Histologie
Les 1 (08/11)
EPITHEEL
Histologie/weefselleer
Groeperingen v cellen: gelijksoortige vorm & functie
4 primaire weefsels:
- Epitheel (op heel veel plaatsen in het lichaam)
- Bind- & steunweefsel (kraakbeen – been)
- Spierweefsel
- Zenuwweefsel
Vermengd: ≠ verhoudingen
Functie en oorsprong
Functie:
- Bekleden of bedekken (huid) beschermen
- Opname v stoffen (darmwand) cytopempsis
o Apicaal: nr het darmlumen toe
o Basaal: nr het bloedvat toe
- Afscheiding v stoffen (klieren)
o Cellen die een welbepaald secreet zullen produceren bv zweet,
speeksel
o Cellen die dienstdoen als afvoergang
- Opnemen v prikkels (neuro-epitheel) betrokken in communicatie tss
buitenwereld & interne geheel
- Samentrekken (myo-epitheel)
o Bevat heel veel actine-achtige eiwitten in het cytoskelet
o Bv melkklier die uit alveolen en ducti bestaan rond alveolen zit glad
spierweefsel & myo-epitheel
Oorsprong:
- Ectoderm (huid, mond, …)
- Mesoderm (nier, …)
- Endoderm (ademhalingswegen, …)
Bedekkend epitheel
Eenlagig:
A. Plat plaveiselepitheel: lis v Henle
o 90% longalveolen
o Lis v Henle = onderdeel v nefron
B. Kubisch: nierbuisjes
C. Cilinder: darmkanaal (vanaf slokdarm)
o Luchtwegen
Meerlagig:
- Verhoornend (huid): kubisch tot cilindrisch
1
, - Niet-verhoornend (mond): geen hoornschilfers
- Cilinderepitheel (urethra): cilindrisch
- Overgangsepitheel (blaas): bolvormig B
o Vorm afh v vulling
o Zeer plastisch in hun vorm
- Uitz meerrijig (luchtwegen): pseudomeerlagig
o Mr er is eig mr 1 laag cellen aanwezig
Neuro-epitheel: sensorische functie
Myo-epitheel: mogelijkheid tot contractie
Klierepitheel
Ontstaan: epitheel wr op een gegeven moment een verhoogde mitotische deling is
- Tros v cellen ontstaat
Gespecialiseerd in productie v secreet (≠ v bloed of weefselvloeistof)
Soorten:
- Eencellig: slijmbekercel in darm of trachea
- Meercellig: meest voorkomend 99,9% vd klieren zijn meercellig
- Exocrien: klierafvoergang
- Endocrien: rechtstreeks aan bloed (volledige afsluiting)
Afh v soort epitheel belangrijk ≠
Exocriene klieren
Tubulair: buisvormig
Gewonden tubulair: buisvormig
Acinair: bolvormig
Enkelvoudige klieren:
- Onvertakte afvoergang
- Tubulair, gewonden tubulair of acinair
Samengestelde klieren:
- Vertakte afvoergang
- Tubulair, acinair, tubulo-acinair
Endocriene klieren
1e type: strengen met wijde capillairen
2e type: vesiculair (= rond holte, bv schildklier)
Voeding!!
