HC1 – ondernemerschap
Wat is ondernemerschap
Definitie
Geen eenduidige definitie, definitie die vaak in literatuur gebruikt wordt:
Het ontdekken, evalueren en exploiteren van opportuniteiten om nieuwe goederen en diensten,
organisatiemethodes, markten, processen en materialen te ontwikkelen door het leveren van
inspanningen die in het verleden nog niet bestonden (Venkataraman, 1970)
‘nieuw’: let op, moet niet altijd een volledig nieuw product zijn dat de wereld zal veranderen. Een
nieuwe toevoeging / verbetering van bestaand product kan al genoeg zijn
Definiëring van het concept
Model op EXAMEN: kunnen uitleggen / aanvullen als stukjes weggelaten
Algemeen: dit model visualiseert het proces waarin bestaande opportuniteiten ontdekt, geëvalueerd
en geëxploiteerd worden. Het zijn ondernemende individuen die opportuniteiten ontdekken en
ideeën ontwikkelen om deze opportuniteiten na te streven (om een product of dienst te ontwikkelen
dat naar de consument gaat)
Begin: je start bij entrepreneurial opportunities, je hebt een idee daarna moet je gaan exploiteren
Exploiteren: nadenken over hoe je je zaak winstgevend gaat maken
Proces continu beïnvloed: door zowel individuele, sector-gebonden, als omgevingsfactoren.
1
,Vragen die je jezelf moet stellen tijdens exploiteren:
- kijken of het probleem dat je oplost voor iedereen een probleem is
- bestaat het product nog niet?
- als er meerdere mensen zijn met dit probleem, zijn dit er genoeg?
Als alle vragen pos beantwoord: kan je naar vakje ‘execution’
Execution: uitzoeken wat je allemaal nodig hebt voor het oprichten van je onderneming
-> resource assembly
-> organisational design
-> strategy
Individual attributes: iedereen is anders, iedereen maakt een proces anders mee (denk aan leeftijd,
persoonlijkheid, …)
- psychologische factoren: veel / weinig risico durven nemen
- demografische factoren: verschillende leefwereld zorgt voor verschillende problemen
en dus voor verschillende ideeën om oi voor op te richten
-> Bv. leeftijd, geslacht, afkomst, …
Environment: de sector waarin je zit en de toestand van de wereld / economie kan zorgen dat je op
andere ideeën komt (denk aan corona crisis)
Terugkerende bouwstenen bij de definiëring
Opportuniteit Middelen Risico
Creatie Individu
Middelen:
Financiële middelen
Human resources (bijv. kennis, teamleden, …)
Technologische middelen (technische tekening, model, bedrijfsprocessen, …)
Fysieke middelen (bijv. gebouw, materialen, …)
Sociale middelen (bijv. netwerk, …)
Risico: Ontstaat door de onzekerheid die in het gehele proces kan opduiken. Gerelateerd aan:
Financiële aspecten
Psychologische aspecten (onzekerheid, kans op falen)
Sociale aspecten (werk-privé balans, percepties van maatschappij rond ondernemen)
2
,Entrepreneurial process
Ondernemerschap is “planned behavior”
Naam model = Theory of planned behaviour (Ajzen, I. (1991). The theory of planned
behavior. Organizational behavior and human decision processes, 50(2), 179-211.)
