Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Gerechtelijk recht (C03B4A) - volledige samenvatting (16/20 gehaald)

Note
-
Vendu
2
Pages
237
Publié le
27-09-2025
Écrit en
2024/2025

Volledige samenvatting gerechtelijk recht o.b.v. de lessen van prof. Voet en Allemeersch. Geslaagd in eerste zit met 16/20.


















Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
27 septembre 2025
Fichier mis à jour le
28 septembre 2025
Nombre de pages
237
Écrit en
2024/2025
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

Gerechtelijk recht samenvatting




1

,Gerechtelijk recht

INLEIDING
A. Materieel voorwerp
Procesrecht (= gerechtelijk recht) = rechtsregels aan de hand waarvan betwistingen over de
toepassing vh objectieve recht worden beslecht (= materieel voorwerp)
- = handhavingsrecht vd rechtsstaat
- Maakt deel uit vh formeel recht
• = geheel van rechtsregels die de handhaving vh materieel recht verzekeren & waarmee
doorgaans formaliteiten, procedures of andere plichtplegingen worden bepaald
- Behoort tot publiekrecht: heeft organisatie, bevoegdheid & werking vd rechterlijke
instantie tot voorwerp
- Indeling in rechtstakken:
• 1) Gerechtelijk privaatrecht
• = burgerlijk procesrecht
• = gerechtelijk recht dat in beginsel uitgevaardigd is voor de
"burgerlijke" zaken voor de rechterlijke macht
• = gerechtelijk gemeenrecht - art. 2 Ger.W.
• = meestal voor privaatrechtelijke geschillen
• MAAR ≠ noodzakelijk/uitsluitend privaatrechtelijk
• 2) Strafprocesrecht
• = met betrekking op strafzaken (= “formeel strafrecht”)
• 3) “Publiek procesrecht”
• = administratief- of bestuursprocesrecht (+
grondwettigheidscontentieux)
• = bijzonder recht ter beslechting van rechtsgeschillen met of
tussen overheden (geschillen van bestuur)
-> Indeling ≠ absoluut




Gelijk hebben = beoordeling ten gronde = materieel recht
-> Vooral mbt recht als handhavingsrecht vd rechtstaat

Gelijk krijgen = toepassing & handhaving vh materieel recht = “procedure” sensu lato = formeel recht
-> Je kan (materieel) gelijk hebben, maar formeel geen gelijk meer kunnen krijgen voor de rb
-> Onderscheid binnen formeel recht:
- Niet-contentieuze procedure
= formeel recht dat geen procesrecht is
= willige/oneigenlijke rechtspraak
= rechter doet iets zonder dat hij geschil beslecht
2

, -> Vb: verkeersongeval waarbij vader en moeder sterven, maar kind overleefd &
krijgt voogd aangesteld door rechter (= uitspraak vd rechter zonder geschil)
-> Vb: homologatie echtscheidingsakkoord of adoptie
- Gerechtelijk recht (“gelijk krijgen”)
= rechter beslecht geschillen mbt subjectieve rechten & stelt jurisdicitonele
rechtshandelingen
= kerntaak vd rechter




B. Formeel voorwerp
Formeel voorwerp = het proces

- Eerlijk proces (“fair trial”, “due process”, “procès équitable”) → behoorlijke rechtsbedeling

- Formalisme als waarborg

- Reasonable justice within reasonable delays at a reasonable cost

- Proces = “noodzakelijk kwaad”

- Proces ≠ doel vh recht, maar = een hulpfunctie (van gelijk hebben naar gelijk krijgen)

➔ Helpt het objectieve recht handhaven & subjectieve rechten beschermen

➔ In principe: gerechtelijk recht ≠ een zelfstandige rechtstak, want staat ten dienste vh
materiële recht

o Doel vh gerechtelijk recht ≠ doel op zich, maar doel = afdwingen van materieel
recht (= ten dienste hiervan)
3

