Fiscaal recht samenvatting
!!!! NIET-GRAFISCH REKENMACHINE MEENEMEN !!!!
1
,FISCAAL RECHT
DEEL 1: Algemene inleiding
1. Het begrip “belasting”
• GEEN definitie in codex & term “belasting” ≠ gebruikt (synoniemen: heffing, taks)
o Definitie bekomen door HvC (met 5 bestanddelen)
• 5 bestanddelen:
o (1) een door de overheid
o (2) eenzijdig opgelegde & verplichte bijdrage die
o (3) volgens regels van recht
o (4) opgelegd wordt aan personen/feiten die een band hebben met het territorium
o (5) & bestemd is om diensten van algemeen nut te financieren
• Waarom van belang dat betaling aan OH voldoet aan deze definitie/een belasting uitmaakt?
Beschermingsmechanismen treden in werking
-> Eigendom afgenomen door OH: kan niet zomaar, dus beschermingsmechanismen vereist;
grondrechtsbeginselen die beschermen tegen willekeurige/bovenmatige belastingen
• Belasting ≠ noodzakelijk in cash te betalen
o In ME: tienden = 1/10 vd inkomsten (vb: oogst, kudde dieren) afstaan aan kerkelijke OH
die hiermee priesters betalen & uitdelen aan armen in samenleving
▪ Zelfde functie behouden in fiscaal systeem: OH gebruikt belastinggeld om
diensten te financieren & om te herverdelen van rijk naar arm
o In Romeinse tijd: belastinggeld gebruikt om bij te dragen aan publieke infrastructuur
(“Opera Publica”)
▪ Zelfde functie behouden in bepaalde fiscale systemen
▪ Vb: in sommige landen moet bevolking 1 keer per jaar collectief afval opruimen
o Vb: erfbelasting in Vlaanderen (= deel vd verkregen erfenis aan OH te betalen) kan ook
betaald worden met cultuurgoederen (= goederen met bepaalde culturele waarde)
-> DUS: belastingen kunnen in geld of in natura betaald worden
• (1) Bijdrage opgelegd door & betaald aan de OH
o = federale staat, gewest, gemeenschap, provincies, gemeenten
▪ Kunnen tegenstrijdige regelingen zijn: ALS ene OH belastingen geregeld,
andere OH kan niet meer tussenkomen
o Waarom? OH = enige drager van soevereiniteit
o Grondwet, bijzondere Financiële Wetten & Gemeente-en Provincie-wetten
bepalen welke OH belasting kan heffen
o FOD Financiën (= fiscus)/Vlaamse belastingdienst/Gem. of Prov.
belastingdienst maakt zelf uitvoerbare titel = het kohier/aanslagbiljet
▪ = bevel tot betalen (inkomstenbelasting); betekening van een
dwangbevel door deurwaarder (BTW)
▪ Gevolgen voor invordering: OH (nl. fiscus) creëert eigen uitvoerbare
titel om belasting te heffen
• OH schrijft belasting in in kohier (= administratief
2
, document)
• ALS belasting betalen nagelaten: OH kan zelf belasting
opeisen (zonder rechterlijke tussenkomst)
• = fiscale aanslag/aanslagbiljet
• (2) Eenzijdige & verplichte (meestal geldelijke) bijdrage
o Geen keuzemogelijkheid ALS men zich in toepassingsgebied vd belasting bevindt
▪ Openbare orde
▪ Is er mogelijkheid te ontsnappen aan belasting? Neen, OH legt het eenzijdig op
& is verplicht
• Zelfs al is er een moreel bezwaar tegen manier waarop belastingsgeld
wordt gespendeerd
o Waarom betalen we belastingen & waarom is het verplicht? Economische redenen:
▪ Risico op marktfalen bij publieke goederen
• Grootste deel vd goederen & diensten die OH aan ons aanbiedt =
publieke goederen
• DUS risico op marktfalen (= onmogelijkheid publieke
goederen aan te bieden) ALS niet iedereen bijdraagt
• Vb: nationale defensie (leger beschermt heel Belgisch
grondgebied) -> ALS je niet wil bijdragen hieraan met je
belastingsgeld, kan dit niet als enige huis niet beschermt
worden (leidt tot marktfalen)
▪ Schaalvoordelen gerealiseerd door OH
• OH neemt bepaalde taken van ons over -> gevolg: op economisch
efficiëntere (goedkopere) manier genieten vd publieke infrastructuur
o Niet elke betaling aan de OH is een belasting -> ook andere gemeenrechtelijke
betalingen mogelijk
▪ ≠ beschermd door algemene beginselen van fiscaal recht
▪ = vooral betalingen voortvloeiend uit ovk
▪ Vb: je huurt woning vd OH & betaalt huurgeld (≠ belasting, want vloeit voort
uit huurovk)
▪ Vb: je koopt woning vd OH & betaalt geldsom (≠ belasting, want vloeit voort ui
koopovk)
▪ Vb: je rijdt te snel, beschadigt iets & betaalt schadevergoeding (≠ belasting)
▪ Vb: verkeerboetes (repressief karakter, dus ≠ belasting)
o ALS nalatigheid te betalen: sancties & dwangmaatregelen = mogelijk
▪ Desnoods met deurwaarder gedwongen te betalen
▪ Hoezo kan dit? Door ondergeschikt verband tav OH
▪ Niet-betalen = enkel toegelaten ALS buiten toepassingsgebied vd fiscale wet
• (3) Geheven volgens wettelijke bepalingen goedgekeurd door bevoegde “Parlement”
o Democratische controle (legaliteitsbeginsel) (art. 170 Gw.)
