Wiskunde
0. Didactische krachtlijnen
0.1. 8 krachtlijnen
1. Betekenisvolle situaties
= waar vind je de theorie in je omgeving
- Hulpmiddel: Wiskundig denken:
Situatie analyseren = essentiële elementen en wiskundige
relaties voorstellen
Wiskundig model kiezen en opbouwen, waar de elementen en
relaties in passen
Wiskundige technieken toepassen (cijferen, optellen, meten…)
Resultaten interpreteren en evalueren
- Hoe: Vraagstukken
Is een oefening met context uit eigen leefwereld
- Waarom:
Link met realiteit
Motiveert als je weet dat je het echt kan gebruiken in het leven
Analyseren oefenen= vaak nodig in dagelijks leven
Ontdekken van praktisch en maatschappelijk nut van wiskunde
- Wanneer:
Tijdens de lesinstap om inzicht te bevorderen
Tijdens inoefenen (vraagstukken)
1. CSA-model
- Wiskunde is abstract
Abstract is moeilijk voor kinderen stap voor stap tot die
abstractie brengen
- Hoe:
Persoonlijk proces: niet iedereen heeft het even snel door en
vaak veel misconcepties
- Hulpmiddel = CSA-model
- 3 fasen:
Concrete fase= tastbaar materiaal
Schematisch= 2d, op papier of op het bord (tekeningen,
schema’s, blokkenrasters…)
Abstract: in cijfers, letters en woorden
1
, - Altijd van concreet naar schematisch naar abstract werken
- Herhaling en geleidelijkheid is key!
Snelheid door de fases hangt af per les en van klasgroep
Bouw de les geleidelijk op zodat elk kind de tijd heeft om op hun
tempo door de fases te gaan
Voorzie materiaal voor elke fase
- Maak het aanschouwelijk en (inter)actief (motiverend)
- Taak als leerkracht is:
Verwoording van handeling bevragen
Laat hen tekenen
Laat ze dingen maken/leggen met materiaal = DOEN
Hulpmiddelen voorzien
1. Handelingsniveaus Galperin
Materieel (doen + verwoorden) -> perceptueel (kijken + verwoorden) ->
verbaal (verwoorden) -> mentaal (denkwerk)
Bv: Laat de leerlingen driehoeken vormen met elastiekjes -> laat de
leerlingen kijken naar de soorten driehoeken en laat de kernmerken
verwoorden -> laat ze de def verwoorden -> oefeningen maken rond de
driehoeken
2. Inzichtelijke aanpak
- Geen trucjes of regels aanleren als feiten
Zorg dat ze de betekenis begrijpen + de deelhandelingen in de
redenering
= meer zelfvertrouwen en sneller terugvallen op inzicht wanneer het niet
lukt
- Wat bij nieuwe begrippen of vaardigheden:
Leerlijn kaderen: voorkennis activeren, veel herhalen en visueel
voorstellen
Inzichtelijke opbouw van de les + logische opeenvolging van de
les fases (keuze van materiaal, schema’s en handelingsniveaus)
2
, 1. Belang van correct wiskundig verwoorden
- Juist verwoorden zorgt voor de brug tussen het verwerken met
materiaal en zonder materiaal
- Zorg dat je vaste verwoordingen gebruikt om beter te
automatiseren van oplossingsmethodes
- Geleidelijk overgaan van spreektaal naar vaktaal zodat alle
leerlingen de nieuwe woorden snappen
Laat ze regelmatig de woorden verwoorden en uitleggen
- Als lk de terminologie correct verwoorden
1. Inductief werken
- Vertrekken vanuit een voorbeeld en dit onderzoeken en analyseren
Patronen en wetmatigheden ontdekken en formuleren
- Algemeen begrip, regel of principe omschrijven
- Toepassen in verschillende nieuwe situaties
Deductief begint bij de regel/wetgeving en gaat die gebruiken in een
voorbeeld
