BTW
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE INLEIDING .......................................................................................... 2
SITUERING VD BTW IN DE BELGISCHE BEGROTING ............................................................................................. 2
STAATSINKOMSTEN ..................................................................................................................................... 2
Fiscale ontvangsten................................................................................................................. 2
HOOFDSTUK 2: HET BTW-DENKPATROON...................................................................................... 6
HOOFDSTUK 3: DE BTW-PLICHTIGE ............................................................................................... 7
ESSENTIELE KENMERKEN VAN DE BTW-PLICHTIGE .............................................................................................. 8
Iedereen kan Btw-plichtig zijn ................................................................................................... 8
Levering van goederen en diensten ............................................................................................ 8
Geregeld Toevallig ............................................................................................................... 8
Zelfstandig ............................................................................................................................. 9
Met of zonder winstoogmerk ..................................................................................................... 9
Hoofdzakelijk of aanvullend ...................................................................................................... 9
VERSCHILLENDE SOORTEN BTW-PLICHTIGEN ................................................................................................ 11
HOOFDSTUK 4: LEVERING VAN DE GOEDEREN EN DE BTW ............................................................11
DEEL1: ALGEMENE BEPALINGEN ................................................................................................................. 11
Wat is een levering .................................................................................................................11
Welke goederen zijn BTW-goederen? ........................................................................................12
DEEL 2: INTRACOMMUNAUTAIR ................................................................................................................... 15
Intracommunautaire levering ...................................................................................................15
Intracommunautaire verwerving...............................................................................................17
DEEL 3: INTERNATIONAAL .......................................................................................................................... 19
De Invoer ...............................................................................................................................20
De uitvoer ..............................................................................................................................22
DEEL 4: PLAATS EN TIJDSTIP VAN LEVERING .................................................................................................... 22
Belang van plaats van levering .................................................................................................22
HOOFDSTUK 5: LEVERING VAN DIENSTEN ....................................................................................23
ALGEMENE INLEIDING ............................................................................................................................... 23
B2B ......................................................................................................................................23
B2C ......................................................................................................................................24
Tijdstip vd dienst ....................................................................................................................25
HOOFDSTUK 6: VERPLICHTINGEN VAN EEN BTW-PLICHTIGE .........................................................25
HOOFDSTUK 7: DE RECHTEN VAN DE BTW-PLICHTIGE ..................................................................28
RECHT OP AFTREK VAN BTW ...................................................................................................................... 28
,Hoofdstuk 1: Algemene inleiding
Btw = belasting over de toegevoegde waarde
Situering vd btw in de Belgische begroting
Begroting = de raming van de inkomsten en uitgaven van de overheid op jaarbasis
Wij gaan vooral focussen op de inkomsten vd staat
o Waar haalt de overheid deze inkomsten?
Staatsinkomsten
Fiscale - & parafiscale ontvangsten
- Fiscale ontvangsten (belastingen)
o Personenbelasting, vennootschapsbelasting, BTW, invoerrechten, accijnzen, roerende
voorheffingen,…
- Parafiscale ontvangsten (sociale bijdragen)
o RSZ-bijdragen die de werkgevers & werknemers dienen te betalen voor sociale zekerheid
o Worden berekend op brutoloon van de werknemers
Niet fiscale ontvangsten
- Verwachte ontvangsten die niet voortkomen uit de belastingwetten
- Geïnd door de verschillende FOD’s
o Reispassen, publicaties in Belgische staatsblad, overheidsparticipaties bij bedrijven (Vb.
Proximus,…)
Alternatieve financiering
- Uit de verkoop van overheidseigendommen
o Om overheidsprojecten/ staatsschulden af te lossen
▪ Vb. verkoop v militaire domeinen, verkoop v goud, …
Leningen
- Overheidsschuld aangaan
o Vb. schatkistcertificaten, OLO’s
Fiscale ontvangsten
➢ Voornaamste bron van overheidsinkomsten
In België zijn er verschillende soorten belastingen:
- Personenbelasting
- BTW
- Erfbelasting/ successierechten
- Registratierechten
- Douanerechten/ invoerrechten
- Vennootschapsbelasting
, Vb. verkooprechten als voorbeeld v registratierechten:
Als je een bestaande woning wilt kopen, moet je daar 2% registratierechten voor betalen. Bij nieuwe
woningen moet je daarbovenop 21% BTW betalen, om te vermeiden dat iedereen een nieuwbouw wilt. Zo
worden oudere woningen gerenoveerd.
Verkooprechten Vlaams gewest (vanaf 01/01/2025):
Directe en indirecte belastingen
Verschillende definities voor (in)directe belastingen:
▪ Directe belastingen = belastingen innen op regelmatige tijdstippen
▪ Indirecte belastingen: belastingen innen op niet regelmatige tijdstippen
OF
▪ Directe belastingen: belastingen op inkomsten
▪ Indirecte belastingen: belastingen op het verbruik en de overdracht van goederen en diensten
OF
▪ Directe belastingen: belastingen zijn op voorhand bepaald, want de OH weet al wie de belasting
moet betalen
o Wordt geheven als er belastbare materie is
Vb. Personen-, vennootschaps-, rechtspersonenbelasting en belasting van niet-inwoners
▪ Indirecte belastingen: minder voorspelbare belastingen, want wordt pas geheven als er een
gegeven situatie voordoet
Vb. successierechten bij het overlijden van ouders
Vb. BTW op aankoop van bijna alle goederen
Vb. registratierechten bij aankoop van grond
Vb. douanerechten en accijnzen
BTW is een INDIRECTE belasting (want verbruiksbelasting); personen-, vennootschaps- en onroerende
voorheffing zijn een voorbeeld van DIRECTE belasting
➢ Wat zijn accijnzen?
o Een extra belasting op producten waarvan de overheid vindt dat ze slecht zijn voor ons.
o Goederen waarvan de consumptie wordt ontmoedigd
Vb. Alcohol, tabak, brandstof
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE INLEIDING .......................................................................................... 2
SITUERING VD BTW IN DE BELGISCHE BEGROTING ............................................................................................. 2
STAATSINKOMSTEN ..................................................................................................................................... 2
Fiscale ontvangsten................................................................................................................. 2
HOOFDSTUK 2: HET BTW-DENKPATROON...................................................................................... 6
HOOFDSTUK 3: DE BTW-PLICHTIGE ............................................................................................... 7
ESSENTIELE KENMERKEN VAN DE BTW-PLICHTIGE .............................................................................................. 8
Iedereen kan Btw-plichtig zijn ................................................................................................... 8
Levering van goederen en diensten ............................................................................................ 8
Geregeld Toevallig ............................................................................................................... 8
Zelfstandig ............................................................................................................................. 9
Met of zonder winstoogmerk ..................................................................................................... 9
Hoofdzakelijk of aanvullend ...................................................................................................... 9
VERSCHILLENDE SOORTEN BTW-PLICHTIGEN ................................................................................................ 11
HOOFDSTUK 4: LEVERING VAN DE GOEDEREN EN DE BTW ............................................................11
DEEL1: ALGEMENE BEPALINGEN ................................................................................................................. 11
Wat is een levering .................................................................................................................11
Welke goederen zijn BTW-goederen? ........................................................................................12
DEEL 2: INTRACOMMUNAUTAIR ................................................................................................................... 15
Intracommunautaire levering ...................................................................................................15
Intracommunautaire verwerving...............................................................................................17
DEEL 3: INTERNATIONAAL .......................................................................................................................... 19
De Invoer ...............................................................................................................................20
De uitvoer ..............................................................................................................................22
DEEL 4: PLAATS EN TIJDSTIP VAN LEVERING .................................................................................................... 22
Belang van plaats van levering .................................................................................................22
HOOFDSTUK 5: LEVERING VAN DIENSTEN ....................................................................................23
ALGEMENE INLEIDING ............................................................................................................................... 23
B2B ......................................................................................................................................23
B2C ......................................................................................................................................24
Tijdstip vd dienst ....................................................................................................................25
HOOFDSTUK 6: VERPLICHTINGEN VAN EEN BTW-PLICHTIGE .........................................................25
HOOFDSTUK 7: DE RECHTEN VAN DE BTW-PLICHTIGE ..................................................................28
RECHT OP AFTREK VAN BTW ...................................................................................................................... 28
,Hoofdstuk 1: Algemene inleiding
Btw = belasting over de toegevoegde waarde
Situering vd btw in de Belgische begroting
Begroting = de raming van de inkomsten en uitgaven van de overheid op jaarbasis
Wij gaan vooral focussen op de inkomsten vd staat
o Waar haalt de overheid deze inkomsten?