o Jaarlijkse toestemming tot heffen van belastingen (Financiewet) en
doen van uitgaven (Rijksmiddelenbegroting) (art. 171 Gw.)
o Fiscale “wetgeving”
3
, ▪ Diverse nationale rechtsbronnen: wet/decreet/prov. of
gemeentereglement, uitvoeringsbesluiten, administratieve
rondzendbrieven
▪ Meer en meer impact van internationale en supranationale normen:
dubbelbelastingverdragen, EU-Verdragen, Europese Richtlijnen (vooral
in BTW maar ook steeds meer in directe belastingen)
• (4) Opgelegd obv band tussen rechtssubject & grondgebied: territorialiteit
o = gevolg van staassoevereiniteit
▪ OH kan slechts belasten als er een voldoende band (= ‘nexus’) is
met territorium/grondgebied vd staat
-> Gemeentelijk, provinciaal, Vlaams of Waals gewest, Belgisch
grondgebied (federaal)
-> Elke OH heeft soevereiniteit mbt eigen grondgebied
-> Belastingen ≠ mogelijk voor mensen die geen Belgische
rijksinwoners zijn (binnenlandse & buitenlandse inkomsten
= te belasten)
▪ Vb: je verhuurt vakantiehuis in Spanje -> huurgelden = te belasten
door België (deels ook wel door Spanje)
• Geen buitenlanders die geen link hebben met België (niet
werken, inkomsten verkrijgen in België)
o Vb: inwonerschap (inkomstenbelasting), inkomsten met Belgische bron
(belasting niet-inwoners), plaats belastbare handelingen in België (btw),
laatste woonplaats Vlaanderen (Vlaamse erfbelasting)
o Nexusvereiste onder druk door opkomst vd digitale economie
▪ Moderne fenomenen (vb: digital nomads, online retailers (= vanuit
buitenland bestellen, ≠ te belasten door België)) zonder link met
land brengen oude principes in gedrang
• (5) Niet specifiek bestemd voor bepaalde uitgave
o = politiek discretionair
o Gebruik voor diensten van algemeen nut
▪ Uitgaven dienen im kosten vd OH te dekken
▪ Belasting betalen = verplicht ongeacht gebruik openbare
goederen/diensten, dus afwezigheid aanwijsbare of individuele
tegenprestatie
o Belastingen = in algemeen belang
▪ Belastingsgeld komt in schatkist terecht & OH doet er (relatief)
mee wat die wil
• Je kan niet weten wat met jouw specifiek belastingsgeld
gefinancierd wordt
• “Relatief”: OH = gebonden aan grondwettelijke regels
& beginselen + bevolking heeft inspraak door
verkiezingen (wij kiezen OH & die lichten toe wat die
gaan doen met het geld)
▪ Dit onderscheidt belastingen van andere types betaling
4
,2. Andere verplichte bijdragen en heffingen (die geen belasting
zijn) en bijzondere categorieën
• Formele benaming ≠ relevant
o Bepaalde heffingen ≠ “belasting” genoemd
▪ Telkens nagaan of vwden voldaan zijn (waardoor bechermingsmechanismen
inwerking treden)
o Vb: aandelen verkopen in familiebedrijf kan onbelast
▪ Belasting ingevoerd dat geen “belasting” op toekomstig gerealiseerde
meerwaarde noemt, maar solidariteits”bijdrage"
• (1) Socialezekerheidsbijdragen (para-fiscale heffingen)
o = betaling getriggerd door levering van arbeid of diensten & feit dat je hieruit
inkomsten krijgt (je moet je aansluiten bij socialezekerheidskas)
▪ Zelfs ambtenaren moeten sociale zekerheid betalen
▪ Onderscheid: bruto- & nettoloon
• Brutoloon – betalingen aan de OH
(belastingen & SZ-bijdragen) = nettoloon
• ALS je werknemer bent, betaalt werkgever
belasting in jouw plaats = bedrijfsvoorheffing:
werkgever stort enkel nettoloon & houdt deel
over vd loon voor de betalingen)
• Werkgever moet ook boven
brutoloon nog deel aan SZ betalen
o = verplicht, maar specifiek (≠ algemeen):
▪ Gesteund op het solidariteits- & verzekeringsbeginsel
• Bijdrageplicht schept recht op ontvangst van voordelen
▪ Viseren specifieke aanwending (bepaalde uitgaven)
• Geld dat je betaalt via SZ-bijdrage ≠ voor algemeen belang bestemd
(niet in grote schatkist terecht), maar = bestemd om specifieke sociale
risico’s tegen te gaan (vb: pensioenen, werkloosheidsuitkeringen,
kindertoeslagen, invaliditeitstutikeringen…)
• = betaling voor specifiek doel
o Nuance < GwH (2021): vereiste van voldoende relevante band tussen de
bijdrageplichtigen & het collectief der sociaal verzekerden van wie de
sociale bescherming mede door de bijdrage wordt gefinancierd
o ≠ belasting
▪ ≠ betaald aan FOD Financiën, maar = betaald aan parastatale
instellingen belast met inning ervan
• Inning door RSZ-instellingen met bepaalde bevoegdheden
vd fiscus
5
, •
Verschil tussen invordering SZ & invordering
belasting vervaagt
• Sinds recent scheppen RSZ-
instellingen ook uitvoerbare titel
(kohier), maar enkel nadat uitnodiging
tot betaling niet werd nageleefd
▪ Algemene beginselen van belastingrecht (zie later) ≠ van toepassing
• = beschermingsmechanismen
• Vb: hier geldt niet dat bijdrage niet verhoogd kan worden of je
vrijgesteld kan worden vd betaling dan bij wet -> kan hier dus ook bij
KB
▪ Geen jaarlijkse wettelijke controle door parlement
▪ MAAR economisch gezien: net hetzelfde (geld betaald aan OH, gewoon in
andere vorm)
• Gewoon juridisch gezien bepaalde gevolgen
• (2) Retributies
o = vergoeding voor tegenprestatie door OH in rechtstreeks & onmiddellijk
belang vd begunstigde (= geïndividualiseerde dienst)
▪ = in ruil voor specifieke goed of dienst
o ≠ belasting
o Beroep op dienst uit eigen belang
▪ Vb: voor gebruikt van haven vergoeding gevraagd (= haven- of kaaigelden),
tolgelden in Frankrijk, Oostenrijk & in België de zwarte weg ipv de lange
omweg met file (= retributie gevraagd om toegang te krijgen tot snelwegen)
o Bedrag vd retributie moet in redelijke verhouding staan tot de verleende dienst
▪ Anders: toch belasting
▪ Bijdrage om toegang te krijgen tot goederen of diensten mag niet te hoog
of laag zijn (moet in evenredigheid staan met elkaar)
•Vb: is kilometerheffing belasting of retributie? Retributie
volgens Wallonië & belasting volgens Vlaanderen
(onenigheid over type betaling)
• Vb: combi-taxen = betaling vereist in aantal steden &
gemeenten voor dronken mensen die naar huis moeten
worden gebracht door politie -> Retributie of belasting? Je
krijgt specifieke dienst van OH dat gewoon transportdienst
is, is dit vrijwillig of niet (als je levenloos op straat ligt bv.)?
