Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting Psychologie, een inleiding 8e herziene editie Hoofdstuk 1,2, 4 t/m 10 en 14

Note
-
Vendu
-
Pages
52
Publié le
18-10-2025
Écrit en
2025/2026

Samenvatting Psychologie, een inleiding 8e herziene editie Hoofdstuk 1,2, 4 t/m 10 en 14. Hier staat alles in wat je voor de toets moet weten op basis van het boek en lessen.

Établissement
Cours











Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Livre connecté

École, étude et sujet

Établissement
Cours
Cours

Infos sur le Document

Livre entier ?
Non
Quels chapitres sont résumés ?
Hoofdstuk 1,2, 4 t/m 10 en 14
Publié le
18 octobre 2025
Nombre de pages
52
Écrit en
2025/2026
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

Hoofdstuk 1 – Psychologie: de wetenschap van gedrag en mentale
processen
Psychologie = de wetenschappelijke studie van gedrag en mentale processen.

● Gedrag = wat we kunnen waarnemen (bijv. lachen, rennen).
● Mentale processen = wat we niet direct zien (bijv. denken, voelen, verlangen).
● Psychologie werkt met objectief, controleerbaar bewijs (wetenschappelijk), en niet
met meningen of “gezond verstand”.




Waarom wetenschap?

● “Gezond verstand” kan misleidend zijn (bijv. mythe van de suiker-high bij kinderen).
● Daarom gebruikt psychologie de wetenschappelijke methode: theorieën toetsen
met gecontroleerde experimenten.




Wat doen psychologen?

Psychologie bestaat uit drie hoofdgroepen:

1. Experimentele psychologen → doen onderzoek om nieuwe kennis te creëren (bijv.

effect van suiker op hyperactiviteit).

2. Docenten in psychologie → geven les (doen vaak ook nog onderzoek).

3. Toegepaste psychologen → gebruiken kennis om praktische problemen op te

lossen (meeste psychologen vallen hieronder).




Toegepaste specialisaties (voorbeelden):

● Arbeids- en organisatiepsychologen (I/O) → personeel selecteren, motivatie,

werkklimaat verbeteren.

● Sportpsychologen → prestaties en motivatie van atleten verbeteren.

● Schoolpsychologen → leer- en gedragsproblemen diagnosticeren en begeleiden.

● Klinische en counselingpsychologen → mensen helpen bij emotionele of

relationele problemen.

● Forensisch psychologen → werken met rechtssysteem (bijv. geschiktheid voor
rechtszaak beoordelen).

, ● Omgevingspsychologen → onderzoeken hoe omgeving gedrag beïnvloedt (bijv.

natuur → welzijn).

● Gerontopsychologen → richten zich op ouderen en leeftijdsgerelateerde

uitdagingen.




Psychologie ≠ Psychiatrie

● Psychiatrie = medische discipline
○ Artsen (MD), gespecialiseerd in psychische stoornissen.
○ Mogen medicijnen voorschrijven
○ Kijken vaak medisch: patiënt heeft een ziekte.
● Psychologie = gedragswetenschap
○ Breder: onderzoekt gedrag en mentale processen in vele contexten.
○ Psychologen zijn geen artsen (behalve in enkele uitzonderingen met extra
training).
○ Cliënten worden vaak “cliënten” genoemd i.p.v. patiënten




Psychologie ≠ Pseudo-psychologie

● Pseudo-psychologie = nepwetenschap, zoals astrologie of grafologie.
● Belangrijk verschil: niet gebaseerd op systematisch, controleerbaar bewijs.


Kritisch denken
Zes vragen/vaardigheden die je altijd moet stellen bij nieuwe ideeën of claims:
1. Wat is de bron? → Heeft de spreker echte expertise? Zijn er belangen (geld,
politiek)?
2. Is de claim redelijk of extreem? → “Buitengewone claims vereisen buitengewoon
bewijs.” Wees alert op snelle, simpele oplossingen.
3. Wat is het bewijs? → Persoonlijke verhalen (anekdotes, testimonials) zijn géén
wetenschappelijk bewijs. Zoek onderzoek en data.
4. Kan bias de conclusie beïnvloeden?
o Emotionele bias (gevoelens sturen je oordeel).
o Confirmatiebias (je herinnert alleen wat je overtuiging bevestigt).
5. Worden veel voorkomende denkfouten vermeden?
o Common sense is geen bewijs.
6. Zijn er meerdere perspectieven nodig? → Complexe problemen hebben vaak
meerdere oorzaken en vragen om meerdere invalshoeken.


Zes hoofd-perspectieven in de moderne psychologie

,Psychologie kent zes invalshoeken om gedrag te begrijpen. Alle zes zijn belangrijk:
1. Biologisch perspectief → kijkt naar hersenen, genen, hormonen.
2. Cognitief perspectief → gaat over informatieverwerking, geheugen, denken.
3. Behavioristisch perspectief → gedrag wordt geleerd door beloning & straf.
4. Whole-person perspectief → nadruk op persoonlijkheid, psychodynamische
theorieën (bv. Freud), en humanistische benadering (bv. Rogers).
5. Ontwikkelingsperspectief → hoe gedrag en mentale processen veranderen door
de levensloop heen.
6. Sociocultureel perspectief → invloed van cultuur, sociale context en omgeving.
Elk perspectief biedt een ander stukje van de puzzel. Samen vormen ze een
“gereedschapskist” om gedrag te begrijpen (bijv. uitstelgedrag kan biologisch, cognitief of
sociaal verklaard worden).