Staatsinkomsten
Fiscale - & parafiscale ontvangsten
- Fiscale ontvangsten (belastingen)
o Personenbelasting, vennootschapsbelasting, BTW, invoerrechten, accijnzen, roerende
voorheffingen,…
- Parafiscale ontvangsten (sociale bijdragen)
o RSZ-bijdragen die de werkgevers & werknemers dienen te betalen voor sociale zekerheid
o Worden berekend op brutoloon van de werknemers
Niet fiscale ontvangsten
- Verwachte ontvangsten die niet voortkomen uit de belastingwetten
- Geïnd door de verschillende FOD’s
o Reispassen, publicaties in Belgische staatsblad, overheidsparticipaties bij bedrijven (Vb.
Proximus,…)
Alternatieve financiering
- Uit de verkoop van overheidseigendommen
o Om overheidsprojecten/ staatsschulden af te lossen
▪ Vb. verkoop v militaire domeinen, verkoop v goud, …
Leningen
- Overheidsschuld aangaan
o Vb. schatkistcertificaten, OLO’s
Fiscale ontvangsten
➢ Voornaamste bron van overheidsinkomsten
In België zijn er verschillende soorten belastingen:
- Personenbelasting
- BTW
- Erfbelasting/ successierechten
- Registratierechten
- Douanerechten/ invoerrechten
- Vennootschapsbelasting
, Vb. verkooprechten als voorbeeld v registratierechten:
Als je een bestaande woning wilt kopen, moet je daar 2% registratierechten voor betalen. Bij nieuwe
woningen moet je daarbovenop 21% BTW betalen, om te vermeiden dat iedereen een nieuwbouw wilt. Zo
worden oudere woningen gerenoveerd.
Verkooprechten Vlaams gewest (vanaf 01/01/2025):
Directe en indirecte belastingen
Verschillende definities voor (in)directe belastingen:
▪ Directe belastingen = belastingen innen op regelmatige tijdstippen
▪ Indirecte belastingen: belastingen innen op niet regelmatige tijdstippen
OF
▪ Directe belastingen: belastingen op inkomsten
▪ Indirecte belastingen: belastingen op het verbruik en de overdracht van goederen en diensten
OF
▪ Directe belastingen: belastingen zijn op voorhand bepaald, want de OH weet al wie de belasting
moet betalen
o Wordt geheven als er belastbare materie is
Vb. Personen-, vennootschaps-, rechtspersonenbelasting en belasting van niet-inwoners
▪ Indirecte belastingen: minder voorspelbare belastingen, want wordt pas geheven als er een
gegeven situatie voordoet
Vb. successierechten bij het overlijden van ouders
Vb. BTW op aankoop van bijna alle goederen
Vb. registratierechten bij aankoop van grond
Vb. douanerechten en accijnzen
BTW is een INDIRECTE belasting (want verbruiksbelasting); personen-, vennootschaps- en onroerende
voorheffing zijn een voorbeeld van DIRECTE belasting
➢ Wat zijn accijnzen?
o Een extra belasting op producten waarvan de overheid vindt dat ze slecht zijn voor ons.
o Goederen waarvan de consumptie wordt ontmoedigd
Vb. Alcohol, tabak, brandstof