!Examen cardio 2022-2023
60 MCQ vragen + 1 open vraag anatomie + 1 open vraag embryologie
De vetgedrukte antwoorden zijn correct. Indien een stelling rood is, dan is er twijfel over
deze vraag.
OPEN VRAGEN ANATOMIE ( K. D’Herde)
- plaat larynx, kraakbeen elementen + spieren benoemen
1
epiglotis
2+ 3 cartilago cureiforme
4 + 5 cartilago corriculata
6 + 7
cartilago arytenoidea
S cartilago cicoidea
9 artilago thyroidea
a
a m .
aryepiglottica
arytenodeus ablique
E E m
C
.
transversu f
C an .
aryteroiders
d m .
cricoarytenodeus posterior
d
-
,Anatomie (K. D’Herde)
1. Welk van volgende is GEEN vertakking van de a. maxillaris?
A) De a. auricularis profunda W
B) De a. meningea media ~
C)
G De a. palatina ascendens >
-
afacialis a. palatina DESCENDENS is wel een
zijtak
D) De a. infraorbitalis v
2. Een carcinoom van de neusholte zal NIET metastaseren naar welk van volgende
lymfeknopen?
A) Lln. Buccales
O
B) Lln. Submandibulares -
Lynufe uit
de voorste delen d neusholte
C) Ln. Jugulodigastricus
D) Lln. Retropharyngei
& -
lymfe uit
de achterste delen en de laterale wand ad neusholte
3. Welk van volgende stellingen met betrekking tot de blaas van de man is CORRECT?
Parasympathische
A)
/ Orthosympathische vezels worden meegevoerd met de pelvische splanchnische
hyprogastrische
↳ re nwe r
zenuwen. ohouden va r vrine i n de vrethra
onder de Is sphincter
prostaat
m pudemdus)
.
exter ns vrethrae (m .
B) In de urethra is een willekeurig geïnnerveerde sfincter aanwezig, in de blaashals een
~
O ↳ boven de
prostaat
~ m
rethrae ONWEERrograde ejaculatie
Sphinter i n te r n u s
autonoom geïnnerveerde.
.
C)
S De nn. splanchnici pelvici vervoeren de sensibele afferenten voor de vullingstoestand
blaas pijpreceptoren ↳ stretch-en
van de ureter.
D)
S Het trigonum vesicae is het enige deel van de blaas dat orthosympathisch bezenuwd
4
↳ tussen beide Ostia vreteris
fout m detrusor resicae
wordt.
,
.
ostiu m vrethrae i n te r r u
woo OS besenvcod- relaxatie (B-rec )
en
.
= vlakke deel spierballjes)
(niet verheven door
↑
contractie
PS :
blaadlediging --
4. Welk van volgende stellingen met betrekking tot de ureter is CORRECT?
A)
S De ureter wordt bezenuwd door orthosympathische vezels >
- ook door PS vezels
B) De ureter wordt bevloeid vanuit vele arteriën: a. renalis, aa. gonadales, aorta, a.
O
vesicalis superior en inferior, a. iliaca communis en a. uterina
↳ umbilicalis ailiaca interna
C) De ureter vertoont op zijn verloopt vier fysiologische vernauwingen *vergangvan
a .
bij drie
↳ v ro u we n naar e s n e
S ↳ door de blaaswand
bij doorgang
D) De ureter wordt door zijn lange lengte over een groot segment bezenuwd: L1-S2
S
T10-S4
5. Welk van volgende stellingen met betrekking tot topologie van de rechternier is
CORRECT?
A) De rechternier ligt in contact met vier spieren: het diafragma, de m. psoas, de m.
O
quadratus lumborum en de aponeurose van transversus abdominis
major psoas
B) De mediale rand ligt tegen de m. quadratus lumborum aan
m .
↳ ad nier
posterieur 12
C) De rechternier reikt met zijn extremitas superior tot tegen rib 10
/- met onder 1 1
linker
froger ,
nier
tot
reifet
aan 11
D) Deze wordt anterieur gekruist door drie spinale zenuwen >
- tussen nier en
achterliggende spieren
posterieur 4 m subcostalig
.
↳ n .
iliohypogastrics
↳ m .
ilioinguinalis
, 6. Een patiënt heeft een pneumothorax veroorzaakt door een messteek net craniaal
van het mediale derde van de clavicula. U vermoedt dat deze pneumothorax veroorzaakt is
door een letsel van de…
A) Mediastinale pariëtale pleura
B)
O Cupula pleurae >
-
craniale
meest pariétale pleura
deel val ; reikt met boven de clavicula
C) Linker hoofdbronchus tracheabifurcatie
>
-
the Th
D) Costale pleura >
-
binnenkant
bekleedt de id thoraswand
7. Bij een patiënt wordt een ernstige chylothorax vastgesteld. Door een lek in de ductus
thoracicus lekt er dus chylevocht in de pleuraholte. De chirurg wilt dit oplossen door de
ductus af te binden. Hoe benadert de chirurg deze het BEST?