1. Automatiseren – memoriseren
Inzicht -> oefenen -> parate kennis
- Je moet eerst inzicht hebben in de theorie
- Daarna kan je oefeningen maken
- Als de oefeningen goed lukken is de theorie parate kennis
1. Gebruik van verhoudingstabellen
- Benoem altijd de grootheden en maateenheden betekenisgeving
- Noteer de herleidingen die rekenwerk vergemakkelijken
- Verhoudingen tussen grootheden moeten gelijk blijven
- Chronologisch werken
- Percentages zijn geen grootheden dus geen aparte rij
Geef ze een betekenis vanuit een grootheid
Geleidelijkheid in opbouw van verhoudingstabellen
3
, 0. Getallenkennis (hoofdstuk 1)
0.1. Functie van getallen
3 belangrijke aandachtspunten:
- Begripsvorm: functie van getallen met hun juiste benaming
verwoorden en uitleggen in eigen woorden
- Regelmatig herhalen ook in andere lessen = vakoverschrijdend
- Betekenisvolle situaties aanbieden een llgactiviteit hoog houden
Getallen sorteren volgens functie en betekenis van getallen
bespreken
4 functies van getallen
- Getal als hoeveelheid = aantal
Basisvaardigheid: classificatie
Voorkennis: getalbegrip hebben en getallen juist uitspreken
- Getal als rangorde = Rangschikken volgens vaste rangorde
Basisvaardigheid: seriatie
Voorkennis: telrij kunnen opzeggen in juiste volgorde en gebruik
van bepaalde en onbepaalde rangtelwoorden
- Getal als code = veel mogelijkheden voor betekenisvolle situaties
Duidelijk maken dat code niets te maken heeft met rangorde en
hoeveelheid
- Getal als verhouding = een deel ten opzichte van een groter geheel
(breuken en procenten)
Voorkennis: voldoende breukbegrip en kunnen uitdrukken van
een verhouding
Twijfel tussen hoeveelheid en rangorden
- Context bepaald de functie
Werkvormen
- Laat llg als huiswerken zoeken naar nummers en getallen in hun
omgeving.
Laat ze foto’s trekken of de getallen in context tekenen
Bespreek in de klas
Zoek alle mogelijke functies
- Onderzoek verpakkingen
1 verpakking per 2 llg
Bij elk getal zoeken wat de functie is
4
0. Didactische krachtlijnen
0.1. 8 krachtlijnen
1. Betekenisvolle situaties
= waar vind je de theorie in je omgeving
- Hulpmiddel: Wiskundig denken:
Situatie analyseren = essentiële elementen en wiskundige
relaties voorstellen
Wiskundig model kiezen en opbouwen, waar de elementen en
relaties in passen
Wiskundige technieken toepassen (cijferen, optellen, meten…)
Resultaten interpreteren en evalueren
- Hoe: Vraagstukken
Is een oefening met context uit eigen leefwereld
- Waarom:
Link met realiteit
Motiveert als je weet dat je het echt kan gebruiken in het leven
Analyseren oefenen= vaak nodig in dagelijks leven
Ontdekken van praktisch en maatschappelijk nut van wiskunde
- Wanneer:
Tijdens de lesinstap om inzicht te bevorderen
Tijdens inoefenen (vraagstukken)
1. CSA-model
- Wiskunde is abstract
Abstract is moeilijk voor kinderen stap voor stap tot die
abstractie brengen
- Hoe:
Persoonlijk proces: niet iedereen heeft het even snel door en
vaak veel misconcepties
- Hulpmiddel = CSA-model
- 3 fasen:
Concrete fase= tastbaar materiaal
Schematisch= 2d, op papier of op het bord (tekeningen,
schema’s, blokkenrasters…)
Abstract: in cijfers, letters en woorden
1
, - Altijd van concreet naar schematisch naar abstract werken
- Herhaling en geleidelijkheid is key!
Snelheid door de fases hangt af per les en van klasgroep
Bouw de les geleidelijk op zodat elk kind de tijd heeft om op hun
tempo door de fases te gaan
Voorzie materiaal voor elke fase
- Maak het aanschouwelijk en (inter)actief (motiverend)
- Taak als leerkracht is:
Verwoording van handeling bevragen
Laat hen tekenen
Laat ze dingen maken/leggen met materiaal = DOEN
Hulpmiddelen voorzien
1. Handelingsniveaus Galperin
Materieel (doen + verwoorden) -> perceptueel (kijken + verwoorden) ->
verbaal (verwoorden) -> mentaal (denkwerk)
Bv: Laat de leerlingen driehoeken vormen met elastiekjes -> laat de
leerlingen kijken naar de soorten driehoeken en laat de kernmerken
verwoorden -> laat ze de def verwoorden -> oefeningen maken rond de
driehoeken
2. Inzichtelijke aanpak
- Geen trucjes of regels aanleren als feiten
Zorg dat ze de betekenis begrijpen + de deelhandelingen in de
redenering
= meer zelfvertrouwen en sneller terugvallen op inzicht wanneer het niet
lukt
- Wat bij nieuwe begrippen of vaardigheden:
Leerlijn kaderen: voorkennis activeren, veel herhalen en visueel
voorstellen
Inzichtelijke opbouw van de les + logische opeenvolging van de
les fases (keuze van materiaal, schema’s en handelingsniveaus)
2
, 1. Belang van correct wiskundig verwoorden
- Juist verwoorden zorgt voor de brug tussen het verwerken met
materiaal en zonder materiaal
- Zorg dat je vaste verwoordingen gebruikt om beter te
automatiseren van oplossingsmethodes
- Geleidelijk overgaan van spreektaal naar vaktaal zodat alle
leerlingen de nieuwe woorden snappen
Laat ze regelmatig de woorden verwoorden en uitleggen
- Als lk de terminologie correct verwoorden
1. Inductief werken
- Vertrekken vanuit een voorbeeld en dit onderzoeken en analyseren
Patronen en wetmatigheden ontdekken en formuleren
- Algemeen begrip, regel of principe omschrijven
- Toepassen in verschillende nieuwe situaties
Deductief begint bij de regel/wetgeving en gaat die gebruiken in een
voorbeeld
1. Automatiseren – memoriseren
Inzicht -> oefenen -> parate kennis
- Je moet eerst inzicht hebben in de theorie
- Daarna kan je oefeningen maken
- Als de oefeningen goed lukken is de theorie parate kennis
1. Gebruik van verhoudingstabellen
- Benoem altijd de grootheden en maateenheden betekenisgeving
- Noteer de herleidingen die rekenwerk vergemakkelijken
- Verhoudingen tussen grootheden moeten gelijk blijven
- Chronologisch werken
- Percentages zijn geen grootheden dus geen aparte rij
Geef ze een betekenis vanuit een grootheid
Geleidelijkheid in opbouw van verhoudingstabellen
3
, 0. Getallenkennis (hoofdstuk 1)
0.1. Functie van getallen
3 belangrijke aandachtspunten:
- Begripsvorm: functie van getallen met hun juiste benaming
verwoorden en uitleggen in eigen woorden
- Regelmatig herhalen ook in andere lessen = vakoverschrijdend
- Betekenisvolle situaties aanbieden een llgactiviteit hoog houden
Getallen sorteren volgens functie en betekenis van getallen
bespreken
4 functies van getallen
- Getal als hoeveelheid = aantal
Basisvaardigheid: classificatie
Voorkennis: getalbegrip hebben en getallen juist uitspreken
- Getal als rangorde = Rangschikken volgens vaste rangorde
Basisvaardigheid: seriatie
Voorkennis: telrij kunnen opzeggen in juiste volgorde en gebruik
van bepaalde en onbepaalde rangtelwoorden
- Getal als code = veel mogelijkheden voor betekenisvolle situaties
Duidelijk maken dat code niets te maken heeft met rangorde en
hoeveelheid
- Getal als verhouding = een deel ten opzichte van een groter geheel
(breuken en procenten)
Voorkennis: voldoende breukbegrip en kunnen uitdrukken van
een verhouding
Twijfel tussen hoeveelheid en rangorden
- Context bepaald de functie
Werkvormen
- Laat llg als huiswerken zoeken naar nummers en getallen in hun
omgeving.
Laat ze foto’s trekken of de getallen in context tekenen
Bespreek in de klas
Zoek alle mogelijke functies
- Onderzoek verpakkingen
1 verpakking per 2 llg
Bij elk getal zoeken wat de functie is
4