Samenvatting insolventierecht
1. Inleiding
- Oorspronkelijk: “voorrechten en hypotheken”
o Boek III, titel XVIII B.W.
o = de hypotheekwet (1851!!!!)
o = 4 quasi autonome instituten:
= het gehouden zijn tot schuld: SA-SE
Voorrechten (= wettelijke preferenties)
Onroerende publiciteit
Hypotheekrecht
- Verruiming: “zekerheidsrechten”
o = “overeenkomsten” die zekerheid geven
o 2 soorten:
Persoonlijke zekerheidsrechten
Zakelijke zekerheidsrechten
- Nu: “insolventierecht”
o Schuldenaar (SA) in financiële problemen
o Relatie schuldenaar (SA) – schuldeiser (SE)
DEEL 1: Het vermogen
Hoofdstuk 1: het vermogensbegrip
- Definitie ‘vermogen’
o = geheel van goederen en rechten, in geld waardeerbaar, dat
aan een bepaald rechtssubject toebehoort”
- Vermogensbegrip in diverse vormen
o “Eigendom”: zakenrecht, het is niet omdat je een auto hebt
dat die volledig van jou is, je hebt hier een zakenrecht op,
idem met een huis want je moet je lening nog x aantal jaren
afbetalen
o “Onderpand”: schuldvorderingen c.q. verbintenissen, = het
volledige vermogen van alle schuldeisers
o “Vereffenen”: activa- passiva
o “Juridische algemeenheid”
, - Klassieke theorie omtrent het ‘vermogen’
o = 4 regels
Alle rechtssubjecten hebben een vermogen
Een rechtssubject heeft slechts 1 vermogen
Apart vermogen vereist apart subject (persoon)
Alleen rechtssubjecten hebben een vermogen
- Recente theorie omtrent het ‘vermogen’
o = soepeler: vermogen staat centraal i.p.v. subject (voorbeeld:
advocaat/dokter met een vennootschap)
Hoofdstuk 2: de juridische functie van het vermogen
- Principe
o Art. 3.35 & 3.36 NBW
Art. 3.36, lid 1 NBW: “tenzij de wet of het contract
anders bepaalt, kan een schuldeiser zijn vordering op
alle goederen van zijn schuldenaar verhalen”
= de ondeelbaarheid van het vermogen
Art. 3.36, lid 2 NBW: “ingeval van samenloop van de
schuldeisers wordt de opbrengst ervan onder hen naar
evenredigheid van hun vordering verdeeld, tenzij er
tussen de schuldeisers wettige redenen van voorrang
bestaan
= het gemeenschappelijk onderpand voor alle
schuldeisers
- Beperkingen
o Onbeslagbaarheid: art. 1408 Ger.W.
Hoofdstuk 3: het verhaalsrecht van de schuldeiser
- Principe
o Schuldeisers (SE) kunnen verhaal nemen op vermogen van
hun debiteur (SA)
= gemeenschappelijk onderpand
Maar:
o Geen “zakelijk recht”
o Geen “volgrecht”
o Enkel “stil pandrecht” vereenvoudigd
beslag bv. Iemand betaalt zijn huur niet
meer, maar beschikt wel over goederen, bv.
5 jukeboxen, maar je hebt schrik dat hij
deze gaat doen verdwijnen als je een
deurwaarder stuurt, dus dan vraag je aan de
vrederechter een stil pandrecht, zodat je
toch nog beslag kunt leggen op die
, jukeboxen, eens dat er een beslag op ligt,
mag hij deze niet meer doen verdwijnen,
staan strafsancties op.
- Verhaalsrecht= recht om beslag te leggen
- Het verhaalrecht kan verschillende vormen aannemen
o (Uitvoerend) beslag beslag is maar 1 van de verschillende
manieren waarop een schuldeiser naar het vermogen van de
debiteur kan gaan, 2 soorten beslag
Bewarend beslag: beslag wordt gelegd op roerende
goederen, onroerende goederen en je hebt bewarend
derde beslag
Uitvoerend beslag: verkoop volgt 6 weken later, roerend
uitvoerend beslag, onroerend uitvoerend beslag en
uitvoerend derde beslag
Beslag is 1 op 1 verhaal je weet niet als
debiteur andere ook niet betaald en als er nog
andere schuldeisers zijn, deurwaarder legt beslag
voor enkel jou
o Faillissement
Hier komt er een curator aan te pas, een curator legt
beslag
o Pandverzilvering
Het pand wat? Is een oude figuur waarbij een
roerend goed het pand waarborg wordt van een
schuldovereenkomst, het pand is de waarborg, een zaak
met waarde, stel dat je een lening wilt, dan moet je iets
in pand geven, iets waardevols, als de lening afbetaald
dan krijg je je pand terug, is een beetje achterhaald,
want stel dat ik mijn auto in pand geef dan kan ik er niet
meer bij rijden of als de schuldenaar de lening niet meer
betaald, mag de pandhouder het pand niet verkopen, hij
moet dit houden. Het pandfiguur is terug hip aan het
worden nu want er is een pandregister opgericht binnen
het FOD financiën, als je nu iets in pand wilt geven dan
wordt dit geschreven in het pand register en dan kan je
het wel blijven gebruiken. Kan gevaarlijk zijn want stel
dat ik het pand verkoop, dan is de pandhouder alles
kwijt, pand verzilveren, de pandhouder kan van het
pand afgeraken
o Overdracht van schuldvordering als zekerheid
Ik kan 10 000 lenen bij X, maar X wil zekerheid, dus dan
wordt de werkgever van X betrokken, zodat het loon van
, mij wordt overgedragen aan u, mijn werkgever stort
mijn loon dan naar X
o Rechtstreekse vordering
Stel ik ben ondernemer, ik heb een onderneming, het
gaat slecht en ik ben failliet, vorige week heb ik een
ongeluk gehad, in dronken toestand iemand
aangereden, er is iemand verwond. In normale
omstandigheden zal de verwondde schuldeiser worden
van mij, de verwondde zal aanschuiven bij de curator en
wordt nog een schuldeiser bij want ik ben failliet, om dit
te vermijden is er een rechtstreekse vordering, elk
motorrijtuig heeft een verplichte verzekering op
aansprakelijkheid, als de dader van het ongeluk failliet
is dan heb je een rechtstreekse vordering op die
schuldenaar, voor lichamelijke schade moet je niet bij
de boedel passeren, je kan gwn rechtsreeks
Hoofdstuk 4: het vermogen als verhaalsobject
- Principe:
o Vermogen van debiteur (SA) is onderpand voor schuldeisers
(SE).
Op moment dat men verhaalsrecht uitoefent
Enkel stilzwijgend pandrecht
Let op:
o Onbeperkte zakelijke subrogatie/fluctuaties
= het vermogen dat continue
veranderd, je krijgt je loon en de week
erna is de helft er al van af,
schuldeisers kunnen dat vermogen
ook niet volgen, ze moeten daar
lijdzaam naartoe kijken, het enigste
wat hij eventueel kan doen is
bewarend beslag leggen, als er een
bewarend beslag ligt dan kan hij
ervoor zorgen dat het loon niet meer
weggaat.
o Geen volgrecht
o Wel preventieve maatregelen mogelijk (vb.
bewarend beslag)
- Onverdeeldheid en gemeenschap
o Dat goederen onverdeeld zijn, heeft niet tot gevolg dat zij aan
het verhaalsrecht van de SE van een deelgenoot worden
ontrokken.
1. Inleiding
- Oorspronkelijk: “voorrechten en hypotheken”
o Boek III, titel XVIII B.W.
o = de hypotheekwet (1851!!!!)
o = 4 quasi autonome instituten:
= het gehouden zijn tot schuld: SA-SE
Voorrechten (= wettelijke preferenties)
Onroerende publiciteit
Hypotheekrecht
- Verruiming: “zekerheidsrechten”
o = “overeenkomsten” die zekerheid geven
o 2 soorten:
Persoonlijke zekerheidsrechten
Zakelijke zekerheidsrechten
- Nu: “insolventierecht”
o Schuldenaar (SA) in financiële problemen
o Relatie schuldenaar (SA) – schuldeiser (SE)
DEEL 1: Het vermogen
Hoofdstuk 1: het vermogensbegrip
- Definitie ‘vermogen’
o = geheel van goederen en rechten, in geld waardeerbaar, dat
aan een bepaald rechtssubject toebehoort”
- Vermogensbegrip in diverse vormen
o “Eigendom”: zakenrecht, het is niet omdat je een auto hebt
dat die volledig van jou is, je hebt hier een zakenrecht op,
idem met een huis want je moet je lening nog x aantal jaren
afbetalen
o “Onderpand”: schuldvorderingen c.q. verbintenissen, = het
volledige vermogen van alle schuldeisers
o “Vereffenen”: activa- passiva
o “Juridische algemeenheid”
, - Klassieke theorie omtrent het ‘vermogen’
o = 4 regels
Alle rechtssubjecten hebben een vermogen
Een rechtssubject heeft slechts 1 vermogen
Apart vermogen vereist apart subject (persoon)
Alleen rechtssubjecten hebben een vermogen
- Recente theorie omtrent het ‘vermogen’
o = soepeler: vermogen staat centraal i.p.v. subject (voorbeeld:
advocaat/dokter met een vennootschap)
Hoofdstuk 2: de juridische functie van het vermogen
- Principe
o Art. 3.35 & 3.36 NBW
Art. 3.36, lid 1 NBW: “tenzij de wet of het contract
anders bepaalt, kan een schuldeiser zijn vordering op
alle goederen van zijn schuldenaar verhalen”
= de ondeelbaarheid van het vermogen
Art. 3.36, lid 2 NBW: “ingeval van samenloop van de
schuldeisers wordt de opbrengst ervan onder hen naar
evenredigheid van hun vordering verdeeld, tenzij er
tussen de schuldeisers wettige redenen van voorrang
bestaan
= het gemeenschappelijk onderpand voor alle
schuldeisers
- Beperkingen
o Onbeslagbaarheid: art. 1408 Ger.W.
