Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting Alles van KT1 uitgewerkt inclusief AFPF

Note
-
Vendu
-
Pages
96
Publié le
22-10-2025
Écrit en
2025/2026

Alle lessen (CGO, psychologie, VTV, AFPF, onderzoekend vermogen, geriatrische problemen, kraamzorg en jeugdgezondheidszorg uitgewerkt. Zowel alle literatuur als de lessen zelf zijn hierin meegenomen

Établissement
Cours











Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

École, étude et sujet

Établissement
Cours
Cours

Infos sur le Document

Publié le
22 octobre 2025
Nombre de pages
96
Écrit en
2025/2026
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

Week 1: Casus Sophie
AFPF week 1:
Leerdoelen:
- Een definitie geven van de begrippen ‘milieu interieur’ en
‘homeostase.’
- Negatieve en positieve feedbackmechanismen met elkaar
vergelijken
- Het proces van osmose vergelijken met dat van diffusie en met
behulp van deze begrippen uitleggen hoe moleculen zich
verplaatsen binnen en tussen compartimenten van het lichaam.
- Een beschrijving geven van de termen intra- en extracellulaire
vloeistof.
- De structuur en functie beschrijven van de plasmamembraan.
- De functies beschrijven van de organellen
- De twee stappen van de celcyclus, interfase en mitose, globaal
beschrijven.
- Overeenkomsten en verschillen aangeven van actief, passief en
bulktransport van stoffen door de celmembraan heen.
- De structuur en functies beschrijven van epitheel, bindweefsel en
spierweefsel.
- De structuur en functies van de epitheliale membranen, slijm- en
sereuze vliezen en de synoviale membranen uitleggen.
- De structuur en functies van exocriene klieren vergelijken met die
van endocriene klieren.
- De richtingsaanduidingen in de anatomie aflezen van een afbeelding
en toepassen op het lichaam van een patiënt.
- De beenderen aanwijzen en benoemen op een afbeelding.
- De vier lichaamsholten benoemden en de inhoud van de borstholte
en de buikholte.
- Een definitie geven van belangrijke begrippen in de pathologie.
- Een opsomming geven van de belangrijke etiologische factoren en
risicofactoren.
- De belangrijkste processen van pathogenese beschrijven.

Inwendig milieu en homeostase
De uitwendige omgeving omringt het lichaam en is de bron van zuurstof
en voedingsstoffen. Afvalproducten worden uiteindelijk afgevoerd naar de
externe omgeving. De inwendige omgeving is het vocht dat de cellen
omspoelt Interstitiële of weefselvloeistof. Hieruit nemen cellen
voedingsstoffen op of worden er afvalstoffen uitgescheiden.
Elke cel heeft een celmembraan  Vormt een selectieve barrière voor
stoffen die binnenkomen of afgevoerd worden. Selectieve
permeabiliteit maakt het mogelijk dat de cel controleert welke stoffen in
en uit de cel gaan. De grootte van de deeltjes is hierbij ook belangrijk. De
selectieve permeabiliteit zorgt ervoor dat de chemische samenstelling van
de vloeistof anders is dan die van de interstitiële vloeistof waarin ze
drijven.

Homeostase

,De samenstelling van het milieu interieur wordt nauwkeurig gereguleerd.
De relatief stabiele toestand die er ontstaat  Homeostase. Dit is een
dynamisch voortdurend veranderde situatie waar een veelvoud van
fysiologische mechanismen en metingen steeds binnen nauwe grenzen
blijft:
- Kerntemperatuur
- Water- en elektrolytenhuishouding
- Zuurgraad
- Bloedsuikergehalte
- Bloed- en weefselzuurstof en koolstofdioxodegehaltes
- Bloeddruk

Regulatiesystemen
De homeostase wordt gehandhaafd door systemen die veranderingen in
het milieu interieur opsporen en daarop reageren. Een regulatiesysteem
heeft drie componenten  Het controlecentrum (waarborgt de waarden
waarbinnen de variabele factor moet worden gehandhaafd), detector (het
controlecentrum ontvangt bericht van de detector en verwerkt die
informatie), effector (krijgt een signaal van het controlecentrum met een
opdracht). De meeste reacties zijn negatieve feedbackmechanismen. Af en
toe zijn het positieve feedbackmechanismen (baarmoedercontracties en
bloedstolling).

Negatieve feedbackmechanismen
Negatieve feedbackmechanismen  Elke verandering van het
regulatiesysteem die afwijkt van de normale waarde wordt tenietgedaan.
Als iets stijgt, laat het feedbackmechanisme dalen. Als iets daalt laat het
feedbackmechanismen stijgen.

Positieve feedbackmechanismen
Dit zijn versterkende/cascade mechanismen in het lichaam. Hier bestaan
er maar een paar van in het lichaam. Hierbij doet de stimulus de respons
progressief toenemen zodat, zolang de stimulus aanhoudt de respons
progressief wordt versterkt. Bij een bevalling zorgt de oxytocine ervoor dat
er meer contracties komen (positieve feedbackmechanismen).

Verstoring van de homeostase
Er treedt een verstoring van de homeostase op wanneer de fijnregeling
van een variabel van het milieu interieur niet goed meer werkt. Als het
regulatiesysteem niet in staat is om de homeostase te handhaven, dan zal
er een abnormale situatie ontstaan die de gezondheid kan schaden.