• Onenigheid tussen steden & gemeenten DUS
verboden nu
• Discussie mbt individueel
beslissingsmoment
o Gevolg: specifiek & niet verplicht
▪ Vrije keuze om beroep te doen op deze dienst
• <-> Belasting: verplicht & je krijgt niks specifiek in de
plaats
6
,• (3) Verhaalbelasting
o = verplichte heffing door OH naar aanleiding van specifieke prestatie, ook
wanneer belastingplichtige er geen specifiek voordeel uit haalt (=
onweerlegbaar vermoeden)
• = betaling opgelegd binnen gemeente aan bepaalde inwoners om iets van
infrastructuur te realiseren (voor specifieke prestatie)
• Vb: nieuwe riolering, fietspad aanleggen & kosten verhalen op mensen die
wonen in die straat
o MAAR geen individueel beslissingsmoment voor betaler ( retributie)
• DUS ≠ vermijdbaar, = toch belasting
• Waarom?
• Verplicht
• Betaling geeft geen recht op specifiek voordeel
• Hoezo? Belasting moet betaald worden zelfs als
je nooit gebruik maakt vh specifiek goed of
dienst (vb: je kan niet fietsen & toch moet je
betalen)
• Beschermingsmechanismen = van toepassing (vb:
legaliteitsbeginsel)
• (4) Bestemmingsheffingen
o = verzamelbegrip voor overheidsheffingen ter dekking van
specifieke overheidsuitgaven
o Vb: SZ-bijdragen, verhaalbelastingen, “verwateringen” (accijns op tabak
band met financiering ziekteverzekering doorgeknipt),…
3. Andere belangrijke begrippen
• (1) Directe indirecte belastingen
o Directe belasting: raakt een voortdurende toestand & wordt periodiek
geïnd via aanslag lastens diegene die zich in belastbare toestand bevindt
• Je moet zelf rapporteren wat je inkomsten zijn, berekend over
bepaalde duur & nadien uitnodiging om te betalen
• Vb: personenbelasting (= belasting voor
particulieren op inkomsten, loon),
vennootschapsbelasting (= belasting voor
commercieel actieve rechtspersonen met
winstoogmerk) & alle andere
inkomstenbelastingen
o Indirecte belasting: treft een voorbijgaand feit of rechtshandeling &
wordt afzonderlijk per transactie geïnd
• = iets transactioneel: je stelt eenmalige handeling of er
vindt eenmalig feit plaats dat belasting triggert
• Vb: je koopt iets in Carrefour & betaalt hierop BTW (geen
aangifte vereist), erfbelasting, BIV, registratierechten op
verkoop onroerend goed
7
,• (2) Afwentelbare niet-afwentelbare belastingen
o Niet-afwentelbaar: economisch gedragen door degene die de wet
aanduidt als schuldenaar
• = als OH belasting oplegt, zelf te betalen (jij bent SA vd
belasting & je kan die niet afwentelen)
• Vb: erfbelasting, personenbelasting
o Afwentelbaar: de wettelijke schuldenaar wentelt de kost
economisch af (geheel/gedeeltelijk) op een 3de
• = niet economisch door jou gedragen (je bent juridisch
belastingplichtige, maar niet economisch) -> afgewenteld
naar 3de (bewust of onbewust)
• Vb: accijnzen = belastingen op alcohol, tabak, brandstof,
plastic, parfum… (= belastingen opgelegd aan producenten
of verkopers vd stoffen) -> Niet betaald door verkopers
zelf, maar doorgerekend aan eindconsument, douane-
/invoerrechten (= belastingen opgelegd op import van
goederen) -> doorgerekend aan klanten
• (3) Juridische dubbele belasting economische dubbele belasting
o Juridische dubbele belasting: dezelfde belastbare basis (vb: inkomen,
vermogen) wordt in hoofde van dezelfde persoon tweemaal aan dezelfde
belasting onderworpen in hetzelfde tijdperk
• Doet zich vooral voor bij grensoverschrijdende investeringen/activiteiten
• Want in nationale context gebeurt dit niet bewust
• Vb: Belgische rijksinwoner werkt in België voor Belgische werkgever &
betaalt aan nominaal tarief personenbelasting in België, maar je wordt
naar buitenland gestuurd waar je gaat werken & loon gaat verdienen
-> Belgische belasting (want Belgisch inwoner) & in buitenland ook
belasting betalen op inkomen
• Hoe opgelost? Dubbelbelastingverdragen (DBV’s) waarin
beschreven in welke situaties welke staat welke belasting mag
heffen (zie internationele fiscaliteit)
• Kan dat je twee keer belasting moet betalen, maar ≠ dubbele belasting
• Vb: je koopt bouwgrond, maar je gaat inwonen met iemand
dus je wil bouwgrond verkopen (gestegen in waarde)
-> Belastingen: federale personenbelasting op meerwaarde
& door verkopen vd grond ook verkoopbelasting (=
registratierechten door verkoop van onroerend goed)
