EEN INLEIDING IN DE PSYCHOLOGIE
HOOFDSTUK 2: PAVLOVS HOND EN THORNDIKES KAT
SPORTERS, GOKKERS EN RATTEN MET EEN GOEDE NEUS
Nutteloze teksten P. 53-54
TWEE VORMEN VAN LEREN
Leren = Een (blijvende) verandering in gedrag of mentale processen als gevolg van een bepaalde ervaring.
→ Niet hetzelfde als reflexen of instincten: soort specifiek en genetisch, geprogrammeerd gedrag (niet-
flexibel).
Verschillende vormen van leren:
• Habituatie: leren om niet meer te reageren op de herhaalde aanbieding van een stimulus, door
sensorische adaptatie (bv. trein).
• Mere-exposure effect: aangeleerde voorkeur voor stimuli waaraan we al eerder zijn blootgesteld (bv.
oorworm-muziek).
• SR-leren: vormen van leren die kunnen beschreven worden in termen van Stimuli en Responses,
zoals klassieke en operante conditionering.
• Cognitief leren: leren waarbij mentale processen moeten meespelen.
EX. WISSELWERKING TUSSEN HET SPIJSVERTERINGSSTELSEL EN HET ZENUWSTELSEL .
EIND 19 E EEUW BESTUDEERDE DE RUSSISCHE FYSIOLOOG IVAN PAVLOV DE WISSELWERKING TUSSEN HET ZENUWSTELSEL EN
HET SPIJSVERTERINGSSTELSEL . HIJ TAPTE SPEEKSELAFSCHEIDING AF BIJ HONDEN OM ZO DE HOEVEELHEID SPEEKSEL TE METEN .
H IJ STAK VERSCHILLENDE OBJECTEN IN DE MONDHOLTE , DROOG OF VAST VOEDSEL , ZURE VLOEISTOF OF ZANDKORRELS →
WELKE INVLOED HAD DIT OP DE AANMAAK VAN SPEEKSEL ?
→ Bij herhaalde toediening van vlees vertoonden de dieren na een tijdje al speekselafscheiding bij het zien
van het voedsel.
→ Bij de zure vloeistof, die zwart verkleurd was, produceerden de honden uiteindelijk speeksel bij het zien
van eender welke zwarte stof.
!De psychische reflex was gedoopt!
Pavlov:
Een fysiologische reflex, zoals het produceren van speeksel bij het eten van voedsel liet voorafgaan door een
andere prikken, een bel. Na verschillende aanbiedingen van het belgeluid, onmiddellijk gevolgd door het
toedienen van voedsel, begonnen de dieren al speeksel te produceren na de toon.
→ De klassieke of pavloviaanse conditionering.
Edward Thorndike:
• Het instinctieve en intelligente gedrag van kippen.
1
, De puzzle box, De kat van Thorndike:
KOOI MET KLAPDEURTJE DAT GEOPEND KON WORDEN DOOR OP EEN HEFBOOMPJE TE DRUKKEN . KAT IN KOOI, MELKKOMMETJE
GOED ZICHTBAAR VOOR EN BUITEN HET BEREIK VAN DE OPGESLOTEN KAT . HET DIER GAF ALLERLEI PANIEKERIGE EN LUKRAKE
GEDRAGINGEN WEER MET ALS DOEL : ONTSNAPPEN UIT DE BOX . TOT ZE PER TOEVAL DE HEFBOOM RAAKTEN EN DAARDOOR DE
KLAPDEUR OPENGING . WANNEER DIT PROCES HERHAALD WERD , STELDE HET DIER STEEDS MINDER ONPRODUCTIEVE
GEDRAGINGEN EN DRUKTE HET DIER STEEDS SNELLER OP HET HEFBOOMPJE .
Trial-and-error leren = Willekeurige, paniekerige en lukrake gedragingen tot ze het gewenste gedrag bereikt.
De wet van effect = Sneller een gewenst of bedoeld gedrag uitvoeren.
→ 2 basisprincipes van de operante conditionering.
Basisprincipe van de operante of instrumentele of Skinneriaanse conditionering: Gedrag dat resulteert in
positieve gevolgen, wordt versterkt; gedrag dat leidt tot negatieve gevolgen wordt afgezwakt.
Temporele contiguïteit = De snelle opeenvolging in de tijd tussen gedrag en beloning.
WAT WE LEERDEN VAN DE HONDEN VAN PAVLOV
Klassieke conditionering is een passief proces en een universeel leerproces.
Neutrale stimulus = Een prikkel die een oriëntatiereflex uitlokt.
Onvoorwaardelijke stimulus = De prikkel die reflexmatig een reactie uitlokt.
Onvoorwaardelijke reactie = De reflexreactie.
Voorwaardelijke stimulus = De oorspronkelijke neutrale prikkel.
Voorwaardelijke reactie = De reactie die na het leerproces een reactie uitlokt.
Dit leerproces kan ook weer worden afgebouwd, door herhaalde aanbiedingen van de voorwaardelijke
prikkel zonder de onvoorwaardelijke prikkel.
Uitdoving/ Extinctie = Het verdwijnen van de voorwaardelijke reactie.
!Dit is niet hetzelfde als vergeten, na uitdoving kan het conditioneringsproces heel snel opnieuw tot stand
komen!
2
HOOFDSTUK 2: PAVLOVS HOND EN THORNDIKES KAT
SPORTERS, GOKKERS EN RATTEN MET EEN GOEDE NEUS
Nutteloze teksten P. 53-54
TWEE VORMEN VAN LEREN
Leren = Een (blijvende) verandering in gedrag of mentale processen als gevolg van een bepaalde ervaring.
→ Niet hetzelfde als reflexen of instincten: soort specifiek en genetisch, geprogrammeerd gedrag (niet-
flexibel).
Verschillende vormen van leren:
• Habituatie: leren om niet meer te reageren op de herhaalde aanbieding van een stimulus, door
sensorische adaptatie (bv. trein).
• Mere-exposure effect: aangeleerde voorkeur voor stimuli waaraan we al eerder zijn blootgesteld (bv.
oorworm-muziek).
• SR-leren: vormen van leren die kunnen beschreven worden in termen van Stimuli en Responses,
zoals klassieke en operante conditionering.
• Cognitief leren: leren waarbij mentale processen moeten meespelen.
EX. WISSELWERKING TUSSEN HET SPIJSVERTERINGSSTELSEL EN HET ZENUWSTELSEL .
EIND 19 E EEUW BESTUDEERDE DE RUSSISCHE FYSIOLOOG IVAN PAVLOV DE WISSELWERKING TUSSEN HET ZENUWSTELSEL EN
HET SPIJSVERTERINGSSTELSEL . HIJ TAPTE SPEEKSELAFSCHEIDING AF BIJ HONDEN OM ZO DE HOEVEELHEID SPEEKSEL TE METEN .
H IJ STAK VERSCHILLENDE OBJECTEN IN DE MONDHOLTE , DROOG OF VAST VOEDSEL , ZURE VLOEISTOF OF ZANDKORRELS →
WELKE INVLOED HAD DIT OP DE AANMAAK VAN SPEEKSEL ?
→ Bij herhaalde toediening van vlees vertoonden de dieren na een tijdje al speekselafscheiding bij het zien
van het voedsel.
→ Bij de zure vloeistof, die zwart verkleurd was, produceerden de honden uiteindelijk speeksel bij het zien
van eender welke zwarte stof.
!De psychische reflex was gedoopt!
Pavlov:
Een fysiologische reflex, zoals het produceren van speeksel bij het eten van voedsel liet voorafgaan door een
andere prikken, een bel. Na verschillende aanbiedingen van het belgeluid, onmiddellijk gevolgd door het
toedienen van voedsel, begonnen de dieren al speeksel te produceren na de toon.
→ De klassieke of pavloviaanse conditionering.
Edward Thorndike:
• Het instinctieve en intelligente gedrag van kippen.
1
, De puzzle box, De kat van Thorndike:
KOOI MET KLAPDEURTJE DAT GEOPEND KON WORDEN DOOR OP EEN HEFBOOMPJE TE DRUKKEN . KAT IN KOOI, MELKKOMMETJE
GOED ZICHTBAAR VOOR EN BUITEN HET BEREIK VAN DE OPGESLOTEN KAT . HET DIER GAF ALLERLEI PANIEKERIGE EN LUKRAKE
GEDRAGINGEN WEER MET ALS DOEL : ONTSNAPPEN UIT DE BOX . TOT ZE PER TOEVAL DE HEFBOOM RAAKTEN EN DAARDOOR DE
KLAPDEUR OPENGING . WANNEER DIT PROCES HERHAALD WERD , STELDE HET DIER STEEDS MINDER ONPRODUCTIEVE
GEDRAGINGEN EN DRUKTE HET DIER STEEDS SNELLER OP HET HEFBOOMPJE .
Trial-and-error leren = Willekeurige, paniekerige en lukrake gedragingen tot ze het gewenste gedrag bereikt.
De wet van effect = Sneller een gewenst of bedoeld gedrag uitvoeren.
→ 2 basisprincipes van de operante conditionering.
Basisprincipe van de operante of instrumentele of Skinneriaanse conditionering: Gedrag dat resulteert in
positieve gevolgen, wordt versterkt; gedrag dat leidt tot negatieve gevolgen wordt afgezwakt.
Temporele contiguïteit = De snelle opeenvolging in de tijd tussen gedrag en beloning.
WAT WE LEERDEN VAN DE HONDEN VAN PAVLOV
Klassieke conditionering is een passief proces en een universeel leerproces.
Neutrale stimulus = Een prikkel die een oriëntatiereflex uitlokt.
Onvoorwaardelijke stimulus = De prikkel die reflexmatig een reactie uitlokt.
Onvoorwaardelijke reactie = De reflexreactie.
Voorwaardelijke stimulus = De oorspronkelijke neutrale prikkel.
Voorwaardelijke reactie = De reactie die na het leerproces een reactie uitlokt.
Dit leerproces kan ook weer worden afgebouwd, door herhaalde aanbiedingen van de voorwaardelijke
prikkel zonder de onvoorwaardelijke prikkel.
Uitdoving/ Extinctie = Het verdwijnen van de voorwaardelijke reactie.
!Dit is niet hetzelfde als vergeten, na uitdoving kan het conditioneringsproces heel snel opnieuw tot stand
komen!
2