INLEIDING
WAT IS FYSIOLOGIE?
Fysiologie = werking van lichaam: stelsels, cellen, organen
Werking en functie van levende materie
Biologische functies
Gaat samen met andere wetenschappen (anatomie, biochemie, chemie, fysica)
HOMEOSTASE
- Lichaam homeostatisch gereguleerd: lichaam kan overleven in ‘vijandige’
omgeving
- Evolutionair: oorspronkelijk van zee, naar rivier: van zout water naar zoet water ->
homeostatisch aanpassen, van zoet water naar land -> homeostase
- Niet homostase: homo = gelijk
- homEostase: altijd een beetje fluctueren, nooit gelijk, poging tot gelijk maken
o ene systeem mag veel meer fluctueren dan een ander systeem
o naar een setpoint brengen
- homeostase niet meer voldoende aangepast -> ziek
- strikt georganiseerd
o integrating center= hersenen
o lokale controle: te traag via brein
=> kortere weg
o reflex controle: via zenuwstelstel,
lange weg
- feedbackmechanismen
o negatieve feedback -> response is
goed verlopen en zit niet op de
juiste waarde dus je mag stoppen
of het tegenovergestelde doen
o met twee streepjes op het einde
van de stippellijn aanduiden
MOLECULAIRE INTERACTIES
,HERHALING CHEMIE
- covalente binding: elektronen worden gedeeld tussen atomen in een molecule
- ion binding: 1 atoom geeft elektronen af, ander atoom neemt elektronen op ->
molecule
- waterstofbruggen
- polair (2 polen, partieel positief en partieel negatief) vs apolair
BIOMOLECULEN
, - glycogeen = aaneenschakeling van glucose
Lipiden/vetten
WAT IS FYSIOLOGIE?
Fysiologie = werking van lichaam: stelsels, cellen, organen
Werking en functie van levende materie
Biologische functies
Gaat samen met andere wetenschappen (anatomie, biochemie, chemie, fysica)
HOMEOSTASE
- Lichaam homeostatisch gereguleerd: lichaam kan overleven in ‘vijandige’
omgeving
- Evolutionair: oorspronkelijk van zee, naar rivier: van zout water naar zoet water ->
homeostatisch aanpassen, van zoet water naar land -> homeostase
- Niet homostase: homo = gelijk
- homEostase: altijd een beetje fluctueren, nooit gelijk, poging tot gelijk maken
o ene systeem mag veel meer fluctueren dan een ander systeem
o naar een setpoint brengen
- homeostase niet meer voldoende aangepast -> ziek
- strikt georganiseerd
o integrating center= hersenen
o lokale controle: te traag via brein
=> kortere weg
o reflex controle: via zenuwstelstel,
lange weg
- feedbackmechanismen
o negatieve feedback -> response is
goed verlopen en zit niet op de
juiste waarde dus je mag stoppen
of het tegenovergestelde doen
o met twee streepjes op het einde
van de stippellijn aanduiden
MOLECULAIRE INTERACTIES
,HERHALING CHEMIE
- covalente binding: elektronen worden gedeeld tussen atomen in een molecule
- ion binding: 1 atoom geeft elektronen af, ander atoom neemt elektronen op ->
molecule
- waterstofbruggen
- polair (2 polen, partieel positief en partieel negatief) vs apolair
BIOMOLECULEN
, - glycogeen = aaneenschakeling van glucose
Lipiden/vetten