ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
HOOFDSTUK 1: GESCHIEDENIS, THEORIE EN ONDERZOEKSSTRATEGIEEN
Definiëring ontwikkelingspsychologie
Een wetenschap die stabiliteit en verandering van gedrag wil begrijpen over de
levensloop
- In verschillende domeinen: fysiek, cognitief, emotioneel en sociaal
- Met interesse voor beïnvloedende factoren voor ontwikkeling
Is ook toegepast (= heeft belang voor praktijk)
Is interdisciplinair (= samenwerking uit vele wetenschappen zoals bv. genetici,
historici, sociologen)
Theorieën over ontwikkeling:
= belangrijk om bepaalde ontwikkelingsfenomenen te verklaren en te voorspellen
Beschrijven
Verklaren
Voorspellen
Theorie:
= Een geordend en samenhangend geheel van uitspraken dat gedrag beschrijft,
verklaart en voorspelt
Bijvoorbeeld: Hechting
- Ontwikkeling van hechtingsrelatie in 1ste jaar (beschrijven)
- Waarom ontwikkelt die band zich? (verklaren)
- Wat is het gevolg hiervan voor latere hechtingsrelaties (voorspellen)
Nut van theorie:
Begrijpen = geeft richting en betekenis aan wat we zien
Basis voor praktijk
Behoefte aan wetenschappelijke bevestiging = belang van replicatie
,Toepassing
Groei mindset: doorzettingsvermogen, niet opgeven als iets tegenslaat
Gefixeerde mindset: snel bij de pakken blijven zitten als iets niet lukt
Theorie van Dweck (2016) : de groei mindset is de beste om je doelen te bereiken
- Je haalt betere resultaten op school als je een groeimindset hebt
- Je kan je brein trainen om een groeimindset te krijgen
Structurele kenmerken
Continue vs discontinue ontwikkeling
Continu:
- Kwantitatieve verandering = uitbreiden van al bestaande vaardigheden
- Vaak geleidelijke verandering – gradueel (niet altijd!)
- Bv. eerste woordjes, eerste stapjes, leeftijd, werkgeheugen
Discontinu:
- Kwalitatieve veranderig = nieuwe manier van reageren in specifieke periodes
- Abrupte verandering – plotse ommezwaai
- Bv. morele ontwikkeling
Een verloop vs meerdere verlopen
Vroeger: aanhangers van stadiatheorie (bv. Piaget en Kohlberg)
Nu: meerdere vormen van ontwikkeling mogelijk door unieke combinaties van
persoonlijke en omgevingskenmerken
, Erfelijkheid vs milieu
Biologische theorien, erfelijkheid (nature): aangeboren biologische eigenschappen
Judith Harris volgt deze theorie
Naturatie: bij de geboorte wordt er eigenlijk al bepaald hoe de rest van je leven
zal verlopen (= bouwplan)
- Nadruk op ontwikkeling als endogeen = van binnenuit bestuurd
- Benadrukken stabiliteit en belang van erfelijkheid
- Omgeving = belangrijk bij vroege ervaring
Milieutheorien, omgeving (nurture): fysieke en sociale invloeden uit de context
Watson volgt deze theorie
- Nadruk op ontwikkeling als exogeen = van buiten uit gestuurd
- Beklemtonen plasticiteit of veranderbaarheid
- Omgeving = ganse leven door belangrijk
Tegenwoordig: achterhaalde discussie want erfelijkheid en omgeving spelen op een
complexe manier op elkaar in
Caspi (2003) : interactie tussen omgeving en genetica hangt samen om een
depressie te krijgen
O’Connor (1998): een controlerende opvoeding samen met een genetisch risico
zorgen ervoor dat kinderen antisociaal gedrag vertonen
Levensloopperspectief
Is belangrijke vertegenwoordiger en dynamische systeembenadering
Gegroeid uit onderzoek naar volwassenen en ouderen
Ontwikkeling als:
- Levenslang
- Multidimensioneel en veelvormig
- Plastisch