-> TIP: vorig jaar naam van dit model op examen gevraagd
ENT intention: entrepreneurial intention (= ondernemende intentie)
-> eerste stap in het ondernemerschapsproces
-> beste voorspeller van entrepreneurial behavoir
Entrepreneurial behavior: samenstelling van
- Implementation intentions: strategisch plannen van ondernemende acties
(wat, waar, wanneer, hoe)
- Business planning: schrijven van business plan
Intentiongap: gap tussen ENT intention en entrepreneurial behavior
-> je kan wel ondernemingsintentie hebben, maar geen actie ondernemen
-> intention gap = mensen die wel willen ondernemen maar waarbij het er
gewoon niet van komt
Probleem: slechts 30% van de mensen met ENT intention zullen verder gaan naar implemntation
intention en business planning
Hoe proberen ze gap weg te werken: jonge ondernemers ondersteinen (advies, geld, …)
3
, Antecedenten van ondernemende intenties
Op figuur: kolom van 3 blokken -> beïnvloeden je ENT intention
Personal attitude: je eigen houding tegenover het ondernemen
- Affectieve overwegingen vs afkeer:
-> als je ondernemers raar vindt, ga je zelf niet willen ondernemen
-> als je opkijkt naar een ondernemer, ga je zelf willen ondernemen
- Evaluatieve overwegingen (het heeft voordelen / nadelen)
-> als enkel slechte verhalen gehoord over ondernemen zal je het zelf niet willen
-> als enkel goede verhalen gehoord over ondernemen zal je het wel willen
Subjective norm: sociale druk om ondernemend gedrag wel of niet uit te voeren
-> mate waarin “belangrijke anderen” (familie, vrienden, …) ondernemende
acties goedkeuren of afkeuren
Perceived behavioral control:
- Vertrouwen in het eigen vermogen om ondernemend gedrag uit te voeren
- Perceptie over de controleerbaarheid (mate van succes) van het ondernemend gedrag
- Ondernemende skills en vaardigheden
Bouwstenen (determinanten) van ondernemerschap
Op figuur: kolom van 4 blokken -> beïnvloeden de antecedenten van ondernemende intenties
Prior (family business) entrepreneurial exposure:
- Indirecte blootstelling aan ondernemerschap: aanwezigheid van ondernemers in familie
- Directe blootstelling aan ondernemerschap: werkervaring in startup
- Effect blootstelling: kan positief stimulerend effect hebben
- Mixed findings bestaan: blootstelling kan leiden tot zien van ndelen en keerzijde van
ondernemerschap
Entrepreneurial alertness:
- Hoe goed ben je in het detecteren van opportuniteiten / het bepalen of een opportuniteit de
moeite is of niet
- LET OP: ondernemende alertheid is maakbaar door opleiding
-> is niet zo dat je het wel / niet hebt
Entrepreneurial passion: mate van ondernemende passie (= hart van het ondernemen)
-> staat in nauw verband met doorzettingsvermogen
Performance failure appraisal inventory: risicobereidheid en angst om te fallen
- Risicobereidheid: meer risicobereidheid leidt tot meer ondernemerschap en dynamisme
-> traditioneel verondersteld dat ondernemers meer bereid zijn om
risico’s te nemen dan niet-ondernemers
- Angst om te falen: kan ondernemend gedrag remmen
4
Wat is ondernemerschap
Definitie
Geen eenduidige definitie, definitie die vaak in literatuur gebruikt wordt:
Het ontdekken, evalueren en exploiteren van opportuniteiten om nieuwe goederen en diensten,
organisatiemethodes, markten, processen en materialen te ontwikkelen door het leveren van
inspanningen die in het verleden nog niet bestonden (Venkataraman, 1970)
‘nieuw’: let op, moet niet altijd een volledig nieuw product zijn dat de wereld zal veranderen. Een
nieuwe toevoeging / verbetering van bestaand product kan al genoeg zijn
Definiëring van het concept
Model op EXAMEN: kunnen uitleggen / aanvullen als stukjes weggelaten
Algemeen: dit model visualiseert het proces waarin bestaande opportuniteiten ontdekt, geëvalueerd
en geëxploiteerd worden. Het zijn ondernemende individuen die opportuniteiten ontdekken en
ideeën ontwikkelen om deze opportuniteiten na te streven (om een product of dienst te ontwikkelen
dat naar de consument gaat)
Begin: je start bij entrepreneurial opportunities, je hebt een idee daarna moet je gaan exploiteren
Exploiteren: nadenken over hoe je je zaak winstgevend gaat maken
Proces continu beïnvloed: door zowel individuele, sector-gebonden, als omgevingsfactoren.
1
,Vragen die je jezelf moet stellen tijdens exploiteren:
- kijken of het probleem dat je oplost voor iedereen een probleem is
- bestaat het product nog niet?
- als er meerdere mensen zijn met dit probleem, zijn dit er genoeg?
