Oefeningen Economie
OEF 1
Link inhoud cursus: Economische actoren
H 1: Wat is economie en hoe denken economen
Menselijk gedrag te kunnen bestuderen door 'mensen/groepen' op te delen in economische
actoren met eigen rol:
Individuen/gezinnen = Consumenten, vragers, kopers
Ondernemingen/organisaties/ bedrijven = Producenten, aanbieders, verkopers
De overheid Producent, consument , regulator/scheidsrechter/handhaver/beschermer =>
BELEID VOEREN
Opdracht/toelichting oefening:
Overheden kunnen verschillende rollen aannemen. Geef aan bij elk van onderstaande
voorbeelden welke rol de overheid opneemt. 3 mogelijke antwoordopties: A. Producent, B.
Consument, C. Regulator
De overheid organiseert zelf openbaar vervoer waarvan burgers gebruik kunnen maken.
De overheid koopt brandstof aan om bussen te laten rijden.
De overheid kiest ervoor om zelf werklozen op te leiden.
De overheid kiest ervoor om C.A.W.’s te subsidiëren.
De lokale overheid kiest ervoor om zelf gemeentelijke kinderopvang uit te baten.
De overheid legt een maximumprijs op voor geneesmiddelen.
De vaardigt een verbod uit op het gebruik chemicaliën in speelgoed.
De federale overheid maakt een corona test verplicht na terugkeer uit een rode zone.
De stad Leuven koopt computers aan bij Apple zodat hun medewerkers van de stadsdienst
hun werk kunnen doen.
De federale overheid int belastingen in.
Antwoorden:
Producent
Consument
Producent
Regulator
Producent
Regulator
Regulator
Regulator
, Consument
Regulator
OEF 2
Link inhoud cursus: Productiviteit
H 1: Wat is economie en hoe denken economen -
Concepten link productie
Effectiviteit : doel bereiken…
Efficiëntie : …met zo weinig mogelijk inspanningen (zo klein mogelijke inzet van middelen)
NOTIE VAN PRODUCTIVITEIT = Output/input
Oplossing:
A. Het productieproces van fabriek 3 heeft de hoogste productiviteit.
P fabriek 1 = output/input = 10.000/500=20
P fabriek 2 = output/input = 12.000/500=24
P fabriek 3 = output/input = 10.000/400=25
B. Productieproces van fabriek 3 is het efficiëntste.
C. Op basis van de gegeven informatie kunnen we niet zeggen welke fabriek het meest
effectief is. Effectiviteit gaat over het doel bereiken dat je je vooropstelt. We weten niet wat
de doelstellingen zijn van de autofabrieken.
OEF 1
Link inhoud cursus: Economische actoren
H 1: Wat is economie en hoe denken economen
Menselijk gedrag te kunnen bestuderen door 'mensen/groepen' op te delen in economische
actoren met eigen rol:
Individuen/gezinnen = Consumenten, vragers, kopers
Ondernemingen/organisaties/ bedrijven = Producenten, aanbieders, verkopers
De overheid Producent, consument , regulator/scheidsrechter/handhaver/beschermer =>
BELEID VOEREN
Opdracht/toelichting oefening:
Overheden kunnen verschillende rollen aannemen. Geef aan bij elk van onderstaande
voorbeelden welke rol de overheid opneemt. 3 mogelijke antwoordopties: A. Producent, B.
Consument, C. Regulator
De overheid organiseert zelf openbaar vervoer waarvan burgers gebruik kunnen maken.
De overheid koopt brandstof aan om bussen te laten rijden.
De overheid kiest ervoor om zelf werklozen op te leiden.
De overheid kiest ervoor om C.A.W.’s te subsidiëren.
De lokale overheid kiest ervoor om zelf gemeentelijke kinderopvang uit te baten.
De overheid legt een maximumprijs op voor geneesmiddelen.
De vaardigt een verbod uit op het gebruik chemicaliën in speelgoed.
De federale overheid maakt een corona test verplicht na terugkeer uit een rode zone.
De stad Leuven koopt computers aan bij Apple zodat hun medewerkers van de stadsdienst
hun werk kunnen doen.
De federale overheid int belastingen in.
Antwoorden:
Producent
Consument
Producent
Regulator
Producent
Regulator
Regulator
Regulator
, Consument
Regulator
OEF 2
Link inhoud cursus: Productiviteit
H 1: Wat is economie en hoe denken economen -
Concepten link productie
Effectiviteit : doel bereiken…
Efficiëntie : …met zo weinig mogelijk inspanningen (zo klein mogelijke inzet van middelen)
NOTIE VAN PRODUCTIVITEIT = Output/input
Oplossing:
A. Het productieproces van fabriek 3 heeft de hoogste productiviteit.
P fabriek 1 = output/input = 10.000/500=20
P fabriek 2 = output/input = 12.000/500=24
P fabriek 3 = output/input = 10.000/400=25
B. Productieproces van fabriek 3 is het efficiëntste.
C. Op basis van de gegeven informatie kunnen we niet zeggen welke fabriek het meest
effectief is. Effectiviteit gaat over het doel bereiken dat je je vooropstelt. We weten niet wat
de doelstellingen zijn van de autofabrieken.