Psychodiagnostiek
Inleiding tot de psychodiagnostiek
I. Omschrijving & belang van psychodiagnostiek
1.1. Alledaags impliciet diagnosticeren
Diagnosticeren= toekennen van oorzaken aan verschijnselen of gedragingen (attributietheorie)
Impliciet= onbewust, zonder erover na te denken
Iedereen doet het … elke dag… vooral als er een afwijking is van een verwacht patroon (experiment
dakloze)
Vaak gebruikt als entertainment:
Online of in tijdschriften: testjes
Media, televisie en documentaires: extremer (on)gewenst gedrag
1.1.1. Probleem
Impliciet diagnosticeren —> oordeelsfouten o.w.v. Tekorten en vertekeningen in denken=
foutenbronnen —> bepaalt ons gedrag
1.1.2. Omgaan met kansen en waarschijnlijkheden
Mensen zijn slecht in het voorspelen van kansen en waarschijnlijkheden
1.1.3. Oorzaak foutenbronnen
Mensen redeneren niet statistisch, maar gebruiken heuristieken/vuistregels
Heurisstieken= vuistregels om sneller tot de oplossing van een probleem te komen (vaak impliciet of
onbewust)
Informele, intuïtieve en speculatieve opllossingsstrategieen
Ontwikkeld om snel beslissingen te nemen
Specifieke strategieën die we leren gebruiken in specifieke situaties en die niet altijd een
oplossing garanderen
Hoe meer ervaring met een taak, hoe beter heurisiteken ontwikkeld zijn
Heuriisiteken vaar oorzaak van foutenbronnen
Statisische fouten
Velen denken dat vliegen gevaarlijker is dan autorijden
o Omdat er dan meer sterven en omdat het uitgebreid in de media komt
Lijst van 19 ‘beroemde’ mannen en 20 gewone vrouwen: meeste mensen denken dat er
meer manden dan vrouwen op lijst staan
Hoe gemakkelijker voorbeelden van een fenomeen te binnen schieten, des te frequenter
is dat fenomeen
Soorten heuristieken
Beschikbaaarheidsheuristiek= als iets makkelijk uit het geheugen op te halen is, schatten mensen dat
die vaker gebeurt
Representatiiviteitsheuristiek= hoe meer iemand overeenkomstige kenmerken vertoont die typisch
zijn voor leden van een bepaalde groep, hoe groter de kans is dat de persoon ook tot die groep
behoort
, 1.2. Impliciet diagnosticeren in de psycho-diagnostiek
Als je langer in het werkveld staat dan ga je meer gebruik maken van heuristieken
1.2.1. Mogelijke foutenbronnen
Fouten
Geen systematische en cosistente werkwijze
Informatie zoeken die idee bevestigt (confirmation bias)
Te vlug adviezen formuleren
Gebrekkige betrouwbaarheid en validiteit van de onderzoeksmiddelen en ongeschikte
normen
Voor de hand liggende diagnosen en interventies over het hoofd zien
Diagnostisch proces onvoldoende afgestemd op de hulpvragen van de cliënt
Besluitvorming onvoldoende gebaseerd op beschikbare gegevens; geen objectieve criteria
hanteren (= verhoging van de subjectiviteit)
Besluitvorming onvoldoende geëxpliciteerd en daardoor onvoldoende duidelijk voor
collega’s en cliënten
Eigen persoon als foutenbron
Onvoldoende samenwerking met cliënt en zijn omgeving
Teveel vakjargon in de communicatie
Fouten en vertekeningen mogelijk in elke fase van de psychodiagnostische besluitvorming de
invloed van foutenbronnen kan verminderd worden door gebruik van een duidelijk, systematisch
denkkader
= expliciete diagnostiek
1.2.2. Expliciet diagnosticeren als oplossing
= wetenschappelijk verantwoorde vormgeving van het proces o.b.b. Valide & betrouwbare
producten (instrumenten/ methodieken)
