les 1 - beroepsprofiel
beroepsprofiel = referentiekader, geeft de eigenheid, de kern aan van het beroep
→ het is breed en algemeen opgesteld, zodat het toepasbaar is in veel functies en
instellingen
→ het dient als referentiekader voor alle maatschappelijk werkers, dat organisaties en
sectoren vervolgens concreet invullen voor hun eigen praktijk
/ 5 krachtlijnen staan centraal
politiserend werken
= een maatschappelijk werker niet alleen individuele problemen van mensen ziet, maar ook
kijkt naar de structurele oorzaken
- deze problemen worden onder de aandacht van beleidsmakers gebracht
→ zodat er oplossingen komen die ervoor zorgen dat iedereen volwaardig kan
meedoen in de samenleving
nabijheid
= de maatschappelijk werker sluit zich zo dicht mogelijk aansluit bij de leefwereld van de
cliënt
- je leeft je in in de situatie en beleving van de cliënt
- het verhaal van de cliënt is het vertrekpunt van je hulpverlening
- je probeert de cliënt te begrijpen in zijn eigen context
= nabijheid is essentieel om een goede werkrelatie en vertrouwen op te bouwen
proceslogica
= de maatschappelijk werker het eigen handelen voortdurend afstemt op de situatie en de
relatie met de cliënt
- geen enkel probleem is hetzelfde: een oplossing voor de ene cliënt werkt niet
automatisch voor de andere
→ daarom moet de mw’er per cliënt procesmatig werken: telkens afstemmen en
aftoetsen wat het beste werkt voor die persoon
- de ervaringskennis van de cliënt is het vertrekpunt: de cliënt kent zijn eigen leven
het best
- de cliënt heeft zelfregie: hij/zij beslist wat wel of niet past
generalistisch sociaal werk
= dat je altijd kijkt naar de gehele situatie van de cliënt, niet enkel naar één levensdomein
- een hulpvraag kan zich wel richten op één specifiek domein, maar dat sluit de
andere domeinen niet uit
- alle levensdomeinen hangen met elkaar samen en oefenen invloed op elkaar uit
verbindend werken
= dat de mw’er verbindingen legt tussen mensen, diensten, organisaties, andere
hulpverleners en beleidsmakers
- de mw’er fungeert als een brugfiguur: iemand die mensen helpt opnieuw contact te
maken met wat ze nodig hebben
- mensen zoeken hulp bij mw’s omdat ze omdat ze een bepaalde verbintenis kwijt
zijn (met zichzelf, met de samenleving, …) → het is dan als mw’s de bedoeling om
die verbintenis proberen te herstellen
1
,/ kerndoelstellingen van maatschappelijk werk
om het uiteindelijke doel van maatschappelijk werk te bereiken,
moet je:
- totaalbeeld van de cliënt = kijk naar alle levensdomeinen
en factoren, let op veranderingen, los de problemen op
- krachtgericht werken = focus op wat de cliënt zelf kan en
zijn succeservaringen, help hem omgaan met toekomstige
moeilijkheden
- empowerment / onafhankelijkheid = motiveer, leer
vaardigheden, zodat de cliënt zelfstandig kan
functioneren zonder afhankelijk te worden van jou
finaal doel van mw = mw werkt als mensen kracht genereren waarmee ze daadwerkelijk
invloed uit kunnen oefenen op hun levensomstandigheden én initiële problemen bij de
aanmelding op de achtergrond verdwijnen
/ de 3 kerndoelstellingen van maatschappelijk werk
mensen tot hun recht te laten komen
= iemand zich volledig kan ontwikkelen, rekening houdend met zijn eigen behoeften én met
anderen
- soms verhinderen problemen of breuken in de sociale omgeving deze ontwikkeling,
waardoor iemand niet volwaardig kan deelnemen aan de samenleving
→ maatschappelijk werk probeert samen met de cliënt voorwaarden te creëren die
persoonlijke groei en zelfontplooiing mogelijk maken
doel: belemmeringen wegnemen, zodat cliënten hun mogelijkheden optimaal kunnen
benutten
bv; een leerling met faalangst → de leerlingbegeleider helpt vaardigheden en zelfvertrouwen
ontwikkelen, zodat de leerling zich op school kan ontplooien en succeservaringen kan
opdoen
mensen aan hun recht te laten komen
= de maatschappelijk werker cliënten helpt hun rechten te kennen en te benutten, en hen
