1. BEGRIP VERBINTENIS, KENMERKEN EN INDELING
1.1BEGRIP VERBINTENIS EN VINDPLAATS VERBINTENISSENRECHT
Verbintenis: rechtsband op grond waarvan en SE van een SA, indien nodig in rechte,
de uitvoering van een prestatie mag eisen. (Art.5.1BW)
= een juridische verplichting tussen twee of meer personen
SA => heeft een verbintenis of schuld
SE => beschikt over een vorderingsrecht of schuldvordering
Een verbintenis bestaat dus uit drie delen:
1) Rechtsband tussen personen
Die personen kunnen zowel natuurlijke personen als rechtspersonen zijn.
De rechtsband tussen een goed en een persoon: zakelijk recht!
Zakelijk recht Vorderingsrechten
Recht op een zaak
Band tussen personen
Absolute werking (volgrecht)
Relatieve werking (geen volgrecht)
Gelimiteerd aantal (numerus clausus)
Ongelimiteerd
Goederenrecht
Verbintenissenrecht
2) Een prestatie die in geld waardeerbaar is
Het klassieke verbintenissenrecht concentreert zich op de
vermogensrechtelijke verbintenissen
3) Afdwingbaar
Een verbintenis is in principe afdwingbaar, wat wil zeggen dat de nakoming
ervan kan worden afgedwongen. Niet alle verbintenissen zijn echter
afdwingbaar zoals gentlemen’s agreements en natuurlijke verbintenissen.
1
Verbintenissenrecht
, OPGELET!!!
1) Contract is slechts één van de mogelijke bronnen van verbintenissen.
Je kan ook ergens toe verbonden zijn zonder contract, als je een fout
hebt begaan die bij iemand anders schade heeft veroorzaakt
‘Verbintenis’ en ‘contract’ zijn dus geen synoniemen
2) In een wederkerig contract is een partij altijd schuldenaar van de ene
verbintenis én tegelijkertijd schuldeiser van een andere verbintenis.
Afhankelijk van de verbintenis vervult éénzelfde partij dus
verschillende rollen!
Vanaf 1 januari 2023 is Boek 5 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek (BW) van kracht
voor verbintenissenrecht. Het oude BW blijft van toepassing op contracten die vóór
die datum zijn afgesloten.
Boek 6, dat het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht regelt, treedt in werking
op 1 januari 2025. Vanaf dan vervalt artikel 1382 van het oude BW. Oude regels
blijven gelden voor feiten die zich vóór die datum voordeden.
2
Verbintenissenrecht
,1.2INDELING VERBINTENISSEN VOLGENS BRON, AARD EN VOORWERP
1. BRONNEN VAN VERBINTENISSEN
Verbintenissen
ontstaan uit...
Rechtshandelinge
Rechtsfeiten
n
Eenzijdige
Meerzijdige Oneigenlijke Onrechtmatige
rechtshandelinge
rechtshandelinge contracten daad (fout >>
n
n (=quasi- oorz vb >>
(= eenzijdige schade)
(=contracten) contracten)
wilsuiting)
Contractuele Buitencontractue
aansprakelijkhei le
d aansprakelijkheid
De bronnen van verbintenissen zijn dus:
Eenzijdige wilsuiting
Door de wil van één persoon gaat de
verbintenis aan t.a.v. een andere
persoon. - Art. 5.125 BW
Contract Via de wilsovereenstemming van twee of
meer personen met de bedoeling
rechtsgevolgen te creëren gaan partijen in
contract met elkaar met één of meerdere
verbintenissen. – art.5.4 BW
Quasi-contracten De verbintenis ontstaat uit geoorloofde
daden ten laste van degene die er
voordeel uit haalt. – art. 5.127 BW
Er is géén eenzijdige wilsuiting
Het is geen (echt) contract
3
Verbintenissenrecht
, Het is geen onrechtmatige daad
Er zijn drie soorten oneigenlijke
contracten:
Zaakwaarneming
Onverschuldigde betaling
Ongerechtvaardigde verrijking
Onrechtmatige daad Er ontstaat een verbintenis van de
aansprakelijke om de schade van de
benadeelde te vergoeden. Art. 6.5 BW
Opdat > drie vw:
1) Fout
2) Schade
3) Oorzakelijk verband
2. DE AARD VAN VERBINTENISSEN
Een verbintenis heeft verschillende soorten aard:
Professioneel
Professioneel of niet
Persoonsgebonden
Persoonsgebonden of niet
2.1 VERBINTENIS MET ECONOMISCH KARAKTER OF MET BURGERLIJK
KARAKTER
Afhankelijk voor de toepasselijke wetgeving, moet je kijken naar of de vbt
gesloten is met een onderneming of niet-onderneming.
Onderneming: verbintenis met een economisch karakter (art I.1, 1°
WER)
Niet-onderneming: verbintenis met burgerlijk karakter (consument)
Relevantie?
Bepaalt het toepasselijk recht
Bv. herroepingsrecht (art. VI.47 WER), ander bewijsrecht (boek 8 BW)
2.2 VERBINTENIS MET PERSOONSGEBONDEN KARAKTER (INTUITU
PERSONAE)
Art. 5.196 BW
Principe: een verbintenis kan door het even wie worden uitgevoerd
4
Verbintenissenrecht