ORGANISATIEONTWIKKELING SEMESTER 2
INLEIDING
1. DE DOELSTELLINGEN & INHOUD VAN HET OLOD
Macro: maatschappij
Meso: (orthopedagogisch) werkveld
Micro: organisatie + hulpverleningsrelatie
1) De organisatie & de omgeving
- Missie van de organisatie wordt beschreven
- Organisatie ontwikkelen een strategie waarin ze nadenken,
vastleggen & focussen op wat ze wel & niet gaan doen
2) De organisatie & structuur
- Specifieke structuur waarin mensen specifieke taken, rollen &
bevoegdheden krijgen binnen de organisaties om de missie te
kunnen waarmaken
3) De organisatie & het menselijk kapitaal
- Menselijk kapitaal = om de missie te kunnen waarmaken moeten
mensen aangeworven & opgeleid worden om de functies te kunnen
uitvoeren die in de structuur vastgelegd werden
- Leiderschap = inmisbaar
Er worden economische, politieke & culturele krachten uitgeoefend
A) MACRO: maatschappij – maatschappelijke trends & uitdagingen
Sustainable Development Goals (SDG’s)
17 universele doelstellingen opgesteld door de VN
Gericht op: aanpakken van urgente wereldwijde uitdagingen
Doel: bevorderen van een duurzame en rechtvaardige toekomst voor
iedereen
Biedt organisaties de mogelijkheid om bij te dragen aan een betere wereld
door het aanpakken van deze urgente uitdagingen
DESTEP-model
Demografische Trends in de bevolkingsopbouw, bv. grootte van de
factoren huishoudens, woonplaats, geslacht,
gezinssamenstelling, bevolkingsgroei in het algemeen
of in een specifieke markt, vergrijzing, babyboomers,
multiculturele samenleving
Economische factoren Trends in economische groei, werkgelegenheid,
consumptie, interestvoeten, internationale verdragen,
kloof tussen rijk en arm, koopkrachtontwikkelingen,
etc.
Sociaal-culturele Kenmerken van sociale en culturele aard die de
factoren maatschappij karakteriseren, bv. normen en waarden,
religie, nationale en lokale cultuur, opleidingsniveau,
leeftijdsgroepen, leefgewoonten, vrijetijdsbestedingen,
etc.
Technologische Kenmerken van technologische vooruitgang, bv.
factoren wetenschap, innovatie, nieuwe
communicatietechnologie, mogelijkheden mobiele
telefonie of mobiele betalingen, etc.
Ecologische factoren Kenmerken van de fysieke omgeving (bv. impact
klimaatwijzigingen , trends in het weer, duurzaam
ondernemen, veranderingen in het bewustzijn van de
donateur of consument, stakeholders)
, Politiek-juridische Door de overheid beïnvloede factoren die effect
factoren hebben op het werkveld bv. nationale wet- en
regelgeving, Europese wetgeving, belastingen,
privacywetgeving, veranderingen in pensioenregeling
etc.
Waarover moeten we wakker liggen?
demografische factoren: diversiteit in de huishoudens (bv. bij
nieuwsjaarsbrieven of contact tussen school en ouders), vergrijzing is nog
niet aan de piek (plaatsen voor zorgbehoevende ouderen zijn zeer beperkt,
te weinig personeel om die ouderen te verzorgen)
economische factoren: kloof tussen arm & rijk, hoe lang moeten mensen
een werkeloosheidsuitkering krijgen, kinderen blijven langer thuiswonen
doordat alles veel duurder wordt
sociaal-culturele factoren: studenten die langer studeren waardoor er
problemen in de werksector worden veroorzaakt, cultuurverschil in de
sociale ladder die in onze maatschappij heerst, als de kloof tussen arm en
rijk groter wordt, dan zorgt dit ervoor dat sommige mensen bepaalde
zaken niet kunnen doen (bv. studeren, uitstappen)
technologische factoren: bepaalde groep wordt uitgesloten omdat ze
sommige zaken niet meer kunnen of mee aan kunnen doen (bv. online
bankieren), door AI wordt er nog meer fake news verspreid waardoor het
onderscheid tussen realiteit & fake news veel moeilijker wordt, gebruik van
domotica voor ouderenzorg (op welke manier biedt je kwalitatieve zorg?)
ecologische factoren: klimaatopwarming, rekening houden met
duurzaamheid
politiek-juridische factoren: nieuwe regering die nieuwe plannen heeft met
subsidies, pensioenen, … mensen krijgen schrik
HOOFDSTUK 1: DE IDENTITEIT VAN DE ORGANISATIE: HET
FUNDAMENT
1.1 WAT ZIJN ORGANISATIES?
Organisaties zijn functioneel en regelen het sociale leven en het dagelijks
gedrag van individuen.