, - Juistheid vd uitkomst ≠ het enige criterium

➔ Onderscheid: gelijk hebben  gelijk krijgen

o Juistheid vd uitkomst vd procedure ≠ doorslaggevend

▪ Procedure moet waarborgen volgen, maar of de uitkomst ervan
overeenkomt met reële werkelijkheid ≠ van belang

o Ook rekening houden met externe fatoren: tijdsduur & kost

▪ CAMBIER: “procesrecht is la discipline des disciplines”

=> Kwaliteit vh procesrecht = maatstaf vd kwaliteit vd rechtsstaat



H01: DE JURISDICTIONELE RECHTSHANDELING
A. Materiële begripsomschrijving
De jurisdictionele functie = de 3de overheidsfunctie vd trias politica < Montesquieu
➔ Functionele betekenis vd RM: beslechten van rechtsgeschillen (= het eigenlijke “rechtspreken”)
o Rechtsgeschillen = geschillen die rijzen over de toepassing vh recht
o Er zijn ook instanties die niet behoren tot de RM in organieke zin, maar wel recht
spreken
▪ Deze spreken recht, maar administratieve rechtshandelingen = centraal (art. 146
Gw.)
▪ Vb: administratieve rechtscolleges, raad studievoortgangbetwisting
➔ RM in organieke zin: art. 40 GW
➔ Jurisdictionele rechtshandeling = beslissing waarbij een rechtsgeschil wordt beslecht




=> Jurisdictionele rechtshandeling




1. De rechter neemt kennis van een geschil

(1) Geschil = meningsverschil

➔ Rechtsgeschil = tegenstrijdige aanspraken van rechtssubjecten (= situatie waarbij aanspraken
van dragers van subjectieve rechten betwist worden)
 Oneigenlijke/willige rechtspraak = rechter doet uitspraak over zaak waar geen geschil aan


4

, ten gronde ligt
o = niet-jurisdictionele functies vd RM, geven aanleiding tot administratieve
rechtshandeling (art. 146 Gw. – zie later)
o Vb: art. 362-2, 415 & 498/3 BW

(2) Het geschil moet aanhangig worden gemaakt bij de rechter, want de rechter kan niet
ambtshalve (proprio motu) kennisnemen van een geschil:
i. gygBeschikkingsbeginsel (principe dispositif): rechter kan enkel kennisnemen in de
mate dat geschil bij hem aanhangig wordt gemaakt
• => Rechter moet gevat worden om geschil te beslechten om kennis te
kunnen nemen
• => Partijen bepalen grenzen vh geschil
• Vraag of, tegen wie & waarover wordt geprocedeerd = bepaald
door procespartijen
ii. Geen uitspraak ultra petita; rechter kan niet meer toekennen dan gevorderd wordt (art. 1138
Ger.W.)

➔ Vb: 2 handelaars over 2 facturen (A & B) -> Geschil, beroep op rechter: partijen
vragen uitspraak over factuur A, dus rechter doet dit

o Dan mag rechter geen uitspraak doen over B, want partijen bepalen waarover
geprocedeerd.

⇨ ALS het geding geldig aanhangig gemaakt is: rechter moet
beslissen
(3) Verbod op rechtsweigering: rechter = verplicht te beslissen
➔ Zelfs als het vreatieve oplossing vereist omdat recht onduidelijk is
➔ = universeel beginsel eigen aan de rechtstaat
o < Art. 5 Ger. W. + toepassingen in: art. 648, 4°; 652; 1138, 3°; 1140, 4° Ger.W.
& 258 Sw.
➔ = gevolg vh verbod van eigenrichting

Rechtsmacht & bevoegdheid:
➔ Rechtsmacht: wordt uitgeoefend door alle Belgische rechtbanken & hoven
➔ Bevoegdheid: rechter heeft bevoegdheid om recht te spreken (art. 8 Ger.W.)
 Materieel (= van openbare orde) & territoriaal deel (≠ van openbare orde)

Geschil, dispuut & geding
➔ Geschil = dispuut
o Vb: baby weent —› wie moet de baby uit bed halen?
➔ Geding = procedure, dus impliceert altijd een geschil


5

,2. Rechtsgeschil

Rechters oordelen enkel over geschillen die juridisch relevant zijn

=> Rechtsgeschillen = geschillen over de toepassing vh objectieve recht of over
subjectieve rechten

= overeenstemming van doen of laten met het objectieve recht

= geschil oplosbaar obv objectief/materieel recht (oplossing is hierin te vinden)

› Geschil kan gaan over (subsidiariteit of cumulatie):
• 1) Rechtsfeiten sensu lato
• = feiten die rechtsgevolgen hebben
• 2) Het toepasselijk recht
• = werkingssfeer & kwalificatie vd feiten
• 3) Rechtsgevolgen
• = concrete draagwijdte vd toepasselijke rechtsregel
• = rechtshandelingen gesteld met bedoeling rechtsgevolgen teweeg te brengen

➔ Rechtsgeschil moet materieelrechtelijke basis hebben
o Nooit uitsluitend over formeel recht
o => Rechtsvorderingen hebben meestal betrekking op materieel recht & vanaf
de vordering is ingesteld komen daar vaak nog procesrechtelijke geschillen bij

3. De rechter spreekt recht

Montesquieu: de rechter = “la bouche de la loi”
➔ Rechter schept geen wet, maar maakt duidelijk wat de precieze draagwijdte is
o => Rechter zorgt voor handhaving rechtsstraat
▪ Bepaalt wie vd partijen gelijk heeft volgens het recht
▪ Beveelt het gedrag dat was opgelegd bij de niet-nageleefde
rechtsregel & waarop de tegengestelde partij recht heeft

➔ De rechter mag enkel recht spreken
o Verbod op opportuniteits-, beleids- of doelmatigheidscontrole

▪ = betrokken partijen kunnen iets “niet goed” doen dat niet
noodzakelijk juridisch verkeerd is

-> Maar rechter mag enkel marginale toetsing doen om te zien of
partijen binnen de grenzen van hun discretionaire
appreciatiebevoegdheid blijven

▪ Rechter lost geschil op adhv materieel recht, maar mag dit
toepasselijk recht niet beoordelen op opportuniteit

• Opportuniteit vd rechtsregels = prerogatief vd RM &
rechter moet zich daarover niet uitspreken

• GEEN opportuniteitsbeginsel ( OM)
⇨ T.a.v. particulier: wezenskenmerk vd rechtspraak
⇨ T.a.v. OH: aspect vd scheiding der machten

6

, • Zijn rechtbanken het geschikte forum om in de plaats vd wetgever te zeggen
wat er moet gebeuren?
• Behoort niet tot essentie vd jurisdictionele rechtshandelingen, want
geld niet enkel tav particulieren maar ook OH
• SDM = vereist voor verzekering vd democratische rechtstaat
• DUS geen opportuniteitsoordeel & geen algemene
uitspraken (uitspraken = enkel geldend inter partes)

➔ Art. 6 Ger.W. & 237 Sw.: verbod om bij wege van algemene & als regel
geldende beschikking uitspraak te doen
o => Rechter beslecht enkel geschil waarvoor hij gevat is & uitspraak geldt enkel voor dat
geschil
▪ Geen precedentenwerking tav lagere rb’en, rechtersrecht & uitspraak bij algemene
regel
o Rechter spreekt recht, maar mag het niet uitvaardigen
▪ Rechtspraak = een gezaghebbende, maar geen bindende rechtsbron
• Waarom gezaghebbend? Bepaalt de concrete draagwijdte vd
wet
o Meestal zal een lagere rechter zich conformeren aan de
hogere rechtspraak, want wil zijn rechtspraak niet
vernietigd zien
o HvC 2000: appelrechters die oordelen dat uitstel vd tenuitvoerlegging van een
geldboete in verkeerszaken geen effect heeft => schending van art. 6 Ger.W.
o HvC 2016: ALS een rechter een precedent volgt, maar dit op eigen overtuiging
baseert & niet gewoon op een vroeger vonnis ≠> schending van art. 6 Ger.W.
o Uitzonderlijk: leemten in de wetgeving opvullen zodat er een
grondswetsconforme lezing aan de wet wordt gegeven
▪ ≠ mogelijk ALS er noodzakelijk een nieuwe procesregeling wordt
ingevoerd
• Maar MOET het wel doen als er zonder meer aan de
ongrondwettigheid een einde kan worden gesteld door een
bepaalde interpretatie