Hoofdstuk 3: het verhaalsrecht van de schuldeiser
- Principe
o Schuldeisers (SE) kunnen verhaal nemen op vermogen van
hun debiteur (SA)
= gemeenschappelijk onderpand
Maar:
o Geen “zakelijk recht”
o Geen “volgrecht”
o Enkel “stil pandrecht” vereenvoudigd
beslag bv. Iemand betaalt zijn huur niet
meer, maar beschikt wel over goederen, bv.
5 jukeboxen, maar je hebt schrik dat hij
deze gaat doen verdwijnen als je een
deurwaarder stuurt, dus dan vraag je aan de
vrederechter een stil pandrecht, zodat je
toch nog beslag kunt leggen op die
, jukeboxen, eens dat er een beslag op ligt,
mag hij deze niet meer doen verdwijnen,
staan strafsancties op.
- Verhaalsrecht= recht om beslag te leggen
- Het verhaalrecht kan verschillende vormen aannemen
o (Uitvoerend) beslag beslag is maar 1 van de verschillende
manieren waarop een schuldeiser naar het vermogen van de
debiteur kan gaan, 2 soorten beslag
Bewarend beslag: beslag wordt gelegd op roerende
goederen, onroerende goederen en je hebt bewarend
derde beslag
Uitvoerend beslag: verkoop volgt 6 weken later, roerend
uitvoerend beslag, onroerend uitvoerend beslag en
uitvoerend derde beslag
Beslag is 1 op 1 verhaal je weet niet als
debiteur andere ook niet betaald en als er nog
andere schuldeisers zijn, deurwaarder legt beslag
voor enkel jou
o Faillissement
Hier komt er een curator aan te pas, een curator legt
beslag
o Pandverzilvering
Het pand wat? Is een oude figuur waarbij een
roerend goed het pand waarborg wordt van een
schuldovereenkomst, het pand is de waarborg, een zaak
met waarde, stel dat je een lening wilt, dan moet je iets
in pand geven, iets waardevols, als de lening afbetaald
dan krijg je je pand terug, is een beetje achterhaald,
want stel dat ik mijn auto in pand geef dan kan ik er niet
meer bij rijden of als de schuldenaar de lening niet meer
betaald, mag de pandhouder het pand niet verkopen, hij
moet dit houden. Het pandfiguur is terug hip aan het
worden nu want er is een pandregister opgericht binnen
het FOD financiën, als je nu iets in pand wilt geven dan
wordt dit geschreven in het pand register en dan kan je
het wel blijven gebruiken. Kan gevaarlijk zijn want stel
dat ik het pand verkoop, dan is de pandhouder alles
kwijt, pand verzilveren, de pandhouder kan van het
pand afgeraken
o Overdracht van schuldvordering als zekerheid
Ik kan 10 000 lenen bij X, maar X wil zekerheid, dus dan
wordt de werkgever van X betrokken, zodat het loon van
, mij wordt overgedragen aan u, mijn werkgever stort
mijn loon dan naar X
o Rechtstreekse vordering
Stel ik ben ondernemer, ik heb een onderneming, het
gaat slecht en ik ben failliet, vorige week heb ik een
ongeluk gehad, in dronken toestand iemand
aangereden, er is iemand verwond. In normale
omstandigheden zal de verwondde schuldeiser worden
van mij, de verwondde zal aanschuiven bij de curator en
wordt nog een schuldeiser bij want ik ben failliet, om dit
te vermijden is er een rechtstreekse vordering, elk
motorrijtuig heeft een verplichte verzekering op
aansprakelijkheid, als de dader van het ongeluk failliet
is dan heb je een rechtstreekse vordering op die
schuldenaar, voor lichamelijke schade moet je niet bij
de boedel passeren, je kan gwn rechtsreeks
Hoofdstuk 4: het vermogen als verhaalsobject
- Principe:
o Vermogen van debiteur (SA) is onderpand voor schuldeisers
(SE).
Op moment dat men verhaalsrecht uitoefent
Enkel stilzwijgend pandrecht
Let op:
o Onbeperkte zakelijke subrogatie/fluctuaties
= het vermogen dat continue
veranderd, je krijgt je loon en de week
erna is de helft er al van af,
schuldeisers kunnen dat vermogen
ook niet volgen, ze moeten daar
lijdzaam naartoe kijken, het enigste
wat hij eventueel kan doen is
bewarend beslag leggen, als er een
bewarend beslag ligt dan kan hij
ervoor zorgen dat het loon niet meer
weggaat.
o Geen volgrecht
o Wel preventieve maatregelen mogelijk (vb.
bewarend beslag)
- Onverdeeldheid en gemeenschap
o Dat goederen onverdeeld zijn, heeft niet tot gevolg dat zij aan
het verhaalsrecht van de SE van een deelgenoot worden
ontrokken.