RZL
HOOFDSTUK 1: TANDARTS ZIJN EN ZINGEVING
1. VISIES/ONDERZOEK – OVER ZINGEVING (VRAAG NAAR HET WAAROM EN WAT)
Denkoefening: waar vinden mensen zin? (denk aan godsdienst, appreciatie van anderen, geluk?, helpen,…)
1.1 OVERZICHT ROND ZINGEVING (M. LEIJSSEN)
1.1.1 DOMEINEN VAN ZINGEVING
Vraag bij volwassenen naar wat hun leven zin geeft:
1. Relaties
2. Succes in persoonlijke ontwikkeling of in het realiseren van levensdoelen
3. Andere aspecten…
1.1.2 DIMENSIES VAN BESTAAN
Zinvol leven: niet enkel meerdere bronnen van zingeving, iemands welzijn is optimaal als de 4 dimensies van het
menselijk bestaan vertegenwoordigd zijn in de zingevingsdomeinen.
Zorg voor tanden: kan bijdragen aan/beïnvloed worden door zingeving op…
FYSISCHE NIVEAU:
• = alles wat met stoffelijke, zintuiglijke lichaam en de natuurlijke en de materiële omgeving te maken heeft
• Belangrijke aspecten: veiligheid, comfort, genot, gezondheid, uiterlijke schoonheid
• Indien geen aandacht: gevaar ongezond te leven of te grote lichamelijke risico’s te nemen
• THK: geen pijn, functioneel
PSYCHISCH NIVEAU:
• = alles wat behoort tot iemands persoonlijke ontwikkeling, intellectuele vermogens, karaktereigenschappen,
psychologische kenmerken en opvattingen over zichzelf.
• Belangrijke aspecten: zelfkennis, zelfactualisatie, autonomie en vrijheid
• Te veel bezig bvb. “ik moet intelligent overkomen” of “ hoe voel ik mij hierbij?” à narcisme en egocentrisme
• THK: goed voelen (angstig/trots), identiteit
SOCIAAL NIVEAU:
• = alles wat met iemands plaats in de samenleving of functie in het openbare leven te maken heeft
• Belangrijk: aanzien, erkenning, succes, zorgen voor anderen, verantwoordelijkheid dragen, vriendschap en erbij
horen.
• THK: aanvaard worden, sociale contacten kunnen hebben
SPIRITUEEL/TRANSCENDENTE NIVEAU:
• = geloof, geestelijke waarden, ideeën over de mens in een kosmische context.
• Belangrijke aspecten: vinden van ultieme betekenissen, waarheid en wijsheid
• Indien dit te zwaar doorweegt: gevaar voor fanatisme, onverdraagzaamheid of bekeringsdrift
• THK: zin ervaren door zorg voor zichzelf, zich verbonden weten met anderen, God heeft het zo gewild, God heeft
me op de proef gesteld, …
1
,Deze niveaus zijn verschillend, mede afhankelijk van waar men het meeste waarde aan hecht (vb. schoonheid,
gezondheid, erbij horen, zichzelf zijn,…); wel algemene patronen en waarden zijn niet louter individueel bepaald (afh
van tendens in de samenleving)
1.1.3 VERBAND TUSSEN ZINGEVING EN ZORG VOOR JE GEBIT
• Je kan dit in 2 richtingen bekijken
• Als je meer voor jezelf zorgt kan je meer zin ervaren
• Als je meer zin ervaart kan je je beter in je vel voelen en beter voor jezelf gaan zorgen
1.1.4 DIEPTE IN ZINGEVING
Verschillende niveaus van diepgang die mensen kunnen ontwikkelen
1. Hedonistisch: genot, plezier, comfort
• Lustprincipe: drang naar genot → kan leven bepalen, maar leidt zelden tot levensvervulling
• Hedonistische inhouden scoren nooit hoog bij gewone mensen voor zingeving
• Bv. Vakantie, wellness, lichaamsverzorging, …
• Bvb natuur (fysische dimensie): genieten zijn bij landschap
2. Persoonlijk: persoonlijke groei & realiseren talenten
• Ontwikkelen competenties, zelfinzicht, … (bv. Sport, studie, …)
• Bvb natuur (fysische dimensie): beklimmen van een berg, talent ontwikkelen zoals bosloop
3. Altruïstisch: dienstbaar zijn
• Zorgen voor anderen en bijdrage aan de samenleving
• Meer levensvoldoening dan persoon die op persoonlijk niveau primeert.