• ≠ juridische dubbele belasting, want gaat over andere dingen
(ene over meerwaarde & andere over overdracht)
• Je kan 2 keer belast worden op zelfde
• DUS geen probleem met juridisch dubbele belasting
o Economische dubbele belasting: dezelfde belastbare basis (vb: inkomen,
vermogen) wordt in hoofde van 2 verschillende personen tweemaal aan
belasting onderworpen in het zelfde tijdperk
• = 2 belastingplichten & 2 keer belastingen
8
, • = vaak in vennootschapsrechtelijke grensoverschrijdende context
• Vb: Belg richt vennootschap op in NL & maakt winst dus
keert dividind uit aan haar als enige aandeelhouder ->
economische dubbele belasting: in NL belasting op winst
& in België belasting op uitkering (dividend)
• Vb: je richt vennootschap & hebt kapitaal nodig -> Bank
weigert lening te geven, dus je kan privé eigen geld
gebruiken & lening geven aan eigen vennootschap met
eigen geld met in ruil intrest tegen 10% (= 5x marktrente
(2%), dus heel hoog)
• Federale personenbelasting op intrest
(persoonlijk) & intrest aftrekken vd winst, want
= beroepskost & op de overgebleven winst
venootschapsbelasting (vennootschap)
• Fiscus zegt: 10% ≠ marktconform ->
DUS bij vennootschap intrest
verwerpen (zorgen dat venn. niet
volledige intrest kan aftrekken vd
inkomsten & reduceren tot
marktconforme intrest van 2%)
• De excesintrest (van 8%) ≠ af
te trekken vd winst
-> DUS winst stijgt terug &
hierop ook belast adhv
vennootschapsbelasting
• MAAR bestuurder
nog steeds op
volledige 10%
intrest belast
➔ DUS AH’s &
bestuurder
beiden belast
voor de 8%
(beiden betalen
belasting op
hetzelfde)
• = dividenduitkering, betaling van een vergoeding
voor diensten die niet-aftrekbaar is bij de betaler
maar toch belastbaar is bij de genieter
4. Waarom belasten?
Functies van belastingen
• (1) Financiële functie:
o De belasting = een bijdrage ten algemene nutte waarmee de OH haar uitgaven financiert
9
, ▪De hoeveelheid belastingen die geïnd moeten worden = afhankelijk vd taken die
de staat op zich neemt
o Opbrengsten vd Rijksbelastingen (= federaal + regionaal)
▪ Waar gaat het belastinggeld naartoe?
• Publieke uitgaven = verdeeld tussen SZ, gemeenten en provincies,
federale OH & gewesten en gemeenschappen
• Groot deel vd fiscale opbrengsten dienen voor sociale
bescherming (vb: gezondheidszorg & pensioenen) -> +-
50% gaat hiernaartoe
• Traditionele uitgave (defense, leger) = onderaan
• Groot deel gespendeerd aan kosten simpelweg om staat
draaiende te houden (= overheidskosten): overheidsbestuur
& herfinanciering vd staatschuld (= interestbetaling)
• Deze kost = hoger dan andere staten (= grootste
reden voor hoge belastingen)
▪ Daarvan : directe belastingen 55% indirecte belastingen 45%
o MAAR fiscaliteit mag de economische effecten niet schaden
▪ (1) Werkloosheidsval: oppassen dat door de (para) fiscale heffingen
een werkloze na de heffingen niet minder loon overhoudt dan zonder te
werken
▪ (2) Promotieval: oppassen dat de progressieve tarieven per schijf niet leiden
tot een lager netto-inkomen dan zonder de opslag
• (2) Sociale functie/herverdelingsfunctie:
o Het fiscaal systeem kan gebruikt worden om de kosten vd uitgaven te spreiden over de
bevolking & hierdoor ook de inkomsten vd burgers te herverdelen
▪ -> voornamelijk effect op de structuur vd heffing
o = herverdeling van inkomen & vermogen
▪ MAAR gat in systeem: meerwaarde op verkoop van aandelen ≠ belast
▪ MAAR erfbelasting = makkelijk te omzeilen door schenken tijdens leven
o Progressiviteit vd personenbelasting & erfbelasting = draagkrachtbeginsel
▪ = hoe rijker, hoe zwaarder de lasten
• Progressief belastingstarief = toepasselijk tarief stijgt
naarmate je inkomsten stijgen opdat rijken meer
bijdragen tot overheidsfinanciën dan armen
▪ Nuance: iedereen moet belastvrije som krijgen (deel vd inkomen
die onbelast blijft) = noodzakelijk voor leven
▪ Hoogste tarief van 50% wordt snel bereikt
• Vb: hoog erftarief van 27%
• Functie: herverdelende functie, eerder dan
financieel
o Inkomstenbelasting: houdt rekening met familiale toestand
▪ Vb: gezin, personen ten laste; handicaps etc.
o BTW op voeding, medicijnen, gas & elektriciteit = 6% ipv 21%
10
!!!! NIET-GRAFISCH REKENMACHINE MEENEMEN !!!!
1
,FISCAAL RECHT
DEEL 1: Algemene inleiding
1. Het begrip “belasting”
• GEEN definitie in codex & term “belasting” ≠ gebruikt (synoniemen: heffing, taks)
o Definitie bekomen door HvC (met 5 bestanddelen)
• 5 bestanddelen:
o (1) een door de overheid
o (2) eenzijdig opgelegde & verplichte bijdrage die
o (3) volgens regels van recht
o (4) opgelegd wordt aan personen/feiten die een band hebben met het territorium
o (5) & bestemd is om diensten van algemeen nut te financieren
• Waarom van belang dat betaling aan OH voldoet aan deze definitie/een belasting uitmaakt?
Beschermingsmechanismen treden in werking
-> Eigendom afgenomen door OH: kan niet zomaar, dus beschermingsmechanismen vereist;
grondrechtsbeginselen die beschermen tegen willekeurige/bovenmatige belastingen
• Belasting ≠ noodzakelijk in cash te betalen
o In ME: tienden = 1/10 vd inkomsten (vb: oogst, kudde dieren) afstaan aan kerkelijke OH
die hiermee priesters betalen & uitdelen aan armen in samenleving
▪ Zelfde functie behouden in fiscaal systeem: OH gebruikt belastinggeld om
diensten te financieren & om te herverdelen van rijk naar arm
o In Romeinse tijd: belastinggeld gebruikt om bij te dragen aan publieke infrastructuur
(“Opera Publica”)
▪ Zelfde functie behouden in bepaalde fiscale systemen
▪ Vb: in sommige landen moet bevolking 1 keer per jaar collectief afval opruimen
o Vb: erfbelasting in Vlaanderen (= deel vd verkregen erfenis aan OH te betalen) kan ook
betaald worden met cultuurgoederen (= goederen met bepaalde culturele waarde)
-> DUS: belastingen kunnen in geld of in natura betaald worden
• (1) Bijdrage opgelegd door & betaald aan de OH
o = federale staat, gewest, gemeenschap, provincies, gemeenten
▪ Kunnen tegenstrijdige regelingen zijn: ALS ene OH belastingen geregeld,
andere OH kan niet meer tussenkomen
o Waarom? OH = enige drager van soevereiniteit
o Grondwet, bijzondere Financiële Wetten & Gemeente-en Provincie-wetten
bepalen welke OH belasting kan heffen
o FOD Financiën (= fiscus)/Vlaamse belastingdienst/Gem. of Prov.
belastingdienst maakt zelf uitvoerbare titel = het kohier/aanslagbiljet
▪ = bevel tot betalen (inkomstenbelasting); betekening van een
dwangbevel door deurwaarder (BTW)
▪ Gevolgen voor invordering: OH (nl. fiscus) creëert eigen uitvoerbare
titel om belasting te heffen
• OH schrijft belasting in in kohier (= administratief
2
, document)
• ALS belasting betalen nagelaten: OH kan zelf belasting
opeisen (zonder rechterlijke tussenkomst)
• = fiscale aanslag/aanslagbiljet
• (2) Eenzijdige & verplichte (meestal geldelijke) bijdrage
o Geen keuzemogelijkheid ALS men zich in toepassingsgebied vd belasting bevindt
▪ Openbare orde
▪ Is er mogelijkheid te ontsnappen aan belasting? Neen, OH legt het eenzijdig op
& is verplicht
• Zelfs al is er een moreel bezwaar tegen manier waarop belastingsgeld
wordt gespendeerd
o Waarom betalen we belastingen & waarom is het verplicht? Economische redenen:
▪ Risico op marktfalen bij publieke goederen
• Grootste deel vd goederen & diensten die OH aan ons aanbiedt =
publieke goederen
• DUS risico op marktfalen (= onmogelijkheid publieke
goederen aan te bieden) ALS niet iedereen bijdraagt
• Vb: nationale defensie (leger beschermt heel Belgisch
grondgebied) -> ALS je niet wil bijdragen hieraan met je
belastingsgeld, kan dit niet als enige huis niet beschermt
worden (leidt tot marktfalen)
▪ Schaalvoordelen gerealiseerd door OH
• OH neemt bepaalde taken van ons over -> gevolg: op economisch
efficiëntere (goedkopere) manier genieten vd publieke infrastructuur
o Niet elke betaling aan de OH is een belasting -> ook andere gemeenrechtelijke
betalingen mogelijk
▪ ≠ beschermd door algemene beginselen van fiscaal recht
▪ = vooral betalingen voortvloeiend uit ovk
▪ Vb: je huurt woning vd OH & betaalt huurgeld (≠ belasting, want vloeit voort
uit huurovk)
▪ Vb: je koopt woning vd OH & betaalt geldsom (≠ belasting, want vloeit voort ui
koopovk)
▪ Vb: je rijdt te snel, beschadigt iets & betaalt schadevergoeding (≠ belasting)
▪ Vb: verkeerboetes (repressief karakter, dus ≠ belasting)
o ALS nalatigheid te betalen: sancties & dwangmaatregelen = mogelijk
▪ Desnoods met deurwaarder gedwongen te betalen
▪ Hoezo kan dit? Door ondergeschikt verband tav OH
▪ Niet-betalen = enkel toegelaten ALS buiten toepassingsgebied vd fiscale wet
• (3) Geheven volgens wettelijke bepalingen goedgekeurd door bevoegde “Parlement”
o Democratische controle (legaliteitsbeginsel) (art. 170 Gw.)
o Jaarlijkse toestemming tot heffen van belastingen (Financiewet) en
doen van uitgaven (Rijksmiddelenbegroting) (art. 171 Gw.)
o Fiscale “wetgeving”
3
, ▪ Diverse nationale rechtsbronnen: wet/decreet/prov. of
gemeentereglement, uitvoeringsbesluiten, administratieve
rondzendbrieven
▪ Meer en meer impact van internationale en supranationale normen:
dubbelbelastingverdragen, EU-Verdragen, Europese Richtlijnen (vooral
in BTW maar ook steeds meer in directe belastingen)
• (4) Opgelegd obv band tussen rechtssubject & grondgebied: territorialiteit
o = gevolg van staassoevereiniteit
▪ OH kan slechts belasten als er een voldoende band (= ‘nexus’) is
met territorium/grondgebied vd staat
-> Gemeentelijk, provinciaal, Vlaams of Waals gewest, Belgisch
grondgebied (federaal)
-> Elke OH heeft soevereiniteit mbt eigen grondgebied
-> Belastingen ≠ mogelijk voor mensen die geen Belgische
rijksinwoners zijn (binnenlandse & buitenlandse inkomsten
= te belasten)
▪ Vb: je verhuurt vakantiehuis in Spanje -> huurgelden = te belasten
door België (deels ook wel door Spanje)
• Geen buitenlanders die geen link hebben met België (niet
werken, inkomsten verkrijgen in België)
o Vb: inwonerschap (inkomstenbelasting), inkomsten met Belgische bron
(belasting niet-inwoners), plaats belastbare handelingen in België (btw),
laatste woonplaats Vlaanderen (Vlaamse erfbelasting)
o Nexusvereiste onder druk door opkomst vd digitale economie
▪ Moderne fenomenen (vb: digital nomads, online retailers (= vanuit
buitenland bestellen, ≠ te belasten door België)) zonder link met
land brengen oude principes in gedrang
• (5) Niet specifiek bestemd voor bepaalde uitgave
o = politiek discretionair
o Gebruik voor diensten van algemeen nut
▪ Uitgaven dienen im kosten vd OH te dekken
▪ Belasting betalen = verplicht ongeacht gebruik openbare
goederen/diensten, dus afwezigheid aanwijsbare of individuele
tegenprestatie
o Belastingen = in algemeen belang
▪ Belastingsgeld komt in schatkist terecht & OH doet er (relatief)
mee wat die wil
• Je kan niet weten wat met jouw specifiek belastingsgeld
gefinancierd wordt
• “Relatief”: OH = gebonden aan grondwettelijke regels
& beginselen + bevolking heeft inspraak door
verkiezingen (wij kiezen OH & die lichten toe wat die
gaan doen met het geld)
▪ Dit onderscheidt belastingen van andere types betaling
4
,2. Andere verplichte bijdragen en heffingen (die geen belasting
zijn) en bijzondere categorieën
• Formele benaming ≠ relevant
o Bepaalde heffingen ≠ “belasting” genoemd
▪ Telkens nagaan of vwden voldaan zijn (waardoor bechermingsmechanismen
inwerking treden)
o Vb: aandelen verkopen in familiebedrijf kan onbelast
▪ Belasting ingevoerd dat geen “belasting” op toekomstig gerealiseerde
meerwaarde noemt, maar solidariteits”bijdrage"
• (1) Socialezekerheidsbijdragen (para-fiscale heffingen)
o = betaling getriggerd door levering van arbeid of diensten & feit dat je hieruit
inkomsten krijgt (je moet je aansluiten bij socialezekerheidskas)
▪ Zelfs ambtenaren moeten sociale zekerheid betalen
▪ Onderscheid: bruto- & nettoloon
• Brutoloon – betalingen aan de OH
(belastingen & SZ-bijdragen) = nettoloon
• ALS je werknemer bent, betaalt werkgever
belasting in jouw plaats = bedrijfsvoorheffing:
werkgever stort enkel nettoloon & houdt deel
over vd loon voor de betalingen)
• Werkgever moet ook boven
brutoloon nog deel aan SZ betalen
o = verplicht, maar specifiek (≠ algemeen):
▪ Gesteund op het solidariteits- & verzekeringsbeginsel
• Bijdrageplicht schept recht op ontvangst van voordelen
▪ Viseren specifieke aanwending (bepaalde uitgaven)
• Geld dat je betaalt via SZ-bijdrage ≠ voor algemeen belang bestemd
(niet in grote schatkist terecht), maar = bestemd om specifieke sociale
risico’s tegen te gaan (vb: pensioenen, werkloosheidsuitkeringen,
kindertoeslagen, invaliditeitstutikeringen…)
• = betaling voor specifiek doel
o Nuance < GwH (2021): vereiste van voldoende relevante band tussen de
bijdrageplichtigen & het collectief der sociaal verzekerden van wie de
sociale bescherming mede door de bijdrage wordt gefinancierd
o ≠ belasting
▪ ≠ betaald aan FOD Financiën, maar = betaald aan parastatale
instellingen belast met inning ervan
• Inning door RSZ-instellingen met bepaalde bevoegdheden
vd fiscus
5
, •
Verschil tussen invordering SZ & invordering
belasting vervaagt
• Sinds recent scheppen RSZ-
instellingen ook uitvoerbare titel
(kohier), maar enkel nadat uitnodiging
tot betaling niet werd nageleefd
▪ Algemene beginselen van belastingrecht (zie later) ≠ van toepassing
• = beschermingsmechanismen
• Vb: hier geldt niet dat bijdrage niet verhoogd kan worden of je
vrijgesteld kan worden vd betaling dan bij wet -> kan hier dus ook bij
KB
▪ Geen jaarlijkse wettelijke controle door parlement
▪ MAAR economisch gezien: net hetzelfde (geld betaald aan OH, gewoon in
andere vorm)
• Gewoon juridisch gezien bepaalde gevolgen
• (2) Retributies
o = vergoeding voor tegenprestatie door OH in rechtstreeks & onmiddellijk
belang vd begunstigde (= geïndividualiseerde dienst)
▪ = in ruil voor specifieke goed of dienst
o ≠ belasting
o Beroep op dienst uit eigen belang
▪ Vb: voor gebruikt van haven vergoeding gevraagd (= haven- of kaaigelden),
tolgelden in Frankrijk, Oostenrijk & in België de zwarte weg ipv de lange
omweg met file (= retributie gevraagd om toegang te krijgen tot snelwegen)
o Bedrag vd retributie moet in redelijke verhouding staan tot de verleende dienst
▪ Anders: toch belasting
▪ Bijdrage om toegang te krijgen tot goederen of diensten mag niet te hoog
of laag zijn (moet in evenredigheid staan met elkaar)
•Vb: is kilometerheffing belasting of retributie? Retributie
volgens Wallonië & belasting volgens Vlaanderen
(onenigheid over type betaling)
• Vb: combi-taxen = betaling vereist in aantal steden &
gemeenten voor dronken mensen die naar huis moeten
worden gebracht door politie -> Retributie of belasting? Je
krijgt specifieke dienst van OH dat gewoon transportdienst
is, is dit vrijwillig of niet (als je levenloos op straat ligt bv.)?
• Onenigheid tussen steden & gemeenten DUS
verboden nu
• Discussie mbt individueel
beslissingsmoment
o Gevolg: specifiek & niet verplicht
▪ Vrije keuze om beroep te doen op deze dienst
• <-> Belasting: verplicht & je krijgt niks specifiek in de
plaats
6
,• (3) Verhaalbelasting
o = verplichte heffing door OH naar aanleiding van specifieke prestatie, ook
wanneer belastingplichtige er geen specifiek voordeel uit haalt (=
onweerlegbaar vermoeden)
• = betaling opgelegd binnen gemeente aan bepaalde inwoners om iets van
infrastructuur te realiseren (voor specifieke prestatie)
• Vb: nieuwe riolering, fietspad aanleggen & kosten verhalen op mensen die
wonen in die straat
o MAAR geen individueel beslissingsmoment voor betaler ( retributie)
• DUS ≠ vermijdbaar, = toch belasting
• Waarom?
• Verplicht
• Betaling geeft geen recht op specifiek voordeel
• Hoezo? Belasting moet betaald worden zelfs als
je nooit gebruik maakt vh specifiek goed of
dienst (vb: je kan niet fietsen & toch moet je
betalen)
• Beschermingsmechanismen = van toepassing (vb:
legaliteitsbeginsel)
• (4) Bestemmingsheffingen
o = verzamelbegrip voor overheidsheffingen ter dekking van
specifieke overheidsuitgaven
o Vb: SZ-bijdragen, verhaalbelastingen, “verwateringen” (accijns op tabak
band met financiering ziekteverzekering doorgeknipt),…
3. Andere belangrijke begrippen
• (1) Directe indirecte belastingen
o Directe belasting: raakt een voortdurende toestand & wordt periodiek
geïnd via aanslag lastens diegene die zich in belastbare toestand bevindt
• Je moet zelf rapporteren wat je inkomsten zijn, berekend over
bepaalde duur & nadien uitnodiging om te betalen
• Vb: personenbelasting (= belasting voor
particulieren op inkomsten, loon),
vennootschapsbelasting (= belasting voor
commercieel actieve rechtspersonen met
winstoogmerk) & alle andere
inkomstenbelastingen
o Indirecte belasting: treft een voorbijgaand feit of rechtshandeling &
wordt afzonderlijk per transactie geïnd
• = iets transactioneel: je stelt eenmalige handeling of er
vindt eenmalig feit plaats dat belasting triggert
• Vb: je koopt iets in Carrefour & betaalt hierop BTW (geen
aangifte vereist), erfbelasting, BIV, registratierechten op
verkoop onroerend goed
7
,• (2) Afwentelbare niet-afwentelbare belastingen
o Niet-afwentelbaar: economisch gedragen door degene die de wet
aanduidt als schuldenaar
• = als OH belasting oplegt, zelf te betalen (jij bent SA vd
belasting & je kan die niet afwentelen)
• Vb: erfbelasting, personenbelasting
o Afwentelbaar: de wettelijke schuldenaar wentelt de kost
economisch af (geheel/gedeeltelijk) op een 3de
• = niet economisch door jou gedragen (je bent juridisch
belastingplichtige, maar niet economisch) -> afgewenteld
naar 3de (bewust of onbewust)
• Vb: accijnzen = belastingen op alcohol, tabak, brandstof,
plastic, parfum… (= belastingen opgelegd aan producenten
of verkopers vd stoffen) -> Niet betaald door verkopers
zelf, maar doorgerekend aan eindconsument, douane-
/invoerrechten (= belastingen opgelegd op import van
goederen) -> doorgerekend aan klanten
• (3) Juridische dubbele belasting economische dubbele belasting
o Juridische dubbele belasting: dezelfde belastbare basis (vb: inkomen,
vermogen) wordt in hoofde van dezelfde persoon tweemaal aan dezelfde
belasting onderworpen in hetzelfde tijdperk
• Doet zich vooral voor bij grensoverschrijdende investeringen/activiteiten
• Want in nationale context gebeurt dit niet bewust
• Vb: Belgische rijksinwoner werkt in België voor Belgische werkgever &
betaalt aan nominaal tarief personenbelasting in België, maar je wordt
naar buitenland gestuurd waar je gaat werken & loon gaat verdienen
-> Belgische belasting (want Belgisch inwoner) & in buitenland ook
belasting betalen op inkomen
• Hoe opgelost? Dubbelbelastingverdragen (DBV’s) waarin
beschreven in welke situaties welke staat welke belasting mag
heffen (zie internationele fiscaliteit)
• Kan dat je twee keer belasting moet betalen, maar ≠ dubbele belasting
• Vb: je koopt bouwgrond, maar je gaat inwonen met iemand
dus je wil bouwgrond verkopen (gestegen in waarde)
-> Belastingen: federale personenbelasting op meerwaarde
& door verkopen vd grond ook verkoopbelasting (=