Verbonden zijn in en met organisaties is een constante in jouw verdere
levensloop. Voor het verrichten van arbeid, opdoen van kennis, beleven
van onze religie, beschermen van onze gezondheid, beoefenen van
sporten en vrijetijdsbesteding… spelen organisaties een belangrijke rol.
“Organisatie” = afgeleid van het Griekse “organon”, wat werktuig of
hulpmiddel betekent. De organisatie is dus een hulpmiddel om een doel te
bereiken.
Organisaties zijn: (definitie van Daft (2002))
1) Menselijke samenwerkingsverbanden
2) Gericht op het realiseren van een duidelijk doel
3) Ontworpen als systemen van bewust gestructureerde en
gecoördineerde activiteiten
4) Verbonden met een externe omgeving
1.1.1 SOCIAL PROFIT VS PROFIT ORGANISATIES
Typering volgens doel
Sociale sector bestaat uit organisaties: sociale & publieke sector vs profit
sector
Goede doelen – alleen Sociale ondernemingen – impact Reguliere bedrijven –
impact voorop financiën voorop
,Puur Donaties > 50% Winst volledig Winst MVO+ Puur
donaties of , inkomste geherinveste beperkt in de financieel
subsidies subsidies n uit de erd uitgekeer kern gedreven
& markt d van het
inkomste bedrijf
n
PROFIT ORGANISATIE NON-PROFIT ORGANISATIE
Winstmaximalisatie ten behoeve van Gemeenschappelijke winst ipv
de bedrijfscontuïteit winstmaximalisatie
Belangrijkste doelstelling: eigen Belangrijkste doelstelling: collectieve
doelen doelen
Mogen vzw’s activiteiten ontwikkelen of producten verkopen waar ze winst uit
kunnen halen?
Er wordt vaak aangenomen dat social-profit organisaties die onder de vzw-
wetgeving vallen, geen winst mogen maken uit hun activiteiten. Dit is een
misvatting die ingebed ligt in de benaming: vzw staat voor ‘vereniging
zonder winstoogmerk’.
Sinds 1 januari 2020 is de vzw-wetgeving veranderd en mogen vzw’s wel
winst maken. MAAR het is enkel de bedoeling dat mogelijke winst het
maatschappelijke doel van de organisatie dient en dus niet wordt
uitgekeerd aan de leden. De winst moet terugvloeien naar het doel en niet
, de organisatie of de leden van de organisatie verrijken (geen
winstmaximalisatie).
Van ‘vereniging zonder winstoogmerk’ kan je het nu eigenlijk zien als
‘vereniging zonder winstuitkering’.
1.1.2 ORGANISATIEONTWIKKELING, WAT?
1. De organisatie & de omgeving
- Elke organisatie heeft een specifieke bestaansreden die
neergeschreven wordt in de missie van de organisatie
- Organisaties ontwikkelen een strategie waarin ze nadenken,
vastleggen & focussen op wat ze wel & niet gaan doen & hoe ze de
dingen willen aanpakken om de missie concreet te kunnen
waarmaken
- Missie gedreven organisaties staan in direct verbinding met de
omgeving waarin ze actief zijn
2. De organisatie & structuur
- De organisatie beschikt over een specifieke structuur waarin
mensen specifieke taken, rollen & bevoegdheden krijgen binnen de
organisatie om de missie te kunnen waarmaken
3. De organisatie & het menselijk kapitaal
- Binnen de organisatie is het menselijk kapitaal heel belangrijk om
impact te kunnen hebben
- Organisaties zijn dus mensenwerk: worden gedragen door mensen
die afhankelijk zijn van elkaar & in interactie gaan met elkaar om via
de samenwerking een gemeenschappelijk doel te kunnen nastreven
& realiseren
- Binnen de structuur & het menselijk kapitaal is de leiderschap
onmisbaar
1.2 HET GROTE WAAROM: MISSIE, VISIE & KERNWAARDEN
1. De missie (wat-vraag)
- Wat is de bestaansreden? Wat is de unieke bijdrage?
2. Visie & kernwaarden (waaromvraag)
- Waarom doen we wat we doen?
3. Strategie (hoe-vraag)
- Hoe willen we bereiken wat we willen & moeten bereiken met onze
organisatie?
INLEIDING
1. DE DOELSTELLINGEN & INHOUD VAN HET OLOD
Macro: maatschappij
Meso: (orthopedagogisch) werkveld
Micro: organisatie + hulpverleningsrelatie
1) De organisatie & de omgeving
- Missie van de organisatie wordt beschreven
- Organisatie ontwikkelen een strategie waarin ze nadenken,
vastleggen & focussen op wat ze wel & niet gaan doen
2) De organisatie & structuur
- Specifieke structuur waarin mensen specifieke taken, rollen &
bevoegdheden krijgen binnen de organisaties om de missie te
kunnen waarmaken
3) De organisatie & het menselijk kapitaal
- Menselijk kapitaal = om de missie te kunnen waarmaken moeten
mensen aangeworven & opgeleid worden om de functies te kunnen
uitvoeren die in de structuur vastgelegd werden
- Leiderschap = inmisbaar
Er worden economische, politieke & culturele krachten uitgeoefend
A) MACRO: maatschappij – maatschappelijke trends & uitdagingen
Sustainable Development Goals (SDG’s)
17 universele doelstellingen opgesteld door de VN
Gericht op: aanpakken van urgente wereldwijde uitdagingen
Doel: bevorderen van een duurzame en rechtvaardige toekomst voor
iedereen
Biedt organisaties de mogelijkheid om bij te dragen aan een betere wereld
door het aanpakken van deze urgente uitdagingen
DESTEP-model
Demografische Trends in de bevolkingsopbouw, bv. grootte van de
factoren huishoudens, woonplaats, geslacht,
gezinssamenstelling, bevolkingsgroei in het algemeen
of in een specifieke markt, vergrijzing, babyboomers,
multiculturele samenleving
Economische factoren Trends in economische groei, werkgelegenheid,
consumptie, interestvoeten, internationale verdragen,
kloof tussen rijk en arm, koopkrachtontwikkelingen,
etc.
Sociaal-culturele Kenmerken van sociale en culturele aard die de
factoren maatschappij karakteriseren, bv. normen en waarden,
religie, nationale en lokale cultuur, opleidingsniveau,
leeftijdsgroepen, leefgewoonten, vrijetijdsbestedingen,
etc.
Technologische Kenmerken van technologische vooruitgang, bv.
factoren wetenschap, innovatie, nieuwe
communicatietechnologie, mogelijkheden mobiele
telefonie of mobiele betalingen, etc.
Ecologische factoren Kenmerken van de fysieke omgeving (bv. impact
klimaatwijzigingen , trends in het weer, duurzaam
ondernemen, veranderingen in het bewustzijn van de
donateur of consument, stakeholders)
, Politiek-juridische Door de overheid beïnvloede factoren die effect
factoren hebben op het werkveld bv. nationale wet- en
regelgeving, Europese wetgeving, belastingen,
privacywetgeving, veranderingen in pensioenregeling
etc.
Waarover moeten we wakker liggen?
demografische factoren: diversiteit in de huishoudens (bv. bij
nieuwsjaarsbrieven of contact tussen school en ouders), vergrijzing is nog
niet aan de piek (plaatsen voor zorgbehoevende ouderen zijn zeer beperkt,
te weinig personeel om die ouderen te verzorgen)
economische factoren: kloof tussen arm & rijk, hoe lang moeten mensen
een werkeloosheidsuitkering krijgen, kinderen blijven langer thuiswonen
doordat alles veel duurder wordt
sociaal-culturele factoren: studenten die langer studeren waardoor er
problemen in de werksector worden veroorzaakt, cultuurverschil in de
sociale ladder die in onze maatschappij heerst, als de kloof tussen arm en
rijk groter wordt, dan zorgt dit ervoor dat sommige mensen bepaalde
zaken niet kunnen doen (bv. studeren, uitstappen)
technologische factoren: bepaalde groep wordt uitgesloten omdat ze
sommige zaken niet meer kunnen of mee aan kunnen doen (bv. online
bankieren), door AI wordt er nog meer fake news verspreid waardoor het
onderscheid tussen realiteit & fake news veel moeilijker wordt, gebruik van
domotica voor ouderenzorg (op welke manier biedt je kwalitatieve zorg?)
ecologische factoren: klimaatopwarming, rekening houden met
duurzaamheid
politiek-juridische factoren: nieuwe regering die nieuwe plannen heeft met
subsidies, pensioenen, … mensen krijgen schrik
HOOFDSTUK 1: DE IDENTITEIT VAN DE ORGANISATIE: HET
FUNDAMENT
1.1 WAT ZIJN ORGANISATIES?
Organisaties zijn functioneel en regelen het sociale leven en het dagelijks
gedrag van individuen.
