Hoofdstuk 8: Ademhaling:
Oriëntatie:
Niet bewuste controle
Ons ademhalingscentrum in het verlengde merg analyseert de hoeveelheid CO 2
in het bloed via de longen ademen we dan O2 in en komt zo via de
longblaasjes in het bloed terecht
Zuurstof gekoppeld aan hemoglobine (RBC) bevoorraden alle cellen
Zuurtstoftekort = anaërobe verbranding men noemt deze toestand acidose
= ophoping van zuren
Beïnvloedende factoren:
Persoonlijke:
o Leeftijd invloed op de frequentie
o Werk- en leefklimaat zittende arbeid vs lichamelijke arbeid
o Regelmatige beweging goede houding en sport kunnen kwaliteit
ademhaling verbeteren
o Psychische en lichamelijke gesteldheid boosheid, angst, blijdschap,
verliefdheid, …
Omgevingsfactoren:
o Klimaat bergklimaat
o Leef- en werkklimaat strengere eisen stellen voor betere lucht, smog,
zure regen, …
o Cultuur subculturen zoals fitnessclubs, yogaclubs aandacht voor een
goede ademhaling kenmerkend
Lichamelijke en psychisch functioneren:
o Houding en beweging
o Wordt de stofwisseling in de cellen versneld bv. Bij koorts dan neemt de
circulatie toe om meer zuurstof aan te voeren en daarmee ook de
ademhalingsfrequentie en ademhalingsdiepte
o Levensritme onregelmatig werken en rusten, te intensief inspannen, te
lang passief zijn, te veel stress werkt allemaal in op de ademhaling
Verpleegkundige methodieken: Hoofdstuk 8: Ademhaling
1
, Verzamelen van gegevens:
Anamnesegesprek bekend met longziekte? Roken? Pijn bij ademhaling? …
Observeren van de ademhaling:
o Kleur
o Houding
o Kortademigheid
o Sputum
o Hoesten
o …
Ademhalingstypes:
Costale ademhaling = borstademhaling
Abdominale ademhaling = buikademhaling
Costo-abdominale ademhaling = combinatie van borst en buikademhaling
Frequentie:
Normaal 14-18 ademhalingen / minuut
Pasgeborene 40 ademhalingen / minuut
Zuigeling 35 ademhalingen / minuut
Kleuters 20-30 ademhalingen / minuut
Tachypnoe versnelde ademhaling meer dan 24 ademhalingen per minuut
bv. Bij koorts, angst, inspanning
Bradypnoe langzame ademhaling minder dan 10 adehamingen per minuut
bv. Morfine, slaap
Ritme:
Normaal regelmatig, zonder tussenpozen
Dyspnoe = Bemoeilijkte ademhaling of kortademigheid. De frequentie van de
ademhaling is verhoogd, ademhaling is minder diep en het ademen kost
zichtbaar meer moeite
o Dyspnoe d’ effort = cardiale dyspnoe
o Pulmonale dyspnoe oorzaak ligt in de longen
Inspiratoir / expiratoir = inademen / uitademen
Apnoe = ademhalingsstilstand Men wordt blauw en raakt bewusteloos bv.
Bij hartstilstand, verdrinking en bij ongevallen maar kan ook een gevolg zijn van
verstikking
Orthopnoe = kortademigheid in rust bv. Bij longziekten, hartpatiënten
Verpleegkundige methodieken: Hoofdstuk 8: Ademhaling
2
Oriëntatie:
Niet bewuste controle
Ons ademhalingscentrum in het verlengde merg analyseert de hoeveelheid CO 2
in het bloed via de longen ademen we dan O2 in en komt zo via de
longblaasjes in het bloed terecht
Zuurstof gekoppeld aan hemoglobine (RBC) bevoorraden alle cellen
Zuurtstoftekort = anaërobe verbranding men noemt deze toestand acidose
= ophoping van zuren
Beïnvloedende factoren:
Persoonlijke:
o Leeftijd invloed op de frequentie
o Werk- en leefklimaat zittende arbeid vs lichamelijke arbeid
o Regelmatige beweging goede houding en sport kunnen kwaliteit
ademhaling verbeteren
o Psychische en lichamelijke gesteldheid boosheid, angst, blijdschap,
verliefdheid, …
Omgevingsfactoren:
o Klimaat bergklimaat
o Leef- en werkklimaat strengere eisen stellen voor betere lucht, smog,
zure regen, …
o Cultuur subculturen zoals fitnessclubs, yogaclubs aandacht voor een
goede ademhaling kenmerkend
Lichamelijke en psychisch functioneren:
o Houding en beweging
o Wordt de stofwisseling in de cellen versneld bv. Bij koorts dan neemt de
circulatie toe om meer zuurstof aan te voeren en daarmee ook de
ademhalingsfrequentie en ademhalingsdiepte
o Levensritme onregelmatig werken en rusten, te intensief inspannen, te
lang passief zijn, te veel stress werkt allemaal in op de ademhaling
Verpleegkundige methodieken: Hoofdstuk 8: Ademhaling
1
, Verzamelen van gegevens:
Anamnesegesprek bekend met longziekte? Roken? Pijn bij ademhaling? …
Observeren van de ademhaling:
o Kleur
o Houding
o Kortademigheid
o Sputum
o Hoesten
o …
Ademhalingstypes:
Costale ademhaling = borstademhaling
Abdominale ademhaling = buikademhaling
Costo-abdominale ademhaling = combinatie van borst en buikademhaling
Frequentie:
Normaal 14-18 ademhalingen / minuut
Pasgeborene 40 ademhalingen / minuut
Zuigeling 35 ademhalingen / minuut
Kleuters 20-30 ademhalingen / minuut
Tachypnoe versnelde ademhaling meer dan 24 ademhalingen per minuut
bv. Bij koorts, angst, inspanning
Bradypnoe langzame ademhaling minder dan 10 adehamingen per minuut
bv. Morfine, slaap
Ritme:
Normaal regelmatig, zonder tussenpozen
Dyspnoe = Bemoeilijkte ademhaling of kortademigheid. De frequentie van de
ademhaling is verhoogd, ademhaling is minder diep en het ademen kost
zichtbaar meer moeite
o Dyspnoe d’ effort = cardiale dyspnoe
o Pulmonale dyspnoe oorzaak ligt in de longen
Inspiratoir / expiratoir = inademen / uitademen
Apnoe = ademhalingsstilstand Men wordt blauw en raakt bewusteloos bv.
Bij hartstilstand, verdrinking en bij ongevallen maar kan ook een gevolg zijn van
verstikking
Orthopnoe = kortademigheid in rust bv. Bij longziekten, hartpatiënten
Verpleegkundige methodieken: Hoofdstuk 8: Ademhaling
2