Als alle vragen pos beantwoord: kan je naar vakje ‘execution’
Execution: uitzoeken wat je allemaal nodig hebt voor het oprichten van je onderneming
-> resource assembly
-> organisational design
-> strategy
Individual attributes: iedereen is anders, iedereen maakt een proces anders mee (denk aan leeftijd,
persoonlijkheid, …)
- psychologische factoren: veel / weinig risico durven nemen
- demografische factoren: verschillende leefwereld zorgt voor verschillende problemen
en dus voor verschillende ideeën om oi voor op te richten
-> Bv. leeftijd, geslacht, afkomst, …
Environment: de sector waarin je zit en de toestand van de wereld / economie kan zorgen dat je op
andere ideeën komt (denk aan corona crisis)
Terugkerende bouwstenen bij de definiëring
Opportuniteit Middelen Risico
Creatie Individu
Middelen:
Financiële middelen
Human resources (bijv. kennis, teamleden, …)
Technologische middelen (technische tekening, model, bedrijfsprocessen, …)
Fysieke middelen (bijv. gebouw, materialen, …)
Sociale middelen (bijv. netwerk, …)
Risico: Ontstaat door de onzekerheid die in het gehele proces kan opduiken. Gerelateerd aan:
Financiële aspecten
Psychologische aspecten (onzekerheid, kans op falen)
Sociale aspecten (werk-privé balans, percepties van maatschappij rond ondernemen)
2
,Entrepreneurial process
Ondernemerschap is “planned behavior”
Naam model = Theory of planned behaviour (Ajzen, I. (1991). The theory of planned
behavior. Organizational behavior and human decision processes, 50(2), 179-211.)
-> TIP: vorig jaar naam van dit model op examen gevraagd
ENT intention: entrepreneurial intention (= ondernemende intentie)
-> eerste stap in het ondernemerschapsproces
-> beste voorspeller van entrepreneurial behavoir
Entrepreneurial behavior: samenstelling van
- Implementation intentions: strategisch plannen van ondernemende acties
(wat, waar, wanneer, hoe)
- Business planning: schrijven van business plan
Intentiongap: gap tussen ENT intention en entrepreneurial behavior
-> je kan wel ondernemingsintentie hebben, maar geen actie ondernemen
-> intention gap = mensen die wel willen ondernemen maar waarbij het er
gewoon niet van komt
Probleem: slechts 30% van de mensen met ENT intention zullen verder gaan naar implemntation
intention en business planning
Hoe proberen ze gap weg te werken: jonge ondernemers ondersteinen (advies, geld, …)
3
, Antecedenten van ondernemende intenties
Op figuur: kolom van 3 blokken -> beïnvloeden je ENT intention
Personal attitude: je eigen houding tegenover het ondernemen
- Affectieve overwegingen vs afkeer:
-> als je ondernemers raar vindt, ga je zelf niet willen ondernemen
-> als je opkijkt naar een ondernemer, ga je zelf willen ondernemen
- Evaluatieve overwegingen (het heeft voordelen / nadelen)
-> als enkel slechte verhalen gehoord over ondernemen zal je het zelf niet willen
-> als enkel goede verhalen gehoord over ondernemen zal je het wel willen
Subjective norm: sociale druk om ondernemend gedrag wel of niet uit te voeren
-> mate waarin “belangrijke anderen” (familie, vrienden, …) ondernemende
acties goedkeuren of afkeuren
Perceived behavioral control:
- Vertrouwen in het eigen vermogen om ondernemend gedrag uit te voeren
- Perceptie over de controleerbaarheid (mate van succes) van het ondernemend gedrag
- Ondernemende skills en vaardigheden
Bouwstenen (determinanten) van ondernemerschap
Op figuur: kolom van 4 blokken -> beïnvloeden de antecedenten van ondernemende intenties
Prior (family business) entrepreneurial exposure:
- Indirecte blootstelling aan ondernemerschap: aanwezigheid van ondernemers in familie
- Directe blootstelling aan ondernemerschap: werkervaring in startup
- Effect blootstelling: kan positief stimulerend effect hebben
- Mixed findings bestaan: blootstelling kan leiden tot zien van ndelen en keerzijde van
ondernemerschap
Entrepreneurial alertness:
- Hoe goed ben je in het detecteren van opportuniteiten / het bepalen of een opportuniteit de
moeite is of niet
- LET OP: ondernemende alertheid is maakbaar door opleiding
-> is niet zo dat je het wel / niet hebt
Entrepreneurial passion: mate van ondernemende passie (= hart van het ondernemen)
-> staat in nauw verband met doorzettingsvermogen
Performance failure appraisal inventory: risicobereidheid en angst om te fallen
- Risicobereidheid: meer risicobereidheid leidt tot meer ondernemerschap en dynamisme
-> traditioneel verondersteld dat ondernemers meer bereid zijn om
risico’s te nemen dan niet-ondernemers
- Angst om te falen: kan ondernemend gedrag remmen
4