Sociologie 1
Deel 1: de sociologie ontdekken
Inleidende informa-e:
• Hoorcolleges: dinsdag van 9u – 12u.
• Panopto: online opnames van de les.
• Case: geen leerstof tenzij het terugkomt in hoofdstuk van boek of cursus.
• Hoofdtekst = altijd kennen.
• Modules: alle cursussen.
• Voor Sociologie 1 alleen maar hoofstuk 1-16 kennen de rest pas bij
Sociologie 2.
Hoofdstuk 1: Wat is sociologie?
Sociologie is de nadruk op begrijpen. De wetenschap van kansen. Een soort
avontuur dat geen defini-e heeO met een diepe verdeling. Het is een jonge en
levendige wetenschap.
Sociologie vertrekt al-jd van "alles is con-gent maar daarom niet arbitrair. "
Belangrijkste les van de sociologie:
• Contigent = het gaat om het idee dat alles dat we in onze samenleving
treffen zoals wetten, instellingen, praktijken, tradities anders hadden
kunnen zijn of georganiseerd zijn.
• Arbitrair = louter toevallig/compleet willekeurig, er is een goede reden
waardoor we de dingen in onze samenleving organiseren.
We gaan van weUen en reglementen opgelegd door God/de natuur à naar
weUen en reglementen opgelegd door de mens.
- De wet is gemakt door de mens dus de mens heeft ook de mogelijkheid
om het te veranderen.
- Rousseau: maakte de civiele (burger) religie in de 18e eeuw om de
mensen de wetten de laten respecteren. Religie is de enige instelling die
hier in staat tot is, regels maken voor de samenleving.
Een socioloog wil weten welke patronen er zijn in een variant, in termen van
kansen en nooit sluitend.
1
,Waarom is het con-ngente niet arbitraire?
- nog geen duidelijk antwoord op maar wel 3 voorbeelden:
1. Aanloop naar de ontwikkeling van de sociologie:
Sociologie was een poging om tegenstellingen tegen de verlich-ng en tegen-
verlich-ng aan te gaan.
- Verlichting: rede en verstand. Het besef van de contingente is het eerste
besef van mens zijn. De mens moet naar zijn natuur leven. Kennis van de
wetenschap komt via de natuur en via die kennis zal het gedrag op een
redelijke manier bevorderen/toenemen.
- Tegen-Verlichting: verwierp het hele denken van de positieve ideeën van
de verlichter want handelen gebeurt grotendeels uit eigenbelang
(egoisme en onrecht). Het respecteren van de wetten gebeurt niet
vanzelf, ze gaan limieten opleggen.
De sociologie neemt beide ideeën mee.
- Sociologie = verlichting + tegen-verlichting.
2. Auguste Comte: (1798-1857):
Hij was de bedenker van de term sociologie en een voorstaander van
verlich-ng/sociale fysica (gevoelig voor tegenargumenten). Er zijn 3 stadia in de
ontwikkeling van de samenleving:
- Geologische
- Metafysische
- Het positivistische of wetenschappelijke
Hij vond dat sociologie zich moest bezighouden met beantwoordbare vragen
door observa-e in de samenleving. Hij dacht ook dat oude religies hadden
afgedaan.
Er zijn 2 grote krachten in het menselijk handelen en geschiedenis:
- rede: gericht door wetenschap en argumenten
- emotie: gericht door religie
= Comte s-cht Religie van de Mensheid met een eigen kalender.
2
, 3. Luhmann vs Habermans: filosofisch debat.
“Hoe moeten we leven met het con-ngente?”
Habermans: het arbitraire verdwijnt.
Luhmann: het con-ngente wordt aanvaard.
Sociale/maatschappelijke orde is de mogelijkheid om tot nageleefde regels te
komen, een overeenkomst zoals bv. verkeersregels. De sociologie vraagt naar
sociale orde.
- Voorspelbaarheid: er hoeft niks gezegd te worden omdat het juist is.
- Berekenbaarheid: als je het contigente aanvaard, dan valt de
welsprekendheid weg.
Bronnen van niet-con-gen-e:
1) Natuur: mensen zijn een biologisch organisme dat impact heeft op de
samenleving, met een bepaalde levensverwachting. De vrije markt past
het beste bij de menselijke natuur, maar wordt vandaag in de sociologie
niet meer aanvaard. Er moet een evenwicht ontstaan.
- Hayek: een belangrijke econoom die zei dat de vrije markt het beste is
om onze kapitaal te uitbreiden en het best aansluit bij de menselijke
natuur.
2) Geschiedenis: Bepaalde aspecten van onze geschiedenis kunnen we niet
veranderen of in vraag stellen.
- Marx dacht dat na een tijdje de capitalistische samenleving ging
ontploffen en zo ging evolueren naar de sociolisctische samenleving.
- Comte: religie, metafysica en positivisme.
3) Samenhang: Als je een keuze maakt (bepaalde manier van leven in de
samenleving), dan moet je bapaalde zaken meetellen in die keuze. Er is
noodzakelijke samenhang in bepaalde zaken zoals rol man en vrouw,
gezin en economie, …
Een legimeterende derde maakt het leven met het con-ngente moeilijker. Je
kan het ontkennen (falsifeerbaar) van het con-ngente mogelijk maken door te
verwijzen naar een legimeterende derde (niet waterdicht).
- Niet arbitrair: regelmaten die niet bestudeerd kunnen worden.
3
, Hoofdstuk 2: Welke taken heeO de socioloog?
De taak van de socioloog en de houding van een socioloog: (zelfstudie)
De taak van de socioloog: proberen dingen in de samenleving zichtbaar te
maken met als hoop op verandering.
1) Cijferaar (empirisch-analytische taak): de socioloog onderzoekt feiten en
data zonder aannames te maken. Het contingente komt hier van belang;
er zijn geen patronen.
- Bijvoorbeeld het aantal spijbelaars onderzoeken.
2) Mythejager (kritische taak): sociologen moeten het vanzelfsprekende in
vraag stellen en blootleggen hoe bepaalde groepen voordeel halen uit
wat als normaal wordt gezien en de beinvloedbaarheid van mensen.
3) Levenskunstenaar (praktische taak): dit verwijst naar de rol van de
socioloog in de samenleving, zoals bij Public Sociology, waarbij recente
maatschappelijke kwesties worden aangepakt.
De houding van de socioloog:
1. Belangstelling voor samenhang: de socioloog heeO een sterk oog voor
de verbanden of fenomenen in sociale structuren.
2. Afstandelijke betrokkenheid: het is belangrijk om betrokken te zijn, maar
ook een zekere objec-viteit te behouden.
3. Empirisch gezind: sociologen baseren zich op feiten en empirisch
(wetenschappelijk) onderzoek. Die wetenschappelijke kennis moet
repliceerbaar zijn.
4. Respectvol: ze behandelen onderwerpen met respect, vooral als het gaat
om menselijke onderwerpen.
Er is een belangstelling voor:
- samenhang
- afstandelijke betrokkenheid
- empirisch gezind
- respectvol
4
Deel 1: de sociologie ontdekken
Inleidende informa-e:
• Hoorcolleges: dinsdag van 9u – 12u.
• Panopto: online opnames van de les.
• Case: geen leerstof tenzij het terugkomt in hoofdstuk van boek of cursus.
• Hoofdtekst = altijd kennen.
• Modules: alle cursussen.
• Voor Sociologie 1 alleen maar hoofstuk 1-16 kennen de rest pas bij
Sociologie 2.
Hoofdstuk 1: Wat is sociologie?
Sociologie is de nadruk op begrijpen. De wetenschap van kansen. Een soort
avontuur dat geen defini-e heeO met een diepe verdeling. Het is een jonge en
levendige wetenschap.
Sociologie vertrekt al-jd van "alles is con-gent maar daarom niet arbitrair. "
Belangrijkste les van de sociologie:
• Contigent = het gaat om het idee dat alles dat we in onze samenleving
treffen zoals wetten, instellingen, praktijken, tradities anders hadden
kunnen zijn of georganiseerd zijn.
• Arbitrair = louter toevallig/compleet willekeurig, er is een goede reden
waardoor we de dingen in onze samenleving organiseren.
We gaan van weUen en reglementen opgelegd door God/de natuur à naar
weUen en reglementen opgelegd door de mens.
- De wet is gemakt door de mens dus de mens heeft ook de mogelijkheid
om het te veranderen.
- Rousseau: maakte de civiele (burger) religie in de 18e eeuw om de
mensen de wetten de laten respecteren. Religie is de enige instelling die
hier in staat tot is, regels maken voor de samenleving.
Een socioloog wil weten welke patronen er zijn in een variant, in termen van
kansen en nooit sluitend.
1
,Waarom is het con-ngente niet arbitraire?
- nog geen duidelijk antwoord op maar wel 3 voorbeelden:
1. Aanloop naar de ontwikkeling van de sociologie:
Sociologie was een poging om tegenstellingen tegen de verlich-ng en tegen-
verlich-ng aan te gaan.
- Verlichting: rede en verstand. Het besef van de contingente is het eerste
besef van mens zijn. De mens moet naar zijn natuur leven. Kennis van de
wetenschap komt via de natuur en via die kennis zal het gedrag op een
redelijke manier bevorderen/toenemen.
- Tegen-Verlichting: verwierp het hele denken van de positieve ideeën van
de verlichter want handelen gebeurt grotendeels uit eigenbelang
(egoisme en onrecht). Het respecteren van de wetten gebeurt niet
vanzelf, ze gaan limieten opleggen.
De sociologie neemt beide ideeën mee.
- Sociologie = verlichting + tegen-verlichting.
2. Auguste Comte: (1798-1857):
Hij was de bedenker van de term sociologie en een voorstaander van
verlich-ng/sociale fysica (gevoelig voor tegenargumenten). Er zijn 3 stadia in de
ontwikkeling van de samenleving:
- Geologische
- Metafysische
- Het positivistische of wetenschappelijke
Hij vond dat sociologie zich moest bezighouden met beantwoordbare vragen
door observa-e in de samenleving. Hij dacht ook dat oude religies hadden
afgedaan.
Er zijn 2 grote krachten in het menselijk handelen en geschiedenis:
- rede: gericht door wetenschap en argumenten
- emotie: gericht door religie
= Comte s-cht Religie van de Mensheid met een eigen kalender.
2
, 3. Luhmann vs Habermans: filosofisch debat.
“Hoe moeten we leven met het con-ngente?”
Habermans: het arbitraire verdwijnt.
Luhmann: het con-ngente wordt aanvaard.
Sociale/maatschappelijke orde is de mogelijkheid om tot nageleefde regels te
komen, een overeenkomst zoals bv. verkeersregels. De sociologie vraagt naar
sociale orde.
- Voorspelbaarheid: er hoeft niks gezegd te worden omdat het juist is.
- Berekenbaarheid: als je het contigente aanvaard, dan valt de
welsprekendheid weg.
Bronnen van niet-con-gen-e:
1) Natuur: mensen zijn een biologisch organisme dat impact heeft op de
samenleving, met een bepaalde levensverwachting. De vrije markt past
het beste bij de menselijke natuur, maar wordt vandaag in de sociologie
niet meer aanvaard. Er moet een evenwicht ontstaan.
- Hayek: een belangrijke econoom die zei dat de vrije markt het beste is
om onze kapitaal te uitbreiden en het best aansluit bij de menselijke
natuur.
2) Geschiedenis: Bepaalde aspecten van onze geschiedenis kunnen we niet
veranderen of in vraag stellen.
- Marx dacht dat na een tijdje de capitalistische samenleving ging
ontploffen en zo ging evolueren naar de sociolisctische samenleving.
- Comte: religie, metafysica en positivisme.
3) Samenhang: Als je een keuze maakt (bepaalde manier van leven in de
samenleving), dan moet je bapaalde zaken meetellen in die keuze. Er is
noodzakelijke samenhang in bepaalde zaken zoals rol man en vrouw,
gezin en economie, …
Een legimeterende derde maakt het leven met het con-ngente moeilijker. Je
kan het ontkennen (falsifeerbaar) van het con-ngente mogelijk maken door te
verwijzen naar een legimeterende derde (niet waterdicht).
- Niet arbitrair: regelmaten die niet bestudeerd kunnen worden.
3
, Hoofdstuk 2: Welke taken heeO de socioloog?
De taak van de socioloog en de houding van een socioloog: (zelfstudie)
De taak van de socioloog: proberen dingen in de samenleving zichtbaar te
maken met als hoop op verandering.
1) Cijferaar (empirisch-analytische taak): de socioloog onderzoekt feiten en
data zonder aannames te maken. Het contingente komt hier van belang;
er zijn geen patronen.
- Bijvoorbeeld het aantal spijbelaars onderzoeken.
2) Mythejager (kritische taak): sociologen moeten het vanzelfsprekende in
vraag stellen en blootleggen hoe bepaalde groepen voordeel halen uit
wat als normaal wordt gezien en de beinvloedbaarheid van mensen.
3) Levenskunstenaar (praktische taak): dit verwijst naar de rol van de
socioloog in de samenleving, zoals bij Public Sociology, waarbij recente
maatschappelijke kwesties worden aangepakt.
De houding van de socioloog:
1. Belangstelling voor samenhang: de socioloog heeO een sterk oog voor
de verbanden of fenomenen in sociale structuren.
2. Afstandelijke betrokkenheid: het is belangrijk om betrokken te zijn, maar
ook een zekere objec-viteit te behouden.
3. Empirisch gezind: sociologen baseren zich op feiten en empirisch
(wetenschappelijk) onderzoek. Die wetenschappelijke kennis moet
repliceerbaar zijn.
4. Respectvol: ze behandelen onderwerpen met respect, vooral als het gaat
om menselijke onderwerpen.
Er is een belangstelling voor:
- samenhang
- afstandelijke betrokkenheid
- empirisch gezind
- respectvol
4