Informatica
H1 - informatiesystemen
1.1 Inleiding
- Doel: info verzamelen, data verwerken en ervoor te zorgen dat processen de correcte info krijgen
aangeleverd wnr ze die nodig hebben.
Productiviteitsparadox: uitgangspunt voor een discussie rond e macro-economische impact v.
informatiesystemen
è Opbrengsten uit informatisystemen is moeilijk te meten
IT belangrijk:
- Economisch: groter marktbereik, geen geografische beperkingen, zowel micro als macro
- Nieuwe opportuniteiten: weten hoe eingebruiker met IT omgaat
- Oplossingen voor bedrijfsproblemen: Cloudtoepassingen
- Maatschappelijke impact
o Belangrijk voor concurrentiestrategiën
o Soms geen meerwaarde voor bedrijf, wel voor klant als dienst
o Zorgt voor nieuwe kansen die verstorend kunnen zijn binnen bepaalde markten
o Help bij het vinden van oplossingen die anders niet mogelijk waren
o Toekomstigge successen kunnen op IT gebaseerd zijn
o Marktaandeel kan beïnvloed worden
o Bedrijven helpen hun processen te aligneren met hun strategie
o Rol spelen bij het ontwikkelen ve nieuw product/dienst
Bedrijven zijn afhankelijk van informatiesytemen
1.2 Gelaagdheid van informatie
Data= opeenvolgingg van vastgestelde instaties die zich hebben voorgedaan (ruwe grondstof)
- Kan op verschillende manieren vergaard worden
- Op grote schaal vergaard worden
- Vormt de basis voor informatie
Informatie= data die gestructureerd verwerkt wordt of in bepaalde context geplaatst wordt (eindproduct)
- Bedrijfsprocessen te sturen
- Afleidbaar uit individueel vastgestelde indicatoren
- Vertaalbaar door data te evrwerking
Doel: vergaren, opslaan van data en verwerken tot inzetbare informatie
Kennis; nodig om informatie te kunnen begrijpen en waarde in te schatten
,Wijsheid; wanneer je over kennis en bepaalde inzichten beschikt.
è Er ontstaat pas informatie als data geregistreed wordt
en in de juiste context geplaatst wordt
1.3 Onderdelen ve informatiesysteem
Input: ruwe data
Verwerking: door software
Output: informatie uit het systeem halen, meestal
door hulpbronnen (vb. beeldscherm)
Terugkoppeling: soms info v. buitenwereld nodig
om terug verder te kunnen
Hulpbronnen: hardware, netwerken, software, bata(banken) beheer, informatediensten,
beveiligingen, mensen, opleidingen,…
Hardware; kan bepalen welke data wordt ingezameld en waar en/of info beschikbaar is
Software; bepaalt hoe date verwerkt wordt en hoe informatie ontstaat.
Netwerken; bepalen hoe toegankelijk info is.
1.4 Stakeholders
- Klanten: willen ze meewerken aan de informatiesystemen?
- Leveranciers
- Aandeelhouders: verwachten dat bedrijven mee evolueren
- Concurrenten: oppassen als ze zeer innovatief zijn
- Fin. Instellingen
- Personeel
- Vakbonden
- Maatschappij: aanvaardbaar?
- Overheid: opleggen van verplichtingen in wettelijk kader
1.5 Dimensies
Verschillende noden aan info binnen een organisatie
,Waardeketen v. informatiesystemen
à investeren in een IS ; moet een bedrijfswaarde aan
koppelen
- Productivitiet
- Stategische positie
Bedrijfsprocessen= processen die de bedrijfsvoering
rechtstreeks ondersteunen
Managementprocessen= planning, coördinatie, controle en
besluitvorming
Technologische context
IS’en bestaan uit verschillende technologische puzzelstukjes, die op de juiste manier gelegd moeten
worden zodat het beste aansluit bij de voorgaande strategië (vb. helpdesk via een chatbot)
Menselijke context
Intern: vaardigheden en wil om technologie te gebruiken
- Rol vh management
- Beschikken over vaardigheden die nodig zijn
Extern: vaardigheden en wil om aangeboden technologie te gebruiken
à overheden kunnen hier een grote rol in spelen vb. door onderwijs
Contextomgeving
Beschikbare infrastructuur: ondernemingen moeten intern een geschikte infrastructuur hebben
(hardware, software, diensten, netwerken, mensen,…), mogelijkheid om uit te breiden
à overheden opnieuw een belangrijke rol vb. snelle netwerpen
Sectorkenmerken en marktstructuren: heel bepalend hoe een IS tot stand komt vb. barcodes in retail,
online bank systeem voor webshops
1.6 Vereisten voor een succesvol informatiesysteem
Systeem= etniteit die is samengestemd uit meerdere kleine samenhangende inwerkende componenten.