• Bvb natuur (fysische dimensie): rommel verwijderen, wandelen met kinderen
• Zinvol werk, vrijwilligerswerk, verbondenheid, vriendschap
4. Zelfoverstijgend: ultieme betekenis vinden
• Meer levensvoldoening dan persoon die persoonlijk niveau primeert.
• In de verbondenheid met een groter geheel (kosmos, in religieuze context)
• Bvb natuur (fysische dimensie): daardoor contact met god ervaren
1.1.5 DOEL/BETEKENIS/SAMENHANG
Zin ervaren is in essentie de ervaring dat wat we doen zin heeft (bv. mijn leven is het waard geleefd te worden). Zin
ervaren verwijst naar het vinden van een ‘doel’ (purpose), ‘betekenis’ (‘significance’, ‘mattering’, er toe doen) en
samenhang (‘coherence’) in wat mensen doen en in wie ze zijn.
Zin draagt bij tot veerkracht of resilience (en tot quality of life/wellbeing/health/…) = doorgroeivermogen Vb.
bepaalde sporters na blessure/tegenslag
1.1.6 ZINGEVINGSPROBLEMEN: VAN ZINVERMINDERING TOT ZINLOOSHEID
Zinsvermindering:
• Als kind: geen vragen over zin. Volwassenen meer psychische chaos en vragen over zin.
• Normaal dat mensen sommige periodes minder zin hebben in dagelijkse bezigheden of twijfelen aan de waarde
van het bestaan.
2
,• Tegenslag/moeilijkheden kunnen tot zinvermindering leiden. Gezonde persoon slaagt er meestal in om
zinvermindering te boven te komen mbv verschillende copingsstrategieën. Als dat niet lukt, kan het evolueren
naar zinloosheid.
Zinloosheid = wanneer het niet meer lukt om zinvermindering te boven te komen.
• Mensen proberen eraan te ontsnappen door verdoving of zich af te leiden door verslaving.
• Vaak maskering door andere problemen: relatieproblemen, slaapstoornissen, obsessies, conflicten...
• Vaak onderdeel van breder klinisch syndroom: depressie, alcoholisme, posttraumatische stoornis...
• Kan zich uiten als agressie: vandalisme, geweld en mishandeling...
Zingevingsbronnen en zingevingsproblemen
• Zingevingsproblemen mogelijk indien mensen ‘handicap’ oplopen in relaties. Relaties zijn de belangrijkste bron
van zingeving:
- Vb. sociaal isolement kan tot zinloosheid leiden.
- Vb. langdurige slechte relatie: beschadiging zingeving, die normaal met geboorte is meegegeven. Als
ouder/opvoeder gewelddadig zijn, verwaarlozen, onredelijke eisen stellen, vaak ruzie maken: kids lopen
meer risico om later gelijkaardige trauma’s in relaties te herhalen of ze engageren zich niet om trauma’s te
vermijden. Zinsbeschadiging bij kids wordt zelden opgemerkt ⇒ maar later wel depressiviteit, hardnekkige
somberheid, het verlangen alles op te geven.
• Zingevingsproblemen mogelijk als één zingevingbron alle aandacht krijgt:
- Leven stort in als die bron wegvalt.
- Overdreven bezigheid ermee kan pathologisch worden. Vb. te veel gericht op materialistische bron leidt niet
tot bevrediging honger ⇒ steeds meer nodig om zichzelf te vedwelmen. Voortdurend slaaf van behoeften
achter kortstondig geluk aanrennen, zonder ooit duurzaam geluk te verwerven. Vb. te veel gericht op
zelfoverstijging: zonder aandacht voor zelfkennis, kan dat leiden tot dwangmatig of gewelddadig gedrag.