Verplaatsing van stoffen door lichaamsvloeistoffen
Beweging van stoffen in en tussen lichaamsvloeistoffen en soms ook door
barrière, zoals een celmembraan is van belang voor een normale
fysiologie. Moleculen verplaatsen zich van een gebied met hoge
concentratie naar een gebied met lage concentratie. Tussen die twee
gebieden is er een concentratiegradiënt, stoffen verplaatsen zich met de
concentratiegradiënt mee totdat de moleculen gelijk zijn. Hiervoor is geen

,energie nodig (passief). Als stoffen tegen de gradiënt in verplaatsen, dan
is er wel ATP nodig.
Passieve verplaatsing  diffusie en osmose.

Diffusie
Diffusie  De verplaatsing van moleculen van hoog naar laag. Meestal
vindt het plaats in een gas, vloeistof of oplossing. Het proces van diffusie
wordt versneld door temperatuurstijging en/of verhoging van de
concentratie van de diffunderende stof. Diffusie kan ook plaatsvinden door
een semipermeabele membraan. Alleen moleculen die klein en oplosbaar
genoeg zijn om de membraan te passeren kunnen hierlangs.

Osmose
De diffusie van moleculen door een semipermeabele membraan resulteert
in gelijke concentraties aan beide zijde, verwijst osmose naar de
verplaatsing van water met de concentratiegraden mee. Meestal zijn
andere moleculen te groot om te passeren. De kracht die hierbij vrijkomt
 osmotische druk. Na enige tijd zal hierdoor de concentratie even groot
zijn. Niet omdat moleculen door de membraan zijn gegaan, maar doordat
water naar de concentratie gaat. Het water is dan met de
concentratiegraden mee verplaatst. De osmose gaat door, totdat er een
evenwicht aan beide kanten van de cel is  Isotoon.
Als de plasmaconcentratie stijgt, dan wordt het plasma dunner dan de
intercellulaire vloeistof. Hierdoor kunnen cellen opzwellen en barsten 
Hypotoon.
Als de concentratie in plasmacellen daalt dan kunnen de bloedcellen
krimpen  Hypertoon.

Lichaamsstoffen
Extracellulaire vloeistof
De extracellulaire vloeistof (ECF) bestaat voornamelijk uit bloed, plasma,
lymfe, cerebrospinale vloeistof en vloeistof in de interstitiële ruimten in het
lichaam.
Er zijn nog kleine hoeveelheden van andere extracellulaire vloeistoffen
(vaak als smeermiddel): Gewrichtsvloeistof (synoviale vloeistof),
pericardvocht (rondom het hart) en pleuravocht (rondom de longen).
Intercellulaire vloeistof bevochtigt alle cellen van het lichaam met
uitzondering van de bovenste huidlaag. De vloeistof vormt het medium 
stoffen kunnen zich vanuit cellen naar het bloed en van het bloed naar de
cellen verplaatsen. Een kleine verandering in het ECF kan al blijvende
schade toebrengen. Tekort aan kalium  Spierzwakte en
hartritmestoornissen

Intracellulaire vloeistof
De samenstelling van de intracellulaire vloeistof (ICF) wordt grotendeels
gereguleerd door de cellen zelf. Het celmembraan heeft selectieve
opname- en uitscheidingsmechanismen. In de ECF is het natriumgehalte
bijna tien keer zo groot als in de ICF. Ondanks dat natrium langs de

, concentratiegradiënt door de celmembraan diffundeert. De celmembraan
bevat een pomp die natrium naar buiten “pompt”.

Actief transport
Dit is het transport van stoffen tegen hun concentratiegradiënt in. Dit gaat
van een lagere naar een hogere concentratie. Hier is ATP voor nodig.

Natrium-kalium pomp
Alle cellen bezitten een natrium-kalium pomp. Het handhaaft de ongelijke
concentraties van kalium en natrium aan de zijde van de
plasmamembraan. Het kaliumniveau is in de hoger dan buiten de cel. Het
natriumniveau is buiten de cel veel hoger dan binnen de cel. Om de
concentratiegradient in stand te houden, wordt het natriumoverschot
continu naar buiten gepompt in ruil voor kalium.
Bulktransport
De overgang van deeltjes die te groot zijn om door de celmembraan te
passeren, gebeurt via pinocytose of fagocytose. De deeltjes worden
ingesloten door een instulping van cytoplasma, waardoor een
membraangebonden vacuole ontstaat. Pinocytose zorgt voor opname van
vloeistof in de cel. Fagocytose zorgt voor grotere deeltjes die in de cel
worden opgenomen.
De uitstoot van afvalstoffen door het plasmamembraan heet exocytose.

De cel: structuur en functies
De plasmamembraan
Bestaat uit twee lagen: fosfolipiden (met daarin water, eiwitten en suikers)
en cholesterol. De fosfolipide hebben een kop en een staart. De kop is
elektrisch geladen en hydrofiel (wateraantrekkend) en de staart is
hydrofoob (waterafstotend). De
koppen liggen naar buiten en de
staarten liggen naar binnen.

Membraaneiwitten
De eiwitten die over de membraan
uitstrekken hebben verschillende
functies:
- Vertakte
koolhydraatmoleculen die zijn
aangehecht aan
eiwitmoleculen geven de cel
immunologische identiteit.
- Receptor (specifieke
herkenning) voor een hormoon of chemische Messenger.
- Enzymen
- Kanalen die met water zijn gevuld en uiterst kleine wateroplosbare
ionen door de membraan doorlaten.
- Rol bij de transport van stoffen door de membraan.

Organellen
€7,47
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur
Seller avatar
puckvos20
5,0
(1)

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
puckvos20 Hogeschool Utrecht
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
9
Membre depuis
10 mois
Nombre de followers
0
Documents
5
Dernière vente
6 jours de cela

5,0

1 revues

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions