Biologie
biologie
6 Problemen met het afweersysteem
6.1 Allergieën
• Allergie = Reactie van immuunsysteem op niet-gevaarlijke stoffen
• Allergeen= Stof die allergische reactie uitlokt
Allergische reactie:
• Aanmaak immunoglobuline E (IgE)
Effect op mastcellen of mastocyten: type witte bloedcel in slijmvliezen
• Mastcellen + IgE productie histamine door ontstekingsmediatoren
• Verwijding bloedvaten
• Verhoogde doorlaatbaarheid bloedvaten anafylactische shock
• Vernauwing longen
• Kan levensbedreigend zijn indien anafylactische shock optreed
levensbedreigende bloeddrukverlaging
2 contacten nodig:
• Bij 1e contact: lymfocyten reageren op aanwezigheid + klaarmaken beter bestrijding volgende keer
• Bij 2e contact: mastcellen snel en hevig geactiveerd = typische allergische reactie
6.2 Afstoting bij weefseltransplantatie
• Acceptor: Het lichaam van de patiënt
Kunnen afstoten dool HLA
• Donor: Getransplanteerde cellen van de gever
• HLA: Humane Leukocyten Antigenen een glycoproteïne
o Grote variëteit
o HLA-systeem vormt individuele identiteitskaart
• PROBLEEM HLA
o HLA worden door lymfocyten herkent als antigeen immuniteitsreactie
getransplanteerde cellen worden vernietigd
• OPLOSSING
o Zo groot mogelijke overeenkomst nodig
o bv. Familie & volkeren
biologie
6 Problemen met het afweersysteem
6.1 Allergieën
• Allergie = Reactie van immuunsysteem op niet-gevaarlijke stoffen
• Allergeen= Stof die allergische reactie uitlokt
Allergische reactie:
• Aanmaak immunoglobuline E (IgE)
Effect op mastcellen of mastocyten: type witte bloedcel in slijmvliezen
• Mastcellen + IgE productie histamine door ontstekingsmediatoren
• Verwijding bloedvaten
• Verhoogde doorlaatbaarheid bloedvaten anafylactische shock
• Vernauwing longen
• Kan levensbedreigend zijn indien anafylactische shock optreed
levensbedreigende bloeddrukverlaging
2 contacten nodig:
• Bij 1e contact: lymfocyten reageren op aanwezigheid + klaarmaken beter bestrijding volgende keer
• Bij 2e contact: mastcellen snel en hevig geactiveerd = typische allergische reactie
6.2 Afstoting bij weefseltransplantatie
• Acceptor: Het lichaam van de patiënt
Kunnen afstoten dool HLA
• Donor: Getransplanteerde cellen van de gever
• HLA: Humane Leukocyten Antigenen een glycoproteïne
o Grote variëteit
o HLA-systeem vormt individuele identiteitskaart
• PROBLEEM HLA
o HLA worden door lymfocyten herkent als antigeen immuniteitsreactie
getransplanteerde cellen worden vernietigd
• OPLOSSING
o Zo groot mogelijke overeenkomst nodig
o bv. Familie & volkeren