maandag 10 februari 2025 8:32
Examenvragen:
- geef 3 zoönoses (brucella, vlekziekte, Tuberculose, papegaaienziekte)
- Wat als een aap niet eet in de zoo
- Olifant met een bloedneus, wat doe je van begin tot einde
Les 1: Wetgeving
Vlaamse wetgeving
erkenningsaanvraag nodig voor dieren die niet op de positieve lijst staan.
Bewijs nodig dat:
- voldoende kennis over levensgewoontes en fysiologische behoeften
- gedetailleerde beschrijving van huisvesting en verzorging
Aarvraag via Departement Leefmilieu, Natuur en Enegie bij Dierenwelzijn
➔ voorgelegd aan dierentuincommissie (9 adviesgevende experten + Hoofd van Dierenwelzijn en CITES),
uiteindelijk minister beslist over je erkenning na onderzoek van dierenwelzijn
Aanvraagdossier bevat:
- overzichtsplan met afmetingen van de verblijven
- lijst aanwezige dieren
- Milieuvergunning
- Contract erkende dierenarts
- Personeelsleden en hun taken
- Verzekeringsovereenkomst
Federale wetgeving
Toepassing van de europese wetgevingen op nationaal niveau
Gekadert door:
- Natuurdecreet: benadrukt het behoud en de bescherming van wilde soorten en hun populaties
- Soortbesluit: geeft invulling aan de bescherming van inheemse zoogdiersoorten, regelt (her)introductie,
beheer en bestrijding van invasieve soorten, en stelt verboden in (zoals bejagen, vangen of houden van
beschermde soorten).
- Mariene wetgeving: bescherming van zeezoogdieren wordt geregeld, met aandacht voor situaties als
strandingen of bijvangst.
- Koninklijk besluit: lijst vaststelt van niet voor productiedoeleinden gehouden zoogdieren
Europese wetgeving
- Vorderingen en richtlijnen zoals de Habitatrichtlijnen
- vult de nationale wetgeving aan
Internationale wetgevingen
bestaande uit verdragen zoals:
- CITES: internationale regels voor handel in bedreigde plantensoorten en diersoorten
➔ Deze internationale kaders zorgen voor een geharmoniseerde aanpak van soortbescherming, handel en
behoud over landsgrenzen heen, wat de nationale en regionale regelgeving beïnvloedt.
Vrijwillige regelgevingen
door professionals opgestelde standaarden en programma’s:
- uropean Association of Zoos and Aquaria (EAZA) en verwante initiatieven (bijv. EEP, IUCN Red List)
➔ richtlijnen voor dierverzorging, fokbeleid en educatie.
dragen bij aan het verbeteren van de kwaliteit en het behoud van dieren en hun leefgebieden en vullen zo de
Zoodieren Pagina 1
,dragen bij aan het verbeteren van de kwaliteit en het behoud van dieren en hun leefgebieden en vullen zo de
formele regelgeving aan.
Verbanden tussen wetgevingsniveau's
De Vlaamse en federale wetgeving ➔de basis van de nationale regelgeving:
- de Vlaamse regels betrekking op de exploitatie van dierentuinen
- de federale wetten breder kader voor natuur- en soortbescherming.
Europese en internationale verdragen leveren aanvullende kaders:
- stellen minimumnormen vast
- bevorderen samenwerking over grenzen heen
Vrijwillige regelgeving, opgesteld door vakorganisaties:
- vult wettelijke kaders aan door best practices en extra kwaliteitsnormen
- bescherming van dieren als de educatieve en conserveringsdoelstellingen ondersteunen.
LES 2:
De leerstof zeer praktisch kunnen toepassen, bij dieren nooit traight to the point werken! Altijd breder denken,
meerdere symptomen bekijken, terugdenken, …
Vogels
Papegaaien
Zeer divers, noteneters, nectareters
Hanteren, de kop fixeren (bijten), met een handdoek vastpakken, vleugels minimaal flappen
Ziekten:
- Infectieziektes veel minder relevant (vaak geisoleerd in gevangenschap, geen contact met natuur)
- metabole aandoeningen meer prominent! Nieuwe ziekten in gevangenschap
De nieuwe ziekten vermijden door:
- te vertrekken van de basis
- huisvesting (liefst in groep)
- welzijn (veel gevarieerd gedrag stimuleren, frustratie minimaliseren)
- gebalanceerd dieet!
ADEK ➔ vetoplosbare vitamines, te veel? ➔ stapelt zich op in het lichaam, komen allemaal vrij als het dier
vermagert, veel toxines komen vrij!
Doe niet aan symptoombestrijding, doe aan diagnostiek van de oorzaak!
➔ alternatieve geneeskunde , kijk naar de patiënt, niet enkel de symptomen
Papegaaienziektes ➔ zoönose
- conjunctivitis
- griep met koortspieken
Watervogels en hoenders
wel infectieziektes en parasitaire ziektes! ➔ komen veel in contact met de natuur en soortgenoten
vaccinatie enkel op grote schaal (10000>) mogelijk!
watervogels ➔ vocht + warmte ➔ zeer schimmelinfectie gevoelig in de luchtzakken
Botulisme ➔ bacteriële infectie, multifactoriele ziekte (bacterie + toxine), geen AB bestrijding mogelijk want
Botulisme wordt veroorzaakt door het neurotoxine van de bacterie Clostridium botulinum, niet door de bacterie
zelf. Dit toxine verstoort de signaaloverdracht tussen zenuwen en spieren, wat leidt tot verlamming. , bacteriën in
de sliblaag produceren gifstoffen die opgenomen worden door de vogels.
Zoodieren Pagina 2
,de sliblaag produceren gifstoffen die opgenomen worden door de vogels.
Patiënt ziek door de opgenomen toxines, bacterien aanwezig in de omgeving ➔ omgeving ruimen en ventilleren,
toxines ruimen met vers water, actieve houtskool
Behandeling: behandeling van een vogel met botulisme is uitdagend en meestal symptomatisch, omdat er geen
specifieke geneesmiddelen zijn tegen het toxine zodra het is opgenomen.
- verwijderen van de toxineborn
- Dwangvoederen + vochttoediening
- intensive care (warm, herpositioneren, ademhalingsondersteuning)
- eventueel darmlediging/spoeling
Je zou technisch gezien moeten zeggen dat een vogel is vergiftigd met botulinumtoxine, en niet besmet met
botulisme.
Uitzondering:
Bij wondbotulisme (zelden bij vogels) of bij jonge dieren (zoals bij infant botulism bij mensen) kan de bacterie wél
in het lichaam groeien. In die gevallen zou "besmetting" technisch kunnen kloppen.
Conclusie:
Roofvogels
Lage infectiedruk, individueel gehuisvest
Jagen op knaagdieren ➔ wel risico op infecties hierdoor
Veel schimmelinfecties bij roofvogels, warmte + vocht = schimmel
Druknecrose ➔ multifactioreel
- continue op dezelfde stok zitten , aangepaste ondergronden voorzien
- bacteriele infectie + sepsis door de druknecrose die onststeekt
- overgewicht ➔ metabole aandoeningen = meer druk op de poten
Vogel ademhaling kernpunten
- V h p hë p d
➤H d d h (éé h )d d w ë
is voor gasuitwisseling, vooral bij lage zuurstofspanningen op hoogte.
Zoodieren Pagina 3
, - Luchtzakken, Deze zakken ventileren de longen passief, ze zorgen voor een continue luchtstroom tijdens
zowel in- als uitademing.
➤ Lucht stroomt dus twee keer door de longen per ademhalingscyclus, wat de efficiëntie verhoogt.
- Geen thermale alveolen, Vogels hebben rigide, niet-uitrekbare longen met een netwerk van parabronchiën:
fijne, buisvormige kanalen waarin gaswisseling plaatsvindt. De luchtstroom door deze parabronchiën is
unidirectioneel, dus niet afhankelijk van uitzetting of samentrekking van het longweefsel zelf.
Temperatuurveranderingen beïnvloeden deze structuur niet direct, want: De parabronchiën zetten niet uit
zoals alveolen.Ventilatie wordt geregeld door de luchtzakken, niet door de longen zelf.
- Geen verslikpneumonie (aspiratiepneumonie), Doordat voedsel en luchtwegen anatomisch beter
gescheiden zijn (glottis sluit effectief bij slikken), is het risico op aspiratiepneumonie bij vogels bijna
onbestaande in vergelijking met zoogdieren.
Bij zoogdieren: De epiglottis sluit passief de luchtpijp bij slikken. Er is anatomische overlapping van slokdarm
en luchtpijp in de keelregio.
Bij vogels: Geen epiglottis, maar een krachtige, reflexmatige sluiting van de glottis (luchtwegopening).
De glottis bevindt zich verder rostraal (vooraan), net achter de tong, en staat niet in directe lijn met de
voedselweg.
Diagnose van infectie vaak te vinden in caecum
Het caecum is een diagnostisch belangrijk orgaan bij infectieziekten van het spijsverteringsstelsel omdat het –
d ë d d p – vaak de plaats is waar pathogenen zich het
eerst manifesteren, de zwaarste schade aanrichten, en waar typische macroscopische en microscopische letsels
zichtbaar worden die een snelle en betrouwbare diagnose mogelijk maken.
Buideldieren
zeer korte dracht, migreren tot in de buidel
Buideldieren (marsupialen) hebben een zeer korte dracht, vaak slechts enkele weken. Hun jongen worden
extreem onderontwikkeld geboren en migreren direct na de geboorte naar de buidel (marsupium), waar ze zich
vasthechten aan een tepel. In deze buidel ontwikkelen ze verder gedurende weken tot maanden, gevoed door
melk. De buidel functioneert zo als een uitwendig verlengstuk van de baarmoeder, wat buideldieren toelaat snel
opnieuw vruchtbaar te worden. bij veel buideldieren, vooral kangoeroes, kan er tegelijkertijd een embryo in de
d é d d h d p
Na paring ontstaat een bevrucht embryo dat zich niet meteen in de baarmoeder nestelt. De ontwikkeling wordt
d d( y d p ) :E d d é H d p
D d p d h d ë d d y d p h d w d
het volgende embryo in de baarmoeder begint te groeien en leidt tot een nieuwe geboorte.
E y d p d d d ë p
moeilijke of wisselende leefomstandigheden.
-------------------------------------------------------------------
LES 3
Gedrag als maat voor welzijn:
stereotyp gedrag ➔ niet nutteloos! Dient als coping mechanisme om om te gaan met bepaalde stressfactoren
het dier limiteren in dit gedrag, dan verplaatst het zich naar andere gedragingen.
➔ oorzaak aanpakken ipv symptoom (het stereotyp gedrag)
Stress = functioneel overlevingsmechanisme
- acute stress (noodzakelijk in bepaalde situaties)
- subacute stress (valt in een zak/shock na uitwerking cortisol)
- chronische stress (stress legt immuunsysteem stil, vatbaarder voor infectie)
stress voor maat als welzijn
men meet stress adhv cortisol, echter bij wilde dieren is dit nutteloos:
Zoodieren Pagina 4