A) De chirurg kan beide pleuraholten benaderen aangezien de ductus van rechtsonder
↳ maar
pleuraholte
komt niet rechtstreeks in contact met de
naar linksboven verloopt.
V
B) De chirurg benadert de ductus het best craniaal van de clavicula: hier stort hij zich uit
in de angulus venosus sinistra. nabijheid grote bloedvaten
>
-
va n
C) De chirurg benadert de ductus het best langs de linker pleuraholte en in de hiatus
aorticus. Hier ligt de ductus links van de aorta.
D) De chirurg benadert de ductus het best langs de rechter pleuraholte en in de hiatus
&
T12
aorticus. Hier ligt de ductus rechts van de aorta.(t
&
achter de
en
oesophagus
H10 emeryou 8. Welk van volgende stellingen over de pleuropericadiale plooien is NIET correct?
A) Deze plooien vergroeien met de dorsale meso van de voordarm
&
B) Deze plooien ontstaan uit de laterale lichaamswand groeien splitsen
pleuraholten
V - vr
mericardhalte
mediaal toe
en de
en
twee
de
C) Deze plooien geven aanleiding tot de vorming van een pericardholte en twee
pleuraholten ~
D) Deze plooien verklaren de topologie van de n. phrenicus: tussen sereus pericard en
paritale laag ↳
de pariëtale pleura V
of pericard
45 embryo 9. Welke stelling met betrekking tot de intra- en extraembryonale venen is NIET
↓ ↳ v umbillicalis
correct?
.
↳ v vetillina
Cardinalis
.
5 .
ant/post/comm.
A) De ductus venosus is een verbinding tussen de linker v. umbilicalis en de v. cava
↳ de lever
by passt
inferior V
B) De linker vena vitellina verdwijnt, terwijl de rechter v. vitellina bijdraagt tot de
vorming van de v. cava inferior pars hepatica
~ ->
C) Volgens alle auteurs levert het subcardinalissysteem een bijdrage aan de vorming
4 pars renalis
van v. cava inferior
D) Het cardinalissysteem geeft ontstaan aan v. azygos en v. hemiazygos
j
↳
supracardinalis systeem
60 MCQ vragen + 1 open vraag anatomie + 1 open vraag embryologie
De vetgedrukte antwoorden zijn correct. Indien een stelling rood is, dan is er twijfel over
deze vraag.
OPEN VRAGEN ANATOMIE ( K. D’Herde)
- plaat larynx, kraakbeen elementen + spieren benoemen
1
epiglotis
2+ 3 cartilago cureiforme
4 + 5 cartilago corriculata
6 + 7
cartilago arytenoidea
S cartilago cicoidea
9 artilago thyroidea
a
a m .
aryepiglottica
arytenodeus ablique
E E m
C
.
transversu f
C an .
aryteroiders
d m .
cricoarytenodeus posterior
d
-
,Anatomie (K. D’Herde)
1. Welk van volgende is GEEN vertakking van de a. maxillaris?
A) De a. auricularis profunda W
B) De a. meningea media ~
C)
G De a. palatina ascendens >
-
afacialis a. palatina DESCENDENS is wel een
zijtak
D) De a. infraorbitalis v
2. Een carcinoom van de neusholte zal NIET metastaseren naar welk van volgende
lymfeknopen?
A) Lln. Buccales
O
B) Lln. Submandibulares -
Lynufe uit
de voorste delen d neusholte
C) Ln. Jugulodigastricus
D) Lln. Retropharyngei
& -
lymfe uit
de achterste delen en de laterale wand ad neusholte
3. Welk van volgende stellingen met betrekking tot de blaas van de man is CORRECT?
Parasympathische
A)
/ Orthosympathische vezels worden meegevoerd met de pelvische splanchnische
hyprogastrische
↳ re nwe r
zenuwen. ohouden va r vrine i n de vrethra
onder de Is sphincter
prostaat
m pudemdus)
.
exter ns vrethrae (m .
B) In de urethra is een willekeurig geïnnerveerde sfincter aanwezig, in de blaashals een
~
O ↳ boven de
prostaat
~ m
rethrae ONWEERrograde ejaculatie
Sphinter i n te r n u s
autonoom geïnnerveerde.
.
C)
S De nn. splanchnici pelvici vervoeren de sensibele afferenten voor de vullingstoestand
blaas pijpreceptoren ↳ stretch-en
van de ureter.
D)
S Het trigonum vesicae is het enige deel van de blaas dat orthosympathisch bezenuwd
4
↳ tussen beide Ostia vreteris
fout m detrusor resicae
wordt.