ondersteunt om zelf hun verantwoordelijkheden te dragen
onze sl = een duale sl, er is een kloof tussen:
- mensen die goed meekunnen in de maatschappij
- mensen die moeite hebben om aan te haken
→ onze samenleving verandert snel, waardoor sommige mensen aansluiting missen en
kwetsbaar worden
mw’ers richten zich bewust op de meest kwetsbare groepen, letten op mensenrechten en
kijken naar het totaalbeeld van een persoon (micro/meso/macro)
veel problemen ontstaan door een gebrek aan informatie over rechten, plichten of
hulpverlening, daarom informeert de mw’er zorgvuldig
→ de cliënt staat centraal en behoudt de uiteindelijke keuze over zijn leven, terwijl de
mwer alternatieven en begeleiding biedt
2
,→ de mw’er fungeert als pleitbezorger én coach:
- pleit voor de rechten van de cliënt bij instanties
- helpt de cliënt zelf keuzes maken, verantwoordelijkheid nemen en afspraken
nakomen
het doel van maatschappelijk werk is mensen aan hun rechten laten komen, dit gebeurt op
twee manieren, die in balans moeten zijn:
- pleiten
● mensen helpen hun formele of juridische rechten af te dwingen
● de mw’er treedt op als pleitbezorger bij instanties of organisaties zodat de
cliënt krijgt waar hij recht op heeft
- stimuleren
● mensen aanmoedigen om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid zelf te
nemen
● de mw’er coacht en ondersteunt de cliënt zodat hij zelf actief keuzes kan
maken en niet afhankelijk blijft van anderen
● de balans tussen pleiten en stimuleren is belangrijk: de cliënt krijgt enerzijds
zijn rechten, maar leert ook zelf verantwoordelijk te zijn voor zijn leven
● in een actieve welvaartsstaat ligt er steeds meer nadruk op de eigen
verantwoordelijkheid van mensen
bouwen aan sociale systemen
= maatschappelijk werkers zorgen ervoor dat mensen goed kunnen deelnemen aan de
samenleving, zowel op individueel als op collectief niveau
- individueel = cliënten krijgen een sterk sociaal netwerk (netwerkversterkend
werken) zodat ze actief kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven
- collectief = mw’ers werken aan inclusieve gemeenschappen en beleid, en zetten
zich in om structurele barrières weg te nemen
mw richt zich op:
- stimuleren van de sociale leefomgeving = zorgen dat de cliënt zinvol kan meedoen
in de samenleving
- netwerkversterkend werken = sociale netwerken van cliënten uitbouwen en
verstevigen
- structuurgericht werken = structurele barrières wegnemen, ook via beleids- of
politieke acties
doel: sociale uitsluiting tegengaan en participatie bevorderen, zodat mensen zowel
ondersteuning als kansen krijgen om mee te doen
/ waardenoriëntatie: normatieve professionaliteit
mw = een normatief beroep, wat betekent dat het handelen van de mw’er gebaseerd is op
waarden en normen
visie: iedereen heeft recht op een menswaardig leven
vertrekpunt: handelen vanuit de vragen en noden van de cliënt, het cliëntsysteem of de
sociale leefomgeving
3
, / basiswaarden
= de kernprincipes die maatschappelijk werkers leiden in hun handelen
solidariteit
- cliënt erkennen als mens-in-nood
= de cliënt zien en respecteren zoals hij is, zonder schuldgevoel aan te praten of
vooroordelen te hebben → afstappen van het individueel schuldmodel
- collectief verantwoordelijkheid opnemen
= niet alleen voor individuele cliënten zorgen, maar samen met anderen structurele
problemen aanpakken
- erkennen impact samenleving
= beseffen dat familie, buurt, werk, school en beleid het leven van de cliënt beïnvloeden en
hiermee rekening houden in de hulpverlening
respect voor waarde & waardigheid van alle mensen
- zelfbeschikking respecteren: cliënten hebben het recht om eigen keuzes te maken
- participatie bevorderen
- sterktes zien
- mensen als geheel zien
sociale rechtvaardigheid bevorderen
- discriminatie wegwerken
- pleiten voor rechtvaardige verdeling van middelen
- oog en respect voor diversiteit
