Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting Basiskennis Geschiedenis - Geschiedenis

Note
-
Vendu
1
Pages
24
Publié le
14-11-2025
Écrit en
2025/2026

In dit document staat een samenvatting van het boek basiskennis geschiedenis. Alle hoofdstukken zijn behandeld en belangrijke begrippen zijn gearceerd.

Établissement
Cours










Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Livre connecté

École, étude et sujet

Établissement
Cours
Cours

Infos sur le Document

Livre entier ?
Oui
Publié le
14 novembre 2025
Nombre de pages
24
Écrit en
2025/2026
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

Samenvatting hoofdstuk 1
1.1 jager-verzamelaars
Er hebben verschillende menssoorten bestaan. Homo sapiens (de verstandige mens) is
de enige overgebleven mensensoort. Deze verspreidde zich vanuit Afrika over de rest
van de wereld. Ongeveer 40.000 jaar geleden verscheen Homo sapiens ook in Europa.
Zij leefden, als jager-verzamelaars, van alles wat de natuur hen opbracht.
Het klimaat had veel invloed op het leven van de jager-verzamelaars. Ongeveer 13.000
jaar geleden verdween de extreme kou van de IJstijd en maakte plaats voor een
toendraklimaat. In West-Europa trokken toen rendierjagers rond. Zij leefden als
nomaden, omdat ze rekening moesten houden met het trekgedrag van de rendieren.
Deze leverden voedsel, gereedschap en huiden. Er werd ook vuursteen gebruikt om
gereedschappen en wapens te maken. Jager-verzamelaars leefden in kleine groepen
en hadden weinig bezittingen. Er zijn dan ook weinig archeologische sporen
teruggevonden.
Door verdere opwarming van het klimaat raakte het gebied begroeid met planten en
bomen waar allerlei dieren op afkwamen. Er ontstonden meren en rivieren met vis.
Rond 7000 v.Chr. konden jager-verzamelaars voldoende voedsel vinden om langer op
1 plaats te wonen. Ze leefden half-nomadisch in een zomer- en winterkamp. In 1 van
deze jagerskampen werd het skelet van een vrouw uit ca. 5000 v.Chr. opgegraven. De
archeologen noemden haar Trijntje.

1.2 de overgang van jagen en verzamelen naar landbouw
Tussen 10.000 en 9000 v.Chr. gingen de eerste mensen over op landbouw. Dit
gebeurde in het Midden-Oosten. De overgang van jagen-verzamelen naar landbouw
bracht veel nieuwe mogelijkheden en veranderingen. Daarom wordt gesproken over de
Agrarische Revolutie.
Boeren zetten de natuur naar hun hand door het kappen van bos of graven van
irrigatiekanalen. Ze woonden op een vaste plaats en begroeven hun doden met
grafgiften in de buurt van de nederzetting. Ze produceerden veel voedsel. Dat leidde tot
bevolkingsgroei, daarom moesten nieuwe gebieden worden ontgonnen of veroverd.
Niet iedereen hoefde op het land te werken. Dat leidde tot specialisaties als
ambachtslieden, soldaten en priesters. Er werden in de loop der tijd nieuwe technieken
en uitvindingen ontwikkeld, zoals spinnen en weven van wol en het gebruik van metalen
(koper, brons en ijzer).
De landbouw verspreidde zich in de loop van 4000 jaar naar West-Europa. De eerste
landbouwcultuur in West-Europa was de Bandkeramiekcultuur (ca. 5000 v.Chr.),
genoemd naar de potten die in de graven werden gevonden. Deze boeren bouwden
grote boerderijen op de vruchtbare lössgrond van Zuid-Limburg. De bekendste
landbouwcultuur in de Trechterbekercultuur (tussen 3500 en 2700 v.Chr.), genoemd

,naar de trechtervormige potten in hunebedden. Deze grafkelders, gemaakt van grote
zwerfstenen uit een IJstijd, vinden we in de provincie Drenthe.

1.3 religieuze uitingen: grottekeningen, beeldjes en grafgiften
Er zijn geen schriftelijke bronnen uit dit tijdvak. We weten niet wat mensen toen
dachten. Toch wordt aangenomen dat zij een religieus besef of geloof hadden.
Voorbeelden zijn: grottekeningen uit ca. 35.000 v.C. in Frankrijk en Spanje, grafgiften in
hunebedden (tussen 3500 en 2700 v.Chr.) en begraven voorwerpen die als offergaven
worden gezien.

1.4 de bronnen van dit tijdvak
De prehistorie is de tijd waaruit geen geschreven bronnen bekend zijn. Onze kennis is
vooral gebaseerd op archeologisch onderzoek. Archeologen zijn de bewaarders van het
bodemarchief. Opgravingen worden eigenlijk alleen verricht, als een vindplaats dreigt te
verdwijnen. Archeologisch onderzoek gebeurt heel systematisch, zodat archeologen
met weinig gegevens toch veel te weten komen.



Samenvatting hoofdstuk 2
2.1 de eerste beschavingen: het ontstaan van stadstaten
Rond 3000 v.Chr. woonden mensen met gespecialiseerde beroepen in steden die het
omliggende gebied bestuurden. Deze stadstaten veroverden omliggende vruchtbare
gebieden en groeiden soms uit tot grote rijken. Dit gebeurde in Mesopotamië, een
rivierengebied in het huidige Irak en Syrië en langs de Nijl in Egypte. Er ontstond een
gelaagde samenleving met aan de top een koning en onderaan de mensen die na
veroveringen tot slaven waren gemaakt. In de stadstaten werd belasting
geadministreerd met schrifttekens. Hieruit ontstonden geschreven teksten op
kleitabletten (het spijkerschrift). Hierdoor kwam rond 3000 v.Chr. in het Midden-Oosten
een eind aan de prehistorie.
In het huidige Griekenland ontstonden vanaf 800 v.Chr. ook stadstaten, zoals Athene,
Thebe en Sparta. Athene werd niet door een koning bestuurd, maar door een
democratisch bestuur van vrije mannen. In de Griekse stadstaten ontwikkelden zich
literatuur, een kenmerkende bouwstijl van tempels met zuilen, beeldhouwkunst en
wetenschappelijk denken door het stellen van kritische vragen.

2.2 het Romeinse rijk
De stadstaat Rome ontstond rond 750 v.Chr. en was rond 270 v.Chr. uitgegroeid tot
een Romeins rijk langs de Middellandse Zee. Rond 50 v.Chr. veroverde de Romeinse
veldheer Julius Caesar grote delen van Noordwest-Europa en een deel van het huidige

, Nederland. De Romeinse cultuur nam religie, wetenschap, beeldhouwkunst en
bouwstijlen uit de Griekse cultuur over. Daarom wordt gesproken van een Grieks-
Romeinse cultuur. Het Romeinse rijk werd vanaf het begin van de christelijke jaartelling
bestuurd door een keizer. Er was een efficiënt bestuur met een belastingsysteem,
wetgeving en zorg voor veiligheid. Bovendien was er een uitstekende infrastructuur met
wegen, mijlpalen (als richtingaanwijzers) en bruggen. Dit alles bevorderde de handel in
het rijk. Er werden veel nieuwe steden gebouwd met amfitheaters (voor
gladiatorengevechten), aquaducten (voor de waterleiding), badhuizen met
vloerverwarming, tempels en triomfbogen ter herinnering aan veroveringen. Grote
gebouwen werden vaak gebouwd met boogconstructies en versierd met
beeldhouwwerk en mozaïekvloeren. De economie was afhankelijk van slaven als
arbeidskrachten. De bevolking van veroverde gebieden werd vaak tot slaaf gemaakt en
op slavenmarkten verkocht.
In 395 werd het Romeinse rijk in 2 delen verdeeld met ieder een keizer: het West-
Romeinse rijk met als hoofdstad Rome en het Oost-Romeinse rijk met als hoofdstad
Constantinopel (nu Istanbul). In 402 trokken de legers weg van de grens om Rome te
beschermen. In 476 werd de laatste keizer in Rome afgezet. Dit was het einde van het
West-Romeinse rijk. Er zijn 3 oorzaken voor de ondergang van het West-Romeinse rijk:
1. De opvolging van keizers leidde regelmatig tot burgeroorlogen.
2. Tussen 250 en 500 werden Germaanse volken naar het Romeinse rijk gedreven
door een nomadisch volk, de Hunnen. Deze periode staat bekend als de Grote
Volksverhuizingen.
3. De hoge kosten voor het leger leidden tot belastingverhogingen en een
economische crisis.
Na het verdwijnen van het Romeinse bestuurssysteem in West-Europa verdween ook
de infrastructuur, de handel en raakten de steden in verval.
Rond 50 v.Chr. lag de grens van het Romeinse rijk in het huidige Nederland. De rivier
de Rijn vormde de grens, de Limes. Deze werd bewaakt vanuit wachttorens en forten,
die met wegen aan elkaar waren verbonden. De agrarisch-stedelijke samenleving van
de Romeinen verschilde van de agrarische samenleving van de oorspronkelijke
bewoners, de Germanen. Zij maakten via de Romeinen kennis met stedelijke
nederzettingen, geschreven teksten, munten en glas. Bij opgravingen ten noorden van
de Rijn zijn veel Romeinse voorwerpen gevonden. Hieruit blijkt dat er handel was
tussen de Germanen en de Romeinen aan beide kanten van de Limes. Er was ook
sprake van romanisering, de Germanen namen gebruiken en gewoonten van de
Romeinen over.

2.3 religie bij Grieken, Romeinen en Germanen
De Grieken, Romeinen en Germanen geloofden in een godenwereld met veel
verschillende goden (polytheïsme). De Romeinen gingen uiteindelijk over op het geloof
in 1 god (monotheïsme). Het christendom ontstond in de Romeinse provinicie Palestina
€4,93
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur
Seller avatar
melinaklunder

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
melinaklunder LOI
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
1
Membre depuis
3 semaines
Nombre de followers
0
Documents
2
Dernière vente
3 semaines de cela

0,0

0 revues

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions