Circulatie
1. Samenstelling van bloed
Bloed = bindweefsel met vloeibare matrix (= plasma) + cellen
Functies
1) Transport
- aanvoer O2 en voedingstoffen
- afvoer CO 2 en afvalproducten
2) Regulatie lichaamsfuncties
- vervoer hormonen
- temp regelen (contraheren/relaxeren bloedvaten)
3) Bescherming tegen invasie en beschadiging
- bloedstolling
- immuniteit (ziekteverwekkers elimineren)
1.1. Plasma = matrix
Bestaat uit:
- water (92%)
- nutriënten, afvalproducten en hormonen
- ionen (natriumionen, magnesium, …)
- plasmaproteïnen
albumine: zorgt dat vocht in bloedbaan blijft
globuline: transport functie voor lipiden en
steroïde hormonen
fibrinogeen: belangrijke rol bij bloedstolling
1.2. Cellen
1.2.1.RBC = erythrocyten
Kernloze cel: geen celkern geen eigen DNA
Hematocriet waarde = tot bloedvolume ingenomen door RBC
- te laag = te weinig BC = annemie of bloedarmoede
- te hoog = te veel RBC = polycytemie
Bevatten hemoglobine voor transport O2
1.2.2.WBC = leukocyten
Knn migreren uit bloedvat (om bv terecht te komen in weefsel en
ziekteverwekker elimineren = immuun functie)
Granulair (gestippeld uitzicht)
- eosinofiel
- basofiel
- neutrofiel
Agranulair (geen granules)
- lymfocyten
- monocyten
1.2.3.Bloedplaatjes = trombocyten
Geen echte cellen maar celfragmenten
Afkomstig van megakaryocyten in beenmerg
Vb: bloedvat in vinger beschadigd door snee bloedvat gaat
contraheren = samentrekken bloedplaatjes gaan samenplakken thv
wonde puls vormen zorgt voor enzymatische reactie waarbij
protrombine door lever geproduceerd omgezet naar thrombine en
, zet fibrinogeen om naar fibrine vormt draden zodat bloedstolsel
kan ontstaan en gat dichtgemaakt wordt en weefsel kan herstellen
A
n
t
i
coagulatie systeem = zorgt dat bloedstolsels terug opgelost
geraken en bloed niet zomaar gaat
stollen
plasminogeen w door weefsel
omgezet naar plasmine en plasmine
kan fibrine trg omzetten naar
fibrinogeen
Vb: bloedzuigers w gebruikt voor
medisch (bevatten antistollingsfactoren)
Samenvatting
1. Samenstelling van bloed
Bloed = bindweefsel met vloeibare matrix (= plasma) + cellen
Functies
1) Transport
- aanvoer O2 en voedingstoffen
- afvoer CO 2 en afvalproducten
2) Regulatie lichaamsfuncties
- vervoer hormonen
- temp regelen (contraheren/relaxeren bloedvaten)
3) Bescherming tegen invasie en beschadiging
- bloedstolling
- immuniteit (ziekteverwekkers elimineren)
1.1. Plasma = matrix
Bestaat uit:
- water (92%)
- nutriënten, afvalproducten en hormonen
- ionen (natriumionen, magnesium, …)
- plasmaproteïnen
albumine: zorgt dat vocht in bloedbaan blijft
globuline: transport functie voor lipiden en
steroïde hormonen
fibrinogeen: belangrijke rol bij bloedstolling
1.2. Cellen
1.2.1.RBC = erythrocyten
Kernloze cel: geen celkern geen eigen DNA
Hematocriet waarde = tot bloedvolume ingenomen door RBC
- te laag = te weinig BC = annemie of bloedarmoede
- te hoog = te veel RBC = polycytemie
Bevatten hemoglobine voor transport O2
1.2.2.WBC = leukocyten
Knn migreren uit bloedvat (om bv terecht te komen in weefsel en
ziekteverwekker elimineren = immuun functie)
Granulair (gestippeld uitzicht)
- eosinofiel
- basofiel
- neutrofiel
Agranulair (geen granules)
- lymfocyten
- monocyten
1.2.3.Bloedplaatjes = trombocyten
Geen echte cellen maar celfragmenten
Afkomstig van megakaryocyten in beenmerg
Vb: bloedvat in vinger beschadigd door snee bloedvat gaat
contraheren = samentrekken bloedplaatjes gaan samenplakken thv
wonde puls vormen zorgt voor enzymatische reactie waarbij
protrombine door lever geproduceerd omgezet naar thrombine en
, zet fibrinogeen om naar fibrine vormt draden zodat bloedstolsel
kan ontstaan en gat dichtgemaakt wordt en weefsel kan herstellen
A
n
t
i
coagulatie systeem = zorgt dat bloedstolsels terug opgelost
geraken en bloed niet zomaar gaat
stollen
plasminogeen w door weefsel
omgezet naar plasmine en plasmine
kan fibrine trg omzetten naar
fibrinogeen
Vb: bloedzuigers w gebruikt voor
medisch (bevatten antistollingsfactoren)
Samenvatting