Kinderen en jongeren in ontwikkeling
28/11/2024 HOORCOLLEGE 1
WEGWIJS IN HET VAK
VISIE OP ONTWIKKELING
Wat is ontwikkeling?
o Ongunstig:
Bejaarde die slechtziend wordt
Ongeval, trauma, emotionele verwaarlozing, ziekte
Fantasie verliezen, lenigheid verliezen
Hoe ontwikkelen wij?
o Door de genen, DNA (erfelijke factoren) = Nature
Haarkleur, oogkleur
Erfelijke ziektes
Geslacht
Je temperament
Tweeling is bewijs van nature
o Door de opvoeding, de omgeving, ervaringen (omgevingsfactoren) =
Nurture
Taal
Religie, cultuur
Vrienden, gezinssituatie
Tweeling heeft andere vrienden, ander hobby’s,…
o Zelf richting geven aan ons eigen leven = Zelfbepaling
Hoeksteen van de zelfdeterminatietheorie (ZDT) (Deci & Ryan)
zegt iets over de motivatie van een kind of jongere in hun
persoonlijkheidsontwikkeling en groei
Kinderen en jongeren groeien door:
Hun exploratiedrang en nieuwsgierigheid
Normen en waarden eigen te maken
Een eigen identiteit te ontwikkelen (intern kompas)
o In hoeverre kan je zelf beslissingen maken
1
, o Autonomie: ervaren van psychologische vrijheid/ keuze bij activiteit
o Verbondenheid: ervaren van een warme en hechte band met
anderen
o Competentie: gevoel van activiteit succesvol kunnen uitvoeren
(huiswerk zelfstandig maken)
Verschillen in de ontwikkeling?
o Iedereen ontwikkelt op een andere manier: het ‘gemiddelde kind’ bestaat
niet
o Toch specifieke kenmerken van de ontwikkeling in elke leeftijdscategorie
(referentiekader)
Baby (0-1j)
Peuter (1-3j)
Kleuter (3-6j)
Lager schoolkind (6-12j)
Adolescent (12-18j)
Bv. leren stappen, zindelijkheid, eerste woordjes…
o Inspelen op kritische of gevoelige periodes in de ontwikkeling van een kind
of jongere
Bv. ontluikende geletterdheid bij 5-6 jarigen
o Referentiekader voor elk ontwikkelingsdomein mag niet als NORM gezien
worden (diversiteit)
HORIZONTALE EN VERTICALE SAMENHANG IN DE ONTWIKKELING
Horizontale samenhang
o Samenhang in de ontwikkeling binnen één ontwikkelingsdomein of
ervaringsgebied doorheen de verschillende levensfasen
Groeipatronen binnen motorische en zintuigelijke ontwikkeling
o PROXIMODISTALE groeipatroon: van binnen naar buiten
Grove motoriek, grijpen en stift vastpakken (binnen)
Fijne motoriek, knopen dichtdoen (buiten)
o CEFALOCAUDALE groeipatroon: van kop tot teen
Eerst hoofd opheffen, bovenlichaam eerst
Dan romp opheffen
Daarna kruipen, benen doen mee
2
, Verticale samenhang
o Samenhang in de ontwikkeling binnen één leeftijdsfase tussen de
verschillende ontwikkelingsdomeinen.