= prescriptief kader of model
psychodiagnostisch procesmodel
, A. Basis van het PSD procesmodel
= empirische cyclus
= hypothesetoetsend denken
B. Expliciete psychodiagnostiek in de praktijk?
Explicieter werken met (gevalideerde) theorieën
Bewust rekenschap geven van de keuze van bepaalde theorie
Praktijkkennis gebaseerd op gesystematiseerde praktijkervaringen
Duidelijk de denkstappen vastleggen die geleid hebben tot het advies
Onderzoek doen naar de waarde van theorieën en de effecten van interventies
Resultaten (durven) uitwisselen met collega’s (e.g. supervisie-intervisie)
1.2.3. Belang van psychodiagnostiek
Impliciet leidt tot problemen en expliciete is daar een oplossing voor
II. Maatschappij & psychodiagnostiek
2.1. belang van context
, 2.1.1. Historische voorlopers: psychodiagnostiek voor psychologie als wetenschap
2.1.2. Maatschappelijke context
2.2. Eind 19de Eeuw
2.2.1. Bijdrage uit aanverwante disciplines
A. Psychiatrie
Pinel (1745)
Zachte psychologische aanpak (<—> wrede behandeling voor bezeten patiënten)
o Open, vriendelijke relatie naar patiënt
o Doelgerichte activiteiten
o Correcte fysieke verzorging en voeding
Diagnostiek o.b.v. Observatie en onderzoek
Dossier voor elke patiënt
Kennis bij personeel door training
Esquirol (student van pinel)
Zwakzinnigheid
Permanent, ongeneeslijk
Psychiatrische stoornis (krankzinnigheid):
Kan ontstaan op latere leeftijd
Kan verbeteren
Inleiding tot de psychodiagnostiek
I. Omschrijving & belang van psychodiagnostiek
1.1. Alledaags impliciet diagnosticeren
Diagnosticeren= toekennen van oorzaken aan verschijnselen of gedragingen (attributietheorie)
Impliciet= onbewust, zonder erover na te denken
Iedereen doet het … elke dag… vooral als er een afwijking is van een verwacht patroon (experiment
dakloze)
Vaak gebruikt als entertainment:
Online of in tijdschriften: testjes
Media, televisie en documentaires: extremer (on)gewenst gedrag
1.1.1. Probleem
Impliciet diagnosticeren —> oordeelsfouten o.w.v. Tekorten en vertekeningen in denken=
foutenbronnen —> bepaalt ons gedrag
1.1.2. Omgaan met kansen en waarschijnlijkheden
Mensen zijn slecht in het voorspelen van kansen en waarschijnlijkheden
1.1.3. Oorzaak foutenbronnen
Mensen redeneren niet statistisch, maar gebruiken heuristieken/vuistregels
Heurisstieken= vuistregels om sneller tot de oplossing van een probleem te komen (vaak impliciet of
onbewust)
Informele, intuïtieve en speculatieve opllossingsstrategieen
Ontwikkeld om snel beslissingen te nemen
Specifieke strategieën die we leren gebruiken in specifieke situaties en die niet altijd een
oplossing garanderen
Hoe meer ervaring met een taak, hoe beter heurisiteken ontwikkeld zijn
Heuriisiteken vaar oorzaak van foutenbronnen
Statisische fouten
Velen denken dat vliegen gevaarlijker is dan autorijden
o Omdat er dan meer sterven en omdat het uitgebreid in de media komt
Lijst van 19 ‘beroemde’ mannen en 20 gewone vrouwen: meeste mensen denken dat er
meer manden dan vrouwen op lijst staan
Hoe gemakkelijker voorbeelden van een fenomeen te binnen schieten, des te frequenter
is dat fenomeen
Soorten heuristieken
Beschikbaaarheidsheuristiek= als iets makkelijk uit het geheugen op te halen is, schatten mensen dat
die vaker gebeurt
Representatiiviteitsheuristiek= hoe meer iemand overeenkomstige kenmerken vertoont die typisch
zijn voor leden van een bepaalde groep, hoe groter de kans is dat de persoon ook tot die groep
behoort
, 1.2. Impliciet diagnosticeren in de psycho-diagnostiek
Als je langer in het werkveld staat dan ga je meer gebruik maken van heuristieken
1.2.1. Mogelijke foutenbronnen
Fouten
Geen systematische en cosistente werkwijze
Informatie zoeken die idee bevestigt (confirmation bias)
Te vlug adviezen formuleren
Gebrekkige betrouwbaarheid en validiteit van de onderzoeksmiddelen en ongeschikte
normen
Voor de hand liggende diagnosen en interventies over het hoofd zien
Diagnostisch proces onvoldoende afgestemd op de hulpvragen van de cliënt
Besluitvorming onvoldoende gebaseerd op beschikbare gegevens; geen objectieve criteria
hanteren (= verhoging van de subjectiviteit)
Besluitvorming onvoldoende geëxpliciteerd en daardoor onvoldoende duidelijk voor
collega’s en cliënten
Eigen persoon als foutenbron
Onvoldoende samenwerking met cliënt en zijn omgeving
Teveel vakjargon in de communicatie
Fouten en vertekeningen mogelijk in elke fase van de psychodiagnostische besluitvorming de
invloed van foutenbronnen kan verminderd worden door gebruik van een duidelijk, systematisch
denkkader
= expliciete diagnostiek
1.2.2. Expliciet diagnosticeren als oplossing
= wetenschappelijk verantwoorde vormgeving van het proces o.b.b. Valide & betrouwbare
producten (instrumenten/ methodieken)
= prescriptief kader of model
psychodiagnostisch procesmodel
, A. Basis van het PSD procesmodel
= empirische cyclus
= hypothesetoetsend denken
B. Expliciete psychodiagnostiek in de praktijk?
Explicieter werken met (gevalideerde) theorieën
Bewust rekenschap geven van de keuze van bepaalde theorie
Praktijkkennis gebaseerd op gesystematiseerde praktijkervaringen
Duidelijk de denkstappen vastleggen die geleid hebben tot het advies
Onderzoek doen naar de waarde van theorieën en de effecten van interventies
Resultaten (durven) uitwisselen met collega’s (e.g. supervisie-intervisie)
1.2.3. Belang van psychodiagnostiek
Impliciet leidt tot problemen en expliciete is daar een oplossing voor
II. Maatschappij & psychodiagnostiek
2.1. belang van context
, 2.1.1. Historische voorlopers: psychodiagnostiek voor psychologie als wetenschap
2.1.2. Maatschappelijke context
2.2. Eind 19de Eeuw
2.2.1. Bijdrage uit aanverwante disciplines
A. Psychiatrie
Pinel (1745)
Zachte psychologische aanpak (<—> wrede behandeling voor bezeten patiënten)
o Open, vriendelijke relatie naar patiënt
o Doelgerichte activiteiten
o Correcte fysieke verzorging en voeding
Diagnostiek o.b.v. Observatie en onderzoek
Dossier voor elke patiënt
Kennis bij personeel door training
Esquirol (student van pinel)
Zwakzinnigheid
Permanent, ongeneeslijk
Psychiatrische stoornis (krankzinnigheid):
Kan ontstaan op latere leeftijd
Kan verbeteren