Sessie 1 Waarom organisatietheorie
H1 organisatietheorie en drie perspectieven
H2 geschiedenis van organisatietheorie
Sessie 2 Wat is een goed overheidsmodel
H4 (106-110) sociale structuur
Artikel Merton: bureaucratie
Sessie 3 Sociale structuur
H4 (110-129) sociale structuur
Artikel Mintzberg: structure in 5’s
Sessie 4 Cultuur
H6 cultuur
Artikel Thompson & Wildavsky: cultuurtheorie
Sessie 5 Symbolisch perspectief
Artikel Weick: sensemaking in organisaties (ramp Mann Gulch)
Sessie 6 Postmodern perspectief
Artikel Boje: de storytelling organisatie
Sessie 7 Waarom overleven organisaties (niet)
H3 omgevingsrelaties
Sessie 8 Waarom lijken organisaties op elkaar
Artikel Dimaggio & Powell: de ijzeren kooi
Sessie 9 Technologie
H5 organisatie technologie
Artikel Turja et al: de bereidheid voor robotisering
Sessie 10 Fysieke omgeving en synthese
H7 fysieke structuur
Artikel Kruyen: de gevangenis van de toekomst
Sessie 11 Netwerken
Artikel Provan & Kenis: modus van netwerkbeheer
Sessie 12 Organisatie verandering
H4 (130-153) sociale structuur
Artikel van de Ven & Poole: ontwikkeling en verandering
Sessie 13 Organisatiesociologie
Artikel Hirsch: de kracht van zwakke handhaving
Artikel Kelly et al: conflicten tussen werk en gezin
,Sessie 1: waarom organisatietheorie
Hoofdstuk 1 organisatietheorie en drie perspectieve
Hoofdstuk 2 geschiedenis van organisatietheorie
Hoofdvraag cursus:
In hoeverre is het een slim idee om organisaties die zich bezighouden met het aanpakken van
maatschappelijke vraagstukken anders te organiseren dan volgens de klassieke, bureaucratische
principes?
Deelvragen cursus:
• Waarom hebben wij organisaties nodig om maatschappelijke vraagstukken aan te pakken?
• Onder welke omstandigheden leiden bureaucratische principes tot gewenste uitkomsten van
deze organisaties?
• Onder welke omstandigheden leiden alternatieve organisatorische principes tot betere
uitkomsten van deze organisaties?
• Wanneer men organisaties wil veranderen in lijn met deze nieuwe ideeën, waar moet men dan
rekening mee houden?
Antwoorden op vragen:
Waarom hebben wij een bureaucratische organisatie nodig om maatschappelijke vraagstukken aan
te pakken?
Bureaucratische organisaties zijn nodig wanneer het prijsmechanisme faalt en wanneer je niet kunt
investeren in een clan.
Onder welke omstandigheden leiden bureaucratische principes tot gewenste uitkomsten van deze
organisaties?
Structuren met bijbehorende coördinatiemechanismen en design- en contingentiefactoren
(Mintzberg)
Onder welke omstandigheden leiden alternatieve organisatorische principes tot betere uitkomsten
van deze organisaties?
Markt en clan.
Door bepaalde design en contingentiefactoren (Mintzberg)
Wanneer men organisaties wil veranderen in lijn met deze nieuwe ideeën, waar moet men dan
rekening mee houden?
Design- en contingentiefactoren (Mintzberg)
5 basisconcepten organisatietheorie (aangrijpingspunten voor verandering)
Organisatie kan je beïnvloeden op verschillende aspecten:
Omgeving, sociale structuur, technologie, cultuur en fysieke structuur
Cognitieve en sociale dynamiek (interacties betrekking hebben op manier van organiseren)
Netwerken
Aangrijpingspunten
Organisatie paradigma’s voor verandering
en organisatiemodellen
Cultuur
cognitieve en
Organisatieparadigma’s Sociale sociale Fysieke
& structuur dynamiek structuur
Overheidsparadigma’s
Netwerken
Technologie
Omgeving
5
Hatch (2018: 19); Sessie #1-4; 6-11
, Hoofdstuk 1 organisatietheorie en drie perspectieven
Sessie 1
Wat is een theorie?
Theorie
Is een systeem van ideeën of een reeks van constructies waarvan de relaties uitleg (modernistisch),
begrip (symbolisch) of waardering (postmodern) van een fenomeen belang bieden.
Een theorie is opgebouwd uit een reeks concepten waarvan de relaties worden gebruikt om het
fenomeen van interesse dat de theoreticus wil behandelen uit te leggen, te begrijpen of te
waarderen.
Een set van concepten waarvan de voorgestelde relatie een verklaring biedt om de wereld te
begrijpen.
Concepten
Concepten vormen de basisbouwsteen van de theorie. Zijn mentale categorieën waarin je ideeën
kunt sorteren, ordenen (organiseren) en het opslaan van ervaringen in het geheugen.
Abstractie
Een proces dat een concept vormt door kenmerken te destilleren die worden gedeeld door
individuele leden van de categorie die het concept vertegenwoordigt.
Voordeel is dat het de tijd verkort die nodig is om informatie te verwerken. Je hebt gelijk toegang tot
relevante deel van de kennis om de strategie te bepalen.
Nadeel is dat steeds meer details worden verwijderd.
Heuristiek
Zijn vuistregel strategieën voor probleemoplossing of besluitvorming.
Kennisstructuur
Is een systeem voor het organiseren van concepten in het geheugen, waarbij typisch lagere-hogere
concepten van hogere orde worden genest (een hond is bijvoorbeeld een zoogdier, dat deel
uitmaakt van het dierenrijk).
Fenomeen van belang/ interesse – Phenomenon of interest
Is hetgeen dat een theorie probeert te verklaren.
Het object van perceptie dat een theorie wil verklaren, begrijpen of waarderen. Iets waarneembaars
wat kan worden bestudeerd, meestal iets dat niet volledig wordt gewaardeerd, begrepen of
uitgelegd.
Theoretiseren
Is een theorie gebruiken
Organisatie
Is een groep mensen die een gezamenlijk een bepaald doel nastreven
Verschillende perspectieven (organisatieparadigma’s)
Paradigma is een wereldbeeld dat concepten, theorieën, theorievorming en methodologie bepaalt
die aanvaardbaar wordt geacht door degene die er op abonneren.