Scheiding van Geest en Lichaam – Biologisch Perspectief
• Descartes (17e eeuw): maakte onderscheid tussen de geest (spiritueel, niet
meetbaar) en het lichaam (fysiek, wel meetbaar).
→ Hierdoor kon gedrag en sensatie wetenschappelijk onderzocht worden via het
zenuwstelsel.
• Modern biologisch perspectief: de geest = een product van de hersenen.
o Persoonlijkheid, voorkeuren, gedrag en vaardigheden komen voort uit
hersenen, zenuwstelsel, hormonen en genen.
o Voorbeeld: uitstelgedrag kan door hersenchemie of erfelijkheid worden
verklaard.
• Neuroscience: onderzoekt hersenprocessen met o.a. hersenscans; leert hoe
schade bepaalde functies (spraak, geheugen) kan uitschakelen.
• Evolutionaire psychologie (Darwin): gedrag komt voort uit erfelijke aanpassingen
die vroeger hielpen bij overleving (bv. jaloezie, taal).
o Kernbegrip: natuurlijke selectie → eigenschappen die helpen bij overleven
en voortplanten blijven bestaan.
o Soms ook controversieel (oorlog, agressie verklaard als evolutionair
voordeel).

Het Ontstaan van de Wetenschappelijke Psychologie; Wundt (Duitsland,
1879):
• Eerste psycholoog; richtte eerste psychologisch laboratorium op (Leipzig).
• Wilde “elementen van bewustzijn” vinden, net als de periodieke tabel in de
scheikunde.
• Methode: introspectie → proefpersonen beschrijven hun ervaringen en gevoelens.
• Legde de basis voor structuralisme (Titchener): bewustzijn opdelen in
basiselementen (sensatie, emotie, geheugen, etc.).
• Kritiek: te subjectief.
Gestaltpsychologie (begin 20e eeuw, Duitsland):
• “Het geheel is meer dan de som der delen.”
• Bewustzijn is niet alleen losse elementen; we construeren perceptuele gehelen (bv.
we zien een gezicht, geen losse lijnen).
William James: Functionalisme
• Kritiek op Wundt: structuur alleen is te beperkt en saai.

, • Psychologie moet kijken naar functie van bewustzijn: hoe mensen zich aanpassen
aan hun omgeving.
• Invloed van Darwin: gedrag en emoties helpen bij aanpassing.
• Functionalisme = eerste toegepaste psychologie (leren, onderwijs, gewoontes,
religie).
Moderne cognitieve perspectief:
• Ontstaan door de metafoor van de computer (de geest werkt als
informatieverwerking).
• Richt zich op cognitie: waarnemen, interpreteren, verwachtingen, overtuigingen,
geheugen.
• Objectievere methoden door hersenonderzoek.
• Toont o.a. hoe denkfouten (biases) ons gedrag beïnvloeden.
• Voorbeeld uitstelgedrag: onderschatten tijdsduur, confirmation bias, idee dat men
beter werkt onder druk.

Psychologische Perspectieven in de 20e Eeuw
In de 20e eeuw groeide psychologie enorm door nieuwe invalshoeken om menselijk gedrag
en denken beter te begrijpen. Hieronder de belangrijkste perspectieven:

1. Behavioristisch perspectief (gedrag)
• Kernidee: Psychologie moet alleen bestuderen wat zichtbaar en meetbaar is
(gedrag), niet de geest of gedachten.
• Focus: Stimulus → Respons. Gedrag wordt gevormd door omgeving en gevolgen
(beloning/straf).
• Voorbeeld: Een kind leert “dankjewel” zeggen omdat het daarvoor wordt geprezen.
• Toepassing: Veel kennis over leren en hoe gedrag te veranderen door de omgeving
aan te passen.

2. Ontwikkelingsperspectief (verandering door leven heen)
• Kernidee: Mensen veranderen op voorspelbare manieren door samenspel van
erfelijkheid (nature) en omgeving (nurture).
• Voorbeelden: lichamelijke veranderingen (puberteit, menopauze), psychologische
veranderingen (taal leren, logisch denken).
• Focus: Vroeger vooral kinderen onderzocht, nu ook tieners en volwassenen →
ontwikkeling stopt nooit.

3. Sociocultureel perspectief (invloed van omgeving & cultuur)
• Kernidee: Gedrag wordt sterk beïnvloed door sociale situatie en cultuur.
• Belangrijk: Vroeger vooral Westers perspectief, nu meer aandacht voor verschillen
tussen culturen.
• Voorbeeld: In sommige culturen is op tijd zijn belangrijk, in andere minder → dit
beïnvloedt gedrag (zoals uitstelgedrag).

4. Whole-person perspectieven (de hele mens begrijpen)
Bestaat uit drie richtingen:
a. Psychodynamisch (Freud en volgers)
• Kernidee: Gedrag en persoonlijkheid worden vooral bepaald door onbewuste
processen en innerlijke conflicten.
• Middelen: droomanalyse, verspreken, vrije associatie.
€6,09
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur
Seller avatar
majrahoric

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
majrahoric Saxion Hogeschool
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
0
Membre depuis
2 année
Nombre de followers
0
Documents
1
Dernière vente
-

0,0

0 revues

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions