H1: Assistentie bij het klinisch onderzoek
1. Uit welke 6 delen bestaat het klinisch onderzoek?
Signalement
Anamneme
Algemene indruk
Basisonderzoek
Gericht onderzoek
Aanvullend onderzoek
2. Wat zijn de 4 alertheids-niveaus?
Alert
Stupor (sterk verminderde alertheid)
Sopor (diepe, bijna comateuze slaap)
Coma
3. Ander woord voor te mager?
Cachexie
4. Wat is de volgorde van het algemeen lichamelijk onderzoek? (6)
Ademhaling
Pols
Temperatuur
Slijmvliezen
Lymfeknopen
Turgor
5. Wat is dyspnee, polypnee, apnee en stridor nasalis?
Apnee: tijdelijk stoppen met ademhalen
Dyspnee: vermoeilijkste ademhaling
Polypnee: sterk versnelde ademhaling
Stridor nasalis: reutels uit de neus
6. Bechrijf wat een pendelende ademhaling is
Veroorzaakt door scheur in diafragma/
inspiratie ➔ thorax zet uit, abdomen zakt in
Expiratie ➔ thorax zakt in, abdomen zet uit
➔ duidelijk pendelende beweging tussen thorax en abdomen
7. Wat zijn de 3 hartkleppen?
Pulmonaire klep (3de intercostale ruimte)
Aortaklep (4de intercostale ruimte)
Mitralis klep (5de intercostale ruimte)
8. Wat is respiratoire aritmie? Hoe is het normaal?
Respiratoire aritmie is de variatie in hartritme dat samenhangt met
de ademhaling.
- inspiratie ➔ lage vagustonus ➔ hogere hartslag
- expiratie ➔ hogere vagustonus ➔ lagere hartslag
9. Wat is de vagustonus?
De nervus vagus werkt via het parasympatisch zenuwstelsel (Peace
en rust)
Hoe hoger deze tonus, hoe meer signalen afgeven worden om het
, hart te onderdrukken.
Hoe lager deze tonus, hoe minder signalen worden afgegeven om
het hart te onderdrukken.
10. Wat is pulsus paradoxus?
Het fenomeen waarbij de balans tussen ademhaling en hartritme
verstoord word.
Bij inspiratie neemt de hartslag af
Bij expiratie stijgt de hartslag
11. Wat zijn de normale ademhalingsfrequenties?
Kat: 20-40
Hond: 20-40
Koe: 10-30
Paard: 8-15
12. Wat zijn de normale polsfrequenties?
Kat: 120-180
Hond: 60-120
Koe: 60-80
Paard: 30-45
13. Wat zijn de normale llichaamstemperaturen?
Kat: 38.5-39
Hond: 38-38.5
Rund: 38-39
Kalf: 38.5-40
Paard: 37-38.5
Veulen: 38.5-39.5
14. Wat zijn de verschillen tussen hyperthermie en koorts?
Koorts: een gereguleerde verhoging door hypothalamus als reactie
op infectie of onstekings ➔ medicamenteus te behandelen
Hyperthermie: ongereguleerde verhoging door externe factoren. Het
falen van de warmteregulatiesystemen.
➔ niet medicamenteus te behandelen
➔ onder controle krijgen door zweten, hijgen, koelende middelen
15. Wanneer spreekt men van hyperthermie/koorts of
hypothermie?
Stijging 0.5 boven max
Daling 0.5 onder min
16. Wat zijn leasies op slijmvliezen?
Term voor beschadigd weefsel
17. Wat zijn petechiën op slijmvliezen?
Subcutane bloedingen door gebarsten cappillairen
18. Wat is icterus?
Geelzucht
19. Wat is anemie?
Bloedarmoede (tekort aan hemoglobine in bloed)
, 20. Wat is cyanose?
Blauw/paars kleuren van de weefsels door zuurstoftekort
21. Beschrijf normale lymfeknopen? Wat als ze allemaal opgezet
zijn? Waar liggen ze?
Ellipsoid, zacht, niet pijnlijk, losliggend
Allemaal opgezet? ➔ lymfekanker
Plaatsen:
- mandibulair
- prescapullair
- axillair
- inguinaal
- Popliteaal
22. Bij wie mag je ze voelen?
Te voelen bij reu
Bij teef ➔ enkel te voelen indien onstoken
23. Wat valt onder aanvullend onderzoek?
Palpatie
Percussie
Ausculatie hart en longen
24. Wat is undulatie?
Geluid afkomstig van golvende/fluctuerende bewegingen van
bijvoorbeeld vocht doorheen het lichaam
25. Wat is percussie?
Het bekloppen van dieren te diagnose aan de hand van doffe/holle
geluiden.
26. Wat is auscultatie?
Beluisteren van de longen/hart met een stethoscoop
27. Wat zijn borbo-ryg-men?
Darmgeluiden
28. Wat is oedeem? Hoe herkent men het?
Vocht in de subcutis.
Duwen op de huid laat een krater achter.
29. Wat is een otoscoop?
Instrument om in het oor te kijken
30. Wat is een ophtalmoscoop?
Instrument om de diepere structuren van het oog te bekijken
31. Wat is een traancanule?
Instrumenten om de traankanalen te doorspuiten
32. Wat is een speculum?
Instrument om de vagina open te houden
33. Wat is een wood-lamp?
Een lamp met fluoriscrende licht om schimmels te zien
PPT 2: assistentie bij bloedonderzoek
1. Uit welke 6 delen bestaat het klinisch onderzoek?
Signalement
Anamneme
Algemene indruk
Basisonderzoek
Gericht onderzoek
Aanvullend onderzoek
2. Wat zijn de 4 alertheids-niveaus?
Alert
Stupor (sterk verminderde alertheid)
Sopor (diepe, bijna comateuze slaap)
Coma
3. Ander woord voor te mager?
Cachexie
4. Wat is de volgorde van het algemeen lichamelijk onderzoek? (6)
Ademhaling
Pols
Temperatuur
Slijmvliezen
Lymfeknopen
Turgor
5. Wat is dyspnee, polypnee, apnee en stridor nasalis?
Apnee: tijdelijk stoppen met ademhalen
Dyspnee: vermoeilijkste ademhaling
Polypnee: sterk versnelde ademhaling
Stridor nasalis: reutels uit de neus
6. Bechrijf wat een pendelende ademhaling is
Veroorzaakt door scheur in diafragma/
inspiratie ➔ thorax zet uit, abdomen zakt in
Expiratie ➔ thorax zakt in, abdomen zet uit
➔ duidelijk pendelende beweging tussen thorax en abdomen
7. Wat zijn de 3 hartkleppen?
Pulmonaire klep (3de intercostale ruimte)
Aortaklep (4de intercostale ruimte)
Mitralis klep (5de intercostale ruimte)
8. Wat is respiratoire aritmie? Hoe is het normaal?
Respiratoire aritmie is de variatie in hartritme dat samenhangt met
de ademhaling.
- inspiratie ➔ lage vagustonus ➔ hogere hartslag
- expiratie ➔ hogere vagustonus ➔ lagere hartslag
9. Wat is de vagustonus?
De nervus vagus werkt via het parasympatisch zenuwstelsel (Peace
en rust)
Hoe hoger deze tonus, hoe meer signalen afgeven worden om het
, hart te onderdrukken.
Hoe lager deze tonus, hoe minder signalen worden afgegeven om
het hart te onderdrukken.
10. Wat is pulsus paradoxus?
Het fenomeen waarbij de balans tussen ademhaling en hartritme
verstoord word.
Bij inspiratie neemt de hartslag af
Bij expiratie stijgt de hartslag
11. Wat zijn de normale ademhalingsfrequenties?
Kat: 20-40
Hond: 20-40
Koe: 10-30
Paard: 8-15
12. Wat zijn de normale polsfrequenties?
Kat: 120-180
Hond: 60-120
Koe: 60-80
Paard: 30-45
13. Wat zijn de normale llichaamstemperaturen?
Kat: 38.5-39
Hond: 38-38.5
Rund: 38-39
Kalf: 38.5-40
Paard: 37-38.5
Veulen: 38.5-39.5
14. Wat zijn de verschillen tussen hyperthermie en koorts?
Koorts: een gereguleerde verhoging door hypothalamus als reactie
op infectie of onstekings ➔ medicamenteus te behandelen
Hyperthermie: ongereguleerde verhoging door externe factoren. Het
falen van de warmteregulatiesystemen.
➔ niet medicamenteus te behandelen
➔ onder controle krijgen door zweten, hijgen, koelende middelen
15. Wanneer spreekt men van hyperthermie/koorts of
hypothermie?
Stijging 0.5 boven max
Daling 0.5 onder min
16. Wat zijn leasies op slijmvliezen?
Term voor beschadigd weefsel
17. Wat zijn petechiën op slijmvliezen?
Subcutane bloedingen door gebarsten cappillairen
18. Wat is icterus?
Geelzucht
19. Wat is anemie?
Bloedarmoede (tekort aan hemoglobine in bloed)
, 20. Wat is cyanose?
Blauw/paars kleuren van de weefsels door zuurstoftekort
21. Beschrijf normale lymfeknopen? Wat als ze allemaal opgezet
zijn? Waar liggen ze?
Ellipsoid, zacht, niet pijnlijk, losliggend
Allemaal opgezet? ➔ lymfekanker
Plaatsen:
- mandibulair
- prescapullair
- axillair
- inguinaal
- Popliteaal
22. Bij wie mag je ze voelen?
Te voelen bij reu
Bij teef ➔ enkel te voelen indien onstoken
23. Wat valt onder aanvullend onderzoek?
Palpatie
Percussie
Ausculatie hart en longen
24. Wat is undulatie?
Geluid afkomstig van golvende/fluctuerende bewegingen van
bijvoorbeeld vocht doorheen het lichaam
25. Wat is percussie?
Het bekloppen van dieren te diagnose aan de hand van doffe/holle
geluiden.
26. Wat is auscultatie?
Beluisteren van de longen/hart met een stethoscoop
27. Wat zijn borbo-ryg-men?
Darmgeluiden
28. Wat is oedeem? Hoe herkent men het?
Vocht in de subcutis.
Duwen op de huid laat een krater achter.
29. Wat is een otoscoop?
Instrument om in het oor te kijken
30. Wat is een ophtalmoscoop?
Instrument om de diepere structuren van het oog te bekijken
31. Wat is een traancanule?
Instrumenten om de traankanalen te doorspuiten
32. Wat is een speculum?
Instrument om de vagina open te houden
33. Wat is een wood-lamp?
Een lamp met fluoriscrende licht om schimmels te zien
PPT 2: assistentie bij bloedonderzoek