registratierechten door verkoop van onroerend goed)
• ≠ juridische dubbele belasting, want gaat over andere dingen
(ene over meerwaarde & andere over overdracht)
• Je kan 2 keer belast worden op zelfde
• DUS geen probleem met juridisch dubbele belasting
o Economische dubbele belasting: dezelfde belastbare basis (vb: inkomen,
vermogen) wordt in hoofde van 2 verschillende personen tweemaal aan
belasting onderworpen in het zelfde tijdperk
• = 2 belastingplichten & 2 keer belastingen
8
, • = vaak in vennootschapsrechtelijke grensoverschrijdende context
• Vb: Belg richt vennootschap op in NL & maakt winst dus
keert dividind uit aan haar als enige aandeelhouder ->
economische dubbele belasting: in NL belasting op winst
& in België belasting op uitkering (dividend)
• Vb: je richt vennootschap & hebt kapitaal nodig -> Bank
weigert lening te geven, dus je kan privé eigen geld
gebruiken & lening geven aan eigen vennootschap met
eigen geld met in ruil intrest tegen 10% (= 5x marktrente
(2%), dus heel hoog)
• Federale personenbelasting op intrest
(persoonlijk) & intrest aftrekken vd winst, want
= beroepskost & op de overgebleven winst
venootschapsbelasting (vennootschap)
• Fiscus zegt: 10% ≠ marktconform ->
DUS bij vennootschap intrest
verwerpen (zorgen dat venn. niet
volledige intrest kan aftrekken vd
inkomsten & reduceren tot
marktconforme intrest van 2%)
• De excesintrest (van 8%) ≠ af
te trekken vd winst
-> DUS winst stijgt terug &
hierop ook belast adhv
vennootschapsbelasting
• MAAR bestuurder
nog steeds op
volledige 10%
intrest belast
➔ DUS AH’s &
bestuurder
beiden belast
voor de 8%
(beiden betalen
belasting op
hetzelfde)
• = dividenduitkering, betaling van een vergoeding
voor diensten die niet-aftrekbaar is bij de betaler
maar toch belastbaar is bij de genieter
4. Waarom belasten?
Functies van belastingen
• (1) Financiële functie:
o De belasting = een bijdrage ten algemene nutte waarmee de OH haar uitgaven financiert
9
, ▪De hoeveelheid belastingen die geïnd moeten worden = afhankelijk vd taken die
de staat op zich neemt
o Opbrengsten vd Rijksbelastingen (= federaal + regionaal)
▪ Waar gaat het belastinggeld naartoe?
• Publieke uitgaven = verdeeld tussen SZ, gemeenten en provincies,
federale OH & gewesten en gemeenschappen
• Groot deel vd fiscale opbrengsten dienen voor sociale
bescherming (vb: gezondheidszorg & pensioenen) -> +-
50% gaat hiernaartoe
• Traditionele uitgave (defense, leger) = onderaan
• Groot deel gespendeerd aan kosten simpelweg om staat
draaiende te houden (= overheidskosten): overheidsbestuur
& herfinanciering vd staatschuld (= interestbetaling)
• Deze kost = hoger dan andere staten (= grootste
reden voor hoge belastingen)
▪ Daarvan : directe belastingen 55% indirecte belastingen 45%
o MAAR fiscaliteit mag de economische effecten niet schaden
▪ (1) Werkloosheidsval: oppassen dat door de (para) fiscale heffingen
een werkloze na de heffingen niet minder loon overhoudt dan zonder te
werken
▪ (2) Promotieval: oppassen dat de progressieve tarieven per schijf niet leiden
tot een lager netto-inkomen dan zonder de opslag
• (2) Sociale functie/herverdelingsfunctie:
o Het fiscaal systeem kan gebruikt worden om de kosten vd uitgaven te spreiden over de
bevolking & hierdoor ook de inkomsten vd burgers te herverdelen
▪ -> voornamelijk effect op de structuur vd heffing
o = herverdeling van inkomen & vermogen
▪ MAAR gat in systeem: meerwaarde op verkoop van aandelen ≠ belast
▪ MAAR erfbelasting = makkelijk te omzeilen door schenken tijdens leven
o Progressiviteit vd personenbelasting & erfbelasting = draagkrachtbeginsel
▪ = hoe rijker, hoe zwaarder de lasten
• Progressief belastingstarief = toepasselijk tarief stijgt
naarmate je inkomsten stijgen opdat rijken meer
bijdragen tot overheidsfinanciën dan armen
▪ Nuance: iedereen moet belastvrije som krijgen (deel vd inkomen
die onbelast blijft) = noodzakelijk voor leven
▪ Hoogste tarief van 50% wordt snel bereikt
• Vb: hoog erftarief van 27%
• Functie: herverdelende functie, eerder dan
financieel
o Inkomstenbelasting: houdt rekening met familiale toestand
▪ Vb: gezin, personen ten laste; handicaps etc.
o BTW op voeding, medicijnen, gas & elektriciteit = 6% ipv 21%
10