,
.
ostiu m vrethrae i n te r r u
woo OS besenvcod- relaxatie (B-rec )
en
.
= vlakke deel spierballjes)
(niet verheven door
↑
contractie
PS :
blaadlediging --
4. Welk van volgende stellingen met betrekking tot de ureter is CORRECT?
A)
S De ureter wordt bezenuwd door orthosympathische vezels >
- ook door PS vezels
B) De ureter wordt bevloeid vanuit vele arteriën: a. renalis, aa. gonadales, aorta, a.
O
vesicalis superior en inferior, a. iliaca communis en a. uterina
↳ umbilicalis ailiaca interna
C) De ureter vertoont op zijn verloopt vier fysiologische vernauwingen *vergangvan
a .
bij drie
↳ v ro u we n naar e s n e
S ↳ door de blaaswand
bij doorgang
D) De ureter wordt door zijn lange lengte over een groot segment bezenuwd: L1-S2
S
T10-S4
5. Welk van volgende stellingen met betrekking tot topologie van de rechternier is
CORRECT?
A) De rechternier ligt in contact met vier spieren: het diafragma, de m. psoas, de m.
O
quadratus lumborum en de aponeurose van transversus abdominis
major psoas
B) De mediale rand ligt tegen de m. quadratus lumborum aan
m .
↳ ad nier
posterieur 12
C) De rechternier reikt met zijn extremitas superior tot tegen rib 10
/- met onder 1 1
linker
froger ,
nier
tot
reifet
aan 11
D) Deze wordt anterieur gekruist door drie spinale zenuwen >
- tussen nier en
achterliggende spieren
posterieur 4 m subcostalig
.
↳ n .
iliohypogastrics
↳ m .
ilioinguinalis
, 6. Een patiënt heeft een pneumothorax veroorzaakt door een messteek net craniaal
van het mediale derde van de clavicula. U vermoedt dat deze pneumothorax veroorzaakt is
door een letsel van de…
A) Mediastinale pariëtale pleura
B)
O Cupula pleurae >
-
craniale
meest pariétale pleura
deel val ; reikt met boven de clavicula
C) Linker hoofdbronchus tracheabifurcatie
>
-
the Th
D) Costale pleura >
-
binnenkant
bekleedt de id thoraswand
7. Bij een patiënt wordt een ernstige chylothorax vastgesteld. Door een lek in de ductus
thoracicus lekt er dus chylevocht in de pleuraholte. De chirurg wilt dit oplossen door de
ductus af te binden. Hoe benadert de chirurg deze het BEST?
A) De chirurg kan beide pleuraholten benaderen aangezien de ductus van rechtsonder
↳ maar
pleuraholte
komt niet rechtstreeks in contact met de
naar linksboven verloopt.
V
B) De chirurg benadert de ductus het best craniaal van de clavicula: hier stort hij zich uit
in de angulus venosus sinistra. nabijheid grote bloedvaten
>
-
va n
C) De chirurg benadert de ductus het best langs de linker pleuraholte en in de hiatus
aorticus. Hier ligt de ductus links van de aorta.
D) De chirurg benadert de ductus het best langs de rechter pleuraholte en in de hiatus
&
T12
aorticus. Hier ligt de ductus rechts van de aorta.(t
&
achter de
en
oesophagus
H10 emeryou 8. Welk van volgende stellingen over de pleuropericadiale plooien is NIET correct?
A) Deze plooien vergroeien met de dorsale meso van de voordarm
&
B) Deze plooien ontstaan uit de laterale lichaamswand groeien splitsen
pleuraholten
V - vr
mericardhalte
mediaal toe
en de
en
twee
de
C) Deze plooien geven aanleiding tot de vorming van een pericardholte en twee
pleuraholten ~
D) Deze plooien verklaren de topologie van de n. phrenicus: tussen sereus pericard en
paritale laag ↳
de pariëtale pleura V
of pericard
45 embryo 9. Welke stelling met betrekking tot de intra- en extraembryonale venen is NIET
↓ ↳ v umbillicalis
correct?
.
↳ v vetillina
Cardinalis
.
5 .
ant/post/comm.
A) De ductus venosus is een verbinding tussen de linker v. umbilicalis en de v. cava
↳ de lever
by passt
inferior V
B) De linker vena vitellina verdwijnt, terwijl de rechter v. vitellina bijdraagt tot de
vorming van de v. cava inferior pars hepatica
~ ->
C) Volgens alle auteurs levert het subcardinalissysteem een bijdrage aan de vorming
4 pars renalis
van v. cava inferior
D) Het cardinalissysteem geeft ontstaan aan v. azygos en v. hemiazygos
j
↳
supracardinalis systeem