4. De rechter beslecht het geschil

a. Gezag van rechterlijk gewijsde

Jurisdictionele handeling = gezaghebbend beëindigen van een rechtsgeschil met/tegen de wil vd partijen

-> GwH: beëindigen van geschil wordt afgeleid uit het rechtszekerheidsbeginsel

=> DUS rechter beslist definitief wie het bij het rechte eind heeft & in hoeverre dat het geval is

-> Geschillenbeslechting (= bepalen wie (on)gelijk heeft) ≠ geschillenoplossing

-> Waarom? ‘Oplossen’ impliceert een instemming waardoor er geen geschil meer is (meestal via

Alternatieve geschillenbeslechting)

-> Alternatieven ≠ hetzelfde als

-> Vb: bemiddeling = alternatieve geschillenoplossing


7

,= rechtsgeschil mbt betwisting van subjectieve rechten waarover rechter recht spreekt & geschil beslecht

-> Proces = een geschil overdragen aan een 3de overheidsinstantie ter definitieve beslissing

➔ Aan elk proces moet een einde komen & er zal een “waarheid” uitkomen

➔ Gevolgen: kan geen 2x geprocedeerd worden over zelfde geschil, maar steeds mogelijk om
hoger beroep in te stellen om waarheidsgehalte te verzekeren (want rechter kan zich altijd
vergissen)

-> Gevolgen vd beslechting:

➢ 1) Uitputting van rechtsmacht

o Begrip: art. 19, lid 1 Ger.W.

▪ = rechter kan geschilpunt slechts 1 keer beslechten, vanaf dan: de rechtsmacht (om
over specifiek geschilpunt uitspraak te doen) = uitgeput

• Beslecht = beslecht -> niet meer op terug te komen

• Begrip ‘eindbeslissing’ impliceert dat rechter die de beslissing neemt er niet
meer op kan terugkomen

o ALS rechter dat toch doet: machtsoverschrijding

▪ Sanctie: uitspraak (na uitputting van rechtsmacht) kan
aangevochten worden met exceptie van (gebrek aan)
rechtsmacht

• = van openbare orde

▪ Vb: A dagvaardt (stelt vordering in tegen) B

• Vordering bestaat uit meerdere geschilpunten

o Vb: vragen vordering ontvankelijk te verklaren,
boek terug te geven, schadevergoeding &
gedingkosten te betalen

• Voorwerp vd vordering = oorzaken die aan vordering ten
grondslag liggen (= juridisch gekleurd verhaal)

➢ 2) Gezag van gewijsde (art. 23-25 Ger.W.)
o HvC: elke beslissing heeft GvG, zolang zij niet inhoudelijk tegenstrijdig is
▪ Vonnis aangetast door een tegenstrijdigheid heeft mbt die beslissing geen
GvG, maar GvG blijft bestaan zolang de beslissing niet ongedaan is gemaakt
(art. 26 Ger.W.)
• DUS zolang er rechtsmiddelen tegen de beslissing open staan: haar
GvG = voorwaardelijk
o Art. 23 Ger.W.: elke beslissing heeft GvG
▪ = draagwijdte, gevolgen vd rechterlijke uitspraak tav andere rechterlijke
uitspraken
▪ Reikwijdte: voorwerp vd beslissing
8

