²Ervaringsgericht werken
Ervaringsreconstructie → noden en behoeften te weten komen van het kind
Waarom? kindgericht werken, iets doen dat in de lijn van de flow zit
- Tijdens spelen raken kinderen in hun flow waardoor ze aan het ontwikkelen zijn en door
ervaringsreconstructie hou je ze in de flow.
- hoe beter we ons voorstellen wat er zich afspeelt in de mentale wereld van het
kind → hoe kwaliteitsvoller de ondersteuning
Hoog welbevinden:
- thuis voelen
- plezier maken
- innerlijke rust en ontspanning
- …
Hoge betrokkenheid:
- geconcentreerd
- mentaal actief
- gemotiveerd
- ….
Wanneer is een kinderopvang of buitenschoolse opvang kwaliteitsvol:
- rijke ontwikkelingskansen bieden voor elk kind
- inspanning verplichtheid
- het is niet de bedoeling om schooltje te spelen - zonder formele of informele leerdruk
→ geen eindtermen bereiken, ook niet evalueren
=> instrument ontstaan om de kwaliteit te meten en controleren
= MeMoQ
MeMoQ bestaat uit:
1. pedagogisch raamwerk = visietekst
2. de nulmeting = wetenschappelijk instrument om de kwaliteit in het algemeen te meten
3. monitorinstrument = meetinstrument voor Zorginspectie
4. zelfevaluatie- instrument = zelf meten!
Visietekst
= basis voor de uitwerking van opvang baby en peuters
=> richtlijnen voor het handelen met kinderen
→ in 4 ervaringsgebieden
1
, 1. ik & ander = ontwikkelen positieve identiteit
2. lichaam en beweging = lichamelijk, zintuiglijk en motorische ontwikkeling
3. communicatie en expressie = taalontwikkeling
4. verkennen van de wereld = cognitieve of verstandelijke ontwikkeling
6 dimensies om te evalueren:
1. welbevinden
2. betrokkenheid
3. emotionele ondersteuning
4. educatieve ondersteuning
5. omgeving
6. gezinnen en diversiteit
Decreet buitenschoolse opvang en activiteiten (BOA)
Doelen:
- geïntegreerd aanbod buitenschoolse opvang en activiteiten
- afgestemd op de noden van alle kinderen en gezinnen
- alle lokale spelers werken samen
Aanbevelingen:
- speelkansen creëren
- actief meesoelen
- aansluiten bij belevingswereld van het kind
- feedback geven op datgene wat het kind doet
- kunnen omgaan met diversiteit
- een rijke taal hanteren
Kijken, luisteren en documenteren
1. Kijken en luisteren
Hoe observeren?
- afstandelijk/ zittend observeren → neemt letterlijk afstand
→ voordeel: gedrag van kind meteen noteren
- participerend/ werkend observeren → is in interactie met de kinderen en
beïnvloed het gedrag bewust
2. Onderzoeken en documenteren
→ maakt de leer- en ontwikkelingsprocessen van kinderen zichtbaar en bespreekbaar
Waarom documenteren?
● Collega’s → elkaar informeren, creëren van betrokkenheid en je krijgt nieuwe
ideeën
● Ouders → tonen hoe het proces tijdens het vrij spelen verloopt, ervaringen
uitwisselen
2
Ervaringsreconstructie → noden en behoeften te weten komen van het kind
Waarom? kindgericht werken, iets doen dat in de lijn van de flow zit
- Tijdens spelen raken kinderen in hun flow waardoor ze aan het ontwikkelen zijn en door
ervaringsreconstructie hou je ze in de flow.
- hoe beter we ons voorstellen wat er zich afspeelt in de mentale wereld van het
kind → hoe kwaliteitsvoller de ondersteuning
Hoog welbevinden:
- thuis voelen
- plezier maken
- innerlijke rust en ontspanning
- …
Hoge betrokkenheid:
- geconcentreerd
- mentaal actief
- gemotiveerd
- ….
Wanneer is een kinderopvang of buitenschoolse opvang kwaliteitsvol:
- rijke ontwikkelingskansen bieden voor elk kind
- inspanning verplichtheid
- het is niet de bedoeling om schooltje te spelen - zonder formele of informele leerdruk
→ geen eindtermen bereiken, ook niet evalueren
=> instrument ontstaan om de kwaliteit te meten en controleren
= MeMoQ
MeMoQ bestaat uit:
1. pedagogisch raamwerk = visietekst
2. de nulmeting = wetenschappelijk instrument om de kwaliteit in het algemeen te meten
3. monitorinstrument = meetinstrument voor Zorginspectie
4. zelfevaluatie- instrument = zelf meten!
Visietekst
= basis voor de uitwerking van opvang baby en peuters
=> richtlijnen voor het handelen met kinderen
→ in 4 ervaringsgebieden
1
, 1. ik & ander = ontwikkelen positieve identiteit
2. lichaam en beweging = lichamelijk, zintuiglijk en motorische ontwikkeling
3. communicatie en expressie = taalontwikkeling
4. verkennen van de wereld = cognitieve of verstandelijke ontwikkeling
6 dimensies om te evalueren:
1. welbevinden
2. betrokkenheid
3. emotionele ondersteuning
4. educatieve ondersteuning
5. omgeving
6. gezinnen en diversiteit
Decreet buitenschoolse opvang en activiteiten (BOA)
Doelen:
- geïntegreerd aanbod buitenschoolse opvang en activiteiten
- afgestemd op de noden van alle kinderen en gezinnen
- alle lokale spelers werken samen
Aanbevelingen:
- speelkansen creëren
- actief meesoelen
- aansluiten bij belevingswereld van het kind
- feedback geven op datgene wat het kind doet
- kunnen omgaan met diversiteit
- een rijke taal hanteren
Kijken, luisteren en documenteren
1. Kijken en luisteren
Hoe observeren?
- afstandelijk/ zittend observeren → neemt letterlijk afstand
→ voordeel: gedrag van kind meteen noteren
- participerend/ werkend observeren → is in interactie met de kinderen en
beïnvloed het gedrag bewust
2. Onderzoeken en documenteren
→ maakt de leer- en ontwikkelingsprocessen van kinderen zichtbaar en bespreekbaar
Waarom documenteren?
● Collega’s → elkaar informeren, creëren van betrokkenheid en je krijgt nieuwe
ideeën
● Ouders → tonen hoe het proces tijdens het vrij spelen verloopt, ervaringen
uitwisselen
2