- Ingebed in verschillende contexten
HOOFDSTUK 1: GESCHIEDENIS, THEORIE EN ONDERZOEKSSTRATEGIEEN
Definiëring ontwikkelingspsychologie
Een wetenschap die stabiliteit en verandering van gedrag wil begrijpen over de
levensloop
- In verschillende domeinen: fysiek, cognitief, emotioneel en sociaal
- Met interesse voor beïnvloedende factoren voor ontwikkeling
Is ook toegepast (= heeft belang voor praktijk)
Is interdisciplinair (= samenwerking uit vele wetenschappen zoals bv. genetici,
historici, sociologen)
Theorieën over ontwikkeling:
= belangrijk om bepaalde ontwikkelingsfenomenen te verklaren en te voorspellen
Beschrijven
Verklaren
Voorspellen
Theorie:
= Een geordend en samenhangend geheel van uitspraken dat gedrag beschrijft,
verklaart en voorspelt
Bijvoorbeeld: Hechting
- Ontwikkeling van hechtingsrelatie in 1ste jaar (beschrijven)
- Waarom ontwikkelt die band zich? (verklaren)
- Wat is het gevolg hiervan voor latere hechtingsrelaties (voorspellen)
Nut van theorie:
Begrijpen = geeft richting en betekenis aan wat we zien
Basis voor praktijk
Behoefte aan wetenschappelijke bevestiging = belang van replicatie
,Toepassing
Groei mindset: doorzettingsvermogen, niet opgeven als iets tegenslaat
Gefixeerde mindset: snel bij de pakken blijven zitten als iets niet lukt
Theorie van Dweck (2016) : de groei mindset is de beste om je doelen te bereiken
- Je haalt betere resultaten op school als je een groeimindset hebt
- Je kan je brein trainen om een groeimindset te krijgen
Structurele kenmerken
Continue vs discontinue ontwikkeling
Continu:
- Kwantitatieve verandering = uitbreiden van al bestaande vaardigheden
- Vaak geleidelijke verandering – gradueel (niet altijd!)
- Bv. eerste woordjes, eerste stapjes, leeftijd, werkgeheugen
Discontinu:
- Kwalitatieve veranderig = nieuwe manier van reageren in specifieke periodes
- Abrupte verandering – plotse ommezwaai
- Bv. morele ontwikkeling
Een verloop vs meerdere verlopen
Vroeger: aanhangers van stadiatheorie (bv. Piaget en Kohlberg)
Nu: meerdere vormen van ontwikkeling mogelijk door unieke combinaties van
persoonlijke en omgevingskenmerken
, Erfelijkheid vs milieu
Biologische theorien, erfelijkheid (nature): aangeboren biologische eigenschappen
Judith Harris volgt deze theorie
Naturatie: bij de geboorte wordt er eigenlijk al bepaald hoe de rest van je leven
zal verlopen (= bouwplan)
- Nadruk op ontwikkeling als endogeen = van binnenuit bestuurd
- Benadrukken stabiliteit en belang van erfelijkheid
- Omgeving = belangrijk bij vroege ervaring
Milieutheorien, omgeving (nurture): fysieke en sociale invloeden uit de context
Watson volgt deze theorie
- Nadruk op ontwikkeling als exogeen = van buiten uit gestuurd
- Beklemtonen plasticiteit of veranderbaarheid
- Omgeving = ganse leven door belangrijk
Tegenwoordig: achterhaalde discussie want erfelijkheid en omgeving spelen op een
complexe manier op elkaar in
Caspi (2003) : interactie tussen omgeving en genetica hangt samen om een
depressie te krijgen
O’Connor (1998): een controlerende opvoeding samen met een genetisch risico
zorgen ervoor dat kinderen antisociaal gedrag vertonen
Levensloopperspectief
Is belangrijke vertegenwoordiger en dynamische systeembenadering
Gegroeid uit onderzoek naar volwassenen en ouderen
Ontwikkeling als:
- Levenslang
- Multidimensioneel en veelvormig
- Plastisch
- Ingebed in verschillende contexten