13/01/2025 HOORCOLLEGE 3
QUIZVRAGEN
De ‘theory of mind’ van kinderen zorgt ervoor dat ze steeds beter zaken kunnen
onthouden, zoals bv. liedjes en versjes
o Fout, theory of mind zorgt ervoor dat kinderen zich in de ander kan
verplaatsen
Sociale ontwikkeling
Onderzoeker: Flavell
De sociale glimlach bij een baby mag je niet verwarren met de gastric smile, dit is
een glimlach die al na de eerste dagen na de geboorte waarneembaar is, met
trekjes rond de mond en wangen, als uiting van gevoelens van welbehagen na het
drinken
o Sociale: heel het gelaat is erbij betrokken, je gaat oogcontact maken, bij
gastric smile niet
Sociale ontwikkeling
Alice zegt ‘alo’ wanneer ze de speelgoedtelefoon aan haar oor brengt. Ze bevindt
zich in:
o Het pre-operationeel stadium volgens Piaget
o De uitgestelde imitatie ze kan het onthouden
Cognitieve ontwikkeling
Ontwikkelingsstadia!!! Vanbuiten kennen
Link de niveaus van kohlberg aan de stadia
o Preconventionele moraliteit oriëntatie op straf en gehoorzaamheid
1e stadium
o Post-conventionele moraliteit oriëntatie op sociale contracten
3e stadium
Niet iedereen bereikt dit niveau, stap verder dan de regels, rekening
houden met wat iemand nodig heeft
o Conventionele moraliteit oriëntatie op wetten en plichten
2e stadium
Het gangbare, de meerderheid van de bevolking volgt het
o Dilemma’s van Heinz
Morele ontwikkeling
Genieten, ontspanning en innerlijke rust, vitaliteit, openheid, zelfvertrouwen, in
voeling met zichzelf… Dit zijn kenmerken van welbevinden
o = contentement
o Emotionele ontwikkeling
Roman – verstarring – meervoudig – zelfconcept … Aan welk ontwikkelingsdomein
kunnen we deze begrippen linken
o Identiteitsontwikkeling
Erikson: model van ideaal zelf – sociaal zelf – zelfconcept
Mahnof?
3
, ‘ik vind dat je overal vlekkeloos Algmeen Nederlands moet praten,
dialectgebruikers zijn geen taalgebruikers.’ Dit is een voorbeeld van verstarring
CASUS 1
Pieter kan zich verplaatsen in de andere mensen als zijn mama zegt dat iedereen
rust wilt, houdt hij zich in stilte bezig
o Sociale ontwikkeling (Theory of mind)
Lotte heeft een externe factor nodig om zich rustig te kunnen gedragen
(preconventionele moraliteit), Pieter kan wel het perspectief van de ander
innemen (conventionele moraliteit)
o Morele ontwikkeling
Perspectief kunnen nemen van de ander (Pieter), egocentrisme 3-bergen-
experiment van Piaget (Lotte)
o Cognitieve ontwikkeling
CASUS 2
Het verwerken en omgaan met emoties, het omzetten van emoties in woorden in
een dagboek
o Emotionele ontwikkeling
Ze vindt peergroups belangrijk en ze wilt erbij horen (sociale zelf)
o Identiteitsontwikkeling
Ze wilt erbij horen, ze heeft nood aan sociaal contact, Theory of mind ze kan
zich inleven in de persoon die geen uitnodiging krijgt
o Sociale ontwikkeling
Post-conventionele moraliteit, abstract denken
o Morele ontwikkeling
Je moet abstract kunnen denken om je emoties te kunnen beschrijven
o Cognitieve ontwikkeling
VOORBEELDVRAGEN
Welke stelling over kinderen en in staat zijn tot knopen van hun jas open en dicht
te doen is correct
o Het proximodistaal groeipatroon maakt dat oudere kleuters hiertoe in staat
zijn
Als je jonge kinderen (3-5j) kan wijsmaken dat als je hun koekje in 2 breekt, ze
meer koek hebben dan ervoor, komt dit door gebrek aan conservatienotie
Welke stelling over het aantonen van egocentrisme in een fase van de cognitieve
ontwikkeling van de kinderen is correct
o Het drie-bergen-experiment toont dit aan binnen de pre-operationele fase
Hieronder volgen twee stellingen omtrent de morele ontwikkeling van de peuter.
Beoordeel deze stellingen op hun juistheid
o De peuter beschikt over een spiegelgeweten. Dit wilt zeggen dat de peuter
weet waarom iets mag en niet mag
o De peuter zal zeggen dat Heinz niet mag stelen, omdat Heinz dan naar de
gevangenis moet
Stelling 1 is fout, stelling 2 is juist
Regelmatig komen we dit tegen met onze 5-jarige dochter: ze merkt iets (kleins,
een detail) op waar wij in eerste instantie geen aandacht voor hebben. Zo merkte
4
28/11/2024 HOORCOLLEGE 1
WEGWIJS IN HET VAK
VISIE OP ONTWIKKELING
Wat is ontwikkeling?
o Ongunstig:
Bejaarde die slechtziend wordt
Ongeval, trauma, emotionele verwaarlozing, ziekte
Fantasie verliezen, lenigheid verliezen
Hoe ontwikkelen wij?
o Door de genen, DNA (erfelijke factoren) = Nature
Haarkleur, oogkleur
Erfelijke ziektes
Geslacht
Je temperament
Tweeling is bewijs van nature
o Door de opvoeding, de omgeving, ervaringen (omgevingsfactoren) =
Nurture
Taal
Religie, cultuur
Vrienden, gezinssituatie
Tweeling heeft andere vrienden, ander hobby’s,…
o Zelf richting geven aan ons eigen leven = Zelfbepaling
Hoeksteen van de zelfdeterminatietheorie (ZDT) (Deci & Ryan)
zegt iets over de motivatie van een kind of jongere in hun
persoonlijkheidsontwikkeling en groei
Kinderen en jongeren groeien door:
Hun exploratiedrang en nieuwsgierigheid
Normen en waarden eigen te maken
Een eigen identiteit te ontwikkelen (intern kompas)
o In hoeverre kan je zelf beslissingen maken
1
, o Autonomie: ervaren van psychologische vrijheid/ keuze bij activiteit
o Verbondenheid: ervaren van een warme en hechte band met
anderen
o Competentie: gevoel van activiteit succesvol kunnen uitvoeren
(huiswerk zelfstandig maken)
Verschillen in de ontwikkeling?
o Iedereen ontwikkelt op een andere manier: het ‘gemiddelde kind’ bestaat
niet
o Toch specifieke kenmerken van de ontwikkeling in elke leeftijdscategorie
(referentiekader)
Baby (0-1j)
Peuter (1-3j)
Kleuter (3-6j)
Lager schoolkind (6-12j)
Adolescent (12-18j)
Bv. leren stappen, zindelijkheid, eerste woordjes…
o Inspelen op kritische of gevoelige periodes in de ontwikkeling van een kind
of jongere
Bv. ontluikende geletterdheid bij 5-6 jarigen
o Referentiekader voor elk ontwikkelingsdomein mag niet als NORM gezien
worden (diversiteit)
HORIZONTALE EN VERTICALE SAMENHANG IN DE ONTWIKKELING
Horizontale samenhang
o Samenhang in de ontwikkeling binnen één ontwikkelingsdomein of
ervaringsgebied doorheen de verschillende levensfasen
Groeipatronen binnen motorische en zintuigelijke ontwikkeling
o PROXIMODISTALE groeipatroon: van binnen naar buiten
Grove motoriek, grijpen en stift vastpakken (binnen)
Fijne motoriek, knopen dichtdoen (buiten)
o CEFALOCAUDALE groeipatroon: van kop tot teen
Eerst hoofd opheffen, bovenlichaam eerst
Dan romp opheffen
Daarna kruipen, benen doen mee
2
, Verticale samenhang
o Samenhang in de ontwikkeling binnen één leeftijdsfase tussen de
verschillende ontwikkelingsdomeinen.
13/01/2025 HOORCOLLEGE 3
QUIZVRAGEN
De ‘theory of mind’ van kinderen zorgt ervoor dat ze steeds beter zaken kunnen
onthouden, zoals bv. liedjes en versjes
o Fout, theory of mind zorgt ervoor dat kinderen zich in de ander kan
verplaatsen
Sociale ontwikkeling
Onderzoeker: Flavell
De sociale glimlach bij een baby mag je niet verwarren met de gastric smile, dit is
een glimlach die al na de eerste dagen na de geboorte waarneembaar is, met
trekjes rond de mond en wangen, als uiting van gevoelens van welbehagen na het
drinken
o Sociale: heel het gelaat is erbij betrokken, je gaat oogcontact maken, bij
gastric smile niet
Sociale ontwikkeling
Alice zegt ‘alo’ wanneer ze de speelgoedtelefoon aan haar oor brengt. Ze bevindt
zich in:
o Het pre-operationeel stadium volgens Piaget
o De uitgestelde imitatie ze kan het onthouden
Cognitieve ontwikkeling
Ontwikkelingsstadia!!! Vanbuiten kennen
Link de niveaus van kohlberg aan de stadia
o Preconventionele moraliteit oriëntatie op straf en gehoorzaamheid
1e stadium
o Post-conventionele moraliteit oriëntatie op sociale contracten
3e stadium
Niet iedereen bereikt dit niveau, stap verder dan de regels, rekening
houden met wat iemand nodig heeft
o Conventionele moraliteit oriëntatie op wetten en plichten
2e stadium
Het gangbare, de meerderheid van de bevolking volgt het
o Dilemma’s van Heinz
Morele ontwikkeling
Genieten, ontspanning en innerlijke rust, vitaliteit, openheid, zelfvertrouwen, in
voeling met zichzelf… Dit zijn kenmerken van welbevinden
o = contentement
o Emotionele ontwikkeling
Roman – verstarring – meervoudig – zelfconcept … Aan welk ontwikkelingsdomein
kunnen we deze begrippen linken
o Identiteitsontwikkeling
Erikson: model van ideaal zelf – sociaal zelf – zelfconcept
Mahnof?
3
, ‘ik vind dat je overal vlekkeloos Algmeen Nederlands moet praten,
dialectgebruikers zijn geen taalgebruikers.’ Dit is een voorbeeld van verstarring
CASUS 1
Pieter kan zich verplaatsen in de andere mensen als zijn mama zegt dat iedereen
rust wilt, houdt hij zich in stilte bezig
o Sociale ontwikkeling (Theory of mind)
Lotte heeft een externe factor nodig om zich rustig te kunnen gedragen
(preconventionele moraliteit), Pieter kan wel het perspectief van de ander
innemen (conventionele moraliteit)
o Morele ontwikkeling
Perspectief kunnen nemen van de ander (Pieter), egocentrisme 3-bergen-
experiment van Piaget (Lotte)
o Cognitieve ontwikkeling
CASUS 2
Het verwerken en omgaan met emoties, het omzetten van emoties in woorden in
een dagboek
o Emotionele ontwikkeling
Ze vindt peergroups belangrijk en ze wilt erbij horen (sociale zelf)
o Identiteitsontwikkeling
Ze wilt erbij horen, ze heeft nood aan sociaal contact, Theory of mind ze kan
zich inleven in de persoon die geen uitnodiging krijgt
o Sociale ontwikkeling
Post-conventionele moraliteit, abstract denken
o Morele ontwikkeling
Je moet abstract kunnen denken om je emoties te kunnen beschrijven
o Cognitieve ontwikkeling
VOORBEELDVRAGEN
Welke stelling over kinderen en in staat zijn tot knopen van hun jas open en dicht
te doen is correct
o Het proximodistaal groeipatroon maakt dat oudere kleuters hiertoe in staat
zijn
Als je jonge kinderen (3-5j) kan wijsmaken dat als je hun koekje in 2 breekt, ze
meer koek hebben dan ervoor, komt dit door gebrek aan conservatienotie
Welke stelling over het aantonen van egocentrisme in een fase van de cognitieve
ontwikkeling van de kinderen is correct
o Het drie-bergen-experiment toont dit aan binnen de pre-operationele fase
Hieronder volgen twee stellingen omtrent de morele ontwikkeling van de peuter.
Beoordeel deze stellingen op hun juistheid
o De peuter beschikt over een spiegelgeweten. Dit wilt zeggen dat de peuter
weet waarom iets mag en niet mag
o De peuter zal zeggen dat Heinz niet mag stelen, omdat Heinz dan naar de
gevangenis moet
Stelling 1 is fout, stelling 2 is juist
Regelmatig komen we dit tegen met onze 5-jarige dochter: ze merkt iets (kleins,
een detail) op waar wij in eerste instantie geen aandacht voor hebben. Zo merkte
4