Inhoud:
● Shock
● EUG en miskraam
● Pre-eclampsie en eclampsie
● Trauma
● Pathologie post partum
● Reanimatie neonaat
● GASOS
,Shock
Shock ➔ situatie in het lichaam waarin sprake is van een absoluut dan wel relatief tekort aan
bloedvolume.
Dit zal uiteindelijk tot gevolg hebben dat de weefselvloeistof stroom vermindert, waardoor cellen
gebrek gaan lijden aan onder andere zuurstof.
Irreversibele shock ➔ cellen sterven af. Herstel is niet meer mogelijk
Reversible shock ➔ shock kan efficiënt worden bestreden
Bij shock is sprake van een tekort aan circulerend bloedvolume. Door verminderde perfusie van de
cellen wordt onvoldoende zuurstof naar de cellen vervoerd. Hierdoor schakelt het metabolisme van
aeroob over op anaeroob. Het anaerobe metabolisme heeft een aantal nadelen ten opzichte van het
aerobe metabolisme; het levert minder energie, kan slechts kortdurend energie produceren en heeft
een grote hoeveelheid zuren als restproduct die een negatieve invloed hebben op het functioneren
en overleven van cellen. Het anaerobe metabolisme kan wel de overleving gedurende korte tijd
ondersteunen terwijl het lichaam zichzelf herstelt.
Bij een tekort aan vulling in de bloedbaan zal het lichaam een herverdeling in de bloeddoorstroming
toepassen waarbij ervoor gezorgd wordt dat de voor de belangrijke organen (hersenen, hart) zo goed
mogelijk doorbloed worden. Pas als de vulling in verhouding tot het volume van het vaatstelsel te
gering is zullen de compensatiemechanismen onvolledig blijken en ontstaat shock.
Algemene verschijnselen shock:
* Bleke en koude huid
* Transpireren
* Lage bloeddruk
* Tachycardie
* Verlengde capillaire refill (>2 sec.)
* Snelle ademhaling
* Oligurie (lage urine productie)
* Ingevallen gezicht
* Sterke apathie en bewustzijnsverlies
Algemene maatregelen:
- Shockpatiënt moet plat liggen, liefst Trendelenburg-houding (CAVE HPP)
- Patiënt mag niets eten of drinken (braken)
- Patiënt mag niet afkoelen maar ook niet te warm worden toegedekt (lichaam herkent warmte als
gevaar en gaat dan mechanismen inschakelen om warmte te verliezen ➔ vasodilatatie. Hierdoor zal
de huid beter worden doorbloed en de vitale organen minder.)
- Regelmatige controle vitale parameters (pols, RR, temperatuur)
- Pijnstilling (pijn kan shock verergeren)
Eerste opvang shockpatiënt:
- ABC-methode
- 12-15 L O2 via non-rebreathing masker (afhankelijk van saturatie)
- Infuus (infuus inbrengen voor nog verdere daling bloeddruk ➔ aders krimpen)
- CAD (Controle urineproductie, CAD)
- Oorzaak en type shock achterhalen
Gevolgen van shock:
- Nierinsufficiëntie
,- ARDS ➔ adult respiratory distress syndrome
- MODS ➔ multiple organ dysfunction syndrome
Soorten shock:
- Hypovolemische shock
- Cardiogene shock
- Distributieve shock (vaatverwijding shock)
- Obstructieve shock
, Hypovolemische shock
Bij een hypovolemische shock is het zuurstoftransport naar de weefsels verstoord, omdat de
vaatvulling verminderd is.
Pathofysiologie
Het vloeistofvolume in het vasculaire systeem is kleiner dan de normale vasculaire inhoud doordat: -
- Er verlies van vocht en elektrolyten is (dehydratie)
- Er overmatig verlies van bloed is (hemorragische shock)
Ter compensatie hiervan stijgt de hartfrequentie, treedt vasoconstrictie op, waardoor de inhoud van
het vasculaire systeem wordt verkleind (en meer overeenkomt met het volume van de overgebleven
vloeistof). Vasoconstrictie leidt tot afsluiting van perifere capillairen en een verminderde
zuurstoftoevoer naar de aangedane cellen, de urineproductie neemt afm de ademfrequentie gaat
omhoog en het metabolisme in de cellen van aeroob over op anaeroob metabolisme.
Dit compensatiemechanisme werkt goed en kan de cellulaire perfusie tot op zekere hoogte op peil
houden. Wanneer dit mechanisme niet meer in staat is de afname van het volume te compenseren,
zal de RR van de patiënt dalen.
Risicofactoren
Oorzaken
- Acuut bloedverlies (hemorragische shock)
- Plasma verlies (grote brandwonden, peritonitis)
- Ileus (darmafsluiting
- Pancreatitis
- Vochtverlies (dehydratatie)
Verloskundige oorzaken
- Geruptureerde EUG
- Abruptio placentae
- Placenta previa
- Uterusruptuur
- Ernstige PE/HELLP ( (niet puur bloedverlies, maar relatieve hypovolemie door lekkage van plasma)
- Fluxus post partum
- Vulvair hematoom
Symptomen
* Tachycardie (in later stadium bradycardie)
* Bleekheid
* Vertraagde capillaire refill (>3 sec)
* Ingevallen venen
* Koude en klamme extremiteiten
* Klein verschil tussen systolische en diastolische bloeddruk
Bij de hypovolemische shock wordt voor de ernst van de shock een onderverdeling gemaakt in vier
klassen. In onderstaande tabel worden de parameters weergegeven waarbij een onderscheid wordt
gemaakt tussen de niet zwangere en zwangere met betrekking tot hoeveelheid bloedverlies.
Een RR-daling geeft de overgang aan van een reversibele/gecompenseerde (klasse 1 en 2) naar een
irreversibele/gedecompenseerde shock (klasse 3 en 4). Bij klasse 1 en 2 wijken enkele parameters