Verbonden zijn in en met organisaties is een constante in jouw verdere
levensloop. Voor het verrichten van arbeid, opdoen van kennis, beleven
van onze religie, beschermen van onze gezondheid, beoefenen van
sporten en vrijetijdsbesteding… spelen organisaties een belangrijke rol.
“Organisatie” = afgeleid van het Griekse “organon”, wat werktuig of
hulpmiddel betekent. De organisatie is dus een hulpmiddel om een doel te
bereiken.
Organisaties zijn: (definitie van Daft (2002))
1) Menselijke samenwerkingsverbanden
2) Gericht op het realiseren van een duidelijk doel
3) Ontworpen als systemen van bewust gestructureerde en
gecoördineerde activiteiten
4) Verbonden met een externe omgeving
1.1.1 SOCIAL PROFIT VS PROFIT ORGANISATIES
Typering volgens doel
Sociale sector bestaat uit organisaties: sociale & publieke sector vs profit
sector
Goede doelen – alleen Sociale ondernemingen – impact Reguliere bedrijven –
impact voorop financiën voorop
,Puur Donaties > 50% Winst volledig Winst MVO+ Puur
donaties of , inkomste geherinveste beperkt in de financieel
subsidies subsidies n uit de erd uitgekeer kern gedreven
& markt d van het
inkomste bedrijf
n
PROFIT ORGANISATIE NON-PROFIT ORGANISATIE
Winstmaximalisatie ten behoeve van Gemeenschappelijke winst ipv
de bedrijfscontuïteit winstmaximalisatie
Belangrijkste doelstelling: eigen Belangrijkste doelstelling: collectieve
doelen doelen
Mogen vzw’s activiteiten ontwikkelen of producten verkopen waar ze winst uit
kunnen halen?
Er wordt vaak aangenomen dat social-profit organisaties die onder de vzw-
wetgeving vallen, geen winst mogen maken uit hun activiteiten. Dit is een
misvatting die ingebed ligt in de benaming: vzw staat voor ‘vereniging
zonder winstoogmerk’.
Sinds 1 januari 2020 is de vzw-wetgeving veranderd en mogen vzw’s wel
winst maken. MAAR het is enkel de bedoeling dat mogelijke winst het
maatschappelijke doel van de organisatie dient en dus niet wordt
uitgekeerd aan de leden. De winst moet terugvloeien naar het doel en niet
, de organisatie of de leden van de organisatie verrijken (geen
winstmaximalisatie).
Van ‘vereniging zonder winstoogmerk’ kan je het nu eigenlijk zien als
‘vereniging zonder winstuitkering’.
1.1.2 ORGANISATIEONTWIKKELING, WAT?
1. De organisatie & de omgeving
- Elke organisatie heeft een specifieke bestaansreden die
neergeschreven wordt in de missie van de organisatie
- Organisaties ontwikkelen een strategie waarin ze nadenken,
vastleggen & focussen op wat ze wel & niet gaan doen & hoe ze de
dingen willen aanpakken om de missie concreet te kunnen
waarmaken
- Missie gedreven organisaties staan in direct verbinding met de
omgeving waarin ze actief zijn
2. De organisatie & structuur
- De organisatie beschikt over een specifieke structuur waarin
mensen specifieke taken, rollen & bevoegdheden krijgen binnen de
organisatie om de missie te kunnen waarmaken
3. De organisatie & het menselijk kapitaal
- Binnen de organisatie is het menselijk kapitaal heel belangrijk om
impact te kunnen hebben
- Organisaties zijn dus mensenwerk: worden gedragen door mensen
die afhankelijk zijn van elkaar & in interactie gaan met elkaar om via
de samenwerking een gemeenschappelijk doel te kunnen nastreven
& realiseren
- Binnen de structuur & het menselijk kapitaal is de leiderschap
onmisbaar
1.2 HET GROTE WAAROM: MISSIE, VISIE & KERNWAARDEN
1. De missie (wat-vraag)
- Wat is de bestaansreden? Wat is de unieke bijdrage?
2. Visie & kernwaarden (waaromvraag)
- Waarom doen we wat we doen?
3. Strategie (hoe-vraag)
- Hoe willen we bereiken wat we willen & moeten bereiken met onze
organisatie?