1. Opdeling van de hersenen
Embryonaal ontstaan de hersenen uit 5 opeenvolgende hersenblaasjes.
> meest rostrale blaasje is ontdubbeld in de 2 telencephalische hersenblaasjes (geven
vorm aan de grote hersenen)
> overige hersenblaasjes blijven enkelvoudig en vormen de hersenstam
>> kan nog eens in 4 delen onderverdeeld worden: 1. Diencephalon (=
tussenherssenen)
2. mesencephalon (= middenhersenen)
3. metencephalon (= nahersenen)
4. myelencephalon (= verlengde merg)
Hoewel de hersenen en het ruggenmerg beide initieel op gelijkaardige wijze uit de
neuraalbuis ontstaan, zijn er toch opmerkelijke verschillen
1. de centrale holte in ieder hersenblaasje (behalve het mesencephalon) gaat ster
verwijderen tot een ruimer hersenventrikel
>> de ventrikels staan met elkaar en met het ependymkanaal van het
ruggenmerg in verbinding en vormen het hersenventrikelsysteem
deze is gevuld met cerebrospinale vloeistof
2. Plaats waar de grijze stof in het ruggenmerg aaneengesloten longitudinale zuilen
vormden zullen deze in aparte clusters of kernen van grijze stof vallen
, 3. De witte stof zullen de ascenderende gevoelsbanen, de descenderende motorische
banen van links en rechts overkruisen ter hoogte van het verlengde merg
(decussatio)
4. In de ontwikkeling van de grote hersennen als van de kleine hersennen blijft de
aanleg van de grijze stof niet beperkt tot de zone omheen de centrale holte
>> twee ontwikkelingsgolf: nieuwe neuronen plaatsten zich aan buitenzijde. De
buitenste laag grijze stof vormt een aaneengesloten
geheel
= de hersenschors = Cortex celebri
>> Palium = hersenschors + onderliggende laag witte stof
>> deze palium wordt onderverdeel in: - een archipallium
- een neopallium
- palleopalium
3. De hersenstam
Belangrijkste onderdeel van de hersenstam = de formatio reticularis
= een vlechtwerk van nauw met elkaar verbonden zenuwcellen dat de
activatietoestand van zenuwstelsel bepaalt
De grote hersenen omwikkelen de meer craniale delen van de hersenstam nagenoeg
volledig en laten enkel het ventrale tot ventrolaterale aspect vrij.
b1. Myelinecephalon
Myelencephalon = verlengde merg
* sluit ter hoogte van het foramen magnum van schedel aan op ruggenmerg
* de centrale holte met cerebrospinaal vocht komt dorsaal oppervlakkig te liggen +
spreidt zich V-vormig uit tot een vierde hersenventrikel
>> ruimte bedekt door een dun vlies = velum medullare
caudale,in dit velum komt een plexus choroideus voor
hieruit kan vocht uit bloedbaan sijpelen richting
hersenventrikel
is een van de productieplaatsen van de cerebrospinale
vloeistof van hersenventrikelsysteen
* op breedste punt van de vierde ventrikel + aperturae laterales ventriculi IV in
open verbinding met de subarachnoïdale ruimte
= vochthoudende ruimte binnen de hersenvliezen omheen de hersenen en
het ruggenmerg
>> ook delen van de plexus choroideus puilen in deze openingen uit
De dorsaal welvende zijranden van 4de hersenventrikel waartussen het velum
medulare caudale is opgespannen:
- hier lopen belangrijke gevoelsbanen van ruggenmerg naar hersenen