- Onderzoek toont aan dat de hoeveelheid (te veel of te weinig met een specifieke bron bezig zijn), meer
doorslaggevend is voor de pathologie dan de inhoud van de zingevingbron.
Cognitie en zingevingsproblemen
• Iemand zijn wereldbeeld kan wankelen door confrontatie met andere wereldbeelden.
• Zingevingsproblemen mogelijk als men zijn zingevingkaders verliest, men geraakt de richting kwijt. LB biedt
namelijk een cognitief kader, geeft richting, waarden, normen...
• Zingevingsproblemen mogelijk als je een levensbeeld hebt zonder zingeving. Dit kan leiden tot zinloosheid.
- Vb. mensen die leven volgens survival of the fittest: iedereen handelt uit eigenbelang. Dit stimuleert bedrog
en onverantwoordelijk gedrag. Overwinningen worden behaald ten koste van anderen. ⇒ niet goed voor
zingeving.
- Vb. hoog intelligente mensen te veel hun leven baseren op pure wetenschap (bewijsbaar) en zingeving
uitsluiten. Als ze god zien als onzin en in een situatie komen waarin wetenschap geen uitkomst biedt, kan
dat leiden tot zinloosheid.
Motivatie en zingevingsproblemen
• Zingevingsproblemen mogelijk als mens geen instrumentele (nuttig doel), intrinsieke (plezier aan) en
zelfoverstijgende waarden heeft.
• Zingevingsproblemen mogelijk als iemand een belangrijk doel verliest. Vb. lege nest syndroom: doel was zorgen
voor kinderen.
• Zingevingsproblemen mogelijk bij herhaaldelijk falen bereiken doel (kan onrealistisch/onbereikbaar zijn). Vb.
ideale partner niet vinden.
• Zingevingsproblemen mogelijk als persoon geen doel meer heeft, verliest hij de zingeving. Hij wordt apathisch.
3
, Affect en zingevingsproblemen
Zingevingsproblemen mogelijk als men geen voldoening, tevredenheid of dankbaarheid vindt/wilt.
• Alle handelingen worden ontdaan van hun waarde. “Die zal wel iets nodig hebben van mij dat die zo vriendelijk
is!” Door zelf minder kwalitatief te handelen en het gedrag van anderen onderuit te halen/er negatief op reageren;
worden anderen ontmoedigd om nog veel voor jou te doen. Op die wijze bevestigen ze dat je geen reden hebt om
tevreden of dankbaar te zijn.
• Soms lichamelijke oorzaak voor negatieve stemming: verminderde aanmaak endorfine ⇒ minder positieve
affecten. Maar ook omgekeerd: leuke dingen stimuleren endorfineproductie. Vb. cliniclowns laten zieke kids
lachen, waardoor ze minder pijn/lijden ervaren. Ook positieve gedachten alleen helpen de biologische reactie.
En vice versa: piekeraars die zich op negatieve gevoelens anticiperen, neemt de zin in het leven ook af.
• Vb. sommige mensen onderdrukken alle positieve gevoelens ⇒ vicieuze cirkel: geen positieve belevingen
ervaren + cynisch en sarcastisch benaderen van anderen/gedragingen, ondermijnen ze alle kansen tot positieve
gevoelens. Ze vinden het bedreigend om nog positieve gevoelens te hebben. Soms antidepressiva +
psychotherapie om de vicieuze cirkel te doorbreken.
1.1.7 COPINGSTRATEGIEËN VOOR ZINGEVING
Copingsstrategieën kunnen vaak zingevingsproblemen zonder specifieke behandeling herstellen: coping = bepalen
hoe je je verhoudt met de gegeven omstandigheden en je beleving beïnvloeden.
A. Cognitief selecteren
• “Het glas is half vol of half leeg”.
• Door selectief te focussen op positieve aspecten situatie. Bv. bij ontslag meer tijd voor kids.
• De persoon bepaalt of hij slachtoffer van de situatie is ofwel de situatie benut voor groei en verruiming. Bv ouder
worden: niet aftakelen, maar wijzer worden. Bv bij langdurig verblijf in ziekenhuis kan de pt nieuwe aspecten van
zichzelf ontdekken en de ziekte naar de achtergrond laten verdwijnen.
B. Het positieve cultiveren
• Het positieve uit leven onttrekken: het mooie/goede/waardevolle zien en koesteren. Bv. goed boek lezen, mooie
film kijken, bezoek brengen aan anderen, sporten, genieten van kopje thee, bloemen kweken,...
• Het ontkent niet het kwade. Het is bewust van de moeilijkheden in het leven en laat zich erdoor juist inspireren
om optimaal gebruik te maken om zich boven het leed uit te tillen en ook het lijden van anderen te verzachten.
• Humor helpt bij lijden. Schept afstand tussen probleem en zichzelf (je minder identificeren met de
moeilijkheden).
• Denken aan positieve elementen helpt ook: meer endorfine.
• Ook in godsdiensten: eren van goedheid, waarheid, schoonheid. Het goddelijke op aarde ervaren
(vriendelijkheid, het juiste doen, natuur, kunst...).
C. Zorg dragen
• Zorg voor iets of iemand verlener, geeft zin aan zowel gever als ontvanger. Bv. je oma helpen om zich mooi aan te
kleden, waardoor ze zich verzorgd voelt en weer goed voor de dag kan komen. Thuisverzorgers krijgen veel
dankbaarheid terug.
• Zorg kan ook voor dier/natuur/omgeving zijn. Geeft positieve gevoelens aan gever en aan anderen die ook mee
kunnen genieten van wat goed verzorgd is. Maar als iemand iets vernield, wordt ook de aanschouwer getroffen
door het zinloze geweld.
• Een werkmilieu/familie/vriendenkring is meer zingevend als men kan rekenen op onderlinge zorg en
zorgvuldigheid.
• Ook in crisissituaties kunnen mensen een netwerk van zorg installeren. Bv tijdens oorlog of natuurramp, de
slachtoffers worden verzorgd en de verzorgers vinden zin, ondanks de heersende moeilijkheden.
4
HOOFDSTUK 1: TANDARTS ZIJN EN ZINGEVING
1. VISIES/ONDERZOEK – OVER ZINGEVING (VRAAG NAAR HET WAAROM EN WAT)
Denkoefening: waar vinden mensen zin? (denk aan godsdienst, appreciatie van anderen, geluk?, helpen,…)
1.1 OVERZICHT ROND ZINGEVING (M. LEIJSSEN)
1.1.1 DOMEINEN VAN ZINGEVING
Vraag bij volwassenen naar wat hun leven zin geeft:
1. Relaties
2. Succes in persoonlijke ontwikkeling of in het realiseren van levensdoelen
3. Andere aspecten…
1.1.2 DIMENSIES VAN BESTAAN
Zinvol leven: niet enkel meerdere bronnen van zingeving, iemands welzijn is optimaal als de 4 dimensies van het
menselijk bestaan vertegenwoordigd zijn in de zingevingsdomeinen.
Zorg voor tanden: kan bijdragen aan/beïnvloed worden door zingeving op…
FYSISCHE NIVEAU:
• = alles wat met stoffelijke, zintuiglijke lichaam en de natuurlijke en de materiële omgeving te maken heeft
• Belangrijke aspecten: veiligheid, comfort, genot, gezondheid, uiterlijke schoonheid
• Indien geen aandacht: gevaar ongezond te leven of te grote lichamelijke risico’s te nemen
• THK: geen pijn, functioneel
PSYCHISCH NIVEAU:
• = alles wat behoort tot iemands persoonlijke ontwikkeling, intellectuele vermogens, karaktereigenschappen,
psychologische kenmerken en opvattingen over zichzelf.
• Belangrijke aspecten: zelfkennis, zelfactualisatie, autonomie en vrijheid
• Te veel bezig bvb. “ik moet intelligent overkomen” of “ hoe voel ik mij hierbij?” à narcisme en egocentrisme
• THK: goed voelen (angstig/trots), identiteit
SOCIAAL NIVEAU:
• = alles wat met iemands plaats in de samenleving of functie in het openbare leven te maken heeft
• Belangrijk: aanzien, erkenning, succes, zorgen voor anderen, verantwoordelijkheid dragen, vriendschap en erbij
horen.