, • = noodzakelijke (evt impliciete) grondslag
▪ Belang: wanneer rechter uitspraak moet doen waarover andere rechter reeds
uitspraak heeft gedaan
• Mbt voorwerp vd beslissing (vb: teruggave boek) & motieven als
basis/grondslag vd beslissing vd rechter
o Vb: niet eerste uitspraak mbt afgifte boek & tweede mbt afgifte
lamp
▪ Dan geen rekening te houden met gezag van gewijsde
vd eerste beslissing, want niet zelfde voorwerp
• Doel vd exceptie van gewijsde: een rechter kan geen een aanspraak
aannement waarvan de grondslag onverenigbaar is met het vroeger
gewijsde
▪ Enkele manier om dit weg te krijgen: hoger beroep instellen om andere
uitspraak uit te lokken
• -> GvG kan ongedaan worden gemaakt door rechtsmiddel
▪ ALS de beslissing = contradictorisch: geen GvG
▪ ≠ van openbare orde (dus niet ambsthalve door rechter op te werpen!)
o Toepassingsvwden voor exceptie van GvG (art. 23 Ger.W.)
Vordering waarvan:
▪ 1) Het “voorwerp” = dezelfde (= de gevorderde zaak)
• = wat je effectief vordert
o = het materiële/morele voordeel dat je wilt bekomen
▪ Vb: achterstallige huur
• Het voorwerp moet in functie van elk onderscheiden geschilpunt
bekeken worden
▪ 2) De “oorzaak” = dezelfde, ongeacht de ingeroepen rechtsgrond
• = louter feitelijk concept
o => Moet gelijkgesteld worden aan rechtsfeiten & -handelingen
• “Ongeacht de ingeroepen rechtsgrond”
o => Er kan geen nieuwe procedure ingeleid worden voor
dezelfde feiten obv rechtsgronden die zij over het hoofd had
gezien
• Vb: leningsovk heeft eerste procedure veroorzaakt & zelfde
leningsovk ook tweede veroorzaakt
▪ 3) Tussen dezelfde partijen
• DUS GvG geldt niet tov 3den
▪ 4) Door hen & tegen hen in dezelfde hoedanigheid
• ≠ vereist dat de partijen eiser/verweerder waren in 1ste procedure

9

, o Kan ook gaan over: partijen die vrijwillig of gedwongen zijn
tussengekomen in het geding
• Vb: als vertegenwoordiger van kind, als BV, als koper, als
verhuurder…


b. Negatief aspect vh rechterlijk gewijsde

 Exceptie van gewijsde

Art. 25 Ger.W.: rechter kan niet terugkomen op een eindbeslissing

➔ Ongeacht de ingeroepen rechtsgrond

o DUS kan ook niet door opnieuw vordering in te stellen

o ALS in procedures wordt beroep gedaan op andere rechtsgrond
≠ van belang voorGvG (≠ toepassingsvwde)

▪ Vb: ene obv NBW en andere obv OBW ≠ van belang

➔ = onveranderlijkheid & stabiliteit van een rechterlijk oordeel

o Zorgt voor: rechtszekerheid, want vermijdt tegenstrijdige
uitspraken

➔ Exceptie van gezag van gewijsde ≠ van openbare orde (art. 27 Ger.W.)

o DUS rechter mag niet ambtshalve opwerpen!

▪ Geen afwijkende uitspraak mogelijk ALS GvG vd eerste
uitspraak, MAAR als exceptie van gezag van gewijsde
niet opgeworpen wordt, kan rechter dit wel doen

• Want ≠ van openbare orde
▪ MAAR gedeeltelijke tegemoetkoming <
HvC:
• ALS een geschilpunt wordt voorgelegd
aan dezelfde rechter die de eerdere
beslissing nam:
o Art. 19, 1ste lid Ger.W.:
“eindbeslissing” (ipv
‘eindvonnis’ in art.)
—› Een rechter die terugkomt
op zijn eigen beslissing begaat
machtsoverschrijding (want
uitputting van zijn rechtsmacht)
-> De rechtsmacht vd rechter
raakt de openbare orde wel
—› DUS kan
ambtshalve ingeroepen
worden
o Art. 19, 2de lid Ger.W.: een
eindbeslissing heeft tot gevolg


10

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
louisebeerts Katholieke Universiteit Leuven
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
41
Membre depuis
2 année
Nombre de followers
3
Documents
23
Dernière vente
3 semaines de cela

0,0

0 revues

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions