De systemische benadering
1. Uitgangspunten en basisbegrippen
1.1 Ons gedrag, onze gevoelens, onze gedachten en interacties situeren
zich in een systeem
Gedrag, gevoelens en gedachten niet alleen bepaald door individu door
systeem waarin iemand zich bevindt (bv. gezin, klas, vriendenkring)
Gregory Bateson: pionier in systeemtheorie toegepast op menselijke systemen
stelde dat psychische problemen niet altijd in individu zitten in systeem
Voorbeeld: cliënt kan na psychiatrische behandeling terugvallen omdat het
gezinssysteem niet veranderd is
Context en hiërarchie van systemen: elk niveau is open
systeem en beïnvloedt andere niveaus:
Voorbeeld: depressieve klachten van Marijke kunnen andere
betekenis hebben afhankelijk van context (huwelijk, werk,
maatschappelijke verwachtingen)
,Flexibele analyse: systemische benadering = “zoomlens” op gedrag in- en
uitzoomen op verschillende systemen om patronen en verbanden te zien
1.2 Ons gedrag, onze gevoelens, onze gedachten en onze
interactiesnworden multifactorieel en circulair bepaald
Lineair causaal denken
Mensen proberen gedrag te verklaren en voorspellen om controle te krijgen
Ze denken vaak lineair causaal: één oorzaak → één gevolg.
o Schema: A → B
o Voorbeeld: “Het kind is agressief omdat zijn vader dat ook is.”
Dit noemen we monocausaal denken → men zoekt 1 duidelijke oorzaak
Circulair causaal denken
Binnen de algemene systeemtheorie verwerpt men dit lineaire denken
Er is sprake van circulaire causaliteit:
o A beïnvloedt B B beïnvloedt ook A
o Elke actie is tegelijk oorzaak én gevolg
o Schema:
Er wordt niet naar schuld gezocht
naar wederzijdse beïnvloeding en interactie
Voorbeelden:
Jan weigert met Mieke te praten → Mieke wordt boos → Jan trekt zich nog meer
terug
Dries rebelleert tegen zijn ouders → ouders worden strenger → Dries rebelleert
nog meer
, Multicausaliteit
In werkelijkheid situaties multifactorieel bepaald
Dat betekent dat meerdere factoren tegelijk een rol spelen:
o biologische, psychologische, relationele, sociale of maatschappelijke
invloeden
Dit heet multicausaliteit → er is nooit één oorzaak, maar meerdere
oorzaken die elkaar beïnvloeden
Voorbeeld:
Bij de echtscheiding van Ann en Marc spelen verschillende factoren mee:
o werkstress, ziekte van familie, gezondheidsproblemen, moeilijkheden met
kinderen...
Kernidee van systeemdenken
Alles beïnvloedt alles — niets staat op zichzelf
Gedrag krijgt pas betekenis binnen het geheel van relaties en context
Systeemdenkers proberen niet enkel te verklaren, maar vooral te
begrijpen hoe al die factoren samen een dynamisch geheel vormen
1.3 De systeemtheorie is een manier van denken die de psychologie
overstijgt
De algemene systeemtheorie ≠ inhoudelijke theorie een manier van denken —
een “bril” om werkelijkheid te bekijken
Ze is een metatheorie, wat betekent dat ze als theorie over theorieën dient en
toepasbaar is op vele domeinen (psychologie, biologie, economie, natuur, techniek...)
Oorsprong en invloeden
Theorie ontstond uit verschillende wetenschappen(verschillende systemen):
Gestaltpsychologie → mensen waarnemen als geheel, niet als losse delen
Cybernetica → besturing en communicatie via feedback
Informatica → informatie- en gegevensverwerking
Ecologie → relaties tussen organismen en omgeving
1. Uitgangspunten en basisbegrippen
1.1 Ons gedrag, onze gevoelens, onze gedachten en interacties situeren
zich in een systeem
Gedrag, gevoelens en gedachten niet alleen bepaald door individu door
systeem waarin iemand zich bevindt (bv. gezin, klas, vriendenkring)
Gregory Bateson: pionier in systeemtheorie toegepast op menselijke systemen
stelde dat psychische problemen niet altijd in individu zitten in systeem
Voorbeeld: cliënt kan na psychiatrische behandeling terugvallen omdat het
gezinssysteem niet veranderd is
Context en hiërarchie van systemen: elk niveau is open
systeem en beïnvloedt andere niveaus:
Voorbeeld: depressieve klachten van Marijke kunnen andere
betekenis hebben afhankelijk van context (huwelijk, werk,
maatschappelijke verwachtingen)
,Flexibele analyse: systemische benadering = “zoomlens” op gedrag in- en
uitzoomen op verschillende systemen om patronen en verbanden te zien
1.2 Ons gedrag, onze gevoelens, onze gedachten en onze
interactiesnworden multifactorieel en circulair bepaald
Lineair causaal denken
Mensen proberen gedrag te verklaren en voorspellen om controle te krijgen
Ze denken vaak lineair causaal: één oorzaak → één gevolg.
o Schema: A → B
o Voorbeeld: “Het kind is agressief omdat zijn vader dat ook is.”
Dit noemen we monocausaal denken → men zoekt 1 duidelijke oorzaak
Circulair causaal denken
Binnen de algemene systeemtheorie verwerpt men dit lineaire denken
Er is sprake van circulaire causaliteit:
o A beïnvloedt B B beïnvloedt ook A
o Elke actie is tegelijk oorzaak én gevolg
o Schema:
Er wordt niet naar schuld gezocht
naar wederzijdse beïnvloeding en interactie
Voorbeelden:
Jan weigert met Mieke te praten → Mieke wordt boos → Jan trekt zich nog meer
terug
Dries rebelleert tegen zijn ouders → ouders worden strenger → Dries rebelleert
nog meer
, Multicausaliteit
In werkelijkheid situaties multifactorieel bepaald
Dat betekent dat meerdere factoren tegelijk een rol spelen:
o biologische, psychologische, relationele, sociale of maatschappelijke
invloeden
Dit heet multicausaliteit → er is nooit één oorzaak, maar meerdere
oorzaken die elkaar beïnvloeden
Voorbeeld:
Bij de echtscheiding van Ann en Marc spelen verschillende factoren mee:
o werkstress, ziekte van familie, gezondheidsproblemen, moeilijkheden met
kinderen...
Kernidee van systeemdenken
Alles beïnvloedt alles — niets staat op zichzelf
Gedrag krijgt pas betekenis binnen het geheel van relaties en context
Systeemdenkers proberen niet enkel te verklaren, maar vooral te
begrijpen hoe al die factoren samen een dynamisch geheel vormen
1.3 De systeemtheorie is een manier van denken die de psychologie
overstijgt
De algemene systeemtheorie ≠ inhoudelijke theorie een manier van denken —
een “bril” om werkelijkheid te bekijken
Ze is een metatheorie, wat betekent dat ze als theorie over theorieën dient en
toepasbaar is op vele domeinen (psychologie, biologie, economie, natuur, techniek...)
Oorsprong en invloeden
Theorie ontstond uit verschillende wetenschappen(verschillende systemen):
Gestaltpsychologie → mensen waarnemen als geheel, niet als losse delen
Cybernetica → besturing en communicatie via feedback
Informatica → informatie- en gegevensverwerking
Ecologie → relaties tussen organismen en omgeving