1. Inleiding
2. Kenmerken taal
3. Adaptieve functies van taal
4. Aspecten van taalgedrag
5. Meertaligheid
6. Relatie taal en cognitie
Taal: Een systeem van symbolen, regels en het combineren van deze
symbolen waardoor een oneindig aantal mogelijke betekenissen en
boodschappen gegenereerd wordt -> taal is van belang
Psycholinguïstiek= Wetenschappelijke studie van psychologische
aspecten van taal, zoals begrijpen, produceren en verwerven van taal
Kenmerken taal
Taal heeft bepaalde gemeenschappelijke eigenschappen
Taal is:
1. Communicatief: Taal zorgt voor betekenisoverdracht
2. Arbitrair: Taal is willekeurig. Symbolen hebben een
betekenis gekregen, maar die zou zomaar verandert
kunnen worden. De relatie tussen de letters en de
betekenis is arbitrair
3. Flexibel: Symbolen kunnen door de arbitraire aard vervangen worden
door anderen. Vb. Afkortingen
4. Benoembaarheid: Alles kan een naam krijgen
5. Productief: Weinig elementen (26 letters in alfabet) kunnen oneindig
woorden gecreëerd worden
6. Dynamisch: taal is niet verbonden aan een bepaalde tijd of plaats
Adaptieve functie van taal
Waarom ontstond taal en hoe evolueerde taal?
-> Verschillende theorieën evolutionaire oorsprong/ontstaan van taal:
- Taal is een adaptatie en is door natuurlijke selectie ontstaan (er is selectie
voor functie)
Darwin en postneodarwinisten
Vb. Ogen zijn om te kunnen zien en zijn hiervoor
geselecteerd. De functie van taal is communicatie en
kan taal slechts een adaptatie zijn als het voor
communicatieve doeleinden geselecteerd werd. Die
communicatieve mogelijkheden moeten genetisch
bepaald zijn.
, - Ander idee over taal: een exaptatie en dus een neveneffect
van ons brein (functioneel herbruik van een andere
structuur)
Vb. Fysieke eigenschappen kunnen doorheen de evolutie
hun functie verliezen en andere kunnen toegekend
krijgen. En de Natuurlijke selectie selecteert dan de
eigenschappen op basis van de nieuwe functies
Chomsky (wetenschapper) : Zijn theorie ->
generatieve universele grammatica
=grammatica is een aangeboren capaciteit van de
mens en deze capaciteit is te lokaliseren in het brein.
Alle mensen beschikken over dezelfde taal
competentie (universele grammatica)
Wetenschap weerlegt theorie Chomsky
recente ontdekkingen over taal die gecodeerd wordt :
- Verscheidenheid aan mogelijke grammatica’s die niet terug te
brengen zijn tot de regels van één enkel onderliggend universeel
systeem
- Geen domein specifiek deel voor taal in de hersenen
- Ook Geen specifieke taalgenen
Conclusie: Men moet de theorie eens grondig bekijken. - Wat mogelijk de eenheid
van selectie is moet grondig herdacht worden
Aspecten van taalgedrag
Taalgedrag
Taalbegrip: Receptieve taal = begrijpen van taal
Taalproductie: Expressieve taal= het praten zelf
We beschikken ook over Mondelinge taal en schriftelijke taal
Taalaspecten en taaldomeinen
Inhoud = Semantiek
Vorm =
- Fonologie
- syntaxis
- morfologie
De drie aspecten samen vromen Grammatica = het
regelsysteem waarmee de kleinste eenheden binnen de taal
worden gecombineerd tot grotere betekenisvolle eenheden
Gebruik = pragmatiek