- Diffusie dr lamina propria & basale membr
- Soms circulatie v vloeistof in intercellulaire ruimten
2
,Epitheel is niet doorbloed
Regeneratie en metaplasie
Regeneratie:
- Epitheel weinig statisch
- Cellen w vernieuwd (mitose) aan een tempo dat uiteenlopend is
o Bv darmepitheel: 1 tot 4 dagen turnover
o Bv huid: 2 tot 3 weken
- Heel sterk afh v metabolisme hoger metabolisme, hogere turnover nodig
- Afh v soort weefsel
Metaplasie:
- Overgang in ander soort epitheel
o Bv zware rokers: meerrijig trilhaarepitheel w aangetast & kapotgemaakt
en kan niet meer opnieuw gevormd w meerlagig plaveiselepitheel (=
long zonder borstels)
o Bv in darm ook
Celbiologie
Cellen die ionen transporteren: actief transport (nier)
- Transporteiwitten, pompen, … nodig
o Pompen = eiwit DUS eiwit kunnen aanmaken en energie nodig
o Eiwit aanmaken: DNA uit kern nodig, je maakt er mRNA v, mRNA gaat
nr ribosomen in RER, GA nodig! Heel energie-eisend dus ook
mitochondriën nodig in de cel om energie te produceren
- Volgende kenmerken:
o Diepe invaginaties vd celmembr
o Talrijke interdigitaties
o Vele langgerekte mitochondriën
o Sterke ATP-ase-activiteit
o Hoog zuurstofverbruik
Examenvraag: nier
- Bevat een glomerulus die afvalstoffen filtert
- Je moet water & ionen recupereren dit gebeurt dmv epitheelcellen
Cellen die dmv pinocytose transporteren:
- Transport macromoleculen (nrml niet dr celmembr)
- Cytopempsis: opname via pinocytose, afgave via exocytose (bv endotheel)
- Weinig celorganellen
- Cytoskelet met veel contractiele eiwitten nodig
Examenvraag: membr herstellen
- Fosfolipiden aanmaken
- Fosfolipide bestaat uit een vet (3 vetzuren + glycerol)
- 1 vetzuurstaart eraf knippen & er een fosfaatgroep op plaatsen
- Gebeurt in GER (daar ook vetmetabolisme), daar knip je de fosfaatgroep eraf
3
, - Fosforylering gebeurt in GA
- Energie-eisend proces dus ook mitochondriën vr nodig
Vormen v chemische boodschappers:
- Functie: boodschappers produceren vr reguleren activiteit andere cellen
- Neurocriene cellen: zenuwcel (afgave in synaptische spleet)
- Paracriene cellen: mastcel (afgave aan intercellulaire vloeistof)
- Endocriene cellen: testes (afgave aan bloed)
Examenvraag: dopamine
- W omgezet in serotonine
- Enzymes vr nodig (vr die enzymes eiwitsynthese nodig mr niet rechtstreeks vr
omzetting v dopamine nr serotonine)
- Apud-principe
- Energie vr nodig + mitochondriale invloeden
Eiwit-synthetiserende cellen:
- = glyco-proteïnecellen
- Produceren kleine hoeveelheden proteïnen
o Synthese dr vrije polysomen (skeletspier)
o Synthese aan membraangebonden polysomen
- Secretie:
o AZ uit bloed via actief transport
o AZ hechten aan vrij ribosoom (zie eiwitsynthese)
o Eiwitten nr GA
- Ophopen Golgi-cisternen, uitstulpingen (secreetvacuolen)
- Verplaatsing nr celapex
- Exocytose
Polypeptide-secernerende cellen:
- APUD (neurale lijst) = Amine Precursor Uptake and Decarboxylation
o Hoge activiteit AZ-decarboxylase
o Weinig basofiel cytoplasma
o Ophoping v kleine, ronde secreetgranulen
o Vrij weinig RER – zwak GA synthesesnelheid zeer laag
