Natuur en techniek module:
• Leerdoel 1. De student kan uitleggen hoe het denken van kinderen zich ontwikkelt
en kan lessen in verschillende leerlagen hierop aanpassen.
• Leerdoel 2. De student kan drie onderwijsstijlen in natuurwetenschappen
noemen met hun specifieke kenmerken.
• Leerdoel 3. De student kan het belang van onderzoekend en ontdekkend leren
uitleggen en lessen ontwerpen waarbij onderzoekend en ontdekkend leren
centraal staat.
• Leerdoel 6. De student kan kennis over denkbeelden van kinderen over de
werkelijkheid toepassen in lesontwerp.
• Leerdoel 9. De student kan samenhangende lessen (of andere vormen van
onderwijsactiviteiten) uitwerken met passende werkvormen, materialen en
media, afgestemd op het niveau en de kenmerken van zijn leerlingen en
aansluitend bij de actualiteit, daarbij rekening houdend met de doorgaande
leerlijnen voor natuur- en techniekonderwijs.
Tips voor tijdens het bestuderen:
• Maak voor uzelf aantekeningen tijdens het lezen van de leerstof.
• Markeer de delen van de tekst die u belangrijk vindt, of die u lastig vindt om te
begrijpen. U kunt de gemarkeerde stukken dan nog een keer bekijken.
• Zoek zelf ook naar voorbeelden van de fenomenen die aan bod komen en
relateer deze aan het juiste begrip of de juiste begrippen.
• Omdat er in deze stof veel vaktermen worden geïntroduceerd, is het raadzaam
om hiervan een mindmap te maken. Hierdoor brengt u niet alleen in kaart welke
begrippen bij de leerstof horen, maar ook hoe deze met elkaar in verband staan.
• Verder oefenen met lastige begrippen kunt u bijvoorbeeld doen door flitskaarten
te maken. Dit kan met pen en papier, waarbij u op de voorkant van de kaart het
begrip schrijft en op de achterkant de omschrijving. Er zijn ook online allerlei
begrippentrainers te vinden die gratis te gebruiken zijn.
• Gebruik de vragen die in het hoofdstuk staan. De vragen helpen u de leerstof nog
beter te begrijpen.
• Maak de oefenopgave die bij de leerstof hoort. Zo krijgt u meer inzicht in de
leerstof.
H1: Waar gaat het om bij natuur en techniek?
Alles wat je ziet, hoort, ruikt, proeft en voelt is van nature aanwezig of is het resultaat van
de techniek, want dat is door mensen bedacht of geproduceerd.
Naar mate kinderen meer doen en beleven met, en denken over, natuur en techniek
krijgen deze meer betekenis en waarde voor ze. Door de kinderen bij hun
1
,onderzoekende activiteiten gericht te observeren, kun je beoordelen wat ze van
dergelijke activiteiten leren en zul je de koppeling tussen doen en denken herkennen. De
onderzoeksactiviteiten die er zijn zijn:
1. Waarnemen
2. Vergelijken, tellen, ordenen en meten
3. Iets beïnvloeden, onderzoeken
4. Iets uit elkaar halen, (na)bouwen
5. Waarnemingen vastleggen
6. Conclusies trekken
Het curriculum van n&t in het basisonderwijs rust op drie pijlers:
1. Kennis van natuur en techniek
2. Het denken en doen met natuur en techniek. Dus de natuurwetenschappelijke en
technische denk- en werkwijzen
3. Ideeën over het belang en de waard van natuur en techniek en een attitude die
daarbij aansluiten. Samen maken zij onderwijs voor hoofd, hart en handen
mogelijk
Natuurwetenschappen en technologie ontwikkelen zich in hoog tempo en in
wisselwerking met elkaar. Het overweldigende aanbod heeft ook zijn keerzijde: met al
die kennis weten we soms letterlijk en figuurlijk niet waar we het moeten zoeken. Hoe
selecteer je welke kennis voor de toekomst, en voor het onderwijs, belangrijk is?
Bij n&t gaat het niet enkel om kennis over en inzicht in de werkelijkheid, maar ook om de
manier van werken. Door de aanpak bij n&t geregeld te beoefenen, gaan de leerlingen
onderzoek-, denk-, en ontwerp en maakvaardigheden steeds beter beheersen. Dit geldt
ook voor de houdingsaspecten als concentratie- en doorzettingsvermogen,
zorgvuldigheid en kritische zin. Al doende wordt zichtbaar welke kinderen op dit terrein
talent hebben. Het ontplooien hiervan geeft hun plezier en voldoening, en dient
bovendien een maatschappelijk belang.
2
,Leren van en met natuur en techniek heeft invloed op de manier waarop leerlingne
ertegen aankijken en er waardering voor opbrengen. Daarbij ontwikkelen ze natuurlijke
wetenschappelijke en technische geletterdheid, waardoor ze de wereld in relatie tot
natuur en techniek met vertrouwen tegemoet kunnen treden.
- Ze kunnen iets op wetenschappelijke manier beschouwen
- Ze hebben geen ongefundeerde angst voor de omgang met andere levende
wezens of voor apparatuur en houden rekening met veiligheids- en
gezondheidsredenen
- Ze zijn zich bewust van de grenzen van natuurwetenschappelijke en technische
kennis. Absolute waarheden bestaan niet, natuurwetten zijn ‘waar’ tot het
tegendeel bewezen is.
3
, Bij natuur en techniek leren ze over wat leven mogelijk maakt. Het legt een goede basis
voor gedragskeuzen die invloed hebben op onder meer gezondheid en duurzame
ontwikkeling.
Uit peilingen blijkt dat n&t in het basisonderwijs zowel kwantitatief als kwalitatief
tekortschiet. Ook internationaal gezien blijft Nederland achter.
De natuur heeft een aantoonbaar gunstige invloed op de totale ontwikkeling van
kinderen, onder meer op hun concentratie en creativiteit.
Geletterdheid in n&t geeft zicht op de geneugten en risico’s van natuur en techniek en
maakt het mogelijk om nu en later verantwoorde keuzes te maken op het gebied van
voeding. Gezondheid, energie, milieu en duurzame ontwikkeling.
N&T is erop gericht kinderen zicht te geven op samenhangen in de materiële
werkelijkheid, waarmee het leven van mensen onlosmakelijk is verbonden.
Ontdekkende/onderzoekende en probleemoplossende activiteiten zijn daarbij
onmisbaar als basis voor kennis, verwondering, een onderzoekende en
oplossingsgerichte houding en een besef van zorg en verantwoordelijkheid voor jezelf, je
medemens en je omgeving. De kinderen ontwikkelen daarbij eigenschappen en
vaardigheden die ook natuurwetenschappers en technologen gebruiken, zoals
creativiteit, vragen stellen, probleemoplossend denken en vormgeven,
onderzoeksresultaten verzamelen, redeneren, bewijsmateriaal beoordelen en
conclusies trekken.
4
• Leerdoel 1. De student kan uitleggen hoe het denken van kinderen zich ontwikkelt
en kan lessen in verschillende leerlagen hierop aanpassen.
• Leerdoel 2. De student kan drie onderwijsstijlen in natuurwetenschappen
noemen met hun specifieke kenmerken.
• Leerdoel 3. De student kan het belang van onderzoekend en ontdekkend leren
uitleggen en lessen ontwerpen waarbij onderzoekend en ontdekkend leren
centraal staat.
• Leerdoel 6. De student kan kennis over denkbeelden van kinderen over de
werkelijkheid toepassen in lesontwerp.
• Leerdoel 9. De student kan samenhangende lessen (of andere vormen van
onderwijsactiviteiten) uitwerken met passende werkvormen, materialen en
media, afgestemd op het niveau en de kenmerken van zijn leerlingen en
aansluitend bij de actualiteit, daarbij rekening houdend met de doorgaande
leerlijnen voor natuur- en techniekonderwijs.
Tips voor tijdens het bestuderen:
• Maak voor uzelf aantekeningen tijdens het lezen van de leerstof.
• Markeer de delen van de tekst die u belangrijk vindt, of die u lastig vindt om te
begrijpen. U kunt de gemarkeerde stukken dan nog een keer bekijken.
• Zoek zelf ook naar voorbeelden van de fenomenen die aan bod komen en
relateer deze aan het juiste begrip of de juiste begrippen.
• Omdat er in deze stof veel vaktermen worden geïntroduceerd, is het raadzaam
om hiervan een mindmap te maken. Hierdoor brengt u niet alleen in kaart welke
begrippen bij de leerstof horen, maar ook hoe deze met elkaar in verband staan.
• Verder oefenen met lastige begrippen kunt u bijvoorbeeld doen door flitskaarten
te maken. Dit kan met pen en papier, waarbij u op de voorkant van de kaart het
begrip schrijft en op de achterkant de omschrijving. Er zijn ook online allerlei
begrippentrainers te vinden die gratis te gebruiken zijn.
• Gebruik de vragen die in het hoofdstuk staan. De vragen helpen u de leerstof nog
beter te begrijpen.
• Maak de oefenopgave die bij de leerstof hoort. Zo krijgt u meer inzicht in de
leerstof.