4
beroepsprofiel = referentiekader, geeft de eigenheid, de kern aan van het beroep
→ het is breed en algemeen opgesteld, zodat het toepasbaar is in veel functies en
instellingen
→ het dient als referentiekader voor alle maatschappelijk werkers, dat organisaties en
sectoren vervolgens concreet invullen voor hun eigen praktijk
/ 5 krachtlijnen staan centraal
politiserend werken
= een maatschappelijk werker niet alleen individuele problemen van mensen ziet, maar ook
kijkt naar de structurele oorzaken
- deze problemen worden onder de aandacht van beleidsmakers gebracht
→ zodat er oplossingen komen die ervoor zorgen dat iedereen volwaardig kan
meedoen in de samenleving
nabijheid
= de maatschappelijk werker sluit zich zo dicht mogelijk aansluit bij de leefwereld van de
cliënt
- je leeft je in in de situatie en beleving van de cliënt
- het verhaal van de cliënt is het vertrekpunt van je hulpverlening
- je probeert de cliënt te begrijpen in zijn eigen context
= nabijheid is essentieel om een goede werkrelatie en vertrouwen op te bouwen
proceslogica
= de maatschappelijk werker het eigen handelen voortdurend afstemt op de situatie en de
relatie met de cliënt
- geen enkel probleem is hetzelfde: een oplossing voor de ene cliënt werkt niet
automatisch voor de andere
→ daarom moet de mw’er per cliënt procesmatig werken: telkens afstemmen en
aftoetsen wat het beste werkt voor die persoon
- de ervaringskennis van de cliënt is het vertrekpunt: de cliënt kent zijn eigen leven
het best
- de cliënt heeft zelfregie: hij/zij beslist wat wel of niet past
generalistisch sociaal werk
= dat je altijd kijkt naar de gehele situatie van de cliënt, niet enkel naar één levensdomein
- een hulpvraag kan zich wel richten op één specifiek domein, maar dat sluit de
andere domeinen niet uit
- alle levensdomeinen hangen met elkaar samen en oefenen invloed op elkaar uit
verbindend werken
= dat de mw’er verbindingen legt tussen mensen, diensten, organisaties, andere
hulpverleners en beleidsmakers
- de mw’er fungeert als een brugfiguur: iemand die mensen helpt opnieuw contact te
maken met wat ze nodig hebben
- mensen zoeken hulp bij mw’s omdat ze omdat ze een bepaalde verbintenis kwijt
zijn (met zichzelf, met de samenleving, …) → het is dan als mw’s de bedoeling om
die verbintenis proberen te herstellen
1
,/ kerndoelstellingen van maatschappelijk werk
om het uiteindelijke doel van maatschappelijk werk te bereiken,
moet je:
- totaalbeeld van de cliënt = kijk naar alle levensdomeinen
en factoren, let op veranderingen, los de problemen op
- krachtgericht werken = focus op wat de cliënt zelf kan en
zijn succeservaringen, help hem omgaan met toekomstige
moeilijkheden
- empowerment / onafhankelijkheid = motiveer, leer
vaardigheden, zodat de cliënt zelfstandig kan
functioneren zonder afhankelijk te worden van jou
finaal doel van mw = mw werkt als mensen kracht genereren waarmee ze daadwerkelijk
invloed uit kunnen oefenen op hun levensomstandigheden én initiële problemen bij de
aanmelding op de achtergrond verdwijnen
/ de 3 kerndoelstellingen van maatschappelijk werk
mensen tot hun recht te laten komen
= iemand zich volledig kan ontwikkelen, rekening houdend met zijn eigen behoeften én met
anderen
- soms verhinderen problemen of breuken in de sociale omgeving deze ontwikkeling,
waardoor iemand niet volwaardig kan deelnemen aan de samenleving
→ maatschappelijk werk probeert samen met de cliënt voorwaarden te creëren die
persoonlijke groei en zelfontplooiing mogelijk maken
doel: belemmeringen wegnemen, zodat cliënten hun mogelijkheden optimaal kunnen
benutten
bv; een leerling met faalangst → de leerlingbegeleider helpt vaardigheden en zelfvertrouwen
ontwikkelen, zodat de leerling zich op school kan ontplooien en succeservaringen kan
opdoen
mensen aan hun recht te laten komen
= de maatschappelijk werker cliënten helpt hun rechten te kennen en te benutten, en hen
ondersteunt om zelf hun verantwoordelijkheden te dragen
onze sl = een duale sl, er is een kloof tussen:
- mensen die goed meekunnen in de maatschappij
- mensen die moeite hebben om aan te haken
→ onze samenleving verandert snel, waardoor sommige mensen aansluiting missen en
kwetsbaar worden
mw’ers richten zich bewust op de meest kwetsbare groepen, letten op mensenrechten en
kijken naar het totaalbeeld van een persoon (micro/meso/macro)
veel problemen ontstaan door een gebrek aan informatie over rechten, plichten of
hulpverlening, daarom informeert de mw’er zorgvuldig
→ de cliënt staat centraal en behoudt de uiteindelijke keuze over zijn leven, terwijl de
mwer alternatieven en begeleiding biedt
2
,→ de mw’er fungeert als pleitbezorger én coach:
- pleit voor de rechten van de cliënt bij instanties
- helpt de cliënt zelf keuzes maken, verantwoordelijkheid nemen en afspraken
nakomen
het doel van maatschappelijk werk is mensen aan hun rechten laten komen, dit gebeurt op
twee manieren, die in balans moeten zijn:
- pleiten
● mensen helpen hun formele of juridische rechten af te dwingen
● de mw’er treedt op als pleitbezorger bij instanties of organisaties zodat de
cliënt krijgt waar hij recht op heeft
- stimuleren
● mensen aanmoedigen om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid zelf te
nemen
● de mw’er coacht en ondersteunt de cliënt zodat hij zelf actief keuzes kan
maken en niet afhankelijk blijft van anderen
● de balans tussen pleiten en stimuleren is belangrijk: de cliënt krijgt enerzijds
zijn rechten, maar leert ook zelf verantwoordelijk te zijn voor zijn leven
● in een actieve welvaartsstaat ligt er steeds meer nadruk op de eigen
verantwoordelijkheid van mensen
bouwen aan sociale systemen
= maatschappelijk werkers zorgen ervoor dat mensen goed kunnen deelnemen aan de
samenleving, zowel op individueel als op collectief niveau
- individueel = cliënten krijgen een sterk sociaal netwerk (netwerkversterkend
werken) zodat ze actief kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven
- collectief = mw’ers werken aan inclusieve gemeenschappen en beleid, en zetten
zich in om structurele barrières weg te nemen
mw richt zich op:
- stimuleren van de sociale leefomgeving = zorgen dat de cliënt zinvol kan meedoen
in de samenleving
- netwerkversterkend werken = sociale netwerken van cliënten uitbouwen en
verstevigen
- structuurgericht werken = structurele barrières wegnemen, ook via beleids- of
politieke acties
doel: sociale uitsluiting tegengaan en participatie bevorderen, zodat mensen zowel
ondersteuning als kansen krijgen om mee te doen
/ waardenoriëntatie: normatieve professionaliteit
mw = een normatief beroep, wat betekent dat het handelen van de mw’er gebaseerd is op
waarden en normen
visie: iedereen heeft recht op een menswaardig leven
vertrekpunt: handelen vanuit de vragen en noden van de cliënt, het cliëntsysteem of de
sociale leefomgeving
3
, / basiswaarden
= de kernprincipes die maatschappelijk werkers leiden in hun handelen
solidariteit
- cliënt erkennen als mens-in-nood
= de cliënt zien en respecteren zoals hij is, zonder schuldgevoel aan te praten of
vooroordelen te hebben → afstappen van het individueel schuldmodel
- collectief verantwoordelijkheid opnemen
= niet alleen voor individuele cliënten zorgen, maar samen met anderen structurele
problemen aanpakken
- erkennen impact samenleving
= beseffen dat familie, buurt, werk, school en beleid het leven van de cliënt beïnvloeden en
hiermee rekening houden in de hulpverlening
respect voor waarde & waardigheid van alle mensen
- zelfbeschikking respecteren: cliënten hebben het recht om eigen keuzes te maken
- participatie bevorderen
- sterktes zien
- mensen als geheel zien
sociale rechtvaardigheid bevorderen
- discriminatie wegwerken
- pleiten voor rechtvaardige verdeling van middelen
- oog en respect voor diversiteit
4