Uittreksel “Wie is wie in de rechtsfilosofie”
Vak: Rechtsfilosofie
Code: RB0502
Boek: Rechts als raadsel. Een inleiding in de rechtsfilosofie. (Pauline Westerman)
Druk: Tweede druk
Grote (rechts)filosofen
Naam Jaartal Hoofdstuk Denkbeelden
John Austin 1790 - H1 Rechtsbron: Soeverein
1859 Wetenschappelijke verklaring van recht mag niet circulair zijn
(dat je recht moet kennen om recht te kunnen definiëren)
Wet is een bevel van soeverein, dat een of meerdere
personen verplicht tot een bepaalde gedragskoers op dreiging
van sancties.
Rechterrecht mogelijk door bevoegdheid van rechters,
verkregen van Soeverein.
Hij meent dat rechtswetenschappers te normatieve opvatting
gebruiken (recht als tegenovergestelde van onrecht)
Gewoonterecht is slechts sociale regels/normen waarnaar
mensen leven; geen recht —> positieve moraal
Onderzoek naar recht van buitenaf.
Alleen algemene bevelen die betrekking hebben op algemene
klasse van handelingen zijn rechtsregels te noemen.
Eugen Ehrlich 1862 - H2 “Levend recht”: het geheel aan regels waarop mensen zich
1922 oriënteren in hun dagelijkse handelingen (gewoonterecht)
Regels tussen mensen zijn het “echte” recht, het officiële
recht is daarvan slechts een afschaduwing.
Onderzoek naar recht van buitenaf.
Hij meent dat rechtswetenschappers te normatieve opvatting
gebruiken (regels worden bekeken vanuit officiële wetgeving,
niet zoals mensen werkelijk hun gedrag door laten
beïnvloeden)
Lon Fuller (us) 1902 - H2 Juist door bestudering van gewoonterecht stelt ons in staat te
1978 begrijpen wat de functie van recht is.
Vind opinio necessitatis (als degene die handelt het gevoel
heeft dat hij “behoort” zo te handelen) niet toereikend. Vind
dat er een “afstemming” nodig is van andere partij om tot
verplichting te worden —> gewoonte van A alleen normatieve
verplichting voor A, indien A de indruk heeft gewekt dat A
volgens die gewoonte zal handelen en B zijn eigen
handelingen op die verwachting heeft afgestemd.
Volgens Fuller maken rechtsregels het mogelijk dat mensen
hun handelingen op elkaar afstemmen
H6 Eisen waar wetgeving aan moet voldoen:
A. Een wet moet algemene strekking hebben
B. Burgers moeten kennis kunnen nemen van de
Vak: Rechtsfilosofie
Code: RB0502
Boek: Rechts als raadsel. Een inleiding in de rechtsfilosofie. (Pauline Westerman)
Druk: Tweede druk
Grote (rechts)filosofen
Naam Jaartal Hoofdstuk Denkbeelden
John Austin 1790 - H1 Rechtsbron: Soeverein
1859 Wetenschappelijke verklaring van recht mag niet circulair zijn
(dat je recht moet kennen om recht te kunnen definiëren)
Wet is een bevel van soeverein, dat een of meerdere
personen verplicht tot een bepaalde gedragskoers op dreiging
van sancties.
Rechterrecht mogelijk door bevoegdheid van rechters,
verkregen van Soeverein.
Hij meent dat rechtswetenschappers te normatieve opvatting
gebruiken (recht als tegenovergestelde van onrecht)
Gewoonterecht is slechts sociale regels/normen waarnaar
mensen leven; geen recht —> positieve moraal
Onderzoek naar recht van buitenaf.
Alleen algemene bevelen die betrekking hebben op algemene
klasse van handelingen zijn rechtsregels te noemen.
Eugen Ehrlich 1862 - H2 “Levend recht”: het geheel aan regels waarop mensen zich
1922 oriënteren in hun dagelijkse handelingen (gewoonterecht)
Regels tussen mensen zijn het “echte” recht, het officiële
recht is daarvan slechts een afschaduwing.
Onderzoek naar recht van buitenaf.
Hij meent dat rechtswetenschappers te normatieve opvatting
gebruiken (regels worden bekeken vanuit officiële wetgeving,
niet zoals mensen werkelijk hun gedrag door laten
beïnvloeden)
Lon Fuller (us) 1902 - H2 Juist door bestudering van gewoonterecht stelt ons in staat te
1978 begrijpen wat de functie van recht is.
Vind opinio necessitatis (als degene die handelt het gevoel
heeft dat hij “behoort” zo te handelen) niet toereikend. Vind
dat er een “afstemming” nodig is van andere partij om tot
verplichting te worden —> gewoonte van A alleen normatieve
verplichting voor A, indien A de indruk heeft gewekt dat A
volgens die gewoonte zal handelen en B zijn eigen
handelingen op die verwachting heeft afgestemd.
Volgens Fuller maken rechtsregels het mogelijk dat mensen
hun handelingen op elkaar afstemmen
H6 Eisen waar wetgeving aan moet voldoen:
A. Een wet moet algemene strekking hebben
B. Burgers moeten kennis kunnen nemen van de