H1: Waar gaat het om bij natuur en techniek?
Alles wat je ziet, hoort, ruikt, proeft en voelt is van nature aanwezig of is het resultaat van
de techniek, want dat is door mensen bedacht of geproduceerd.
Naar mate kinderen meer doen en beleven met, en denken over, natuur en techniek
krijgen deze meer betekenis en waarde voor ze. Door de kinderen bij hun
1
,onderzoekende activiteiten gericht te observeren, kun je beoordelen wat ze van
dergelijke activiteiten leren en zul je de koppeling tussen doen en denken herkennen. De
onderzoeksactiviteiten die er zijn zijn:
1. Waarnemen
2. Vergelijken, tellen, ordenen en meten
3. Iets beïnvloeden, onderzoeken
4. Iets uit elkaar halen, (na)bouwen
5. Waarnemingen vastleggen
6. Conclusies trekken
Het curriculum van n&t in het basisonderwijs rust op drie pijlers:
1. Kennis van natuur en techniek
2. Het denken en doen met natuur en techniek. Dus de natuurwetenschappelijke en
technische denk- en werkwijzen
3. Ideeën over het belang en de waard van natuur en techniek en een attitude die
daarbij aansluiten. Samen maken zij onderwijs voor hoofd, hart en handen
mogelijk
Natuurwetenschappen en technologie ontwikkelen zich in hoog tempo en in
wisselwerking met elkaar. Het overweldigende aanbod heeft ook zijn keerzijde: met al
die kennis weten we soms letterlijk en figuurlijk niet waar we het moeten zoeken. Hoe
selecteer je welke kennis voor de toekomst, en voor het onderwijs, belangrijk is?
Bij n&t gaat het niet enkel om kennis over en inzicht in de werkelijkheid, maar ook om de
manier van werken. Door de aanpak bij n&t geregeld te beoefenen, gaan de leerlingen
onderzoek-, denk-, en ontwerp en maakvaardigheden steeds beter beheersen. Dit geldt
ook voor de houdingsaspecten als concentratie- en doorzettingsvermogen,
zorgvuldigheid en kritische zin. Al doende wordt zichtbaar welke kinderen op dit terrein
talent hebben. Het ontplooien hiervan geeft hun plezier en voldoening, en dient
bovendien een maatschappelijk belang.
2
,Leren van en met natuur en techniek heeft invloed op de manier waarop leerlingne
ertegen aankijken en er waardering voor opbrengen. Daarbij ontwikkelen ze natuurlijke
wetenschappelijke en technische geletterdheid, waardoor ze de wereld in relatie tot
natuur en techniek met vertrouwen tegemoet kunnen treden.
- Ze kunnen iets op wetenschappelijke manier beschouwen
- Ze hebben geen ongefundeerde angst voor de omgang met andere levende
wezens of voor apparatuur en houden rekening met veiligheids- en
gezondheidsredenen
- Ze zijn zich bewust van de grenzen van natuurwetenschappelijke en technische
kennis. Absolute waarheden bestaan niet, natuurwetten zijn ‘waar’ tot het
tegendeel bewezen is.
3
, Bij natuur en techniek leren ze over wat leven mogelijk maakt. Het legt een goede basis
voor gedragskeuzen die invloed hebben op onder meer gezondheid en duurzame
ontwikkeling.
Uit peilingen blijkt dat n&t in het basisonderwijs zowel kwantitatief als kwalitatief
tekortschiet. Ook internationaal gezien blijft Nederland achter.
De natuur heeft een aantoonbaar gunstige invloed op de totale ontwikkeling van
kinderen, onder meer op hun concentratie en creativiteit.
Geletterdheid in n&t geeft zicht op de geneugten en risico’s van natuur en techniek en
maakt het mogelijk om nu en later verantwoorde keuzes te maken op het gebied van
voeding. Gezondheid, energie, milieu en duurzame ontwikkeling.
N&T is erop gericht kinderen zicht te geven op samenhangen in de materiële
werkelijkheid, waarmee het leven van mensen onlosmakelijk is verbonden.
Ontdekkende/onderzoekende en probleemoplossende activiteiten zijn daarbij
onmisbaar als basis voor kennis, verwondering, een onderzoekende en
oplossingsgerichte houding en een besef van zorg en verantwoordelijkheid voor jezelf, je
medemens en je omgeving. De kinderen ontwikkelen daarbij eigenschappen en
vaardigheden die ook natuurwetenschappers en technologen gebruiken, zoals
creativiteit, vragen stellen, probleemoplossend denken en vormgeven,
onderzoeksresultaten verzamelen, redeneren, bewijsmateriaal beoordelen en
conclusies trekken.
4