• THK: aanvaard worden, sociale contacten kunnen hebben
SPIRITUEEL/TRANSCENDENTE NIVEAU:
• = geloof, geestelijke waarden, ideeën over de mens in een kosmische context.
• Belangrijke aspecten: vinden van ultieme betekenissen, waarheid en wijsheid
• Indien dit te zwaar doorweegt: gevaar voor fanatisme, onverdraagzaamheid of bekeringsdrift
• THK: zin ervaren door zorg voor zichzelf, zich verbonden weten met anderen, God heeft het zo gewild, God heeft
me op de proef gesteld, …
1
,Deze niveaus zijn verschillend, mede afhankelijk van waar men het meeste waarde aan hecht (vb. schoonheid,
gezondheid, erbij horen, zichzelf zijn,…); wel algemene patronen en waarden zijn niet louter individueel bepaald (afh
van tendens in de samenleving)
1.1.3 VERBAND TUSSEN ZINGEVING EN ZORG VOOR JE GEBIT
• Je kan dit in 2 richtingen bekijken
• Als je meer voor jezelf zorgt kan je meer zin ervaren
• Als je meer zin ervaart kan je je beter in je vel voelen en beter voor jezelf gaan zorgen
1.1.4 DIEPTE IN ZINGEVING
Verschillende niveaus van diepgang die mensen kunnen ontwikkelen
1. Hedonistisch: genot, plezier, comfort
• Lustprincipe: drang naar genot → kan leven bepalen, maar leidt zelden tot levensvervulling
• Hedonistische inhouden scoren nooit hoog bij gewone mensen voor zingeving
• Bv. Vakantie, wellness, lichaamsverzorging, …
• Bvb natuur (fysische dimensie): genieten zijn bij landschap
2. Persoonlijk: persoonlijke groei & realiseren talenten
• Ontwikkelen competenties, zelfinzicht, … (bv. Sport, studie, …)
• Bvb natuur (fysische dimensie): beklimmen van een berg, talent ontwikkelen zoals bosloop
3. Altruïstisch: dienstbaar zijn
• Zorgen voor anderen en bijdrage aan de samenleving
• Meer levensvoldoening dan persoon die op persoonlijk niveau primeert.
• Bvb natuur (fysische dimensie): rommel verwijderen, wandelen met kinderen
• Zinvol werk, vrijwilligerswerk, verbondenheid, vriendschap
4. Zelfoverstijgend: ultieme betekenis vinden
• Meer levensvoldoening dan persoon die persoonlijk niveau primeert.
• In de verbondenheid met een groter geheel (kosmos, in religieuze context)
• Bvb natuur (fysische dimensie): daardoor contact met god ervaren
1.1.5 DOEL/BETEKENIS/SAMENHANG
Zin ervaren is in essentie de ervaring dat wat we doen zin heeft (bv. mijn leven is het waard geleefd te worden). Zin
ervaren verwijst naar het vinden van een ‘doel’ (purpose), ‘betekenis’ (‘significance’, ‘mattering’, er toe doen) en
samenhang (‘coherence’) in wat mensen doen en in wie ze zijn.
Zin draagt bij tot veerkracht of resilience (en tot quality of life/wellbeing/health/…) = doorgroeivermogen Vb.
bepaalde sporters na blessure/tegenslag
1.1.6 ZINGEVINGSPROBLEMEN: VAN ZINVERMINDERING TOT ZINLOOSHEID
Zinsvermindering:
• Als kind: geen vragen over zin. Volwassenen meer psychische chaos en vragen over zin.
• Normaal dat mensen sommige periodes minder zin hebben in dagelijkse bezigheden of twijfelen aan de waarde
van het bestaan.
2
,• Tegenslag/moeilijkheden kunnen tot zinvermindering leiden. Gezonde persoon slaagt er meestal in om
zinvermindering te boven te komen mbv verschillende copingsstrategieën. Als dat niet lukt, kan het evolueren
naar zinloosheid.
