MSK 3: praktijk
Anamnese
Naar kine op basis voor voorschrift. Dokter en kine moeten op zelfde lijn
zitten.
- Patiënt groeten, Vertellen wat er gaat gebeuren, toon interesse en
vertrouwen
- Hulpvraag
- Speciële anamnese – klachten anamnese
o Aard, ernst, verloop (KT, LT), ondergane therapie
- Aanvullende anamnese
o Medische geschiedenis
o Psychische en sociale maatschappelijke gegevens
Woon en thuissituatie, beroep, sport, gezondheid,
hulpmiddelen, BB en BBH
Na anamnese stelt de therapeut een voorlopige hypothese. Deze
hypothese bepaalt weke testen gedaan worden in het regio onderzoek
- Onderzoek
o Inspectie
o Palpatie
o Neurologisch onderzoek
o Functie onderzoek (actief, passief, weerstand, provocatie,
segmentaal)
o Functie testen (spiertesten, functie)
o Aanvullend onderzoek
o Resultaat
- Analyse samenvatting van de verkregen gegevens.
o Gebruik van ICF
Stoornis in anatomische eigenschappen en functies
Activiteiten
Participatie
Externe factoren
Interne factoren lft, geslacht, job, familie,
thuissituatie, …
o MDBB model
o MCTF model
Individuele perceptie
Hoofdzakelijk probleem, Invloed op ADL
, Hulpvraag
Diagnose
Vlaggen? (Rode vlag: voorgeschiedenis kanker,
RA… ; onverklaard gewichtsverlies, nachtelijke
pijn, infecties, drugs,
Aspecifieke klachten je weet oorzaak niet
Specifieke klachten je weet oorzaak
Fase pijn
Acuut (snel, kort, onverwacht, <6weken)
Subacuut (niet plots, niet langdurig, 6-12weken)
Chronisch (langdurig, vast, > 12weken)
Recurrent (terugkerend)
Soort pijn
Nociceptieve pijn (ontsteking weefsel)
Neuropatische pijn (schade zenuwstelsel)
= herkenbare neurogene pijn is onder de knie, niet
per se boven knie
Nociplastische pijn (letsel in centraal zenuwstelsel)
Mixed
Ook onderscheid mechanisch en niet mechanisch
o Mechanisch = verband op bewegen of
belasting van het lichaam
o Niet mechanisch = heeft geen verband op
bewegen of belasting lichaam
Psychologische factoren gele vlaggen
Cognitieve
Sociale
Emotionele
Gele vlag: stress, denken dat er iets anders tot
oorzaak heeft geleid, niet weten van waar pijn
komt
Blauwe en zwarte vlaggen
Blauw relatie werk en gezondheid
Zwarte obstakels met bank, verzekeraar,
Levensstijl (alcohol, BMI, roken…)
Gezondheid (medicatie, familiaal,)
Functionele activiteiten
Helpt of helpt niet (doe pijn of klachten afnamen of
niet)
Diagnose
Evaluatie
, De cervicale wervelkolom (CWK)
Inspectie
- Begint vanaf wanneer de patiënt binnenkomt
- Het verschilt in zit en in stand
- Kijken naar symmetrie, algemene vorm, gebruik van hulpmiddelen.
Telkens met de link naar de klacht
- Aanwezigheid van een analogische houding = houding om pijn te
voorkomen
- Kijken of er tijdens inspectie en anamnese neurogene symptomen
naar boven komen: tintelingen, uitstralende pijn, krachtverlies,
schietende pijn, brandend gevoel
Eens er indicatie is voor neurogene betrokkenheid GEEN actief
onderzoek, maar WEL screening radiculopathie (indicatie voor aandoening
zenuwwortel.)
Er is geen ideale houding, maar houding wordt wel beoordeeld op
basis van:
- Lijn aangezicht (1)
- Loodrecht van oor naar AC-gewricht (2)
1 en 2 niet evenwijdig, maar beetje schuin (max 10°)
- Sternum naar CTO (3)
- Onderkant kin naar C2 (4)
3 en 4 evenwijdig
mogelijke afwijkingen in cervicale wervelkolom:
- Chin tuck = kin ingetrokken
- Chin poke = kin naar voor, C7 steekt uit (extensie cervicaal)
- Anteropositie hoofd
Palpatie, screening en regionaal onderzoek
Palpatie
- Proc spinossi
- Proc mastoideus
- Proc transversus
- Occiput
- Gevoeligheid
- Warmte/temperatuur
- Huid
- Spanning
- Standveranderingen, vormveranderingen
Anamnese
Naar kine op basis voor voorschrift. Dokter en kine moeten op zelfde lijn
zitten.
- Patiënt groeten, Vertellen wat er gaat gebeuren, toon interesse en
vertrouwen
- Hulpvraag
- Speciële anamnese – klachten anamnese
o Aard, ernst, verloop (KT, LT), ondergane therapie
- Aanvullende anamnese
o Medische geschiedenis
o Psychische en sociale maatschappelijke gegevens
Woon en thuissituatie, beroep, sport, gezondheid,
hulpmiddelen, BB en BBH
Na anamnese stelt de therapeut een voorlopige hypothese. Deze
hypothese bepaalt weke testen gedaan worden in het regio onderzoek
- Onderzoek
o Inspectie
o Palpatie
o Neurologisch onderzoek
o Functie onderzoek (actief, passief, weerstand, provocatie,
segmentaal)
o Functie testen (spiertesten, functie)
o Aanvullend onderzoek
o Resultaat
- Analyse samenvatting van de verkregen gegevens.
o Gebruik van ICF
Stoornis in anatomische eigenschappen en functies
Activiteiten
Participatie
Externe factoren
Interne factoren lft, geslacht, job, familie,
thuissituatie, …
o MDBB model
o MCTF model
Individuele perceptie
Hoofdzakelijk probleem, Invloed op ADL
, Hulpvraag
Diagnose
Vlaggen? (Rode vlag: voorgeschiedenis kanker,
RA… ; onverklaard gewichtsverlies, nachtelijke
pijn, infecties, drugs,
Aspecifieke klachten je weet oorzaak niet
Specifieke klachten je weet oorzaak
Fase pijn
Acuut (snel, kort, onverwacht, <6weken)
Subacuut (niet plots, niet langdurig, 6-12weken)
Chronisch (langdurig, vast, > 12weken)
Recurrent (terugkerend)
Soort pijn
Nociceptieve pijn (ontsteking weefsel)
Neuropatische pijn (schade zenuwstelsel)
= herkenbare neurogene pijn is onder de knie, niet
per se boven knie
Nociplastische pijn (letsel in centraal zenuwstelsel)
Mixed
Ook onderscheid mechanisch en niet mechanisch
o Mechanisch = verband op bewegen of
belasting van het lichaam
o Niet mechanisch = heeft geen verband op
bewegen of belasting lichaam
Psychologische factoren gele vlaggen
Cognitieve
Sociale
Emotionele
Gele vlag: stress, denken dat er iets anders tot
oorzaak heeft geleid, niet weten van waar pijn
komt
Blauwe en zwarte vlaggen
Blauw relatie werk en gezondheid
Zwarte obstakels met bank, verzekeraar,
Levensstijl (alcohol, BMI, roken…)
Gezondheid (medicatie, familiaal,)
Functionele activiteiten
Helpt of helpt niet (doe pijn of klachten afnamen of
niet)
Diagnose
Evaluatie
, De cervicale wervelkolom (CWK)
Inspectie
- Begint vanaf wanneer de patiënt binnenkomt
- Het verschilt in zit en in stand
- Kijken naar symmetrie, algemene vorm, gebruik van hulpmiddelen.
Telkens met de link naar de klacht
- Aanwezigheid van een analogische houding = houding om pijn te
voorkomen
- Kijken of er tijdens inspectie en anamnese neurogene symptomen
naar boven komen: tintelingen, uitstralende pijn, krachtverlies,
schietende pijn, brandend gevoel
Eens er indicatie is voor neurogene betrokkenheid GEEN actief
onderzoek, maar WEL screening radiculopathie (indicatie voor aandoening
zenuwwortel.)
Er is geen ideale houding, maar houding wordt wel beoordeeld op
basis van:
- Lijn aangezicht (1)
- Loodrecht van oor naar AC-gewricht (2)
1 en 2 niet evenwijdig, maar beetje schuin (max 10°)
- Sternum naar CTO (3)
- Onderkant kin naar C2 (4)
3 en 4 evenwijdig
mogelijke afwijkingen in cervicale wervelkolom:
- Chin tuck = kin ingetrokken
- Chin poke = kin naar voor, C7 steekt uit (extensie cervicaal)
- Anteropositie hoofd
Palpatie, screening en regionaal onderzoek
Palpatie
- Proc spinossi
- Proc mastoideus
- Proc transversus
- Occiput
- Gevoeligheid
- Warmte/temperatuur
- Huid
- Spanning
- Standveranderingen, vormveranderingen