FYSIOLOGIE
CARDIOVASCULAIR
BLOEDSOMLOOP
- Hart bestaat uit 4 delen:
o 2 atria (boezems): artriaal septum defect (ASD) = opening tussen de 2 atria
§ Linker atrium: ontvangt zuurstofrijk bloed uit longcirculatie
à Stuurt het naar de linker ventrikel
à Bloedt wordt de aorta ingepompt (systematische circulatie =rest van lichaam)
§ Rechter atrium: ontvangt zuurstofarm bloed uit het lichaam
à Stuurt het naar de rechter ventrikel
o 2 ventrikels (kamers): ventrikel septum defect (VSD) = opening tussen 2 ventrikels
§ Linker ventrikel: pompt zuurstofrijk bloed naar systematische circulatie via aorta
§ Rechter ventrikel: pompt zuurstofarm bloed naar longen via longcirculatie
- Circulatiesystemen:
o Systematische circulatie (grote bloedsomloop)
§ Transport van zuurstofrijk bloed van het hart naar het lichaam
§ Arterieel bloed: zuurstofrijk
§ Capillairen: uitwisseling van zuurstof, voedingstoffen, CO₂ en afvalstoffen
§ Veneuze bloed: zuurstofarm à terug naar het hart (rechter atrium)
o Longcirculatie (kleine bloedsomloop)
§ Transport van zuurstofarm bloed van het hart naar de longen
§ Arterieel deel: rechter ventrikel pompt zuurstofarm bloed naar de longen
§ Veneus deel: zuurstofrijk bloed stroomt van de longen naar het linker atrium
- Bloedsomloop:
® Rechter atria à rechter ventrikel
® Pulmonaire circulatie (zuurstofarm bloed met CO2 wordt zuurstofrijk zonder CO2)
® Linker atria à Linker ventrikel à aorta (= begin systematische circulatie)
,SYSTEMATISCHE CIRCULATIE (GROTE BLOEDSOMLOOP)
- Transport van zuurstofrijk bloed naar het lichaam en zuurstofarm bloed terug naar het hart
o Alles behalve de long
- Arterieel deel (zuurstofrijk bloed)
® Aorta
® Grote arteriën
® Kleine arteriën
® Arteriolen: weerstandsvaten
o Bevatten veel glad spierweefsel
• Veel receptoren: acetylcholine en adrenaline kan binden
o Reguleren bloeddruk door samentrekken/ontspannen
® Capillairen (= uitwisselingsvaten): uitwisseling van CO₂, zuurstof, voeding en afvalstoffen
- Veneus gedeelte (zuurstofarm bloed terug naar hart)
® Venulen
® Kleine venen
® Grote venen
® Vena cava (superior en inferior) = capaciteitsvaten: bijzondere elasticiteit
o Mondt uit in rechter atrium (sinus venosus)
• Sinus venosus: kikkers hebben klein zakje voor rechter atrium
à Bij ons is dit verdwenen, maar noemt deze plaats nog steeds zo
PULMONALE CIRCULATIE (KLEINE BLOEDSOMLOOP)
- Zuurstofarm bloed naar de longen sturen en zuurstofrijk bloed terug naar het hart brengen
- Route zuurstofarm bloed:
o Rechter ventrikel pompt bloed naar de truncus pulmonalis
o Truncus pulmonalis splitst in
§ Arteria pulmonalis dextra (rechterlong)
§ Arteria pulmonalis sinistra (linkerlong)
o Arteriën à arteriolen à capillairen rond longblaasjes (gasuitwisseling CO₂ eruit, O₂ erin)
- Route van zuurstofrijk bloed:
o Capillairen à venulen à kleine venen à grote venen
o Vena pulmonalis (4 longaders) à bloed stroomt terug naar linker atrium
- Extra: parallelle circulatie (geen seriële verbindingen), rechter long: 3 longkwabben
- Linker long: 2 longkwabben (door ruimte voor het hart)
,HART
- Hart = orgaan à bestaat uit verschillende weefsellagen
o Endocard:
§ Bestaat uit endotheel (soort epitheelweefsel)
§ Bekleedt binnenkant van het hart en voorkomt wrijving
o Myocard
§ Bestaat uit myocardcellen/hartspierweefselà verantwoordelijk voor contracties
§ Bevat pacemakercellen
o Epicard (=hartzakje):
§ Bindweefsellaag die het hart omhult
£ Epicardontsteking: epicarditis
o Beïnvloedt hartfunctie
o Oorzaken:
• Inspanning tijdens griep
• Overmatig gebruik van ontstekingsremmers (zoals Apranax/Brufen) kan
juist ontstekingen veroorzaken
HARTSPIERCELLEN
- Hartspiercel = functioneel syncytium
o Duidelijk centraal gelegen kern
o Cellen verbonden via gap junctions (nexussen) à snele signaaloverdracht
§ Zorgen voor transport, communicatie, instroom calcium
- Contractiele eiwitten in kern van myocardcellen:
o Myosine
o Actine
o Tropomyosine
o Troponine C: calcium bindt hierop à conformatieverandering
• Tropomyosine wordt weggeduwd à myosine kan binden op actine
• Powerstrook bij voldoende energie = contractie
• Relaxatie: calcium door nexussen weg en ook via calcium afhankelijke calcium
vrijstelling
- Calciumhuishouding:
o Skeletspier: calcium komt uit het sarcoplasmatisch reticulum (endogeen)
o Hartspier: calcium komt deels uit naburige cellen (minder ontwikkeld dan bij skelet)
§ Calcium afhankelijke calcium vrijstelling
- Mitochondriën: geen verschil tussen hart- en skeletspiercellen
- Structuur hartspiercellen: diaden in plaats van triaden zoals in skeletspieren
, ACTIEPOTENTIAAL EN CONTRACTIE
- Actiepotentiaal:
o Hartspier: afkomst àautonomie = orgaan opzich regelt de basale hartfrequentie
§ Fasen: depolarisatie à plateau à repolarisatie
§ Contractie en relaxatie vallen binnen actiepotentiaal
o Skeletspier: afkomst à motorisch zenuwstelsel (willekeurig, controle)
§ Fasen: depolarisatie à repolarisatie
§ Geen plateau
- Refractaire periodes
o Absoluut: wel prikkels, geen respons, door kinetiek van poorten van K, Na en Ca
o Relatief: snel gedeelte, laatste van de repolarisatie
o Niet-refractair: prikkel, normale respons
• Samenwerking van de 3 laat toe dat er geen mogelijkheid is tot temporele en spatiële summatie
- Temporele summatie: wanneer meerdere prikkels snel achter elkaar komen en elkaar versterken
o Skeletspieren: prikkels kunnen optellen, wat leidt tot sterkere contracties
o Hartspier: niet mogelijk door plateaufase, die voorkomt dat nieuwe prikkels direct effect
hebben. Om ongecontroleerde contractie van het hart te voorkomen
- Depolarisatie:
o Begin van actiepotentiaal
o Na van buiten naar binnen à hoge geleidbaarheid voor Na
- Repolarisatie:
o K van binnen naar buiten
o Calcium naar binnen à hoge permeabiliteit voor Ca
o Evenwicht tussen K en Ca = plateaufase
o Evenwicht weg: verdere repolarisatie
- Contractie:
o Start fractie later dan depolarisatie
o Zorgt dat calcium kan vrijgesteld worden
o Einde relaxatie = einde repolarisatie
o Actiepotentiaal is de lente van contractie-relaxatie
- Contractie: bloed weg pompen
- Relaxatie: om hart terug te vullen met bloed
CARDIOVASCULAIR
BLOEDSOMLOOP
- Hart bestaat uit 4 delen:
o 2 atria (boezems): artriaal septum defect (ASD) = opening tussen de 2 atria
§ Linker atrium: ontvangt zuurstofrijk bloed uit longcirculatie
à Stuurt het naar de linker ventrikel
à Bloedt wordt de aorta ingepompt (systematische circulatie =rest van lichaam)
§ Rechter atrium: ontvangt zuurstofarm bloed uit het lichaam
à Stuurt het naar de rechter ventrikel
o 2 ventrikels (kamers): ventrikel septum defect (VSD) = opening tussen 2 ventrikels
§ Linker ventrikel: pompt zuurstofrijk bloed naar systematische circulatie via aorta
§ Rechter ventrikel: pompt zuurstofarm bloed naar longen via longcirculatie
- Circulatiesystemen:
o Systematische circulatie (grote bloedsomloop)
§ Transport van zuurstofrijk bloed van het hart naar het lichaam
§ Arterieel bloed: zuurstofrijk
§ Capillairen: uitwisseling van zuurstof, voedingstoffen, CO₂ en afvalstoffen
§ Veneuze bloed: zuurstofarm à terug naar het hart (rechter atrium)
o Longcirculatie (kleine bloedsomloop)
§ Transport van zuurstofarm bloed van het hart naar de longen
§ Arterieel deel: rechter ventrikel pompt zuurstofarm bloed naar de longen
§ Veneus deel: zuurstofrijk bloed stroomt van de longen naar het linker atrium
- Bloedsomloop:
® Rechter atria à rechter ventrikel
® Pulmonaire circulatie (zuurstofarm bloed met CO2 wordt zuurstofrijk zonder CO2)
® Linker atria à Linker ventrikel à aorta (= begin systematische circulatie)
,SYSTEMATISCHE CIRCULATIE (GROTE BLOEDSOMLOOP)
- Transport van zuurstofrijk bloed naar het lichaam en zuurstofarm bloed terug naar het hart
o Alles behalve de long
- Arterieel deel (zuurstofrijk bloed)
® Aorta
® Grote arteriën
® Kleine arteriën
® Arteriolen: weerstandsvaten
o Bevatten veel glad spierweefsel
• Veel receptoren: acetylcholine en adrenaline kan binden
o Reguleren bloeddruk door samentrekken/ontspannen
® Capillairen (= uitwisselingsvaten): uitwisseling van CO₂, zuurstof, voeding en afvalstoffen
- Veneus gedeelte (zuurstofarm bloed terug naar hart)
® Venulen