Zinloosheid = wanneer het niet meer lukt om zinvermindering te boven te komen.
• Mensen proberen eraan te ontsnappen door verdoving of zich af te leiden door verslaving.
• Vaak maskering door andere problemen: relatieproblemen, slaapstoornissen, obsessies, conflicten...
• Vaak onderdeel van breder klinisch syndroom: depressie, alcoholisme, posttraumatische stoornis...
• Kan zich uiten als agressie: vandalisme, geweld en mishandeling...
Zingevingsbronnen en zingevingsproblemen
• Zingevingsproblemen mogelijk indien mensen ‘handicap’ oplopen in relaties. Relaties zijn de belangrijkste bron
van zingeving:
- Vb. sociaal isolement kan tot zinloosheid leiden.
- Vb. langdurige slechte relatie: beschadiging zingeving, die normaal met geboorte is meegegeven. Als
ouder/opvoeder gewelddadig zijn, verwaarlozen, onredelijke eisen stellen, vaak ruzie maken: kids lopen
meer risico om later gelijkaardige trauma’s in relaties te herhalen of ze engageren zich niet om trauma’s te
vermijden. Zinsbeschadiging bij kids wordt zelden opgemerkt ⇒ maar later wel depressiviteit, hardnekkige
somberheid, het verlangen alles op te geven.
• Zingevingsproblemen mogelijk als één zingevingbron alle aandacht krijgt:
- Leven stort in als die bron wegvalt.
- Overdreven bezigheid ermee kan pathologisch worden. Vb. te veel gericht op materialistische bron leidt niet
tot bevrediging honger ⇒ steeds meer nodig om zichzelf te vedwelmen. Voortdurend slaaf van behoeften
achter kortstondig geluk aanrennen, zonder ooit duurzaam geluk te verwerven. Vb. te veel gericht op
zelfoverstijging: zonder aandacht voor zelfkennis, kan dat leiden tot dwangmatig of gewelddadig gedrag.
- Onderzoek toont aan dat de hoeveelheid (te veel of te weinig met een specifieke bron bezig zijn), meer
doorslaggevend is voor de pathologie dan de inhoud van de zingevingbron.
Cognitie en zingevingsproblemen
• Iemand zijn wereldbeeld kan wankelen door confrontatie met andere wereldbeelden.
• Zingevingsproblemen mogelijk als men zijn zingevingkaders verliest, men geraakt de richting kwijt. LB biedt
namelijk een cognitief kader, geeft richting, waarden, normen...
• Zingevingsproblemen mogelijk als je een levensbeeld hebt zonder zingeving. Dit kan leiden tot zinloosheid.
- Vb. mensen die leven volgens survival of the fittest: iedereen handelt uit eigenbelang. Dit stimuleert bedrog
en onverantwoordelijk gedrag. Overwinningen worden behaald ten koste van anderen. ⇒ niet goed voor
zingeving.
- Vb. hoog intelligente mensen te veel hun leven baseren op pure wetenschap (bewijsbaar) en zingeving
uitsluiten. Als ze god zien als onzin en in een situatie komen waarin wetenschap geen uitkomst biedt, kan
dat leiden tot zinloosheid.
Motivatie en zingevingsproblemen
• Zingevingsproblemen mogelijk als mens geen instrumentele (nuttig doel), intrinsieke (plezier aan) en
zelfoverstijgende waarden heeft.
• Zingevingsproblemen mogelijk als iemand een belangrijk doel verliest. Vb. lege nest syndroom: doel was zorgen
voor kinderen.
• Zingevingsproblemen mogelijk bij herhaaldelijk falen bereiken doel (kan onrealistisch/onbereikbaar zijn). Vb.
ideale partner niet vinden.
• Zingevingsproblemen mogelijk als persoon geen doel meer heeft, verliest hij de zingeving. Hij wordt apathisch.
3
, Affect en zingevingsproblemen
Zingevingsproblemen mogelijk als men geen voldoening, tevredenheid of dankbaarheid vindt/wilt.
• Alle handelingen worden ontdaan van hun waarde. “Die zal wel iets nodig hebben van mij dat die zo vriendelijk
is!” Door zelf minder kwalitatief te handelen en het gedrag van anderen onderuit te halen/er negatief op reageren;
worden anderen ontmoedigd om nog veel voor jou te doen. Op die wijze bevestigen ze dat je geen reden hebt om
tevreden of dankbaar te zijn.
• Soms lichamelijke oorzaak voor negatieve stemming: verminderde aanmaak endorfine ⇒ minder positieve
affecten. Maar ook omgekeerd: leuke dingen stimuleren endorfineproductie. Vb. cliniclowns laten zieke kids
lachen, waardoor ze minder pijn/lijden ervaren. Ook positieve gedachten alleen helpen de biologische reactie.
En vice versa: piekeraars die zich op negatieve gevoelens anticiperen, neemt de zin in het leven ook af.
• Vb. sommige mensen onderdrukken alle positieve gevoelens ⇒ vicieuze cirkel: geen positieve belevingen
ervaren + cynisch en sarcastisch benaderen van anderen/gedragingen, ondermijnen ze alle kansen tot positieve
gevoelens. Ze vinden het bedreigend om nog positieve gevoelens te hebben. Soms antidepressiva +
psychotherapie om de vicieuze cirkel te doorbreken.
1.1.7 COPINGSTRATEGIEËN VOOR ZINGEVING
Copingsstrategieën kunnen vaak zingevingsproblemen zonder specifieke behandeling herstellen: coping = bepalen
hoe je je verhoudt met de gegeven omstandigheden en je beleving beïnvloeden.
A. Cognitief selecteren
• “Het glas is half vol of half leeg”.
• Door selectief te focussen op positieve aspecten situatie. Bv. bij ontslag meer tijd voor kids.
• De persoon bepaalt of hij slachtoffer van de situatie is ofwel de situatie benut voor groei en verruiming. Bv ouder
worden: niet aftakelen, maar wijzer worden. Bv bij langdurig verblijf in ziekenhuis kan de pt nieuwe aspecten van
zichzelf ontdekken en de ziekte naar de achtergrond laten verdwijnen.
B. Het positieve cultiveren
• Het positieve uit leven onttrekken: het mooie/goede/waardevolle zien en koesteren. Bv. goed boek lezen, mooie
film kijken, bezoek brengen aan anderen, sporten, genieten van kopje thee, bloemen kweken,...
• Het ontkent niet het kwade. Het is bewust van de moeilijkheden in het leven en laat zich erdoor juist inspireren
om optimaal gebruik te maken om zich boven het leed uit te tillen en ook het lijden van anderen te verzachten.
• Humor helpt bij lijden. Schept afstand tussen probleem en zichzelf (je minder identificeren met de
moeilijkheden).
• Denken aan positieve elementen helpt ook: meer endorfine.
• Ook in godsdiensten: eren van goedheid, waarheid, schoonheid. Het goddelijke op aarde ervaren
(vriendelijkheid, het juiste doen, natuur, kunst...).
C. Zorg dragen
• Zorg voor iets of iemand verlener, geeft zin aan zowel gever als ontvanger. Bv. je oma helpen om zich mooi aan te
kleden, waardoor ze zich verzorgd voelt en weer goed voor de dag kan komen. Thuisverzorgers krijgen veel
dankbaarheid terug.
• Zorg kan ook voor dier/natuur/omgeving zijn. Geeft positieve gevoelens aan gever en aan anderen die ook mee
kunnen genieten van wat goed verzorgd is. Maar als iemand iets vernield, wordt ook de aanschouwer getroffen
door het zinloze geweld.
• Een werkmilieu/familie/vriendenkring is meer zingevend als men kan rekenen op onderlinge zorg en
zorgvuldigheid.
• Ook in crisissituaties kunnen mensen een netwerk van zorg installeren. Bv tijdens oorlog of natuurramp, de
slachtoffers worden verzorgd en de verzorgers vinden zin, ondanks de heersende moeilijkheden.
4