Samenvatting Blok 1.2: fysiologie van het kraambed

Samenvatting: fysiologie van het kraambed
1) Kraambed

1. Kraambed = postpartum = puerperium:

• Post = na, partus = bevalling

• Vanaf geboorte placenta en vliezen t.e.m. 6 weken na bevalling

2. Fysiologische veranderingen: 2 fysieke processen

• Ontzwangeren

• Lactatie (zie later HC)

3. Fysiologische veranderingen: psychologisch aspect

4. Postpartumzorg

• Doelstelling

• Observatie en begeleiding

Verkeerde naam: naam van vroeger: vrouwen moesten lang in bed blijven om bloedverlies te
herstellen  plat liggen veroorzaakte trombus



2) Fysiologische veranderingen: ontzwangeren

Zwangerschapsveranderingen worden ongedaan gemaakt

 Sommige verschijnselen verdwijnen pas na stoppen; bv vollere borsten, toename van
prolactine
 Sommige verschijnselen verdwijnen nooit helemaal; bv de cervix gaat nooit meer naar de
originele toestand

Lichaam voor ZS ≠ lichaam na ZS

 Na 6w postnataal onderzoek




2.1) Ontzwangeren: corpus uteri

Baarmoeder groeit tijdens ZS

, Gewicht postpartum: gewichtsverlies
door afname hoeveelheid cytoplasma,
niet aantal spiercellen

 Na geboorte: 1 kg
 Na 1w: 300-500 g
 Na 3w: 100 g
 Na 8w: 70 g

Baarmoederinvolutie (BMI)

 Van abdominaal naar bekkenorgaan
 Snelheid en duur verschilt

Goed gecontraheerd!

Wand uterus:

 Na geboorte: 5cm
 Myometrium, serosa aan buitenkant, decidua basalis aan binnenkant

Bloeddoorstroming:

 Verdwijnen van arteriën en venen
 Vasoconstrictie bloedvaten thv baarmoeder
 Bloedvatenstelsel blijft uitgebreider dan voor 1ste zwangerschap: is gunstig voor volgende
zwangerschappen

Ligamenten zijn uitgerekt:

 Uterus kan makkelijk door volle blaas verplaatst worden
 Einde postpartum: niet-zwangere lengte en tonus herwonnen