® Kleine venen
® Grote venen
® Vena cava (superior en inferior) = capaciteitsvaten: bijzondere elasticiteit
o Mondt uit in rechter atrium (sinus venosus)
• Sinus venosus: kikkers hebben klein zakje voor rechter atrium
à Bij ons is dit verdwenen, maar noemt deze plaats nog steeds zo
PULMONALE CIRCULATIE (KLEINE BLOEDSOMLOOP)
- Zuurstofarm bloed naar de longen sturen en zuurstofrijk bloed terug naar het hart brengen
- Route zuurstofarm bloed:
o Rechter ventrikel pompt bloed naar de truncus pulmonalis
o Truncus pulmonalis splitst in
§ Arteria pulmonalis dextra (rechterlong)
§ Arteria pulmonalis sinistra (linkerlong)
o Arteriën à arteriolen à capillairen rond longblaasjes (gasuitwisseling CO₂ eruit, O₂ erin)
- Route van zuurstofrijk bloed:
o Capillairen à venulen à kleine venen à grote venen
o Vena pulmonalis (4 longaders) à bloed stroomt terug naar linker atrium
- Extra: parallelle circulatie (geen seriële verbindingen), rechter long: 3 longkwabben
- Linker long: 2 longkwabben (door ruimte voor het hart)
,HART
- Hart = orgaan à bestaat uit verschillende weefsellagen
o Endocard:
§ Bestaat uit endotheel (soort epitheelweefsel)
§ Bekleedt binnenkant van het hart en voorkomt wrijving
o Myocard
§ Bestaat uit myocardcellen/hartspierweefselà verantwoordelijk voor contracties
§ Bevat pacemakercellen
o Epicard (=hartzakje):
§ Bindweefsellaag die het hart omhult
£ Epicardontsteking: epicarditis
o Beïnvloedt hartfunctie
o Oorzaken:
• Inspanning tijdens griep
• Overmatig gebruik van ontstekingsremmers (zoals Apranax/Brufen) kan
juist ontstekingen veroorzaken
HARTSPIERCELLEN
- Hartspiercel = functioneel syncytium
o Duidelijk centraal gelegen kern
o Cellen verbonden via gap junctions (nexussen) à snele signaaloverdracht
§ Zorgen voor transport, communicatie, instroom calcium
- Contractiele eiwitten in kern van myocardcellen:
o Myosine
o Actine
o Tropomyosine
o Troponine C: calcium bindt hierop à conformatieverandering
• Tropomyosine wordt weggeduwd à myosine kan binden op actine
• Powerstrook bij voldoende energie = contractie
• Relaxatie: calcium door nexussen weg en ook via calcium afhankelijke calcium
vrijstelling
- Calciumhuishouding:
o Skeletspier: calcium komt uit het sarcoplasmatisch reticulum (endogeen)
o Hartspier: calcium komt deels uit naburige cellen (minder ontwikkeld dan bij skelet)
§ Calcium afhankelijke calcium vrijstelling
- Mitochondriën: geen verschil tussen hart- en skeletspiercellen
- Structuur hartspiercellen: diaden in plaats van triaden zoals in skeletspieren
, ACTIEPOTENTIAAL EN CONTRACTIE
- Actiepotentiaal:
o Hartspier: afkomst àautonomie = orgaan opzich regelt de basale hartfrequentie
§ Fasen: depolarisatie à plateau à repolarisatie
§ Contractie en relaxatie vallen binnen actiepotentiaal
o Skeletspier: afkomst à motorisch zenuwstelsel (willekeurig, controle)
§ Fasen: depolarisatie à repolarisatie
§ Geen plateau
- Refractaire periodes
o Absoluut: wel prikkels, geen respons, door kinetiek van poorten van K, Na en Ca
o Relatief: snel gedeelte, laatste van de repolarisatie
o Niet-refractair: prikkel, normale respons
• Samenwerking van de 3 laat toe dat er geen mogelijkheid is tot temporele en spatiële summatie
- Temporele summatie: wanneer meerdere prikkels snel achter elkaar komen en elkaar versterken
o Skeletspieren: prikkels kunnen optellen, wat leidt tot sterkere contracties
o Hartspier: niet mogelijk door plateaufase, die voorkomt dat nieuwe prikkels direct effect
hebben. Om ongecontroleerde contractie van het hart te voorkomen
- Depolarisatie:
o Begin van actiepotentiaal
o Na van buiten naar binnen à hoge geleidbaarheid voor Na
- Repolarisatie:
o K van binnen naar buiten
o Calcium naar binnen à hoge permeabiliteit voor Ca
o Evenwicht tussen K en Ca = plateaufase
o Evenwicht weg: verdere repolarisatie
- Contractie:
o Start fractie later dan depolarisatie
o Zorgt dat calcium kan vrijgesteld worden
o Einde relaxatie = einde repolarisatie
o Actiepotentiaal is de lente van contractie-relaxatie
- Contractie: bloed weg pompen
- Relaxatie: om hart terug te vullen met bloed