o Diffuus verspreid/gedeeltelijk tot celgroepen/kleine klierachtige
structuren
Glycoproteïne-producerende cellen:
- Typisch vb: slijmbekercel darmepitheel slijm zit aan de apicale zijde
o Grote secreetgranula
o Uitgebreid RER & GA koolhydratengedeelte in beide, sulfatering in
GA
Examenvraag: bespreek de vorming v slijm/mucus in de slijmbekercel (vnl op
niveau vd celorganellen)
- Wat is mucus? Combinatie v glycoproteïnen & glycolipiden
- Uitleggen hoe glycoproteïnen & glycolipiden gemaakt w
- Eiwitsynthese + GA & lipidensynthese + GA uitleggen
- Belangrijk bijproduct v vetmetabolisme: peroxides, zuurstofradicalen
4
Les 1 (08/11)
EPITHEEL
Histologie/weefselleer
Groeperingen v cellen: gelijksoortige vorm & functie
4 primaire weefsels:
- Epitheel (op heel veel plaatsen in het lichaam)
- Bind- & steunweefsel (kraakbeen – been)
- Spierweefsel
- Zenuwweefsel
Vermengd: ≠ verhoudingen
Functie en oorsprong
Functie:
- Bekleden of bedekken (huid) beschermen
- Opname v stoffen (darmwand) cytopempsis
o Apicaal: nr het darmlumen toe
o Basaal: nr het bloedvat toe
- Afscheiding v stoffen (klieren)
o Cellen die een welbepaald secreet zullen produceren bv zweet,
speeksel
o Cellen die dienstdoen als afvoergang
- Opnemen v prikkels (neuro-epitheel) betrokken in communicatie tss
buitenwereld & interne geheel
- Samentrekken (myo-epitheel)
o Bevat heel veel actine-achtige eiwitten in het cytoskelet
o Bv melkklier die uit alveolen en ducti bestaan rond alveolen zit glad
spierweefsel & myo-epitheel
Oorsprong:
- Ectoderm (huid, mond, …)
- Mesoderm (nier, …)
- Endoderm (ademhalingswegen, …)
Bedekkend epitheel
Eenlagig:
A. Plat plaveiselepitheel: lis v Henle
o 90% longalveolen
o Lis v Henle = onderdeel v nefron
B. Kubisch: nierbuisjes
C. Cilinder: darmkanaal (vanaf slokdarm)
o Luchtwegen
Meerlagig:
- Verhoornend (huid): kubisch tot cilindrisch
1
, - Niet-verhoornend (mond): geen hoornschilfers
- Cilinderepitheel (urethra): cilindrisch
- Overgangsepitheel (blaas): bolvormig B
o Vorm afh v vulling
o Zeer plastisch in hun vorm
- Uitz meerrijig (luchtwegen): pseudomeerlagig
o Mr er is eig mr 1 laag cellen aanwezig
Neuro-epitheel: sensorische functie
Myo-epitheel: mogelijkheid tot contractie
Klierepitheel
Ontstaan: epitheel wr op een gegeven moment een verhoogde mitotische deling is
- Tros v cellen ontstaat
Gespecialiseerd in productie v secreet (≠ v bloed of weefselvloeistof)
Soorten:
- Eencellig: slijmbekercel in darm of trachea
- Meercellig: meest voorkomend 99,9% vd klieren zijn meercellig
- Exocrien: klierafvoergang
- Endocrien: rechtstreeks aan bloed (volledige afsluiting)
Afh v soort epitheel belangrijk ≠
Exocriene klieren
Tubulair: buisvormig
Gewonden tubulair: buisvormig
Acinair: bolvormig
Enkelvoudige klieren:
- Onvertakte afvoergang
- Tubulair, gewonden tubulair of acinair
Samengestelde klieren:
- Vertakte afvoergang
- Tubulair, acinair, tubulo-acinair
Endocriene klieren
1e type: strengen met wijde capillairen
2e type: vesiculair (= rond holte, bv schildklier)
Voeding!!
- Diffusie dr lamina propria & basale membr
- Soms circulatie v vloeistof in intercellulaire ruimten
2
,Epitheel is niet doorbloed
Regeneratie en metaplasie
Regeneratie:
- Epitheel weinig statisch
- Cellen w vernieuwd (mitose) aan een tempo dat uiteenlopend is
o Bv darmepitheel: 1 tot 4 dagen turnover
o Bv huid: 2 tot 3 weken
- Heel sterk afh v metabolisme hoger metabolisme, hogere turnover nodig
- Afh v soort weefsel
Metaplasie:
- Overgang in ander soort epitheel
o Bv zware rokers: meerrijig trilhaarepitheel w aangetast & kapotgemaakt
en kan niet meer opnieuw gevormd w meerlagig plaveiselepitheel (=
long zonder borstels)
o Bv in darm ook
Celbiologie
Cellen die ionen transporteren: actief transport (nier)
- Transporteiwitten, pompen, … nodig
o Pompen = eiwit DUS eiwit kunnen aanmaken en energie nodig
o Eiwit aanmaken: DNA uit kern nodig, je maakt er mRNA v, mRNA gaat
nr ribosomen in RER, GA nodig! Heel energie-eisend dus ook
mitochondriën nodig in de cel om energie te produceren
- Volgende kenmerken:
o Diepe invaginaties vd celmembr
o Talrijke interdigitaties
o Vele langgerekte mitochondriën
o Sterke ATP-ase-activiteit
o Hoog zuurstofverbruik
Examenvraag: nier
- Bevat een glomerulus die afvalstoffen filtert
- Je moet water & ionen recupereren dit gebeurt dmv epitheelcellen
Cellen die dmv pinocytose transporteren:
- Transport macromoleculen (nrml niet dr celmembr)
- Cytopempsis: opname via pinocytose, afgave via exocytose (bv endotheel)
- Weinig celorganellen
- Cytoskelet met veel contractiele eiwitten nodig
Examenvraag: membr herstellen
- Fosfolipiden aanmaken
- Fosfolipide bestaat uit een vet (3 vetzuren + glycerol)
- 1 vetzuurstaart eraf knippen & er een fosfaatgroep op plaatsen
- Gebeurt in GER (daar ook vetmetabolisme), daar knip je de fosfaatgroep eraf
3
, - Fosforylering gebeurt in GA
- Energie-eisend proces dus ook mitochondriën vr nodig
Vormen v chemische boodschappers:
- Functie: boodschappers produceren vr reguleren activiteit andere cellen
- Neurocriene cellen: zenuwcel (afgave in synaptische spleet)
- Paracriene cellen: mastcel (afgave aan intercellulaire vloeistof)
- Endocriene cellen: testes (afgave aan bloed)
Examenvraag: dopamine
- W omgezet in serotonine
- Enzymes vr nodig (vr die enzymes eiwitsynthese nodig mr niet rechtstreeks vr
omzetting v dopamine nr serotonine)
- Apud-principe
- Energie vr nodig + mitochondriale invloeden
Eiwit-synthetiserende cellen:
- = glyco-proteïnecellen
- Produceren kleine hoeveelheden proteïnen
o Synthese dr vrije polysomen (skeletspier)
o Synthese aan membraangebonden polysomen
- Secretie:
o AZ uit bloed via actief transport
o AZ hechten aan vrij ribosoom (zie eiwitsynthese)
o Eiwitten nr GA
- Ophopen Golgi-cisternen, uitstulpingen (secreetvacuolen)
- Verplaatsing nr celapex
- Exocytose
Polypeptide-secernerende cellen:
- APUD (neurale lijst) = Amine Precursor Uptake and Decarboxylation
o Hoge activiteit AZ-decarboxylase
o Weinig basofiel cytoplasma
o Ophoping v kleine, ronde secreetgranulen
o Vrij weinig RER – zwak GA synthesesnelheid zeer laag
o Diffuus verspreid/gedeeltelijk tot celgroepen/kleine klierachtige
structuren
Glycoproteïne-producerende cellen:
- Typisch vb: slijmbekercel darmepitheel slijm zit aan de apicale zijde
o Grote secreetgranula
o Uitgebreid RER & GA koolhydratengedeelte in beide, sulfatering in
GA
Examenvraag: bespreek de vorming v slijm/mucus in de slijmbekercel (vnl op
niveau vd celorganellen)
- Wat is mucus? Combinatie v glycoproteïnen & glycolipiden
- Uitleggen hoe glycoproteïnen & glycolipiden gemaakt w
- Eiwitsynthese + GA & lipidensynthese + GA uitleggen
- Belangrijk bijproduct v vetmetabolisme: peroxides, zuurstofradicalen
4