HC: Ethiek
Leerdoelen:
De student kan actief het onderscheid maken tussen waarden en normen en de link
met wetgeving maken
De student kan de hoofdstromingen binnen de normatieve ethiek toepassen op
dilemma-situaties binnen de gezondheidszorg
De student herkent hoe ethische theorie doorwerkt op de werkvloer in visie, missie &
handelingsprotocollen.
De student kan ethische praktijkvoering situeren op micro, meso en macroniveau.
De student kent de wet op de patiëntenrechten en kan die toepassen op de
casuïstiek.
1. Ethiek en moraliteit
Historisch
Ethiek als onderdeel van filosofie
Geen ‘steriele’ filosofie
De Morele ervaring
We ervaren bepaalde situaties als goed/fout: Buikgevoel
Ethiek als op systematische wijze omgaan met de morele ervaring, voorbij cultuur en religie
Ethiek (ethos)
Gewoonten van de gemeenschap: moraal
Houding van individu: moraliteit
Wat zijn kenmerken van morele uitspraken?
Universaliseerbaar, overal & altijd geldig (Kant)
Prescriptiviteit: zegt ons hoe we moeten handelen
Bepaald soort redenen voor handelen worden aangehaald
Bv. fictionliteratuur: ‘The greater good’ & ‘Als broertjes samen spelen’
2. Waarden & Normen
Normen: gedragsregels, schrijven je voor wat je moet doen
Datgene waarmee men iets meet of vergelijkt
Uitgangspunt voor handelen vb. hoe zijn mensen in het verleden met dit dilemma omgegaan?
Duidelijk en concreet: in realiteit uit te voeren
Negatief geformuleerd: begrenzing van handelen
o Verbod vb. gij zult niet doden (ook al kunnen we het)
Wat willen we hiermee bereiken? Nadenken over normen en beseffen dat niet alles nog relevant
is in deze tijd
Waarden: grote concepten die in theorie niet haalbaar zijn maar we het belangrijk vinden om naar te
streven (respect, gelijkheid, veiligheid…)
Ruilwaarde
Waarde voor iemand è ethisch van belang
Meestal positief geformuleerd
Minder concreet en bijna niet ‘haalbaar’ (idealistisch)
Twee functies:
o Motiveren onze keuzes
o Verantwoorden ons keuzes
Waarden zijn meer absoluut en tijdloos dan normen, die gelden in (deel van) specifieke
maatschappij en tijdsvlak
3. Ethiek & recht?!
Wet als tijdelijke en cultuur gebonden praktische invulling van een ethisch systeem
Raaklijn ethiek-recht:
o Waar mensen samenleven moeten lijnen getrokken worden om conflict te vermijden
o Ethische discussie blijft voortgaan en kan wet (opnieuw) ter discussie stellen
Belangrijk dat discussie blijft leven, inspraak is nodig
Bv. abortuswetgeving, euthanasiewetgeving
o Recht is afdwingbaar, geldt minder voor ethisch principe
o Conflict mogelijk: bv. Koning Boudewijn & abortuswetgeving
Leerdoelen:
De student kan actief het onderscheid maken tussen waarden en normen en de link
met wetgeving maken
De student kan de hoofdstromingen binnen de normatieve ethiek toepassen op
dilemma-situaties binnen de gezondheidszorg
De student herkent hoe ethische theorie doorwerkt op de werkvloer in visie, missie &
handelingsprotocollen.
De student kan ethische praktijkvoering situeren op micro, meso en macroniveau.
De student kent de wet op de patiëntenrechten en kan die toepassen op de
casuïstiek.
1. Ethiek en moraliteit
Historisch
Ethiek als onderdeel van filosofie
Geen ‘steriele’ filosofie
De Morele ervaring
We ervaren bepaalde situaties als goed/fout: Buikgevoel
Ethiek als op systematische wijze omgaan met de morele ervaring, voorbij cultuur en religie
Ethiek (ethos)
Gewoonten van de gemeenschap: moraal
Houding van individu: moraliteit
Wat zijn kenmerken van morele uitspraken?
Universaliseerbaar, overal & altijd geldig (Kant)
Prescriptiviteit: zegt ons hoe we moeten handelen
Bepaald soort redenen voor handelen worden aangehaald
Bv. fictionliteratuur: ‘The greater good’ & ‘Als broertjes samen spelen’
2. Waarden & Normen
Normen: gedragsregels, schrijven je voor wat je moet doen
Datgene waarmee men iets meet of vergelijkt
Uitgangspunt voor handelen vb. hoe zijn mensen in het verleden met dit dilemma omgegaan?
Duidelijk en concreet: in realiteit uit te voeren
Negatief geformuleerd: begrenzing van handelen
o Verbod vb. gij zult niet doden (ook al kunnen we het)
Wat willen we hiermee bereiken? Nadenken over normen en beseffen dat niet alles nog relevant
is in deze tijd
Waarden: grote concepten die in theorie niet haalbaar zijn maar we het belangrijk vinden om naar te
streven (respect, gelijkheid, veiligheid…)
Ruilwaarde
Waarde voor iemand è ethisch van belang
Meestal positief geformuleerd
Minder concreet en bijna niet ‘haalbaar’ (idealistisch)
Twee functies:
o Motiveren onze keuzes
o Verantwoorden ons keuzes
Waarden zijn meer absoluut en tijdloos dan normen, die gelden in (deel van) specifieke
maatschappij en tijdsvlak
3. Ethiek & recht?!
Wet als tijdelijke en cultuur gebonden praktische invulling van een ethisch systeem
Raaklijn ethiek-recht:
o Waar mensen samenleven moeten lijnen getrokken worden om conflict te vermijden
o Ethische discussie blijft voortgaan en kan wet (opnieuw) ter discussie stellen
Belangrijk dat discussie blijft leven, inspraak is nodig
Bv. abortuswetgeving, euthanasiewetgeving
o Recht is afdwingbaar, geldt minder voor ethisch principe
o Conflict mogelijk: bv. Koning Boudewijn & abortuswetgeving