- Georganiseerd
- Functioneel, open voor wijziging
- Samenvoegen om functionaliteit te verbeteren
- Geheel is duidelijk
- Doel is afh. vd manier waarop je kijkt
, à grenzen v. elk onderdeel vh systeem herkenenn, afh. v. wie en wnr naar het systeem kijkt
Vooropgestelde eisen ve informatiesysteem
- Technologische eigenschappen
o Flexibel
o Onderhoud (update)
o Connecteren met andere IS
o Testen
- Eigenschappen rond inzetbaarheid ve. Informatiesysteem
o Doet waat het bedoeld voor is
o Voldoet aan voorhand beschreven afspraken
o Voldoet aan vereisten v. eindgebruiker
o Operationeel op afgesproken tijdstip
Succesmodel voor informatiesystemen
à interactoe tss 6 dimensies bepaald het succes
drie domeinen:
- Technologie
- Mensen
- Organisatie
>> onderverdeeld in
dimensies
- Technologie
o Informatiekwaliteit
o Systeemkwaliteit: gebruiksvriendelijkheid, functionaliteit, datakwaliteit
o Servicekwaliteit: voldoet het aan de vereisten vd eindegebruiker?
- Mensen: taken v. mensen overnemen of vereenvoudigen
o Intentie tot gebruik en edectief gebruik
o Gebruikstevredenheid
- Organisatie
o Netto voordelen vh. Informatiesysteem: edicientie, waarde
1.7 Belangrijke wetten ih kader v. IS
Wet v. Moore: processorkracht verdubbelt elke 18m; kracht v. computers verdubbelt elke 18m, kostprijs v.
rekenkracht halveert elke 18m
à kost voor rekenkracht neemt exponentieel af
à rekenkracht neemt exponenetieel toe
H1 - informatiesystemen
1.1 Inleiding
- Doel: info verzamelen, data verwerken en ervoor te zorgen dat processen de correcte info krijgen
aangeleverd wnr ze die nodig hebben.
Productiviteitsparadox: uitgangspunt voor een discussie rond e macro-economische impact v.
informatiesystemen
è Opbrengsten uit informatisystemen is moeilijk te meten
IT belangrijk:
- Economisch: groter marktbereik, geen geografische beperkingen, zowel micro als macro
- Nieuwe opportuniteiten: weten hoe eingebruiker met IT omgaat
- Oplossingen voor bedrijfsproblemen: Cloudtoepassingen
- Maatschappelijke impact
o Belangrijk voor concurrentiestrategiën
o Soms geen meerwaarde voor bedrijf, wel voor klant als dienst
o Zorgt voor nieuwe kansen die verstorend kunnen zijn binnen bepaalde markten
o Help bij het vinden van oplossingen die anders niet mogelijk waren
o Toekomstigge successen kunnen op IT gebaseerd zijn
o Marktaandeel kan beïnvloed worden
o Bedrijven helpen hun processen te aligneren met hun strategie
o Rol spelen bij het ontwikkelen ve nieuw product/dienst
Bedrijven zijn afhankelijk van informatiesytemen
1.2 Gelaagdheid van informatie
Data= opeenvolgingg van vastgestelde instaties die zich hebben voorgedaan (ruwe grondstof)
- Kan op verschillende manieren vergaard worden
- Op grote schaal vergaard worden
- Vormt de basis voor informatie
Informatie= data die gestructureerd verwerkt wordt of in bepaalde context geplaatst wordt (eindproduct)
- Bedrijfsprocessen te sturen
- Afleidbaar uit individueel vastgestelde indicatoren
- Vertaalbaar door data te evrwerking
Doel: vergaren, opslaan van data en verwerken tot inzetbare informatie
Kennis; nodig om informatie te kunnen begrijpen en waarde in te schatten
,Wijsheid; wanneer je over kennis en bepaalde inzichten beschikt.
è Er ontstaat pas informatie als data geregistreed wordt
en in de juiste context geplaatst wordt
1.3 Onderdelen ve informatiesysteem
Input: ruwe data
Verwerking: door software
Output: informatie uit het systeem halen, meestal
door hulpbronnen (vb. beeldscherm)
Terugkoppeling: soms info v. buitenwereld nodig
om terug verder te kunnen
Hulpbronnen: hardware, netwerken, software, bata(banken) beheer, informatediensten,
beveiligingen, mensen, opleidingen,…
Hardware; kan bepalen welke data wordt ingezameld en waar en/of info beschikbaar is
Software; bepaalt hoe date verwerkt wordt en hoe informatie ontstaat.
Netwerken; bepalen hoe toegankelijk info is.
1.4 Stakeholders
- Klanten: willen ze meewerken aan de informatiesystemen?
- Leveranciers
- Aandeelhouders: verwachten dat bedrijven mee evolueren
- Concurrenten: oppassen als ze zeer innovatief zijn
- Fin. Instellingen
- Personeel
- Vakbonden
- Maatschappij: aanvaardbaar?
- Overheid: opleggen van verplichtingen in wettelijk kader
1.5 Dimensies
Verschillende noden aan info binnen een organisatie
,Waardeketen v. informatiesystemen
à investeren in een IS ; moet een bedrijfswaarde aan
koppelen
- Productivitiet
- Stategische positie
Bedrijfsprocessen= processen die de bedrijfsvoering
rechtstreeks ondersteunen
Managementprocessen= planning, coördinatie, controle en
besluitvorming
Technologische context
IS’en bestaan uit verschillende technologische puzzelstukjes, die op de juiste manier gelegd moeten
worden zodat het beste aansluit bij de voorgaande strategië (vb. helpdesk via een chatbot)
Menselijke context
Intern: vaardigheden en wil om technologie te gebruiken
- Rol vh management
- Beschikken over vaardigheden die nodig zijn
Extern: vaardigheden en wil om aangeboden technologie te gebruiken
à overheden kunnen hier een grote rol in spelen vb. door onderwijs
Contextomgeving
Beschikbare infrastructuur: ondernemingen moeten intern een geschikte infrastructuur hebben
(hardware, software, diensten, netwerken, mensen,…), mogelijkheid om uit te breiden
à overheden opnieuw een belangrijke rol vb. snelle netwerpen
Sectorkenmerken en marktstructuren: heel bepalend hoe een IS tot stand komt vb. barcodes in retail,
online bank systeem voor webshops
1.6 Vereisten voor een succesvol informatiesysteem
Systeem= etniteit die is samengestemd uit meerdere kleine samenhangende inwerkende componenten.
- Georganiseerd
- Functioneel, open voor wijziging
- Samenvoegen om functionaliteit te verbeteren
- Geheel is duidelijk
- Doel is afh. vd manier waarop je kijkt
, à grenzen v. elk onderdeel vh systeem herkenenn, afh. v. wie en wnr naar het systeem kijkt
Vooropgestelde eisen ve informatiesysteem
- Technologische eigenschappen
o Flexibel
o Onderhoud (update)
o Connecteren met andere IS
o Testen
- Eigenschappen rond inzetbaarheid ve. Informatiesysteem
o Doet waat het bedoeld voor is
o Voldoet aan voorhand beschreven afspraken
o Voldoet aan vereisten v. eindgebruiker
o Operationeel op afgesproken tijdstip
Succesmodel voor informatiesystemen
à interactoe tss 6 dimensies bepaald het succes
drie domeinen:
- Technologie
- Mensen
- Organisatie
>> onderverdeeld in
dimensies
- Technologie
o Informatiekwaliteit
o Systeemkwaliteit: gebruiksvriendelijkheid, functionaliteit, datakwaliteit
o Servicekwaliteit: voldoet het aan de vereisten vd eindegebruiker?
- Mensen: taken v. mensen overnemen of vereenvoudigen
o Intentie tot gebruik en edectief gebruik
o Gebruikstevredenheid
- Organisatie
o Netto voordelen vh. Informatiesysteem: edicientie, waarde
1.7 Belangrijke wetten ih kader v. IS
Wet v. Moore: processorkracht verdubbelt elke 18m; kracht v. computers verdubbelt elke 18m, kostprijs v.
rekenkracht halveert elke 18m
à kost voor rekenkracht neemt exponentieel af
à rekenkracht neemt exponenetieel toe