht, & zij zullen bestraffing
vermijden, doch zullen geen schaamte voelen. Leid mensen met deugd, houd hen in het gareel
met welvoeglijkheid, en zij zullen zich nt alleen schamen, maar boven alles zichzelf besturen.
o Mensen moreel goed maken, zodat de sociale afkeuring groot wordt
o Op langere termijn is dit dus beter mensen gaan zich zelf gaan sturen
pg. 2