Wat is recht?
Regels worden bepaald door wetgevende- en uitvoerende macht. Deze
regels veranderen continu door een samenleving die continu evolueert.
Recht = Het geheel van afdwingbare regels, afgesproken door een
samenleving, om het menselijk handelen in die samenleving te ordenen.
Afdwingbare regels zijn regels waarmee je naar de rechtbank kunt
stappen indien deze niet nageleefd worden.
Soorten regels
-gedragsregels
Verbods- en gebodsbepalingen
Bv: Je mag niet door rood rijden, je mag niemand slaan, je moet door
het groen rijden
-toepassingsregels- en structuren
Bv: Regels rond procedures
-regels rond het maken van de wet
Objectiefrecht
= een geheel van gedragsregels of normen die aan het individu opgelegd
worden door de overheid.
algemeen verbindende bevelen waaruit verplichtingen voortvloeien.
je vindt deze terug in de CX
Objectiefrecht is algemeen en abstract (is voor iedereen van toepassing)
Bv: Art 6.5 BW, je mag niet door rood rijden, je mag niet stelen, …
Subjectief recht
= Concrete afspraken die individuen kunnen maken op bepaalde
gedragingen van anderen of op bepaalde middelen.
vloeit voort uit objectiefrecht
, Subjectiefrecht is concreet en toegepast.
Bv: Als het licht groen is mag ik doorrijden, recht op
schadevergoeding, …
Art 6.5 BW (Art 1382 oud BW)
Eenieder is aansprakelijk voor de schade die hij door zijn fout aan een
ander veroorzaakt.
= belangrijk voorbeeld van objectiefrecht
= aquiliaanse aansprakelijkheid (=buitencontractuele aansprakelijkheid, =
aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, = burgerlijke aansprakelijkheid)
Houdt in dat eenieder aansprakelijk is voor de schade die hij door
zijn fout aan een ander veroorzaakt.
Je moet kunnen aantonen dat: er een fout is begaan, er schade is
aangericht, er een oorzakelijk verband is (tussen de fout en schade)
De fout bestaat oftewel uit een schending van een specifieke rechtsregel
ofwel een schending van de zorgvuldigheidsplicht.
Het subjectief recht wat voortvloeit uit het objectiefrecht met als
voorbeeld Art 6.5 BW is het recht op schadevergoeding.
Het subjectief recht wat voortvloeit uit het objectiefrecht met als
voorbeeld Art 6.5 BW is het recht op zorgvuldig behandelen van de
medemens.
Rechtssubject
=zijn de houder van subjectieve rechten.
Dit zijn enerzijds natuurlijke personen (mensen van vlees en bloed).
Anderzijds zijn dit rechtspersonen (fictie vh recht).
rechtspersonen is een groepering, instelling, … met eigen rechten
en plichten en een eigen vermogen.
Bv: Chiro, sportclub, bv, vzw, …
Regels worden bepaald door wetgevende- en uitvoerende macht. Deze
regels veranderen continu door een samenleving die continu evolueert.
Recht = Het geheel van afdwingbare regels, afgesproken door een
samenleving, om het menselijk handelen in die samenleving te ordenen.
Afdwingbare regels zijn regels waarmee je naar de rechtbank kunt
stappen indien deze niet nageleefd worden.
Soorten regels
-gedragsregels
Verbods- en gebodsbepalingen
Bv: Je mag niet door rood rijden, je mag niemand slaan, je moet door
het groen rijden
-toepassingsregels- en structuren
Bv: Regels rond procedures
-regels rond het maken van de wet
Objectiefrecht
= een geheel van gedragsregels of normen die aan het individu opgelegd
worden door de overheid.
algemeen verbindende bevelen waaruit verplichtingen voortvloeien.
je vindt deze terug in de CX
Objectiefrecht is algemeen en abstract (is voor iedereen van toepassing)
Bv: Art 6.5 BW, je mag niet door rood rijden, je mag niet stelen, …
Subjectief recht
= Concrete afspraken die individuen kunnen maken op bepaalde
gedragingen van anderen of op bepaalde middelen.
vloeit voort uit objectiefrecht
, Subjectiefrecht is concreet en toegepast.
Bv: Als het licht groen is mag ik doorrijden, recht op
schadevergoeding, …
Art 6.5 BW (Art 1382 oud BW)
Eenieder is aansprakelijk voor de schade die hij door zijn fout aan een
ander veroorzaakt.
= belangrijk voorbeeld van objectiefrecht
= aquiliaanse aansprakelijkheid (=buitencontractuele aansprakelijkheid, =
aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, = burgerlijke aansprakelijkheid)
Houdt in dat eenieder aansprakelijk is voor de schade die hij door
zijn fout aan een ander veroorzaakt.
Je moet kunnen aantonen dat: er een fout is begaan, er schade is
aangericht, er een oorzakelijk verband is (tussen de fout en schade)
De fout bestaat oftewel uit een schending van een specifieke rechtsregel
ofwel een schending van de zorgvuldigheidsplicht.
Het subjectief recht wat voortvloeit uit het objectiefrecht met als
voorbeeld Art 6.5 BW is het recht op schadevergoeding.
Het subjectief recht wat voortvloeit uit het objectiefrecht met als
voorbeeld Art 6.5 BW is het recht op zorgvuldig behandelen van de
medemens.
Rechtssubject
=zijn de houder van subjectieve rechten.
Dit zijn enerzijds natuurlijke personen (mensen van vlees en bloed).
Anderzijds zijn dit rechtspersonen (fictie vh recht).
rechtspersonen is een groepering, instelling, … met eigen rechten
en plichten en een eigen vermogen.
Bv: Chiro, sportclub, bv, vzw, …